Door de Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen is openbaar gemaakt eene lijst van gevonden
goederen van 1 Januarij 1867 tot 31 December 1869.
Men treft daarin o. a. de navolgende opgaven aan1 naai
machine en 1 blaauwe borstrok, 1 kinderstilletje en 2
flacons, 1 corset en 5 brillen, waaronder sommige in
buisjes, 1 boterboor, 1 bromtol en 1 officiersmuts, 2 hemden
en 1 harmonica, 6 paar klompen, 2 vesten' en 1 reisgids.
Men schrijft ons van Texel, dd. 20 Junij:
//Sedert eenigen tijd worden in de nabijheid van ons
eiland door Zeeuwsche visschers mosselen gevangen, om
vervolgens weer op de Zeeuwsche stroomen te worden
geplant, aangezien door den laatsten vorst, aldaar bijna
alle mosselen zijn doodgevroren.»
//De heer B., dezer dagen een zwaar stuk hout op een
wagen vervoerende, had het ongeluk onder het wiel te
geraken, dat hem dwars over de borst ging. Gelukkig
werden door dit ongeval slechts eenige ligte kneuzingen ver
oorzaakt, en zal deze ramp derhalve geen noodlottige
gevolgen na zich slepen.»
//Gisteren viel een reiziger van de loopplank der stoom
boot Ada te water. Op zijn hulpgeroep snelden eenige
personen ter zijner redding en hadden het geluk hem weêr
spoedig op het drooge terug te brengen.»
Het liefhebberij-tooneelgezelschap Stella Maris, te
Vlieland, zal eene voorstelling geven, geheel ten voordeele
van de slagtoffers bij den brand te Bodegraven.
In de bosschen van Heilo wordt druk gearbeid om
alles gereed te maken tot de ontvangst der feestgenooten
van het 7de Algemeen Evangel. Nationaal Zendingsfeest.
Op 5 der schoonste plekken zijn onder het hooge blader
gewelf spreekgestoelten opgerigteen dezer nabij de plaats
waarvan sinds onheuglijke tijden wordt gezegd, dat Willebrord
de Heidenen tot bekeering vermaande.
De vrouwen-vereeniging der Luth. gemeente te Hoorn
heeft, ten behoeve der armen aldaar, van H. M. de Koningin
weder eene gift van 100 ontvangen.
Met ingang van 26 dezer zal het Rijkstelegraaf-
kantoor te Medemblik op Zon- en Feestdagen open zijn
van 8 tot 9 ure voor- en van 12 tot 3 ure namiddags.
Het bestuur der Industrieschool voor vrouwelijke
jeugd, opgerigt door de beide Amsterdamsche departementen
der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, heeft zich
dezer dagen per adres gewend tot den minister van Binnenl.
Zaken, om diens aandacht te vestigen op het wenschelijke,
dat bij de aanstaande regeling van het onderwijs aan de
nieuwe Academie voor Beeldende Kunsten ook aan vrouwen
de toegang tot dat onderwijs zal worden verleend. Het
bestuur achtte zich tot dien stap geregtigd, omdat het
geroepen is, langs verschillende wegen de ontwikkeling der
vrouw te bevorderen en de gelegenheden te vermeerderen,
waardoor zij zich een zelfstandigen werkkring kan openen.
Het grondde zijn verzoek op de ervaring, die het had op
gedaan, dat de vrouw buitengewone vatbaarheid heeft om
het onderwijs in de beeldende kunsten met vrucht te
volgen, en drong het aan door te wijzen op het gemis
van elke gelegenheid om hier te lande als kunstenares te
worden opgeleid.
Een Amsterdamsch dienstmeisje, dat eenige dagen
bij een boer gelogeerd was geweest, nam bij haar terug
keer als souvenir van haar -gastheer heimelijk f 100 mede,
hetgeen haar in de handen der politie heeft gebragt en
waarschijnlijk een nieuwe, minder aangename logeerpartij
zal bezorgen.
Een adres, jl. Zaturdag aan de Synode verzonden,
met het verzoek om het gebruik van de doopsformule niet
verpligtend te maken, werd door de meeste notabele inge
zetenen van Beverwijk geteekend.
