STATEX-GEXERAAL. BUITEXLAXD. op het lager onderwijs geleid; die namen mogen nu niet ten tweeden male tot de ontduiking eener wet leiden./' Op grond van dit en verscheidene andere bezwaren, velt dr. C. een hoogst ongunstig oordeel over het wetsontwerp van minister Fock, en besluit hij zijne critische beschou wingen volgenderwijze: «En zoo wij ten slotte met de regering den wensch uitspreken, dat de toestand der bewaarscholen spoedig bij eene wet geregeld worde, dan hopen wij, dat eene wet in een anderen geest dan het thans ingediende ontwerp daartoe strekken moge.// De heer A. Huet vergelijkt in het Noorden den gang van zaken bij het Noordzee-kanaal met die bij het Paleis voor Volksvlijt, en wijst er op dat, evenals hier de nijverheid de leuze was, en muziek- en tooneelspel de einduitkomst is geweest, en het eigenlijke doel dus op den achtergrond is geraakt, dit ook met de Noordzee-sluizen het geval is. De gemeenschap met de Noordzee, dat was het doel; de Noordzee-haven hoofd-, de afsluiting bij Schellingwoude, bijzaak. En nu heeft men gejuicht bij de steenlegging voor de Zuiderzee-sluizen, en nergens gaat een stem op om te vragen naar de werken aan de Noordzee! Zoo wordt de zaak ten onderste boven gekeerd. Dat moet niet hoofdzaak zijn, dat moeten de haven en sluizen aan de Noordzee blijven. Wanneer," vraagt daarom de heer Huet, ,/zal het Noorder- hoofd gereed zijn, wanneer wordt de eerste steen aan de Noordzee-sluizen geplaatst, wanneer wordt de laatste hand gelegd aan het uitgraven van het kanaal door de duinen tot op de volle diepte?" De concessie werd bekrachtigd den 24 Januarij 1863, de geraamde tijd was 7 jaar, en nu in het 8ste jaar wordt de toegang naar de Zuiderzee afge sloten, terwijl aan de Noordzee nog geen opening is. ^Is dit ernst of scherts?" vraagt de schrijver. Hoe moet dat gaan, als niet met krachtige hand een andere weg wordt ingeslagen? De inpoldering van het IJ, eerst bijzaak, schijnt hoofdzaak geworden, en jaren nog zullen zij moeten wachten, die daarvan eigenlijk verbetering van hun brood winning verwachten. Eerst dan, meent de heer Huet, als de laatste steen van de haven zal zijn gelegd en de deuren der Noordzee-sluizen zijn ingehangen, is er reden tot vrolijk zijn, en blijkt het werk voldoende, schrijver zal zich ver heugen, al had hij ook aan een kanaal zonder sluizen verre de voorkeur gegeven. Men schrijft uit Hoorn, dd. 16 dezer het volgende: »De koude in April heeft, naar luid van alle berigten, weinig of geen nadeel aan de veld- en boomgewassen in onzen omtrek gedaan. Wel is alles wat achterlijk, maar er is volstrekt niets stil blijven staan, nog minder dood gegaan. De boomen staan in vollen en sterken bloei en beloven veel en gezond ooft. De aardappelen ontkiemen goed, doch zullen wat laat rijp zijn en het wintergraan, zegt men, heeft volstrekt niets geleden. Het gras komt heerlijk aan en belooft een zeer goed hooi-jaar. Het weer is er thans ook allergunstigst voor." Onder Alphen is een 23jarig oppassend jongeling, met een vriend rijdende in de tilbury zijns vaders, met paard, en wagen in den Rijn geraakt en jammerlijk verdronken. Te Goes overleed den 15 dezer, in den ouderdom van ruim 78 jaren, de heer mr. J. J. van Deinse, oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en oud-voor zitter der Arrond.-Kegtbank aldaar. Jl. Maandag heeft, daar 15 Mei op Zondag viel, te Zuid-Beveland de half-jaarlijksche boerenknechts-markt plaats gehad. De koers van den huur tot 1 November, behalve kost en inwoning, was van 60 tot 130. Jl. Donderdag had in het dorp Kloetinge eene zorg wekkende gebeurtenis plaats. Eenige jongens, aan het werpen zijnde met steenen, had een hunner het ongeluk het zoontje van zekeren d. K. aan het hoofd te treffen, met het treurig gevolg dat het zoodanig verwond werd, dat men voor het behoud van zijn leven vreest. Uit Zwollekerspel wordt gemeld, dd. 15 dezer: //Het zoeken van kievits-eijeren is thans wel verboden, maar toch worden ze gevonden, steelsgewijze aan de stadslui voor goeden prijs verkocht, en door dezen met smaak gegeten. Deze overtreding der jagtwet zou strenge afkeuring ver dienen, indien niet die jagtwet, anders zoo gestreng, juist voor de kieviten een //mal moertje" was. Immers, ieder jager weet het, gedurende zekeren tijd mogen