om te blijven, moeten worden ingerigt met het oog op de diensten, die zij later zullen moeten bewijzen, niet op het werk, dat in de eerste jaren van hen zal worden verlangd. Hoewel ons de juiste opgaven der gedane peilingen ontbreken, mogen wij toch stellen, dat de landen in den nieuwen polder op zeer ongelijke hoogte zullen liggen, dat het aan te winnen terrein een kom zal vormen. Bij zoo danige ongelijkheid van diepte zullen zeker twee, misschien meerdere binnenboezems noodig zijn; anders toch liggen de bovenste landen droog als de onderste nog onder water staan; daargelaten nog, de groote diepte, die noodig zoude zijn voor de slooten, om het water te voeren naar de werk tuigen, die natuurlijk op de hoogste plaatsen aan den dijk zijn gelegen. Stel, men zal dus het water drie verdiepingen (om het zoo eens te noemen) moeten opbrengen, dan blijft de vraag zal men drie stoommachines zetten of drie seriën (gangen) van molens? Ons dunkt, niemand, die in de oude polders bekend is, of hij zal zich voor het eerste verklaren. Ja! de wind is eene goedkoope arbeidskracht en stoommachines kosten veel geld, steenkolen zijn duur Maar daartegenover: welk een verdriet zijn die molens, elk met zijne eigene aanvoer- en afvoerslooten een afgesloten eilandje vormende, nu eens niet bij magte om het over tollige water in korten tijd meester te worden, dan weêr afhankelijk van de hoeveelheid kroos en riet in de smalle togten. Daarentegen eene enkele stoommachine met ruime vaarten, geschikt voor waterafvoer niet alleen, maar ook voor de scheepvaart. De poldervaarten worden de slag aderen van het verkeer, de bodemsoppervlakte aan den landbouw onttrokken is oneindig geringer, dan die door die talrijke molens met hunne werften en dijkjes wordt inge nomen, het uitmalend vermogen wordt onafhankelijk van getij en wind, de krachtige machine regelt hare werking naar de behoefte, en de nieuwe polder, door de droog makende maatschappij behoorlijk verkaveld, is tot in de laagste landen haar water meester. Geen klagten over onge lijke bemaling hier en ginds, geen geknutsel met inlaat- pompjes, en schutbordjes en dammetjes in de kavelsloot, in een woordeene stelselmatige wetenschappelijke bemaling door een deskundigen ingenieur, tegenover eene hoogstens op ondervinding gegronde drooghouding door een legertje van molenaars. Waarlijk, de droogmakers der oude polders verdienen onze innige bewondering. Met de middelen, die hun ten dienste stonden, hebben ze wonderen verrigt. Maar men zie eens op de kaart, welk een kunstwerk de nu zoo uit stekende bemaling van sommige oude polders, Schermer en Beemster bijv., is geweest en nog is; in stand gehouden door een waar spinneweb van vaarten en tochten en slooten, met in 't midden de dikke spin: de molen. Maar wij, die den stoom kennen en zijne natuurlijke vermogens schatten, wij bewonderen onze voorouders, die groote dingen tot stand bragten zonder hem, maar volgen hen niet na. BINNENLAND. HELDER en NIEUWEDIEP, 12 April. De zoogenaamde stille week intredende, is het opmerkelijk, dat het in de natuur en in de staatkundige wereld ook stil en rustig is geworden. Reeds bij het naderen van die week, kwam er kalmte in de natuur, verdwenen de Maartsche buijen en maakte de felheid van het weder voor een zomerschoon voorjaarsweder plaats. De wetgevende Kamers in ons land hebben na de gewigtige debatten van de laatste dagen vacantie genomen en hunne rust draagt niet weinig bij tot bevordering van stilte op staatkundig gebied hier te lande. Niet ,dan na belangrijke belissingen genomen te hebben zijn de heeren wetgevers uiteengegaan en zonderling is het, dat de leden der Tweede Kamer, na breedvoerige beraadslagingen over het domicilie van onderstand bij de behandeling der armenwet, bijna onmiddelijk naar hunne eigene domiciliën zijn teruggekeerd. Gelijk het weder over het algemeen in de jongste dagen kalm en de hemel haast onbewolkt was, zoo was op poli tiek gebied in 't buitenland eene niet gewone rust merk baar. Aan den staatkundigen hemel was geen wolkje, zelfs niet van een manshand merkbaar, 't Is waar, in Oostenrijk heeft de regering te worstelen met de tegenstrijdige eischen der vertegenwoordigers van de verschillende nationaliteiten, maar