Dezer dagen is iemand te 's Hage aangehouden door
een persoon, die zich als politieagent gekleed had, en zich
aanstelde, alsof hij den jongeling, die hij bestelen wilde,
moest arresteeren. Protest hielp niet. De gewaande politie
agent nam zijn patiënt bij den arm, er ontstond een oploop,
en eerst toon de aangehoudene een zijner kennissen ont
moette, liet de quasi-agent, op diens inlichtingen met vele
verontschuldigingen zijn arrestant los, die, te huis komende,
zijn portemonnaie en zijn sigarenkoker miste.
Als een bewijs, dat de voeding van den soldaat beter
is dan menigeen zich voorstelt, kan dienen, dat de soldaten
van het bat. infanterie, te Delft in garnizoen, deze week
reeds nieuwe aardappelen eten.
De knecht in de apotheek van het ziekenhuis te
Utrecht is dezer dagen in de apotheek plotseling overleden.
Hij schijnt vergif ingenomen te hebben;, hij moest de
dienst in het ziekenhuis verlaten.
Te Vrijhoeven-Capelle is een jong paard, toen men
het voor het eerst een zadel wilde opleggen, hierdoor ge
schrikt, en is het zoo gaan springen, dat het niet meer te
houden was. Twee personen hebben daarbij zware wonden
bekomen. Het paard loopt nu in de weide en is zoo wild,
dat het niet genaderd kan worden.
Een kort maar hevig onweder barstte jl. Vrijdag
boven de gemeente de Leur los. De bliksem sloeg in den
schoorsteen der pastorie, scheurde een gedeelte van den
muur, schoot door de pijp van een vuurhaard in de kape
laanskamer, wierp den vuurhaard een eind ver en vertrok
door een openslaand raam zijn weg nemende door de
kaarsenmakerij van den koster. Twee der werklieden aan
de nieuwe pastorie vielen, hetzij door de electriciteit
bedwelmd of door schrik bevangen, neder, terwijl aan een
derde een lepel gegoten lood uit de hand werd geslagen.
Volgens aangifte, is den hofmeester op de Middel-
burgsche boot 8000 in effecten ontstolen.
Over de beslissing in zake dr. Elders zegt de
Arnh. Crt.:
z/Dr. Elders is vrijgesproken! Het doet ons genoegen,
want zijne veroordeeling zou getuigen tegen het oordeel
des onderscbeids van de Amsterdamsche regters. Maar ook
zonder veroordeelend vonnis gelooven wij, dat de vrijge-
sprokene dr. Elders zwaar genoeg gestraft is. Althans wij
verbeelden ons, dat de patiënten geen storm zullen loopen
bij dezen geneesheer, die zulk eene eigenaardige wijze van
practiseren heeft. Elke dame zal beducht zijn, dat hij den
toestand van haar echtgenoot, ook zonder dezen te zien,
zoo verontrustend zal gaan vinden, dat hij een attest voor
Meerenberg voor hem in orde brengt, en elk echtgenoot
zal vrees krijgen voor hooge rekeningen van den genees
heer, die dagelijks een paar uur over zijne vrouw gaat,
's avonds haar bij een wandelkuur assisteert, en nog teeken-
les geeft bovendien.
De regter heeft hem voor deze wijze van beoefening
der geneeskunst niet kunnen en niet mogen treffen. Maar
sterker is het vonnis, dat de publieke opinie over hem
heeft geveld. Was de misdaad niet bewezen, het zedelijk
gedrag is door het. proces aan het ligt gebragt, en die ont
hulling doet den geneesheer meer kwaad dan eenig vonnis;
en zeer zeker dan een vonnis, dat den toets niet had kunnen
doorstaan.»
Bij het schapenwasschen te Dieren, had weer een
groot schandaal plaats. Aan het zoontje van den arbeider
K., een kind van 9 jaren, werd daarbij zooveel jenever
toegediend, dat het van het veld naar huis gedragen moest
worden. Het kon niet meer spreken.
-Te Deventer en 's Bosch is een militair met zwemmen
verdronken.