de nesten der kieviten niet gestoord wordenmen mag de ouden dan ook niet schieten, en als eindelijk de dag, omdat te mogen doen, daar is, ziin de gevleugelde familiën naar het zuiden verhuisd, waar ze welgevoed aankomen en een offer voor de Fransche keuken worden. De enkele achterblijvers moeten voor hunne luiheid dan wel met het leven boeten, maar, komen ze in handen der poeliers, dan worden hun dadelijk de verraderlijke, witte buikvederen uitgetrokken, en zijn ze tot patrijzen gepromoveerd." De Kamer van Koophandel te Groningen zal voortaan in het openbaar vergaderen. Den 14 dezer werd aan den heer S. Berghuis, amanuensis bij het kabinet van natuurlijke historie der hoogeschool te Groningen, een zeer zeldzaam voorkomende vogel toegezonden, namelijk eene papegaai-duiker (Mormon fratercula). Deze vogel bewoont de Poolzeeën en komt hoogst zelden aan de Nederlandsche kust. Daar deze zeld zaam voorkomende vogels bijna nooit alleen komen, rekenen wij het van belang, onze kustbewoners op dezen vogel attent te maken, en hen aan te raden hem, bij voorkomende gelegenheden, te vangen, en vervolgens op te zenden aan de eene of andere inrigting van hooger- of middelbaar onderwijs. De vogel is iets kleiner dan een eend, heeft een licht grijzen kop, zwarten rug, zwarte vleugels, zwarten hals, witten buik en is bijzonder kenbaar aan den platten meer hoogen dan langen bek. (Gron. Crt.) Uit de provincie Groningen wordt gemeld, dat een trekschipper van Onderdendam naar Groningen eenden aan boord had gekregen, om die in laatstgenoemde stad te bezorgen. Vlak bij de stad ontsnapte er een van die passagiers en alle moeite was vergeefs, om den vlugteling terug te erlangen. Maar vier dagen later bleek hij vrij willig teruggekomen te zijn op het huis van zijn vroegeren eigenaar, op een paar uren aftand van de stad. Hoe hij den weg heeft teruggevonden, en of hij de reis zwemmende dan wel voeteerende heeft afgelegd, heeft men niet kunnen opdiepen. In allen gevalle is de zaak eene natuurhistorische merkwaardigheid Te Beerta zijn elf stucadoors van.de dertien, die op een stelling een zaal stucadoorden, met vreeselijk geraas, doch gelukkig met weinig kwetsuren, naar beneden gestort. Twee hadden in tijds een balk gegrepen en bleven daar aan hangen. Door honderd-en-dertig Meppelaars is een adres aan den Gemeenteraad geteekend om maatregelen tot verbetering van den gezondheidstoestand aldaar. Aangekomen schepen te Batavia vóór 29 April Marie (onduidelijk). Vertrokken Baron van Heemstra. Wat het kost in Londen' Frou Frou te zien?" Deze vraag wordt in Daily News door een slagtoffer beantwoord: Twee stalles 1 pd. st. 2 sh., een affiche 1 sh., bewaren van den damesmantel 1 sh., lieerenjas 6 d., twee hooge stoelen (er worden in de stalles zulke lage stoelen geplaatst dat men niets kan zien) 2 sh., een glaasje ijs 1 sh. Totaal 15.90, behalve rijtuig en toilet. Na achttien-honderd jaren heeft men in Pompeji weer een théêter geopend, met Donizetti's: //De dochter van het regiment. De directeur Laumi verzoekt het publiek hem met dezelfde blijken van welwillendheid te vereeren, als zijn voorganger, waarin Quintus Monitus die genoten heeft, welke bij de verwoesting van Pompeji, 79 jaren na Christus geboorte, omgekomen was, belovende dat hij pogen wilde diens voorbeeld na te streven en zich de gunst van het publiek waardig te maken. Het huur- en verhuurkantoor te New-York. Het is een vreemdsoortige vergadering, waarin wij ons bevinden, wanneer wij nl. de trap van het groote huis aan den hoek der Stuyvesand en der 9de straat van New-York opklimmen. In een groote zaal van het Plimptongebouw zitten in lange rijen vrouwen en meisjes, die in hun toilet, van den uitgezochtsten opschik tot aan de aller eenvoudigste kleeding toe, benevens alle daartussehen liggende variëteiten vertoonen. Wij zijn in het bureau, dat omstreeks het midden des vorigen jaars door de Commissioners of Charity and Correction geopend werd en waarin aan vrouwelijke en mannelijke dienstboden kosteloos eene betrekking en werk wordt aangewezen. Wie dat zoekt begeeft zich naar het bureau, vertoont er zijn ge tuigschriften over zijn tot hiertoe gehouden gedrag, waarop zijn naam in een daartoe bestemd boek wordt ingeschreven, met bij voeging van de betrekking, die men