1870. N°. 60. Vrijdag 20 Mei. Uitgever Bureau: A. A. BAKKER Cz. HELDERSCHE EN NIEUWERIEPER „Wij huldigen het goede." 'Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zattjrdag namiddag. bonnementsprija per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der AdvertentiënVan 14 regel» 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar pbstsrnimte berekend. Bingrsdafir den 31 dezer vertrekt, per laatsten trein van den Helder, de West-Indische mail over Southampton. BINNENLAND. HELDER en NIEUWEDIEP, 19 Mei. Ofschoon wij in Europa sedert bijna vier jaren het ongestoord genot des vredes mogen smaken, zijn onze legers daardoor echter er niet op verminderd. De hooge budgetten voor oorlog bewijzen dit der natiën ieder jaar maar al te zeer. Welk een onderscheid met Amerika in dit opzigt. De Senaat der Vereenigde Staten bepaalde nu onlangs het effectief des legers op niet meer dan 30,000 man. Zou die bepaling ook als voorbeeld ter navolging kunnen dienen? De staat van Engeland's handel in het vorige jaar, met eene vergelijking bij vroegere jaren, levert geene aangename uitkomsten op. De uitvoer neemt kennelijk af, de invoer toe. In 1867 was de invoer veel grooter dan de uitvoer in 1868 was dit verschil reeds minder en in 1869 werd de uitvoer verre door den invoer overschreden. Dit is voor den handel geen opwekkend verschijnsel. Men schrijft het daaraan toe, dat de kapitalisten zich aan handel en nijverheid te veel onttrekken en er dientengevolge kapitaal te kort komt. De algemeene welvaart moet daaronder lijden. Intusschen profiteert Frankrijk van dien toestand het voert oneindig meer in Engeland in als het van daar ontvangt. Engeland's uitvoer naar Zweden, Noorwegen, Portugal, Egypte, Japan, West-Indië, Peru, Chili en Brazilië ver mindert almede vrij aanmerkelijk. In andere landen, Nederland vooral niet uitgezonderd, moge men met dit voorbeeld van Engeland zijn voordeel doen. In het algemeen gaat men een verkeerden weg op; voor hinnenlandschen handel is weinig of geen kapitaal te bekomen; voor buitenlandsche ondernemingen in den regel meer en voor staatsleeningen altijd. De Fransche gezant te Athene heeft zonder omwegen aan de Grieksche regering te kennen gegeven, dat, mogten ooit Fransche onderdanen door Grieksche roovers wordt aangevallen, het losgeld ter hunner bevrijding door Grieken land zou moeten worden voldaan. De Engelsche regering heeft verklaard geene vloot naar de golf van Athene te zullen zenden, ter verzekering van de pogingen, door het Grieksche gouvernement aan te wenden, om de roovers magtig te worden. Het houdt zich ver zekerd, dat, zonder dien maatregel, ongetwijfeld alles zal worden bewerkstelligd wat noodig is om die deugnieten in handen te krijgen. Werkelijk heeft de Grieksche regering dan ook alles in het werk gesteld wat men nuttig achten kan, om de leden der bende, hetzij dood of levend, magtig te worden. Het Journal des Débats vestigt de aandacht op de grèves, die tegenwoordig in Frankrijk eene chronische ziekte dreigen te worden. Het blad geeft een overzigt van de sedert 1 April 11. uitgebroken werkstakingen, met op gave van de eischen, daarbij door do werklieden gedaan, en van de aanbiedingen der ondernemers. De schrijver sluit het oog niet voor den gewigtigen invloed der grèves en wijst op het gevaar voor de maatschappij als men dien invloed zou ontkennen of verzwijgen. Het moet onderzocht worden of de werklieden regtmatige klagten hebben, of