1870. N°. 57. 28 Jaargang. Vrijdag 13 Mei. ""Aanbesteding. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Een groot, ook een grootseh werk. B I A ï)7 EN HELDERSCHE NIËUWËDIËPËR COURANT, „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. bonnementsprijs per kwartaalf 1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der AdvertentiënVan 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekende Zondag den 15 dezer vertrekt, per laatste,, trein van den Helder, de West-Indische mail over Southainpton. Per laatsten trein van den Helder vertrekt Woensdag den 18 dezer over Triest en Donderdag: den 19 dezer over Marseille de inail naar Oost- Indië, China, Japan en Australië. Op Vrijdag den SO Mei 1870, des avonds ten zeven ure, zal, aan het Raadhuis der gemeente Helder in het openbaar, alleen bij inschrijving, worden aanbesteed: 1. Het faarlijksch onderhoud der Hemeente- gehouwen, enz. 2. Het verwen van eenige Ctemeente-Gehouwen, enz., in twee pcrceelen. De bestekken liggen op de gewone kantooruren op de Secretarie der gemeente ter lezing. Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Gemeente-Bouwmeester, den Heer G. SCHOLTEN, door wien op Woensdag den 18 dezer maand, aanwijzing in loco zal worden gedaan, en wel voor het onderhoudswerk des morgens ten 10 ure, en voor het verf werk des middags ten 1| ure, te beginnen bij het Bureau voor de Gemeentewerken. Helder, den 12 Mei 1870. Burgemeester en Wethouders der gemeente, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. (Slot) De commissie, wier belangrijke arbeid thans in onze handen is, heelt met de meeste eerlijkheid de bezwaren kenbaar gemaakt, aan het door haar ontworpen werk ver bonden. En, terwijl wij voor cijfers en technische bijzonder heden verwijzen naar het in ons vorig nummer voorkomend verslag, getrokken uit de door de commissie in 't licht gegevene brochure, wenschen wij in groote trekken de verdeeling van het werk over een tijdvak van zeven jaren en de raming der kosten na te gaan. In het eerste jaar moet de maatschappij worden opgerigt, die de droogmaking in handen neemt; de concessie moet worden gevraagd en verkregen, de statuten ontworpen en daarop de koninklijke goedkeuring worden ingewonnen en last not least, het kapitaal worden bijeengebragt. Hetzij men zich wenden moge tot eenige crediet-instelling, hetzij men direct de medewerking vrage van het publiek, altijd zal er vrij wat tijd verloren gaan alvorens het noodige kapitaal in handen der droogmakers is; wij hopen, dat de maatschappij dien tijd zal afwachten, dat zij niet het onge lukkige voorbeeld zal volgen van zoovele maatschappijen in ons vaderland de Kanaalmaatschappij bijv. en de werken zal aanvangen vóór zij in het bezit is van liet geheele kapitaal. De vermeerdering van kosten, voort vloeiende uit een te gering aanwezig kapitaal bij den aanvang der werken, is niet te overzien en hoe duur „geld maken" eene indnstrieele onderneming te staan komt, weten, helaas! de meesten onzer bij ondervinding. Betaling van de aannemers in aandeelen, hypothecaire leeningen op den droog te leggen grond, enz. enz., hulpmiddelen voor korten tijd, die voor langen tijd onevenredig zware lasten leggen op de maatschappij Houdt men in het oog, dat er in het eerste jaar nog eene menigte bestekken, kaarten en teekeningen zullen moeten worden gemaakt, dat de aanbestedingen zullen behooren te geschieden, dat de najaarsstormen de bezwaren der eerste werken zoodanig kunnen verhoogen, dat liet uitstellen tot het volgende voorjaar wenschelijk zal kunnen worden geacht, dan wordt het waarschijnlijk, dat het eerste jaar geheel met voorbereidende werkzaamheden voorbij zal gaan. De commissie stelt, dat er buitendien nog belangrijke werken in dat allereerste stadium zullen kunnen worden aangelegd: de noordelijkeafsluitdijk, dehelft van den oostelijke, en de werken betreffende de uitwatering der achtergelegene landen. Zal dat mogelijk zijn, dan zal de oprigting der maatschappij moeten vallen in een tijd, dat de geldmarkt over grootere kapitalen beschikt dan thans en de 18 millioen spoediger worden gevonden, dan thans waarschijnlijk schijnt. Het tweede jaar moet de voltooijing zien der afsluit dijken en de plaatsing der stoommachines. In het derde jaar begint dan het eigenlijke werk: de droogmaking, om tot het zesde jaar te worden voortgezet. Het hoogst gelegen land wordt te gelijktijd verkaveld in oppervlakten van 20 hectaren en het laatste jaar wordt besteed aan het hegrinten en hard maken