Vrijdag 8 Julij.
28 Jaargang!
1870. N°. 81.
BEKENDMAKING.
Vaststelling der 273ste Staats-Loterij.
B IN V E VLA IV D.
HELDERSUHE
EV VIEUWEDIEPER COURANT.
,tWS huldigen het goede."
Verachijut Dlngsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
t> franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKE R Cz.
Bnrean: MOLENPLEIN, N°. 163.
j Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Grooto letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
EgEMGSSSSSiKiïz
Per laatste» trei» van den Melder vertrekt
Woensdag- den 13 dezer over Triest en Donderdag
den 14 dezer over Marseille de mail naar Oost-
lndfë, China, Japan en Australië.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
brengen ter openbare kennis, dat de REKENING der Inkomsten
en Uitgaven van de gemeente, over het dienstjaar 1869, aan den
Raad is aangeboden, en van heden af voor een ieder ter lezing op
de Secretarie der gemeente nedergelegd en in afschrift, tegen beta
ling der kosten, algemeen verkrijgbaar is gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAK.MAN BOSSE, Burgemeester.
den 7 Julij 1870. L. VERHEY, Secretaris.
Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER brengt ter
openbare kennis, dat, bij resolutie van Z. Exc. den Minister van
Financiën van den 2 Junij IJ., No. 17, krachtens de daartoe door
den Koning verleende magtiging, is vastgesteld de 273ste Staats-
Loterij, bestaande uit 20000 loten, 10000 prijzen en 2 premiën,
overeenkomstig het plan aan de resolutie gehecht. Beide stukken,
geplaatst in de Staatscourant, zijn voor belanghebbenden aan de
Secretarie der gemeente ter lezing nedergelegd.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
den 4 Julij 1870. L. YERHEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWE DIEP, 7 Julij.
Het is circa eene eeuw geleden, dat Keizerin Catharina II
van Rusland het eens in het hoofd kreeg om een reisje te
doen naar de Zuidelijke Staten des lands, eenige jaren te
voren door kracht van wapenen op de vijanden veroverd.
Zij wilde zich overtuigen, door eigene aanschouwing over
tuigen, van de waarheid der gunstige rapporten, die de
landvoogden, over die gewesten aangesteld, over den toestand
aldaar uitbragten. Zij kwam daar, zag uit eigen oogen
en overtuigde zich, dat de bedoelde rapporten niets dan
waarheid behelsden. De bezochte gewesten waren goed
bevolkt, de bewoners verkeerden blijkbaar in een staat van
welvaart en het land was bedekt met grazige weiden en
groen geboomte. Gerust en tevreden keerde de Keizerin
naar hare hoofdstad terug; zij wist nu zeker dat alles in
orde was. Toch had men haar bedrogen, want het ver-
gezigt, waarop men haar liet staren, was haar voor de
oogen geschilderd op groote borden of schilden en de
bevolking werd van de eene naar de andere streek op
wagens vervoerd om de Keizerin in den waan te brengen,
dat er overal eene welvarende bevolking aanwezig was.
Honderd jaar zijn er sedert verloopen, maar uoor i3 de
staatkundige toestand van Rusland weinig veranderd. Immers
toen dezer dagen Keizer Alexander een bezoek zou brengen
aan de Poolsche hoofdstad Warschau, werd door den stad
houder aldaar vooraf gepubliceerd, dat ieder ingezetene
verpligt was te illumineren en zijn huis te versieren, terwijl
het verboden was aan gebrekkige, mismaakte en havelooze
menschen om in de nabijheid des Keizers te verschijnen, zoodat
de vorst hun zoude kunnen zien. En de Keizer kwam om
met zijne goede onderdanen, die in de Poolsche hoofdstad
wonen, kennis te maken! Wat baat dat, als men kunstmatig
de openbare meening anders doet blijken dan zij is, terwijl
men met opzet de armen en ongelukkigen van de vorste
lijke omgeving verwijderd houdt, menschen, die, zoowel
als de meer bevoorregten aanspraak hebben op het brengen
van buide aan den vorst, welke hun land, uit zuivere belang
stelling in de Poolsche natie, regeert. Hoe wil een Keizer
op die wijze met den toestand zijns lands bekend worden,
als zijne hovelingen hem dien toestand verbergen? Heeft
men in de verloopene eeuw sedert Catharina II nog niet
geleerd, dat de kennis des volks en van zijne behoeften,
een eerste voorwaarde is om zijn belang te bevorderen?