Nabij Baalte en in hooger gelegen landen in die
buur moet, tengevolge van de droogte, het vee in de weide
met hooi gevoerd worden.
Te Leeuwarden ontstaat eene beweging om ter wille
van de gezondheid het groeten door het afnemen van den
hoed af te schaffenin de badplaats Lippspringe is die
hervorming reeds tot stand gekomen.
In Friesland is de longziekte, die geruimen tijd zich
niet vertoond had, weder waargenomen te Joure.
Jl. Vrijdag hebben te Groningen, onder voorzitter
schap van prof. van Hall, 91 leden van verschillende land-
bouwvereenigingen in de provincie Groningen eene vergadering
gehouden, waarin belangrijke zaken zijn behandeld; o. a.
is besproken de wenschelijkheid van het vormen eener
afdeeling van de door een comité, onder bescherming van
den Prins van Oranje en onder voorzitterschap van baron
van Hardenbroek, op te rigten vereeniging tot verbetering
van het paardenras. Aan een commissie is opgedragen, de
zaak nader te onderzoeken. Er is besloten, een volgend
jaar weder een dergelijke vergadering te houden.
De persoon, die onlangs gearresteerd is wegens dief
stal van geld aan het station te Winschoten en aldaar
cellulair gevangen zat, is gisteren nacht uitgebroken. De rijks-
veldwacht heeft hem achtervolgd, doch hij ontkwam over
de Pruissische grenzen!
Naar aanleiding van een berigt, dat in den nacht
van den brand te Bodegraven in allerijl door eenige
bewoners goederen naar de omliggende landerijen in veilig
heid waren gebragt, maar ook daarvan nog veel is ont
vreemd, zegt liet N. v. d. D., dat er van die dingen zijn,
die men liever niet wou weten, omdat ze zoo ontmoedigend
zijn, zoo vernederend en beschamend voor de menschelijke
natuur. Niet alleen te Bodegraven, maar bij eiken brand
bijna wordt er gestolen. Het N. v. d. D. schrijft dan verder:
//Vader!» zoo hoorde ik aan mijne knie vragen, //waar
wonen de dieven?»
Ik weet niet meer, wat ik antwoordde, om den kleinen
vrager te beduiden, dat men van de dieven zoo niet spre
ken kan, als waren ze een volksstam op zich zeiven, dat
ze niet als de weesjongons onderscheiding-pakjes dragen,
hun beroep niet aan de deur laten schilderen, of bij uit
zondering roode neuzen dragen, enz. enz.
Ik had maar moeten antwoorden
Een dief is daar, waar een mensch en een scboone
gelegenheid bij elkander zijn, mijn zoon 1
Daar, waar voor dien mensch de gelegenheid maar schoon
genoeg, de prijs maar groot genoeg is, mijn zoon 1
Want ieder mensch heeft zijn prijs, mijn zoon! en het
eenig onderscheid is, dat de eene mensch voor wat minder
te koop is, dan de ander, deze voor een schotel linzen,
gene voor een koningrijk, de een voor eenige goudstukken,
de ander voor het geraas van wat handgeklap, voor eene
vrouw, voor een eergestoelte, voor de eer van een marte
laarschap,.... de Balthazar Gerards voor het uitzigt op een
hemelsch loon.
Want, mijn zoon! de mensch is een dier, wild, hebzuch
tig, roofgierig.... alleen, hij heeft kleederen aangetrokken
over zijne natuurlijke gestalte heen en aller eigenbelang
houdt de hebzucht der enkelen in toom en heeft uitge
vonden het zwaard, genaamd „der geregtigheid» en de
zweep van de vrees der slaven.... Maar laat die zweep
eens uit de oogen zijn; laat er brand zijn en verwarring
en duisternis en geen diender in 't zigt,.... dan springen
in eens uit die duisternis de roofdieren te voorschijn,....
dan //wordt er veel ontvreemd.»