wenscht te vervullen, of de diensten die men meent te kunnen verrigten. Nadat deze formali teiten hebben plaats gehad, verkrijgt men een toegangsbillet voor de goed verwarmde en aangenaam ingerigte wachtkamers, die voor de beide seksen afzonderlijk zijn. Daar kunnen zij verblijven tot zij werk gevonden hebben. De werkgevers of zij die dienstboden zoeken, moeten eveneens hunne namen met hunne woonplaatsen in een boek inschrijven en kunnen dan de wachtkamer binnentreden om de personen te zoeken, die zij noodig hebben. Wat in het bijzonder opmerking verdient en een groote weldaad mag genoemd worden is, dat de overeenkomst tusschen de beide partijen eveneens opgeteekend wordt. Ontstaat er dan te eeniger tijd verschil tusschen heer eu knecht of tusschen mevrouw en dienst maagd, zoo vervoegt men zich bij de door het bureau aangestelde scheidsregters, die de zaak onderzoeken en uitspraak doen. Partijen, die zich onredelijk gedragen en zich aan de beslissing der regters niet willen onderwerpen, worden van het bezoek aan het bureau uitgesloten. Welk een groote werkzaamheid het bureau ontwikkelt en hoe gezegend dat werk is, blijkt uit de volgende cijfers, Van 1 Julij 1869 tot 21 Febr. 1870 hebben 22,800 personen hier arbeid ge zocht en hebben 18,500 van hen dien ook gevonden. (N.v. d.D.) Eerste Hamer. Zitting van Woensdag 18 Mei. De werkzaamheden worden hervat, onder presidium van den heer Blankenheym. Onderscheidene ingekomen wetsontwerpen zijn ter over weging naar de afdeelingen verzonden. Op a. s. Vrijdag zal de Kamer behandelen een voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde. Tweede Hamer. Zitting van Maandag 16 Mei. Onderscheidene wets ontwerpen zijn ingekomen. De algemeene beraadslagingen zijn aangevangen over het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf De heeren van Wassenaer, Heijdenrijck, Bichon, Vader en Heemskerk Az. hebben zich tegen, de heer Dam heeft zich vóór het ontwerp verklaard. Zitting van Dingsdag 17 Mei. De algemeene beraad slagingen over het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf zijn vervolgd. De lieer van Loon heeft zich tegen, de heeren Gratama, Moens, Lenting en Cornelis vóór de afschaffing verklaard. De heer Gratama heeft bij zijne verdediging der wetsvoordragt o. a. de volgende punten behandeld: het menschelijk leven is onschendbaar; de regter is feilbaar; de ongeschiktheid der doodstraf, opgrond harer ondeelbaarheid; het beroep op den Bijbelde doodstraf strijdt met de Christelijke liefde. Zitting van Woensdag 18 Mei. Voortzetting der algemeene beraadslagingen over de wetsvoordragt tot afschaffing der doodstraf. Tegen het ontwerp spraken de HH. 's Jacob, van Lynden, van der Does de Willebois en van Nispen; vóór de HH. v. d. Maesen, Cremers en Dumbar. De heer de Brauw zou den verderen loop der discussie afwachten om zijne stem te bepalen. Hij zou een amendement voorstellen, ten einde de doodstraf tot enkele gevallen te beperken. De minister van Financiën heeft zijne memorie van ant woord ingezonden op het Verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot herziening der postwet. Daaruit blijkt in de eerste plaats, dat het in de bedoeling van den minister niet ligt, om de vermindering van het brievenport in werking te doen treden vóór 1 Jan. 1871. De minister bestrijdt het beginsel, dat de staat uit inrigtingen als de brievenport geen voordeel mag trekken. Gaarne zal de minister medewerken om de postkantoren in de zaak der spaarkassen te betrekken, zoodra zich een algemeen bestuur zal gevormd hebben, dat het spaarbank wezen over de geheele uitgestrektheid van het rijk zal hebben aanvaard. Uit de nadere toelichting der onderdeelen blijkt hoofd zakelijk het volgende: De bepaling omtrent het verhoogd port bij niet-fran- kering wordt zoo gewijzigd, dat bij zwaardere brieven en pakketten, voor verhoogd port in geen geval meer dan 20 cent zal verschuldigd zijn. Het ligt bepaald in het voornemen der administratie om de bestelling van aangeteekende brieven aan de huizen der ingezetenen ook hier te lande in te voeren. Nadere overweging heeft den minister tot het voorstel geleid om het maximum-gewigt der dagbladen, waarvoor enkel port verschuldigd is, op 50 in plaats van 40 grammen te bepalen en voor elke 25 grammen, of gedeelten daarvan, ter