graaf von Beust schijnt voor die lastige kwaal een gepast geneesmiddel te hebben uitgevonden. De Groot hertog van Baden streeft naar een onverdeeld Duitsch vaderland, maar dewijl hij dat doel op vredelievende wijze zoekt te bereiken, behoeft zijn streven geen ernstige be zorgdheid te verwekken. Hij heeft dezer dagen in zijne sluitingsrede de leden van den Landdag opgewekt om hem ter zijde te staan in zijn pogen, om, komt eenmaal de een heid tot stand, Baden een eervolle plaats in den vader- landschen Bond te doen innemen. Op den Noord-Duitschen Rijksdag is dezer dagen ter sprake gekomen de vraag of bij het leger en de vloot thans nog stokslagen aan matroos en soldaat worden toegediend. De militaire wetgeving bevat wel is waar het artikel: „De stokslagenstraf is verboden;'- maar de regering weet een middel te bedenken om dat artikel bezijden te varen. Die straf wordt thans werkelijk nog toegepast. Men ver wijst den militair eenvoudig naar de tweede klasse en daar is ligchamelijke kastijding nog wèl geoorloofd. Een matroos der Pruissische marine is onlangs over boord gesprongen, omdat hij afgeranseld zou worden, en nu werd door den afgevaardigde Duncker die zaak ter sprake gebragt. De admiraal Jachmann verklaarde, dat die straf bij de marine nog wel degelijk bestaat en uitgeoefend wordt, welke ver klaring een diepen indruk bij de liooge vergadering teweeg bragt. De stilte, die op het vernemen van die verzekering volgde, werd door graaf von Bismarck afgebroken met de mededeeling, dat de regering overweegt om aan die kas tijding voor goed een einde te maken en de lijfstraffen voor altoos geheel uit de Pruissische wetboeken te doen verdwijnen. Als men den tijd van kalmte en rust aan wendt om barbaarsche wetten te wijzigen naar de mildere begrippen Van de tegenwoordige dagen, dan besteedt men den vredestijd zeker hoogst nuttig en weldadig. Spanje verstoort de schoone harmonie op staatkundig gebied ditmaal niet. Over het geheel heerscht er ook daar thans rust. Zelfs de anders hevige republikeinen worden meer gematigd. Het manifest, door het hoofdbestuur van de mannen dier rigting uitgevaardigd, ademt een kalmen geest. Daarin wordt verzekerd, dat slechts langs den wettelijken weg naar het doel zal worden gestreefd. In het laatst van Maart is Zr. Ms. transportschip Java ter reede van Batavia aangekomen. Aan boord was alles wel. Volgens een bij het dep. van Marine ontvangen telegram, is het raderstoomschip de Valk, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee N. M. J. Kroef, in den voormiddag van den 11 dezer van Marseille naar Cadix vertrokken. Naar wij vernemen, is in de plaats van den kapt. ter zee Geerling tot equipagiemeester bij 's Rijks werf alhier benoemd de kapt. ter zee Vos. Heden is door burgemeester en wethouders dezer gemeente openbare afkondiging geschied van de genomen besluiten tot verdere heffing, ten behoeve der gemeente, van eene belasting op het gemaal, het geslagt en het gedis tilleerd, welke heffing door Z. M. den Koning, bij besluit van den 31 Maart 1870 N". 13, is toegéstaan tot ultimo December 1871. Van de militaire studenten aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam, die deelnamen aan het natuurkun dig examen, en wel aan dat gedeelte, loopende over letterkunde en wiskunde, slaagden o. a. G. A. Haremaker en Th. Kinderman. Het lijk van den jongeling, die sedert jl. Donderdag avond alhier vermist werd, is gisteren morgen uit het Heldersch Kanaal opgevischt. Een ingezetene dezer gemeente, wilde jl. Zaturdag namiddag met een pistoolschot een einde aan zijn leven maken. Hij heeft zijn voornemen niet geheel volvoerd, doch is, gewond als hij was, naar het gemeente-ziekenhuis gebragt. De welbekende Argus, kommandant luit. ter zee lste klasse Thierens, is jl. Vrijdag te Hellevoetsluis terug gekomen. - Over den Hollandschen IJzeren Spoorweg (lijn AmsterdamRotterdamZaandamHelder) zijn geduren de maand Maart jl. vervoerd 126,723 reizigers; de opbrengst bedroeg: van reizigers ƒ111,327.58, goederen 34,948.50|, te zamen f 146,276.08|. Sedert 1 Jan. was het aantal reizigers 370,152; de opbrengst van reizigers en goederen 423,182.031. Z. M. de Koning heeft de agrarische wet bekrachtigd. Dezer dagen is door