zij overdreven eischen doen. De ongunstige indruk, die de werklieden thans zoowel van de regering, die de orde beschermt, als van de patroons hebben, moet worden weg genomen. De werklieden moeten worden ontrukt aan den verderfelijken invloed van de drijvers, die predikers der sociale-democratische republiek, veelal mannen, uit alle oorden der wereld zamengevloeid, en vereenigd door den band: vijandschap tegen de maatschappelijke orde. In betrekking tot dit hoogst gewigtig artikel is de vol gende mededeeling zeker niet van belang ontbloot. Door een achttal Nederlandsclie mannen, wier namen een goeden klank hebben in ons land, is eene circulaire verzonden, waarin eene vergadering wordt bijeengeroepen op 27 Mei e. k., te Amsterdam te houden, van allen, die uit belang stelling jegens den arbeidenden stand, gezind zijn de vragen te behandelen, die in den tegenwoordigen tijd, zoowel hier te lande als daar buiten, aan de orde zijn, en betrekking hebben op wettelijke en zedelijke verheffing van den zoo- genaamden vierden stand in de maatschappij. Vooreerst zullen deze beide vragen in behandeling komen: 1. Welke zijn de wenschen en verlangens van onze zoogenaamde werkende standen? en 2. Wat kan er alsnog, tenhunnen behoeve, in verband met het algemeen belang, gedaan worden op wetgevend gebied? De uitslag der verkiezing van een lid van den Raad dezer gemeente, gehouden op Dingsdag 17 dezer, is geweest als volgt: Uitgebragte stemmen 224, van onwaarde 7, geldige stemmen 217, volstrekte meerderheid 109. Hiervan verkregen de HeerenP. GROEN 68, P. JHEIJNING 62, W. C. M. VAN BRUGGEN 34, H. JANZEN-Ez. 28, L. F. OVER DE LINDEN 14. Verder werden op onderscheidene Heeren 3, 2 of 1 stemmen uitgebragt. Herstemming alzoo tusschen de Heeren: P. GROEN en P. J. HEIJNING. Reeds gisteren bij afzonderlijke billetten aan de geabon- neerden binnen de gemeente medegedeeld.) Een der stembilletten, ingeleverd voor de verkiezing van een lid van den Gemeenteraad op Dingsdag den 17 dezer, bevatte de volgende regelen „O Heeren van het Stembureau! Mijn keus bepaalt zich ditmaal zoo, Dat ik voor P. .T. Heijning stem; De meerderheid verkieze hem! Want, wordt hij lid van onzen Baad, Dan gaat het zeker daar niet kwaad; Doch komt hij er deez' keer niet door, Een and're maal draag 'k hem weêr voor. Mogt ieder deze keuze doen Van Bruggen, Linden en P... Groen Zijn jong genoeg. In later tijd Zij vast mijn keuze hun gewijd." Wij herinneren onze lezers, dat de herstemming, voor de verkiezing van een lid van den gemeenteraad, door Burgemeester en Wethouders is bepaald op Dingsdag 31 Mei e. k. Gisteren avond had in het lokaal Tivoli alhier de eerste zomer-vergadering der rederijkerskamer Olympia plaats, toegankelijk voor HH. niet-werkende leden. Als spreker trad op de heer D. Dekker, die het eerste gedeelte voordroeg zijner Texelsche novelle: //Na de mient." Inde volgende bijeenkomst zal spreker zijne lezing voortzetten. Bijdragen werden geleverd door de heerenP. Pinxter, A. J. de Jongh, J. C. J. Graat, A. B. Weher, C. D, Zur Mühlen en A. D. van Buuren. Blijkbaar met veel genoegen werden de verschillende voordragten aangehoord door de vrij talrijke aanwezigen. De man, die jl. Zondag in het Heldersch Kanaal is gestort, is gisteren aan de gevolgen overleden. Het raderstoomschip de Valk heeft den 16 dezer de haven van Corunna verlaten, koers stellende naar eene der havens van het Engelsche kanaal. Aan boord was alles wel. Naar