der wegen, het in hoofdtrekken traceren der aan te leggen dorpen en gebouwen, enz., tot dat dan eindelijk de geheele oppervlakte in veiling kan worden gebragt en overgeleverd aan de nijvere hand des landbouwers. Vermoedelijk zal de maatschappij zonder bare prijzen te drukken, die geheele massa niet in eens kunnen verkoopen, maar zal zij die over eenige jaren moeten verdeelen. Volgt zij de grondregels door de voor- loopige commissie gesteld, om geen grond te vervreemden, die niet vier jaren, gesloot en gegreppeld, bloot is gesteld geweest aan den invloed van lucht en weder, dan zal zich die verkoop als van zelf over 4 jaren verdeelen. Brengt het land door elkaêr genomen 950 op, dan zullen de kosten zijn gedekt, daaronder begrepen de hoogst belang rijke post van 3,082,899 voor renteverlies van het benoodigde kapitaal gedurende den tijd der droogmaking. Zijn nu de gemaakte kosten-berekeningen juist? Wij zijn geheel onbevoegd dit te beoordeelen. Maar de namen van Conrad, Wellan, van Prehn en Loke zijn er ons borgen voor, dat wij hier in elk geval te doen hebben met eene serieuse berekening, niet met eene min of meer opper vlakkige, of gelukkige gissing. „Het komt aan de commissie als onbetioistbaar voor, dat de drooggemaakte Wieringermeer- polder rijkelyk alle kosten zal vergoeden, die gevorderd waren om hem in 't aanzijn te brengen en hoezeer misrekeningen steeds mogelijk zijn, meent zij die hier niet te kunnen ver wachten." Voor die mogelijke misrekeningen stelt de commissie dan ook de niet al te groote som van een millioen na aftrek van alle kosten van onderhoud, personeel, reis- en bureaukosten. Zij is dus blijkbaar overtuigd, dat hare berekeningen zorgvuldig en juist zijn. Wij gelooven het gaarne. Welke ook de uitslag moge zijn, de commissie, die zich uit liefde voor de zaak zulk een moeijelijk en om vattend werk heeft getroost, verdient den lof van allen, die het wel meenen met Noordholland en Nederland in 't algemeen. Vreemdzame veroveringen op onze magtigste vijandin: de zee, is ten allen tijde de roem geweest van deze gewesten. En geene onderneming verdient meer den naam van nationaal dan die, gewapend met de uitvindingen van deze eeuw, en de duur verkregene ondervinding van lange jaren, aan de zee een gebied wil betwisten, door haa reeds te lang bezeten. Eere komt toe aan die polderbesturen, wier belangstelling en geldelijke toelagen de voorbereidende werkzaamheden hebben mogelijk gemaakt. Zij hebben getoond eene ruimere opvatting te hebben van het belang hunner ingezetenen, dan wel helaasbij vele regeerders het geval is. Zij hebben niet gevraagd of deze eerste uitgave hunnen polders dadelijk winst zoude aanbrengen, maar zij hebben zich de veel hoogere vraag gesteld, of niet eene mogelijke toekomst voordeelen belooft, die dadelijke uitgaven wettigde. En beter begrepen zij wat bet volksbelang eischt, dan zoovelen die met holle theoriën den honger des volks trachten te stillen en de omkeering der maatschappij prediken, toen zij zich eenige opofferingen getroostten om den bebouwbaren grond en daarmede de productive kracht des lands uit te breiden. Van harte wenschen wij, dat nu weldra de uitvoering dit schoone plan tot daad moge vervormen! HELDER en NIEUWEDIEP, 12 Mei. De effecten-beurs was niet lustig gedurende de jongste dagen. Er heerschte malaise. De reden daarvoor was niet moeijelijk te ontdekken. Behalve het gure winter-, 'k wil zeggen Mei weder, leverden de Alabama-kwestie, deGrieksche roover-historie, de netelige toestand van 't pas opgetreden Oostenrijksche kabinet, de ongunstige positie van Spanje en de volksstemming in Frankrijk redenen genoeg op voor eene flaauwe stemming der geldmarkt. Dat in Frankrijk het getal neen's door de ja's verre zou worden overtroffen, was te verwachten. De ondersteuning der regering toegezegd, was wel zóó magtig dat de neen- zeggers en de onthouders behoorlijk moesten overstemd worden. Toch is de uitslag niet zoo geheel bemoedigend voor het keizerlijk bewind. De hoofdstad des rijks heeft zich duidelijk, maar ook zeer ongunstig verklaard. Het leger is ook niet zoo heel keizerlijk gestemd. Als men enkel let op de cijfers, dan hebben Napoleon en Ollivier eene schitterende zege behaald. Ruim 7 millioen ja's, dat zegt veel, zeer veel tegenover anderhalf millioen neen's. Doch in dit geval inzonderheid heeft elke stem niet gelijke waarde. Het bezoek van onderscheidene Duitsche vorsten in Pruissen's hoofdstad doet aan sommige bladen aldaar de vraag te berde