Onder de inrigtingen, die op deze kermis een bezoek
overvvaardig zijn, bekleedt de Salon van den beer Dassie
op het Molenplein alhier eene voorname plaats. Alleraar
digst zijn de exercitiën der apen en bonden; men moet
waarlijk het geduld en den ijver bewonderen, die noodig
zijn geweest om die dieren zóó te dresseren. Menige
oudere van dagen, die over anderen gesteld is, zou wen-
scben -zóó een gehoorzaamheid bij zijne ondergeschikten aan
te treffen. De toeren der paardjes zijn bewonderens
waardig: bet werkend personeel, en onder deze inzonderheid
de heer Paul Dassie, verdienen een woord van hulde. Wij
verwonderen ons niet, te vernemen, dat in alle groote
gemeenten van ons vaderland deze voorstellingen met de
grootste belangstelling zijn begroet, en raden onze plaats-
genooten aan een bezoek van deze Salon vooral niet te
verzuimen. Voor ouders zal het zeker niet onaangenaam
zijn te vernemen, dat de directie op Vrijdag namiddag
a. s. eene afzonderlijke kinder-voorstelling zal geven. Wij
twijfelen niet of met gretigheid zal van deze gelegenheid
door ouders met hunne jeugd worden gebruik gemaakt.
Den heer Driessens komt een woord van erkentelijkheid
toe voor zijn bezoek alhier met een repertoire zóó uitge
lezen, als dat hetwelk hij ons ditmaal aanbiedt. Wie
denken mogt, dat er slechts zoogenaamde kermis-stukken
zouden worden opgevoerd, wordt aangenaam verrast, als
hij de aankondigingen van dit gezelschap inziet. De beide
voorstellingen, die ernu hebben plaats gehad, getuigen
bovendien, dat de aanbeveling, daarvan gegeven, niet dan
ten volle verdiend was. De omstandigheid, dat de heer
Judels thans deel uitmaakt van dit hoogst verdienstelijk
tooneelgezelschap, doet ons vertrouwen, dat de volgende
voorstellingen door eene talrijke opkomst van het kunst
minnend publiek zullen gekenmerkt zijn.
Do uitvoeringen van het thans zoo verdienstelijk gezel
schap, onder directie van den heer Blanus, maken aanspraak
op gunstige vermelding en aansporing tot een bezoek aan
dit Paardenspel. Geregelde bezoekers van het Théatre des
Variétés mogen wel eens een avondje aan de hij woning der
toeren van dit kunstrijders-gezelschap toewijden.
De Matinees Musicale, die iederen middag in Musis
Sacrum plaats hebben, verdienen ten volle een woord van
aanbeveling. Wij twijfelen niet of een druk bezoek zal
getuigen van de belangstelling, die door het publiek ter dezer
plaatse aan schoone muziekuitvoeringen wordt geschonken.
Eindelijk maken we onze lezers opmerkzaam op de
hierachter voorkomende advertentie, waarin een Matinee
Musicale, te houden op Zondag a. s., in het lokaal Tivoli
alhier wordt aangekondigd. Wij herinneren ons, dat die
Matinée's op den Zondag middag van kermis ons steeds
veel genoegen hebben verschaft en hopen er ook nu een
talrijk gezelschap aan te treffen. Het orchest van het
Théatre Driessens is wel zoo degelijk, dut men zich ver
zekerd kan houden iets goeds te zullen hooren.
In de zitting der Prov. Staten van Noordholland
van jl. Dingsdag heeft het nieuw benoemd lid, de heer
mr. Ch. Bosch Reitz, zitting genomen.