men verneemt, zal den 25 dezer Zr. Ms. stoom schip Argus, liggende te Hellevoetsluis, buiten dienst worden gesteld. (Dagblad). Gelijk wij eergisteren avond aankondigden, zegt de Amst Crt., is heden Zr. Ms. oorlogsbodem de Amstel, dezer dagen van de Kust van Guinea in ons vaderland teruggekeerd, bij zijne verschijning op het Y voor de hoofdstad plegtig ontvangen geworden. De officieren der schutterij en die der artillerie, marine en mariniers, alhier in garni zoen, waren, op uitnoodiging van hunne kommandanten, ten 11 ure in grooten getale vereenigd in de Nieuwe Stads Herberg; het bestuur der eerste sectie van de afdeeling Amsterdam der Vereeniging Het Metalen Kruis was insgelijks verschenen om deel te nemen aan de hulde den overwinnaars te brengen. Van daar begaf zich deze eerewacht aan boord van een stoomboot, waarop de muziek zich hij de afvaart en gedurende den togt deed liooren. Uitgelokt door het schoone weder, zette men niet regtstreeks koers naar de kanaalsluis, maar kwam de boot eerst ten 12 ure voor het Tolhuis en een half uur later ter plaatse waar de Amstel, met zijnen état-major en zijne bemanning zou worden verwelkomd. Deze ontvangst kenmerkte zich door eene onbeschrijfelijke geestdrift van beide zijden. Zoodra de officieren aan boord van de Amstel verschenen, liet de kommandant de vlaggen van alle natiën hijschen; het Volkslied werd gespeeld en ten 1 ure voeren de Amstel en de stoomboot statig over het Y, gevolgd door een aantal groote en kleine vaartuigen, gevuld met belangstellenden en nieuwsgierigen. De Amstel werd aan 's Rijks marinewerf door een aantal belangstellenden opgewacht, waarbij vele dames, die de levendigste deelneming aan den dag legden. Eene van baar wierp de Amstel bij zijne nadering een lauwerkrans toe, die weldra aan boord voor aller oogen prijkte. Aan wal gestapt, werd het état-major in eene der zalen ontvangen en alsnu gaf het gevoel, dat de aanwezigen bezielde, zich in hartelijke toespraak lucht. Op verzoek van den majoor der schutterij, mr. Jac. Wertheim, werden de vier matrozen, die met de Militaire Willemsorde waren versierd, ook uitgenoodigd in de zaal bij het état-major te verschijnen en aldaar door hem op de hartelijkste wijze en met warme sympathie toegesproken. Indrukwekkend eindelijk was het kort, maar van diep gevoel getuigende, ongekunstelde antwoord, door den kommandant van de Amstel en den luitenant Zeegers Veeckens gegeven en de betuiging hunner erkentelijkheid, voor de eer der Nederlandsche marine bewezen. In uitmuntende orde liep de gehëele ovatie 'ten einde. De heer G. D. Thierens, thans ontv. der dir. hel., in- en uitg. regten en acc. te Medemblik c.a., is benoemd tot ontvanger derzelfde middelen te Hoorn. Tot officier van justitie bij de arrond.-regtbank te Arnhem is benoemd mr. B. Brouwer, tlians officier van justitie bij de arrond.-regtbank te Heerenveen. Bij besluit van Z. M. is aan de nagemelde officieren bij de rustende schutterij in de provincie Noordholland, op hun verzoek, eervol ontslag verleend, als aan: A. Sloos, als 2de luit., 5de bat., 1ste comp., G. IJ. Blaauw, als kapt., 5de bat., 2de comp., A. Boonacker, als kapt., 7de bat., 2de comp. Door de commissie uit het Provinciaal Geregtshof in Noordholland, belast met het afnemen van examen van adspiranten naar het notarisambt, zijn -geëxamineerd en als candidaat-notaris toegelaten de heerenG. P. J. de Haan en mr. W. S. J. van Waterschoot van de'Gracht, te