brengen of er soms ook weer nieuwe annexatie-plannen worden beraamd. Men zegt dat er toe bereidselen worden gemaakt voor de opneming van het groothertogdom Hessen in den Noord-Duitschen Bond. Ook meent men te weten, dat er ernstig sprake is van de aanhechting van Saksen-Coburg-Gotha aan Pruissen. De Hertog van dat land moet tijdens zijn verblijf te Berlijn tot Koning Wilhelm gezegd hebben: „Als de belangen van Coburg en van Duitschland het medebrengen, wil ik gaarne afstand doen van het hertogdom om het aan Pruissen af te staan." Dat er in zulk een geval eene behoorlijke vergoeding zou moeten geschieden, is ligt te begrijpen. Ook bij die groote heeren geldt het spreekwoord uit het dagelijksch leven: „Voor wat, moet wat!" 't Is ook boven dien de verstandigste manier om goedschiks van die Saksi sche hertogdommen af te komen; ze liggen midden in het Pruissisehe gebied en den een of anderen tijd zouden ze toch wel hetzij goed- of kwaadschiks in handen van den Pruissischen adelaar moeten vervallen. De Koning van Beijeren wordt ook te Berlijn verwacht. Hij zal door Wilhelm en von Bismarck wel met opene armen ontvangen worden. De aansluiting aan den Bond van zulk een belangrijken Zuid-Duitschen staat zou ook nog al een belangrijke zaak zijn. Een goede ontvangst van den Koning ware niet te duur voor zulk eene gewenschte toetreding. Men werpt wel eens een schelvischje uit om een kabeljaauw te vangen! Men verzekert ons, dat de voorgenomen reis van Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Admiraal van Wassenaer naar de Caraïbische Zee geen voortgang zal hebben, wegens het heerschen der gele koorts in die streken. De gezagvoerder van het schip Nehalennia, die bij het vertrek van dat vaartuig wegens ziekte in het hospitaal alhier was achtergebleven, is eergisteren overleden. In de legerplaats bij Zeist zullen van 19 Augustus tot 1 September dezes jaars kamperen de 2de, 4de, 6de, 9de, 10de en 12de comp. van het 1ste reg. vesting-artillerie. Het bevel over deze compagniën zal zijn opgedragen aan den majoor A. H. Mommers, alhier in garnizoen. Van 215 September zal het kamp van Zeist door eenige compagniën van het 3de reg. vest. art. worden betrokken, onder bevel van den majoor Beijnen. Heden is het de 21ste verjaardag der inhuldiging van Willem III als Koning der Nederlanden. Twee Engelsche schroefstoombooten, de Jesmond en de Earl of Elgin, zijn Vrijdag nacht in de Noordzee in aanvaring gekomen, met het ongelukkige gevolg, dat laatst genoemd vaartuig spoedig gezonken is en dat daarbij acht personen zijn omgekomen. Volgens het Dbl. van Zuidh. en 's Gravenhage gaat Prins Alexander zich tijdelijk te Leiden vestigen om in de regten te studeren, en zijne militaire opvoeding te voltooijen. Benoemd zijn: in het hoogheemraadschap van Water land, tot dijkgraaf D. Hoogenboom, en tot hoogheemraden J. de Waal Klz. en P. Kafer Gz.; in het bestuur van den polder de Schermeer, tot dijkgraaf jhr. D. C. de Dieu Fontein Verschuir, en tot heemraad D. Kos. Tot raadsheer in het Prov. Geregtshof in Gelderland is benoemd mr. J. S. Hijmans, thans procureur bij gemeld geregtshof en de arrond.-regtbank te Arnhem, uit welke laatstgenoemde betrekking hem eervol ontslag is verleend. Tot majoor-commandant bij de dd. schutterij te Zaandam is benoemd de heer R. Köhne, thans kapitein. Van de 60 candidaten voor den rang van hoofd onderwijzer, bij het voor de prov. Noordholland te Haarlem gehouden examen, zijn er 10 geslaagd. Door het comité voor den aanleg van een spoorweg van Harlingen over Bolsward, Sneek en Joure naar Heeren veen, is onlangs voorloopige concessie van de regering aangevraagd. Het comité stelt zich voor, nadat de concessie zal zijn verleend, een beroep te doen op de Prov. Staten en de gemeente-besturen in Friesland. Beroepen bij de Herv. gemeente te Losdorp, ds. K. F. Creutzberg, pred. te Maarssen. Aangenomen het beroep naar Nijmegen, door ds. P. van Son, pred. te Warmond. Als predikant bij de Evangelische Broedergemeente te Haarlem is beroepen ds. E. Weiss, die dit beroep heeft aangenomen. Men schrijft ons van Texel, dato 12 dezer: „Gisteren is een Egmonder visschersbom met materialen, benevens de noodige manschappen hier gearriveerd, ten einde het in October des vorigen jaars alhier gestrande Noorsche brikschip „Sif" hij gunstig weder af te brengen.» De lieer K. Breebaart, lid der Provinciale Staten van Noordholland en dijkgraaf van den polder Waard en Groet,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1