1870. N°. 54.
28 Jaargang.
Vrijdag 6 Mei.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Het Plebiscit.
BINNENLAND.
EN
HELDERSUHE
NIEUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag,
bonnementsprijs per kwartaal f 1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der AdvertentiënVan 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsmimte berekend.
Vrijdag den 6 dezer vertrekt, per laatsten
trein van den Helder, de West-Indische mail over
$t. Vazaire.
Onwillekeurig worden onze oogen telkens weêr naar
Frankrijk getrokken. Welke gebreken het volkskarakter
moge hebben, toch geniet de Fransche natie in Europa
eene sympathie, algemeener, dan die aan eenig ander volk
wordt bewezen; hoe groot ook de rampen mogen zijn, die
wij Nederlanders in verschillende tijdperken onzer geschie
denis door Fransche invloeden en Fransche legers hebben
geleden, toch gevoelen wij ons aangetrokken tot dat eerste
der Latijnsche volkeren. Want in Frankrijk is ten allen
tijde Europa's lot beschikt, en de staatkundige vrijheid,
die Frankrijk zelf niet heeft weten te behouden, heeft het
der wereld geschonken.
De Franschen zijn, bij alle frivoliteit, een dogmatisch,
geen buigzaam volk; eene politiserende, geen politieke
natie. Staatsregterlijke theoriën worden geboren in Parijs,
staatsregt leeft in Engeland en in Nederland. Die wonder
lijke trek uit het volkskarakter is door de gebeurtenissen
der laatste maanden sterk op den voorgrond gedrongen,
en zelden zag men helderder, logischer gedachtengang, ver-
eenigd met grooter practisch onverstand, dan bij de hoof
den der verschillende partijen in den Franschen staat.
Tusschen alle partijen schijnt een vurigen wedijver te
bestaan om de zaken te drijven tot een uiterste. Vivent
les principes, périsse le mondeschijnt het eenige symbool
te zijn, dat alle partijen vereenigt. De oude imperialisten
hebben door den aanslag van Prins Napoleon op Victor
Noir, en de daarop gevolgde raadselachtige vrijspraak van
den moordenaar door het hoog-geregtshof te Tours, veel
geleden aan politieken invloed bij het landvolk in de
steden was hun gezag sints jaren gering; de onver
zoenlijke Rochefort en de zijnen toonen de meest mogelijke
politieke onmagt; hun marktgeschreeuw zoude eenvoudig
belagchelijk zijn, verschool zich onder die krankzinnige
woede toch niet een niet te miskennen politiek geloof, hoe
dwaas ook; de mannen van de beide parlementaire centra,
die Frankrijk's toekomst in handen hebben, verdeelden zich
weder naar eene entente van een oogenblik.
Op de logica, de onverbiddelijke consequentiën, der
beginselen dier partijen, is niets te zeggen. De imperialist
ziet alleen heil in een despotischen regeringsvorm, in rege-
rings-almagt Hij wenschte zonder twijfel goed te worden
geregeerd, maar hij wil dit goede ontvangen als eene
belooning voor zijn goed en ordelijk gedrag, niet als
een regt.
De keizer heeft Frankrijk 18 jaren van orde, rust en
materiëelen voorspoed geschonken, dit is hem hoofdzaak.