de voorloopige commissie, die zich onlangs geconstitueerd heeft ten einde pogingen aan te wenden om eene algemeëne vereeniging tot verbetering van het paardenras in Nederland op te rigten van welke commissie Z. K. H. de Prins van Oranje het eere-voor- zitterschap heeft aanvaard, terwijl aan den heer J. A. baron van Hardenbroek het presidentschap is opgedragen een aantal circulaires toegezonden aan de verschillende vereenigingen van landbouw hier te lande, zoo mede aan de provinciale autoriteiten, tot het verkrijgen van mede werking. Zij wenscht de bestaande paardenrassen met edele te kruisen, door op vele plaatsen goede hengsten te stationeren. Men wil zich op de hoogte stellen van de soort van paarden, welke de landbouwers en paardenfokkers in de verschillende streken van ons land het verkieselijkst vinden, om daarna zoodanige hengsten aan te koopen. Bij genoegzame deel neming is zij voornemens, uit alle provinciën afgevaardigden op te roepen tot het houden eener algemeene vergadering, ten einde alsdan de vereeniging definitief te constitueren. Z. K. H. Prins Alexander is van HD.buitenlandsche reis in de residentie teruggekeerd. H. M. de Koningin is den Prins tot Rotterdam te gemoet gereisd. Tot burgemeester van Zandvoort is benoemd de heer J. R. Boerlage. Tot dijkgraaf van den polder Waard en Groet is benoemd de heer K. Breebaart. (Herplaatsing wegens misstelling). Tot plaatsvervangend kantonregter te Medemblik is herbenoemd de heer A. B. Mentz. Tot commissaris van politie zijn benoemdte Gorin- chem, de heer J. D. Stork, thans inspect. van politie te Rotterdamte Vlaardingen, de heer J. H. F. Gelpke, thans inspect. van politie te Amsterdam. Bij de Doopsgezinde gemeente te Leeuwarden is het navolgende zestal predikanten opgemaaktdd. Boetje te Koog en Zaandijk, Feenstra te Dantumawoude, Jesse te Zaandam, de Vries te Krommenie, ten Cate te Gorredijk, en dr. Cramer te Zijldijk. De weleerw. heer G. W. Reijnders, pastoor der parochie van den H. Dominicus te Alkmaar, is in die betrekking benoemd té Rotterdam. Te Alkmaar is ter vervanging van genoemden pastoor benoemd de weleerw. heer A. Jansen, kapelaan bij de parochie van den H. Dominicus te Amsterdam. - Volgens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de wetsontwerpen betreffende veeartsenijkundig staats- toezigt en politie en de uitoefening van de veeartsenijkunst, werd algemeen te kennen gegeven dat eene nieuwe ont wikkeling van bedenkingen niet noodig scheen, omdat deze ontwerpen bijna gelijkluidend waren met de vroeger inge diende. De meening der regering werd bestreden, dat de runderpest in 1865 spoediger ontdekt en met meer vrucht bestreden zou zijn, wanneer er een lOtal veeartsenijkundige ambtenaren waren belast geweest met het toezigt op den veestapel. Sommigen waren tegen het in te stellen staats- toezigt, uithoofde van de aanzienlijke kosten, die het zou vorderen. Ook door de voorstanders der wet werd toe gegeven, dat de voordragt eenigzins belemmerend voor de veehouders zal werken; maar de laatste runderpest heeft de noodzakelijkheid van strenge bepalingen aangetoond. Over het nut der instelling van districts-veeartsen liepen de meeningen zeer uiteen. Op nieuw werd het denkbeeld aangeprezen om geldelijke bijdragen van de veehouders te vorderen tot dekking der kosten van het toezigt. Ver scheidene leden kwamen terug op de wenschelijkheid om het veeartsenijkundig onderwijs wettelijk te regelen. - Men schrijft ons van Texel, dd. 11 dezer: „Een 3tal jeugdige kinderen aan den Hoorn, vermaakten zich al spelende onder een ouden, bouwvalligen muur, toen deze eensklaps instortte en de kleinen onder het puin begroef. Hoewel bijna niet denkbaar, werden zij toch allen levend uit hunne beklemming bevrijd, en kwamen zij met den schrik en eenige ligte kneuzingen vrij. Zekere A. S., te Alkmaar, stond jl. Dingsdag aldaar teregt, beschuldigd van bedriegelijke opligting door aan een bordeelhouder een „veertigvoudige wensch» voor een bank- billet van veertig gulden te hebben in de hand gestopt. De officier van justitie requireerde eene gevangenisstraf van één jaar met eene geldboete van 50. De uitspraak is bepaald op 12 dezer. De te Langedijk opgerigte vereeniging ter bevorde ring van