Neen, ik weet het wel.... ik had zoo toch niet moeten
antwoorden. Ik weet wel, zoo iemand bij dergelijke brutale
openbaringen van hebzucht en meedoogenloosheid, als wij
bespreken, zich geheel en al omver laat werpen, dat de
schuld in de eerste plaats bij hem zeiven ligt, bij zijne
eenzijdige en gebrekkige menschenkennis, bij zijn onver-
standigen haast, bij zijne onredelijke eischen en begooche
lingen. Ik weet wel, het menschdom gaat niet zoo ras
vooruit, als wij het zouden wenschen en meenen en zijn
mantel zal nog wel zeer langen tijd in het slijk der onreine
straat blijven slepen. Ik weet al, wat eens Christens liefde
tot verklaring van zooveler laagheid bijbrengt.... ik weet
Goddank, dat er zijn geweest, die voor geen prijs te koop
waren en hoop onder den invloed dezer wetenschap straks
het hoofd weder op te beuren....
Olijf- of sla-olie wordt als het beste voorbehoedmiddel
tegen de vliegen aangeprezen, vooral als een middel om ze
van paarden af te houden, die daartoe om de twee of drie
dagen flink met eene in bedoelde olie gedoopte spons moeten
gewasschen worden.
Volgens de Gazette Mcdicale, heeft men in de houts
kool een voortreffelijk middel tegen brandwonden ontdekt.
Een op de wond gelegd stuk houtskool verzacht terstond
de pijn, en zoo men het er een uur op laat liggen, geneest
de wond volkomen.
Er is weêr eene omwenteling op handen. Eene om
wenteling? Ja, lezers, beeft, eene omwenteling onder de
kleermakers Een Parijsch kleêrmaker heeft zich te Lyon
gevestigd, met het doel om op de wereldtentoonstelling in
1871 jassen zonder naden, dat is uit één stuk, te exposeren,
die daarom geschilderd zouden kleeden en overjassen, die voor
drie kleedingstukken te gelijk in de plaats zouden komen.
Uit het territorium Washington klinken wanhoops
kreten omvrouwen. //Onze bodem," schrijft iemand
van daar, //is vruchtbaar; we winnen vijftig bushel tarwe
per acre; maar in één graafschap leven vier honderd mannen
tegen drie-en-twintig vrouwen. Daarom, gij jongedochters,
die vhemelsche rozen in 't aardsche leven» wilt vlechten,
gaat naar Washington Territory, daar is de beste gelegenheid.»
- Een danseres werd in Amerika met zooveel bewon
dering ontvangen, dat men zelfs de paarden van haar rijtuig
spande en het volk haar in triomf door de straten trok.
Den anderen dag gelastte zij haren koetsier in te spannen.
De man stond wat te draaijen. Nu? sprak de gevierde
schoone. Jawel, miss, 't is goed, maarUwe bewon
deraars hebben in hun geestdrift nog vergeten, uwe paarden
terug te brengen.
Volgens officiële bescheiden kost een cel in eene Nederlandsche
cellulaire gevangenis in Amsterdam, Utrecht, Leeuwarden, Goes en
elders ongeveer f 6000. (Zie Alst. Grevelink, Van Gendt, Pierson,
Warnsinck).
Een Nederl. booswicht verwoont f 300 per jaar
Aan voeding, koffij, melk, enz. 400
Aan opzigt en administratie 200
te zamen f 900 per jaar, per boef.
Het tractement van een Nederl. luitenant is f 800 per jaar.
Een Pruissisch soldaat kost, f 430 per jaar, volgens opgave van
graaf von Bismarck, en anderen.
Een Nederl. soldaat, met huisvesting, licht en vuur, voeding,
drank en bewasschen (de officieren medegerekend) f 480 per jaar.
Volgens de staatsbegrootingen van 1846 tot 1870.
Een Nederl. huzaar kost den lande met paard, tuig en stal
f 940 per jaar (zie Budget v. Oorlog 1869).
Een Nederl. rijdend artillerist in groot tenue, met gebruik van
paarden en slijtage van een zesponder, kost aan de schatkist per
jaar ongeveer f 1200. Budget als voren. (N. v. d. D.)