Zr. Ms. schroefstoomschip 2de klasse Watergeus zal
binnen kort van Hellevoetsluis worden overgevoerd naar
de Marine-werf te Amsterdam, om er de noodige
herstellingen en voorzieningen tot het in dienst stellen te
ondergaan.
De tot de Mil. Willemsorde enden Ned. Leeuw benoemde
officieren, die deelgenomen hebben aan de expeditie naai
de Kust van Guinea, hebben jl. Maandag bij Z. K. H.
Prins Hendrik, ingevolge HDs. uitnoodiging, het diner
gebruikt.
De heer H. J. Goetzee, thans ontv. der dir. hel. in-
en uitg. regten en ace. te Middelharnis, is benoemd tot
ontvanger derzelfde middelen te Medemblik.
Tot inspecteur 3de kl. hij de direct, der reg. en dom.
is benoemd de heer A. K. Daneel van Wijkhuyse, thans
ontv. der reg. en dom. te Enkhuizen.
Beroepen te Kolluin (Friesland), ds. Hulsman, pred.
te Broek op Langedijk.
Ds. J. W. Geselschap, te Deventer, heeft voor een
beroep te Sprang beleefd bedankt. Dit is reeds de negende
maal, dat deze gemeente wordt teleurgesteld in het
i/beroepingswerk."
Blijkens een in de Staatscourant voorkomenden staat,
zijn in de eerste zes maanden van dit jaar voor de eerste
maal Nederlandsche zeebrieven uitgereikt aan 31 schepen,
nietende 7159 lasten, tegen 50 schepen, metende 7643 lasten,
in hetzelfde tijdperk van 1869.
Het Scliager Schoolverbond telt reeds 130 leden.
Men schrijft ons van Zijpe dd. 4 dezer:
«/Heden werd aan de Schagerbrug alhier de aangekondigde
harddraverij gehouden, door paarden van zessen klaar,
waaraan door 12 paarden werd deelgenomen. De prijs,
een kristallen karaf met dito glazen, werd gewonnen door
het paard van den heer C. do Wit alhier en de premie,
een prachtig servies, door het paard van den heer Isen,
van Langedijk. Het gewone standje (het schijnt hij eene
harddraverij niet gemist te kunnen worden) ontbrak ook
nu weder niet. De laatste rid is eigentlijk niet gereden,
daar de pikeur van den heer Isen, een eind wegs de baan
op zijnde, hou! riep en terug keerde, de tegenpartij echter
zette door, bewerende dat de rid wel degelijk geldig was,
daar do bal was neergelaten en zij niet waren terug geroepen.
Na de gramschap met eenige flesschen wijn te hebben
bekoeld, zijn partijen echter vriendschappelijk gescheiden."
In eene algeineene vergadering van leden der oud-
Luthersche Gemeente aan de Boomsloot te Amsterdam,
onder leiding van den heer A. Rogge, fungerend predikant,
is men het oneens geworden over de rekening en verant
woording, waarbij de vrouwelijke lidmaten het lied van:
«Och Riet, och Piet, och laten we den boel maar doelen"
aanhieven.
Aan een ingezonden stuk in de R. Ct. van Vrijdag 11.
ontleenen wij de volgende behartigenswaardige wenken
„De gelegenheid maakt den dief! De waarheid van dit
spreekwoord hebben wij in den laatsten tijd maar al te
dikwijls bewezen gezien in de menigvuldige aanklagten voor
onze regtbank, wegens diefstal van artikelen van uitstal-'
Tingen op stoepen. Het wordt den behoeftige zoo gemak
kelijk gemaakt: een massa goederen van allerlei aard ligt
op een stoep uitgestald, slechts gedeeltelijk of in het
geheel niet bewaakt en de huisvader denkt aan zijn hongerig
gezin en steelt; of de snoeplustige knaap valt voor de
verzoeking, die hem dagelijks schier in elke straat tegenlacht.