Hij verlangt niets meer, hij kent niets beters. De repu
blikein wil het volk meester laten over zijn eigen lot. En
erkennende, dat zijn weg voert naar eene sociale revolutie,
een burgeroorlog vooruit ziende, wetende, dat de vernieti
ging van het kapitaal is de vernietiging van de basis
onzer maatschappij, roept hij .het volk" op, om door
bloed en ellende langs de guillotine te wandelen naar
dien heilstaat; want, hij gelooft in het volk, in het eenige,
solidaire, alwetende en onfeilbare volk! De parlementaire
partij, de mannen van het regter-en linker-centrum, breken
hun eigen ministerie af, door hunne onmogelijke eischen
om alles in eens en te gelijk te doen. door hunne nimmer
eindigende interpellatiën, door hun kinderachtig ongeduld,
dat niet wachten kan totdat het nieuwe constitutioneele
staatsgebouw worde opgetrokken met kalmte en overleg,
maar dat het onmogelijke eischt: de hernieuwing der
geheele staatsmachine in één oogenblik! Nu wil het onge
luk, dat ook de geheimzinnige, maar zonder twijfel geniale
man, die aan het hoofd van Frankrijks lot staat, eveneens
behebt is met de algemeene kwaal, dat hij ook om de
wille van //het beginsel" de wereld zou laten te gronde
gaan. Napoleou's illusie is steeds geweest: het democrati
sche keizerrijk, twee woorden die er van schrikken, dat
ze zoo tot buren worden gemaakt. Napoleon heeft geloofd
ieder die iets gewigtigs tot stand brengt gelooft in zijne eigene
zendingdat hij is geroepen om te gelijkertijd autocraat
en volksman te zijn, dat hij bestemd is om die twee, zoo
onverzoenlijke beginselen, te vereenigen in éénen regerings
vorm. Van daar zijn afkeer van de familie d'Orleans,
die zich steunt op de bourgeoisie, van daar zijne onver
moeide pogingen om het lot van den werkman te verbe
teren, van daar de herschepping van Parijs, werkver
schaffing, de instelling van zoovele pensioen-, weduwen-
eu spaarkassen. Zou de zwijgende man op de Tuileriën
nog niet weten, dat hij nergens minder vrienden telt, dan
onder dien arbeidersstand, die hem toch stellig zeer veel
heeft te danken? Wij weten het niet, maar stellig is het,
dat nog altijd Napoleon vasthoudt aan hetgeen hij zijn
oorsprong heet, niet den 2den December, maar de volks
stemming, die daarop is gevolgd. En in zekeren zin met
regt. Want wij gelooven, dat, indien de President der
Republiek magtig genoeg ware geweest, om eene inderdaad
vrije stemming te kunnen doen plaats vinden, hij ook
zonder den 2den December Keizer van Frankrijk zoude
zijn geworden. En nu Napoleon, in den aanvang zeker
vrijwillig, later echter meer en meer gedwongen, de teugels
van het bewind losser heeft gelaten, en eene constitutioneele
regering heeft ingevoerd, is het op zichzelven hoogst
natuurlijk, dat hij de fictie van den volkswil, voor hem
geene fictie, tot den einde toe volhoudt. Dat hij het gezag,
dat zes millioen stemmen hem gaven, niet wil afstaan,
zonder dat weêr die millioenen, die het volk heeten, dien
afstand goedkeuren. Het is voor hem een soort van
décharge, eene kwitantie van zijn gehouden beheer! Maar
ook hier eischte de theorie en de logica geheel iets anders
dan de nuchtere, praktische staatkunde. Deze vroeg om
rust en kalmte, ten einde het reuzenwerk der algeheele
hervorming van de staatsinrigting mogelijk te maken. Het
nieuwe ministerie, zoo het al niet bestond uit mannen als
Pitt, Cavour of zelfs als Thorbecke, was zamengesteld uit
lieden, vreemd aan het caesarisme, wier bedoelingen door
de overgroote meerderheid des lands werden gedeeld, en
die persoonlijk werden vertrouwd. Mannen ais Thiers,
Picard, Buffet waren gewonnen; mannen als Jules Favre,
ja als Gambetta, verleenden, hoewel aarzelend, hunnen
steun. Maar men behoefde geen staatsman te zijn om te
gevoelen, dat rust en nog eens rust de eerste levensbehoefte,
tijd en nog eens tijd de levensvraag was van den nieuwen
regeringsvorm. En in die boven verwachting geslaagde
vreedzame revolutie tusschen die partijen, die verre van
verzoend waren, maar slechts tijdelijk de wapenen hadden
afgelegd, slingert nu de Keizer zelf den brandfakkel,
brengt zijn eigen werk in gevaar, brengt het geheele volk
in beweging, en waarom? Om de wille van een idéé, eene
ellendige theorie, die eene formeele uitspraak eischt van
het volk. Want niets dan een quaestie van vorm wordt
beslist; de geheele wereld toch weet, dat 19 twintigste
van Frankrijk, de nieuwe hervormingen toejuicht, en achter
het ministerie Ollivier staat.