getrouw schoolbezoek heeft zich thans aangesloten aan het algemeen schoolverbond. Jl. Vrijdag is te Haarlem een kind van 15 maanden, ten huize van de ouders in de Lange Heerenstraat, terwijl de vader (van beroep smid) in zijne werkplaats werkzaam was en de moeder voor hare bezigheden zich in den gang bevond, in eene in het huishoudvertrek staande tobbe met zeepwater gestort en verdronken. De bouwman J. Lievaart, te Delft, heeft 11. Zaturdag de eerste versche grasboter aan Z. M. den Koning ten geschenke gezonden. De regtbank te Brielle heeft den 7 dezer uitspraak gedaan in de zaak van den ambtenaar van het openbaar ministerie tegen den kapitein van de schroefstoomboot Hellevoetsluis. De kapitein, die aangeklaagd was van het in de maand Jan. 11. met zijne stoomboot naar Hellevoet sluis vervoeren van twee kisten scherpe patronen (buskruid), zonder behoorlijke polieiegeleide, werd bij de behandeling der zaak verdedigd door mr. Knottenbelt, advocaat te Rotterdam; de conclusie, die alstoen door het O. M. werd genomen, strekte tot veroordeeling van den beklaagde tot eene gevangenisstraf voor den tijd van drie maanden, tot betaling eener geldboete van 500 en met verbeurd verklaring van het gebezigde vervoermiddel, de schroef stoomboot Hellevoetsluis. De regtbank heeft hem echter van alle regtsvervolging ontslagen, aangezien de hoeveel heid van het vervoerde buskruid beneden de 50 kilogr. was. Naar men verneemt zal de officier van justitie evenwel tegen dit vonnis in appèl komen. De Palmpaardenmarkt heeft jl. Zondag aan de Bilt en Maandag te Utrecht vrij wat vertier aangebragt. De handel was druk. Men gaf zelfs 1600 a 1800 per span. Op de markt te Utrecht waren 740 paarden aan de lijn de handel was levendig, zoowel door Fransche als Duit- sche kooplieden. Door wijlen den heer E. Lucas, in leven luitenant- admiraal bij de Nederlandsche marine, is aan de diaconie der Nederd. Herv. gemeente te Vlissingen bij testamentaire dispositie vermaakt eene obligatie ad 1000 5 pCt. Rusland 1864. Jl. Vrijdag avond omstreeks half acht ure is te Zierikzee in de woning van den heer J. Bal Cz., apotheker op den Dam, het gas ontploft en wel op de bovenvoor- kamer ontstaan, gelijk later bleek, door een lek in een nieuwe gaslamp. Bij het openen der deur, toen de heer Bal met een kaars in de hand die kamer wilde binnen treden, had de explosie plaats, die zoo hevig was, dat de kamerdeur in twee sukken werd gespleten, en het dak, dat eene verdieping hooger is, als het ware werd opgeligt en daardoor veel schade bekwam. Het kan bij de hevigheid der ontploffing als een wonder beschouwd worden, dat de heer Bal geen ander letsel bekwam, dan dat zijn aangezigt en linkerhand eenigermate is gebrand. Hij had nog tegen woordigheid van geest genoeg om te roepen „de hoofdkraan digt", waaraan het dan ook te danken is dat er geen brand is ontstaan. Door een aantal Fransche kooplieden zijn op de Palm-paardenmarkt te Deventer een 40tal goede paarden opgekocht, waarvoor zij minstens 300.per stuk besteedden. Er hebben zich voor de betrekking van directeur der stadsreiniging te Leeuwarden aangemeld 129 personen. Het schijnt, dat dit getal nog niet voldoende is, om daaruit eene keuze te doen; althans, bij publicatie wordt door de regering dier stad bekend gemaakt, dat tot den 17 dezer nog kan worden gesolliciteerd. De jaarwedde is, in verband daarmede nu op 1200,bepaald. Jl. Dingsdag had te Veendam een plegtige begrafenis plaats. Een jonge dochter, voor eenige dagen aan eene kwijnende ziekte overleden, werd aldaar op dien prachtigen lentemorgen ter aarde besteld. Om aan de nog jeugdige overledene de laatste eer te bewijzen had zich ten dien einde een 60tal meisjes verzameld, die in rij en met stadigen tred zich voor den lijkwagen schaarden en zich naar het kerkhof begaven. Het aantal sollicitanten voor de eerstdaags te ver geven baantjes, op de weldra voltooide spoorweglijn Meppel-Groningen, bedraagt, naar men zegt, p. m. 800 Op de reede van Samarang is, buiten het onmiddelijk bereik van schepen of wal, een tambangan omgeslagen met 3 opvarenden en 26 inlandsche vrouwen, die naar den wal terugkeerden; 16 a 17 personen zijn verdronken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2