Amsterdam en C. Prins, te Westzaan. Volgens den dezer dagen openbaar gemaakten staat van de gewestelijke vereeniging Noordholland is het Neder- landsch Onderwijzers-Genootschap bestaan er in deze pro vincie 32 afdeelingen met 474 leden. De afdeeling Helder telt 32, Schagen 11, Schagerbrug 10 en Texel 6 leden. Prof. B. ter Haar, te Utrecht, herdenkt den 22 dezer zijn 40jarige Evangelié-bediening. Beroepen te Heemstede de heer dr. van der Flier, pred. te Eemnes binnente Purmer de heer van Deürsen, pred. te Vrouwenpolder. Aangenomen het beroep naar de Evang. Luth. Gem. te Vlissingen door ds. J. Bakker, pred. te Bergen-op-Zoom. Een particulier schrijven uit België vestigt de aan dacht der Nederlanders op de internationale post-administratie tusschen de beide landen. Elk gedrukt stuk, zooals rouw-, trouw-, omzetbrief enz., dat open op de post is bezorgd, wordt gedurende het traject digtgemaakt, soms met lak, en dan als ongefrankeerde brief aangeboden. Daardoor profiteert de administratie het frankeergeld van het druk werk, het port van een brief, en 5 cents boete tenzij en dit raadt de correspondent ieder aan het drukwerk, waarvan brieven gemaakt zijn, wordt geweigerd. (Arnh.Ct.) Dr. S. Sr. Coronel heeft zijne beschouwingen over het ontwerp >van wet betreffende de inrigting van bewaar- schole i, waarvan wij voor eenigen tijd reeds melding maakten, thans besloten met het uiteenzetten van onder scheidene bezwaren tegen den inhoud en de strekking van bedoeld wetsontwerp. We deelen eene enkele zijner belang rijke beschouwingen mede. «Een bezwaar, dat werkelijk aan de goede bedoelingen eener wet zal afbreuk doen, is de bepaling, dat de wet slechts van toepassing zal zijn op inrigtingen, waar kinderen van 2 tot 6 jaren worden opgeleid, zoo dat de eigenlijke bewaarplaatsen geheel buiten het toezigt van de wet blijven, gelijk de ontwerper zeer duidelijk verklaart in de toelichting van art. 1, waar we lezen^worden de kinderen er bewaard, zonder meer, de inrigtingen liggen buiten de toepassing der wet." En zal dit nog wel eengewezen burgemeester van Amsterdam verklaren! Of weet hij niet, dat juist in deze inrigtingen de toestand het slimst is; weet hij niet, dat juist daar de grootste gruwelen gepleegd worden tegen de gezondheid en zedelijkheid van het opkomend geslacht; weet hij niet, dat hij door deze verklaring het toezigt, bij deze wet in te stellen, grootendeels illusoir maakt? Waar toch zal de grens ophouden tusschen bewaarplaatsen en bewaarscholen, hoe zal het uit te maken zijn, of eene inrigting tot de eerste of laatste categorie behoort? Zullen de slechten zich niet alleen tot de eerste categorie rekenen, om zoodoende de wet te kunnen ontduiken? Wij vreezen, dat de onderscheiding tusschen bewaarplaatsen en bewaar scholen door eene wet niet dan nadeelige gevolgen zal opleveren. Het begrip van kinderpakhnis, evenals dat van dresseerschool, moet door eene wet krachteloos gemaakt, niet bevorderd worden, gelijk door dit ontwerp geschiedt. De wet zal toepasselijk moeten zijn op alle inrigtingen, waar kinderen beneden den leeftijd van 7 jaren bewaard, verzorgd of opgeleid worden, onverschillig onder welken titel dit geschiedt, onverschillig of zij zich kribbe-inrigtingen matressen- of vrouwenschooltjes, bewaarscholen, voor bereidende scholen, of breischolen noemen. Het uithangbord heeft al genoeg tot misleiding en ontduiking van de wet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1