Het plebiscit is eene groote onhandigheid, haast eene
groote ramp.
Zal het worden aangenomen, zal het volk verklaren,
dat het de nieuwe constitutie goedkeurt? Wij twijfelen
er niet aan, want ook des Keizers tegenpartij lijdt aan
dezelfde kwaal. Het roode spook is van stal gehaald en
schoongemaakt. Nu niet als bedreiging door de regering,
maar als idéaal door de onverzoenlijke oppositie. Ook
deze heeft de theorie gesteld boven de mogelijkheid. En
de revolutie heeft weinig aanlokkelijks; over de dagen
van het schrikbewind zijn nog slechts weinige geslachten
heengegaan, en de vrees voor de sociale republiek, dit
bloedige droombeeld, zal menige stem aan den Keizer
verschaffen; duizenden zullen het minste kwaad kiezen van
twee uitersten, beiden in hun oogen te vreezen. Maar
velen heeft Napoleon van zich vervreemd, die neiging
toonden om mede te werken voor het jongste doel. Thiers,
Nefftzer van de Temps, de Siècle, het geheele linker
centrum, en de gematigden onder de linkerzijde, de besten,
Favre, Picard, oude vrienden, zoo als Edmond About et
tutti quanti. Voor den materieelen uitslag vreezen wij
niet; millioenen stemmen meerderheid zijn het liberaal
geworden keizerrijk verzekerd, maar op moreel gebied
moet deze theoretische halsstarrigheid van den Keizer de
ernstigste gevolgen hebben: wantrouwen, verdeeldheid en
verlies van oneindig kostbaren tijd.
HELDER en NIEUWEDIEP, 5 Mei.
De Fransche geestelijkheid geeft een duidelijk blijk van
hare toewijding aan de keizerlijke staatkunde. Het //vreest
God en eert den Keizer!" wordt door haar in deze gewig-
tige dagen wel in beoefening gebragt. De Fransche bis
schoppen, thans te Rome verblijf houdende, hebben zich tot
de regering gewend met betuiging van hun leedwezen, dat
zij verhinderd zijn aan de volksstemming deel te nemen.
Zij verklaren den wensch te koesteren, dat zij in staat mogten
zijn zich te dier gelegenheid te bevinden onder de bevolking
hunner diocesen, opdat zij door hun voorbeeld de regering
hulpe konden bewijzen. Nu dit echter niet het geval is,
noodigen zij de regering uit om de uitdrukking hunner
gevoelens openbaar te maken en tevens om de gelegenheid
te openen, dat zij hunne stemmen aan de Fransche ambas
sade te Rome kunnen uitbrengen. Het,is te verwachten,
dat deze verklaring der hooge geestelijkheid een gewigtigen
invloed op de stemming zal uitoefenen. Ter verzekering
van een goeden uitslag wordt overigens door de regering
niet stil gezeten. De heer Ollivier heeft in het openbaar
de geruchten ge'ogenstraft, als zonde het keizerlijk gouver
nement gezind zijn den weg der reactie te willen inslaan.
Ook is door de regering eene teregtwijzing aan de oppositie
bladen verstrekt, ter zake van het ontdekte complot.
Bedoelde bladen waren ter dezer zake nog al ongeloovig.
Het Journal Officiel verzekert thans, dat het onderzoek
voortgezet wordt en dat weldra de openbare meening zal
worden ingelicht omtrent de zamenzwering en de personen,
die er mede in betrekking stonden.
In het Huis der Afgevaardigden te Washington is thans
de oude Alabama-quaestie weder aan de orde. Van liberale
zijde is eene motie voorgesteld, die de volgende strekking
had: De openbare meening verlangt schadeloosstelling der
burgers van de Vereenigde Staten voor de verwoestingen,
door de Alabama aangerigt; de president wordt uitgenoodigd
op het onmiddelijk verleenen van zoodanige schadeloosstel
ling aan te dringen. Het voorstel om ten deze tot de orde
van den dag over te gaan, is verworpen en de motie is
gesteld in handen der commissie voor de buitenlandsche
aangelegenheden.