De vervalsching van levensmiddelen benevens die van maten en
gewigten is langzamerhand in Engeland tol zulk eene verschrikkelijke
hoogte gestegen, dat er in het Lagerhuis uitvoerige debatten zijn
gehouden over de middelen, om daaraan een einde te maken. De
wet op die vervalschiugen is zoo onbestemd en onvolledig, dat
algemeen eene herziening daarvan noodig werd geacht, leder bleek
gereed te zijn om allerlei voorbeelden van vervalschingen aan te
halen, doch slechts een enkele scheen waarlijk begeerig te zijn om
onmiddelijke stappen te doen tot verwijdering van het kwaad. De
wetgevende magt in Engeland schijnt, evenals in andere landen,
zeer geschikt te zijn om een maximum van leven te maken en een
miniinnm van werk te doen. Het bleek in allen gevalle, dat het
brood bevatteaardappelmeel, kopervitriool en kalkde boter is
vermengd met kalk, soda en magnesia, de melk met kalk en water,
de thee met Pruissisch blaauw, catechu en terra japonica en de
koffij met cichorei, gebrande boonen, mangelwortels, enz. In bier
en sterke dranken mengt men terpentijn, kokkelbessen, nux vomica
en zout. Wetten kunnen dit kwaad echter nooit geheel wegnemen,
want, wanneer de scheikundige particulieren het een of andere ver-
valschings-middel hebben gevonden, waarop niemand nog de aan
dacht heeft gevestigd, kan het weer langen tijd ongestoord gebezigd
worden. Het voorstel om van regeringswege op vele plaatsen schei
kundigen aan te stellen, tot het onderzoeken van de winkelwaren,
vindt nog al bijval. Overigens zijn de koopers, ook in ons land,
veelal zelf de oorzaak, dat zij bedrogeu worden. Vervalschte waren
zouden niet zoo veel vervaardigd worden, indien er geen vraag
naar was. Wil iemand echter een pond koffij, thee of boter hebben
voor den halven prijs, dien het moet opbrengen, dan is het vrij
natuurlijk, dat hij een half pond of minder goede waar krijgt,
terwijl het overige een meer of minder schadelijk bijvoegsel is.
Voor een paar jaren adverteerde een schatrijke Engelschman, dat
hij zijn millioenen en zijn hart aan de voeten zou leggen van dat
meisje of van die weduwe onder de dertig, die hem vijf millioen
gebruikte postzegels zou aanbrengen.
Eene Francais:: was er na drie jaren van bovenmenschelijke in
spanning in geslaagd de gevraagde vijf millioen bij elkander te brengen.
Zij stak dadelijk naar Engeland over, en bood den lord in kwestie
de vruchten harer werkzaamheid aan: vijf groote koffers waren het.
De Engelschman was zielsgelukkig en begroette het juffertje met
onstuimige hartelijkheid. Dadelijk begon hij zijn postzegels te
tellen. Maar, o smart! toen hij aan de viermillioen-zeshonderd-
zeven-en-zeventig-duizend-vijfhonderd-vierentachtigste was geko
men, werd hij op eens krankzinnig, en liet zijne aanstaande in een
toestand achter, die misschien te begrijpen, maar zeker niet te be
schrijven is.
Men heeft wel eens beweerd, dat de wijsheid van onzen tijd
eigenlijk gezocht moet worden in den roman. Met evenveel regt
zou men kunnen zeggen, dat zij schuilt in de dagbladen. Het is
waar, het is er ook soms wijsheid naar!. Zoo vindt men thans in
een der kleine bladen eene bespiegeling over.... huwelijken, liefde
en.... een gebroken hart, duidelijk als een orakel. „O, smart zonder
peil", heet het in dat dichterlijk opstel, „wanneer van een van
beiden (man of vrouw nl.) het uurglas wordt verbrijzeld en het
ranke levenshuikje te pletter stoot tegen de ijzeren klippen des
doods, dan breekt het hart des achterbLjvenden, dat is: de schoone
tempel zijns geluks is ineengestort en troosteloos, met zieldoorvlijmend
wee, staart hij op den puinhoop."
Men vraagt, of dat niet poëtisch is?!