vervanging van den oorspronkelijk voorgestelden maat staf van 20 grammen, een enkel port meer te doen invorderen. Verder zal de regering in geen geval gaan, omdat het vervoer van gedrukte stukken groote kosten van den staat vordert en zelfs een verlies oplevert. Het minimum-port voor circulaires, prospectussen, photo- graphieën, enz., wordt in art. 18 op 1 cent en wel naar den maatstaf van een gewigt van 20 grammen en daar beneden hersteld. Met betrekking tot de gecorrigeerde drukproeven en de copieën, zal bij voortduring met vrijgevigheid worden te werk gegaan. De thans bestaande voorregten zullen blijven bestaan. Bij art. 20 wordt het stelsel van de cartes-correspondance ingevoerd. De formulieren worden door de administratie verstrekt, van een daarop af te drukken postzegel van 2t cent, het verschuldigde port vertegenwoordigende, voor zien. Na de invoering der gemelde formulieren zullen naam- of zoogenaamde visite-kaartjes niet langer op den voet van gedrukte stukken ter verzending met de post worden toegelaten. Het Vaderland verneemt, dat de Memorie van Beant woording op het voorloopig verslag, betrekkelijk het wets ontwerp tot regeling der schutterijen, bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is ingekomen, zoodat het te verwachten is, dat ook dit wetsontwerp eerlang bij de Tweede Kamer in beraadslaging zal komen. BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. De luit. ter zee 2de kl. H. Schotborgh, laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië, is op non-activiteit gesteld. België. Het Chinesche gezantschap heeft het land verlaten en is naar Italië vertrokken. Het laatste bezoek der vreemde lingen was dat aan de steenkolenmijnen in Henegouwen. De heer Warocquié, lid der Kamer, onthaalde hen zeer prachtig te Mariemont. In den put eener mijn had hij een collation voor hen gereed gezet en om zijnen gasten licht te verschaffen waren de onderaardsche gaanderijen schitterend geïllumineerd. Maar op het oogenblik toen men zou neerdalen werden de Chinezen door vrees bevangen en met de hunnen landaard eigen hardnekkigheid weigerden zij in de mijn te gaan. Daags vóór hun vertrek zaten zij bij den minister van buitenlandsche zaken aan den discli. Eenige dagen geleden zou te Fresnes op een voltooide kerk de weerhaan worden geplaatst, welke arbeid met zeer groote bezwaren en gevaren is verbonden, en van den werkman, die zich daarmede belast, eene groote mate van koelbloedigheid en stoutmoedig beleid vereischt. Toen echter de weêrhaan zonder tegenspoed op zijn plaats was was gebragt, gaf de aannemer des avonds aan zijne werk lieden een klein souper. Het feest was zeer vrolijk, en het regende toasten op den held, die zoo moedig en vlug het gevaarlijke waagstuk had volbragt, toen onverwacht de held van den avond in twist geraakte met den aannemer over het hem toegezegde loon. De arbeider werd toornig om de schennis van het hem gegeven woordhij stond, zonder een woord te zeggen, van tafel op, beklom in weerwil van de duisternis' den toren, bereikte de spits, nam den pas geplaatsten weêrhaan weg, klom weêr naar beneden, bragt den weêrhaan aan zijn baas en zeide//Zie daar, ga gij hem er nu maar weêr op zetten, als gij durft, of anders geld bij de visch, mannetje!" De .stationschef van Dommeldange is op vrije voeten gesteld, als zijnde niet in het minst verantwoordelijk voor de ramp van 7 Mei jl. De Oostermaatschappij heeft aan den advocaat Brasseur en aan zijn eigen zaakgelastigde, den heer Jaequin, inspecteur van de lijn, in overleg met den vrederegter, de plaatselijke autoriteiten en de belang stellenden, de regeling opgedragen van de schadeloosstellingen, die aan de verwanten van de slagtoffers uitgekeerd zullen worden. Mevrouw de wed. Friob van Mersch zou dien tengevolge reeds 20,000 fr., de weduwe van een werkman te Heisdorf 10,800 fr., een ander 8000 fr. ontvangen hebben Te Herenthout kwam een man te paard een herberg binnenrijden en stelde den waard voor een partij billard te spelen hij zelf te paard en de baas te voet. De ruiter begon het spel met drie caramboles te maken en na verder hevig gekampt te hebben, werd de partij door hem, tot groote verbazing van den herbergier en verdere toeschouwers, gewonnen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2