Nog in de zitting der regtbank van 11. Maandag moesten
wij het hooren: „Ik zal de waarheid maar zeggen, ik heb
het weggenomen (een stuk merinos van eene uitstalling op
een stoep in de Weste Wagenstraat), maar ik had geen
werk, geen geld, en leed gebrek." Is diefstal onder zulke
omstandigheden te verdedigen? Voorzeker niet; maar is
het te verdedigen, dat de winkelier de hongerigen en
gebreklijdenden in zulke zware verzoeking brengt? De
politie is niet alleen daar om misdrijven op te sporen en
den misdadiger aan de gestelde inagten over te leveren;
haar schoonste roeping, haar eerste pligt is misdrijven te
voorkomenen dan moet bij haar de vraag rijzen of
winkeliers, die goederen onbeheerd op hunne stoepen
tentoonstellen, zich niet schuldig maken aan overtreding
van gestelde wetten en verordeningen en of zij niet in do
eerste plaats gestraft moesten worden, als de aanleiding,
waardoor reeds zoo menig behoeftige of onbezonnene in
de gevangenis werd geworpen. Wat hiervan zij: dat
winkeliers hunne goederen op de best-mogelijke wijze uit
stallen en de voorbijgangers daardoor tot koopeu uitlokken,
zal niemand wraken, maar wanneer zij zulks doen zonder
toereikend en voor een, ieder bemerkbaar toezigt, dan
zullen zij, als de oorzaak waardoor anderen tot misdrijf
vervallen, liet eenmaal zwaarder te verantwoorden hebben
dan de dief, die welligt stal om in den nooddruft van
vrouw en kinderen te voorzien. Voor den laatste toch
valt dikwijls aan vele verzachtende omstandigheden te
denken, voor den eerste aan geene enkele."
Jl. Maandag kwam te Dordrecht aan het veer aan
de Blaauwpoort een kar aan, waarin een persoon lag op
een bed van stroo, met een ooijevaar aan zijn voeten, een
en ander onder geleide van den gemeente-veldwachter van
Ridderkerk. Naar wij vernemen is de persoon, welke in
die voor menschen minder geschikte equipage vervoerd
werd, een ooijevaarsdief, de Ruiter geheeten en afkomstig
van Helmond, en werd hij naar de cellulaire gevangenis
te Dordrecht vervoerd, met het bewijsstuk zijner dieverij
hij zich, maar tevens met nog andere bewijsstukken op een
andere plaats die hem, zoo lang zij hem niet zijn afgenomen
vooreerst het zitten wel zullen beletten. De landbouwer
namelijk, v. d. Vorm genaamd, onder Ridderkerk wonende
en op wiens dak hij bezig was het ooijevaarsnest tegen
diens wil op te ruimen, had niet zoodra bemerkt wat er
gaande was, of hij kwam, na hem reeds vier of vijf maal
gewaarschuwd te hebben om van zijn dak af te gaan, met
zijn met hagel geladen geweer buiteti en gaf hem de volle
laag in bedoeld ligchaamsdeel. De Ruiter had nog
een medepligtige, doch deze heeft zich uit de voeten
gemaakt. (Het Vaderland.)
Het feestprogramma van den Nationalen Schietwedstrijd,
in Augustus a. s. te houden, is thans openbaar gemaakt.
Het vermeldt, dat op de spoorwegen, enz., belangrijke
tariefsvermindering is toegestaan voor leden van YVeer-
baarheids-Vereenigingen, geldig van 516 Augustus. Op
den Holl. IJzeren Spoorweg zal de halve vrachtprijs en op
den Rijnspoorweg, de gewone vrachtprijs voor militairen
gevorderd worden. Voorzeker zullen door deze en derge
lijke gunstige bepalingen velen opgewekt worden tot deel
neming of bezoek aan den Wedstrijd, die ook nu weder
met 's Konings tegenwoordigheid zal vereerd worden.
Blijkens het programma, door den Weerbaarheids-
bond vastgesteld voor den wedstrijd hij Apeldoorn, zal de
plegtige ontvangst der mededingers te Apeldoorn plaats
hebben op Zondag 7 Augustus, ten 3 ure. Ten 4 ure
vertrekken zij naar het kam]) door het Koninklijk Park.
Het vertrek uit het kamp is bepaald op Zaturdag 13 Aug.