Uit Amerika wordt gemeld, dat de bewoners van Utah,
de Mormonen, niet geneigd zijn om zich zoo maar zoet
sappig gewonnen te geven tegenover den eisch van de
regering der Unie tot opheffing der veelwijverij. Zij zijn
voornemens om die instelling met de wapens in de vuist
te verdedigen. Men zal zich over dit besluit niet ver
wonderen, als men bedenkt, dat de Mormonen uit een
godsdienstig beginsel voorstanders zijn van de veelwijverij.
In gewone gevallen vecht men voor haardsteê en altaar,
in Ut..h zal men dit doen, ten einde permissie te hebben
om meer dan eene levensgezellin te bezitten.
Gisteren was het 56 jaren geleden, sedert deze gemeente,
na een langdurigen en drukkenden staat van beleg, van
de Fransche overheersching werd bevrijd.
In de raming der kosten voor de regeling en vol-
tooijing van het vestingstelsel, zooals dit door den minister
van Oorlog aan de Tweede Kamer is voorgesteld, wordt
voor de stelling van den Helder uitgetrokken de som van
f 2,240,000.
Zr. Ms. schroefstoomschip Marnix is den 13 Maartjll.
te Yokohama gearriveerd.
Z. M. de Koning heeft aan H. J. J. Mockaarts,
gepensioneerd marechaussée, thans gedetineerd te 's Bosch,
kwijtgescholden de straffe des doods, waartoe hij bij arrest
van het Prov. Geregtshof in Noordbrabant van 23 Dec. 1869,
wegens moord op den cipier van het huis van arrest te
Waalwijk, is veroordeeld, en die straf in eene 20jarige
tuchthuisstraf veranderd. Eerstdaags zal Mockaarts naar
het huis van opsluiting en tuchtiging te Leeuwarden
vertrekken.
H. M. de Koningin is Dingsdag middag ten 3| ure,
vergezeld van Z. K. H. Prins Alexander en fiDs. gevolg,
te 's Hage geretourneerd.
De kapitein A. Greve is in zijn rang van de vesting
bij het regiment veld-artillerie te Arnhem overgeplaatst.
De 1ste luitenant Sturms, eerstaanwezend ingenieur
te Heusden, is verplaatst bij het bataillon mineurs en
sappeurs te Nijmegen.
Aan den heer P. H. Maertens is, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van ontvanger
der dir. bel., in- en uitg. regten en acc. te Vlissingen,
behoudens aanspraak op pensioen.
Aan den heer A. van der Pluijm is, op zijn verzoek,
met 1 Julij eervol ontslag verleend als eersten commissaris
van politie te Middelburg. Tot commissaris van politie
te Zaandam is benoemd de heer C. Schou, thans inspecteur
van politie te Amsterdam.
Bij koninklijk besluit van 4 Mei is eene commissie
ingesteld, ten einde een oordeel uit te brengen over het
plan tot het indijken, droogmaken en in cultuur brengen
van het zuidelijke gedeelte der Zuiderzee. Tot leden dier
commissie zijn benoemd: mr. G. de Vries Az., lid van
den Raad van State, aan wien tevens het voorzitterschap
is opgedragen; C. Brunings, inspecteur van den waterstaat;
W. S. van der Hart Beek, inspecteur-generaal van fortificatiën;
A. R. Blommendal, kapitein ter zee, chef van de hydro
grafie der Nederl. zeegaten; mr. G. W. baron van Zuylen
van Nyevelt, lid van Gedeputeerde Staten van Gelderland;
jhr. G. F. v. Tets, lid van Gedep. Staten van Noordholland;
J. P. C. baron van Reede tot ter Aa, lid van Gedep. Staten
van Utrecht; J. D. van Hasselt, lid van Gedep. Staten
van Overijssel; jhr. J. R. T. Ortt, hoofdingenieur in
Noordholland; J. F. W. Conrad, hoofdingen. in Zeeland;