B B I T E N L A N D. PURMERENDER MARKT VAN HEDEN. Men schrijft uit Stadskanaal, dd. 8 dezer: //Gisteren had alhier een bedroevend voorval plaats. De vrouw van den timmerman H. R. zond twee harer kinderen naar een naburigen winkel. Terugkomende vinden de kinderen het huis gesloten en zoeken hunne moeder bij do buren, echter te vergeefs. Door een paar buren, die nabij kwamen, wordt de deur geopend enmen vindt het jongste kindje van negen maanden levenloos, half gekleed, in eene waschtobbe vol water, met een stuk hout onder water gedrukt. Rondziende naar de ongelukkige moeder ontwaart men haar op den zolderze had zich verhangen, na vooraf waarschijnlijk haar kindje te hebben verdronken. De oorzaak van deze verschrikkelijke daad schrijft men toe aan' verstandsverbijstering. De vrouw had reeds eenigen tijd geklaagd over hoofdpijn en pijn in den neus, waarbij het haar was alsof ze in eene digte stofregen zag. Aan huiselijk verdriet, noch benarde omstandigheden mag hier gedacht wordt. De echtgenooten leefden in de beste har monie en hadden, naar hun stand, een zeer goed bestaan, daar de man altijd druk werk had en de ongelukkige eene zorgdragende huismoeders was." Lucca, een zangeres, die zeer veel opgang maakt, is dezer dagen van Berlijn naar Londen vertrokken, om zich te voegen bij den kring, waarin Patti, Nilsson en anderen schitteren. Op het traject van Berlijn naar Brussel begon eene dame een gesprek over bekende Duitsche zangeressen en zeide van Lucca//Dat persoontje wordt, dunkt mij, over het paard getild; ze zingt akelig, ziet er oud uit, is onbevallig, zoo dat ik me niet begrijpen kan, dat er in Duitschland zoo'n roep opgaat over deze zangeres. Wat zegt u, meneer, is u 't niet geheel met mij eens?" //Ik zeg niets," antwoordde de heer, //maar vraagt 't eens aan mevrouw Lucca, die pal tegen u over zit." De dame zonk van schaamte schier door de bank en stamelde verlegen allerlei excuses: //Mevrouw, ik heb u nooit hooren zingen; men heeft mij verkeerd ingelicht; een zeker schendblaadje, de Yossische Zeitung, sleept u telkens door de modder; de redacteur is een ellendeling, een huurling; hij heeft me op een dwaalspoor geleid en ik veracht hem van ganscher harte. Vindt u niet dat ik groot gelijk heb //Vraag het maar eens aan hemzelf," antwoordde Lucca lagchende; de redacteur van de Vossische Zeitung zit aan u regterzij." Onlangs heeft men melding gemaakt van een plan van drie Engelsche zeelieden, Hay Probyn, Campbell Macfarlane en George Preemen, om met een kleinen kotter, The last Chance, van Batavia naar Australië te vertrekken. Werkelijk hebben zij getracht hun voornemen uit te voeren, doch hunne pogingen zijn met geen goeden uitslag bekroond. Ziehier wat aan de Soerabaija Courant van Boelileng (Bali) geschreven wordt „Op den 28 April jl. zijn alhier van Kloenkoeng aan gekomen twee Engelsche schipbreukelingen, de heeren Palmer Probyn en Carapbel Macfarlane, die hunnen kotter bij het eiland Noesa en hunnen makker George Freeinan te Kesoemba hebben verloren. Zij wachten op een scheeps gelegenheid naar Soerabaija." Als een zeer goed werkend middel tegen de vliegen, die in dit jaargetijde zulk een kwelling voor paarden en vee zijn, wordt een aftreksel van notenboombladen aange geven. Tot verwijdering dier insecten is het voldoende de paarden te wasschen met water, dat verzadigd is met het bijtend en sterk riekend sap van den notenboom. In Engelsche stoeterijen wordt dit middel met goed gevolg aangewend. Een ander middel is do laurier-olie, hetwelk bij de droogisten algemeen verkrijgbaar is. Men wrijft om do twee of drie dagen de paarden goed in met een spons, die in dat vocht gedoopt is. In de slagterijen in de zuidelijke streken wascht men de muren en den vloer met deze olie. Alleen de reuk dezer olie, die de vliegen niet kunnen verdragen, is genoeg om hen op een afstand te houden. BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. De luit. ter zee 2de kl. jhr. S. F. T. de Vayues van Brakell, laatst behoord hebbende tot het escader iu Oost-Indië en vandaar den 16 Junij in Nederland teruggekomen, is met dien datum op non-act. gesteld. De off. van gez. 3de kl. D. Dronkers is gedetacheerd op het stoom-flottillevaartuig Vulkaan. Bij het wapen der inf. is o. a. benoemd tot lsten luit. (naar ouderdom van rang) de 2de luit. H. van Herwerden, van het wapen, thans op non-aet.bij het 4de reg. de 2de luit. A. D. Petter, van het 6de reg. F r a n k r ij k. De heer J. Lemoinne wijdt in de Débats een opzettelijk betoog aan de nieuwe candidatuur voor den Spaanschen Troon en aan de opschudding, welke zij in Frankrijk verwekt heeft. Hij meent, dat voor die opschudding geen de minste grond bestaat, en bestrijdt vooral het beweren van sommige Fransche organen, dat Koning Wilhelm en zijn minister Bismarck van het ontwerp zwanger zouden gaan om een pruissische editie van de universele Monarchie van Karei V tot stand te brengen. Graaf von Bismarck is, volgens den heer Lemoinne, te verstandig èn om naar zoo iets te streven, èn om te gelooven, dat daartoe de installatie van een Pruissischen Prins op den troon van den H. Ferdi- nand een afdoende stap zou zijn. De liberale publicist kan dan ook niet gelooven, zegt hij ,dat de heer von Bismarck het initiatief in deze zaak zou genomen hebben, en kan hoogstens aannemen, dat Koning Wilhelm het aan een Prins van zijn Huis gedane aanbod niet zonder welgevallen aanziet. "Wij bekennen, zegt de heer Lemoinne, dat, toen wij den naam van den Duitschen Prins weder hoorden noemen, wij meer dachten aan den indruk, welken die naam in Spanje zou teweegbrengen dan aan dien, welken hij in Frankrijk zou verwekken, en wij vroegen ons af, of deze nieuwe candidaat, die veel naauwer met onze dynastie.- dan met de Pruissische verwant is, niet als een Napoleontische beschermeling zou worden beschouwd," De schrijver zegt voorts, dat het zeer onhandig zou zijn, Sadowa te Madrid te gaan zoeken, en dat men zijne grieven behoort te bewaren totdat zich eene betere reden of een beter voorwendsel tot herstel daarvan opdoet. Engeland. Iedere dag leidt tot nieuwe ontdekkingen ten opzigte van het beruchte baby-farming-proces. Het blijkt meer en meer dat de //engelenmaaksters" Waters en Ellis haar droevig en menschonteerend handwerk op groote schaal dreven. Bij het onderzoek in' de woningen dier vrouwen had de politie een groot aantal lombardbriefjes gevonden, en weldra bleek, dat het) bewijzen waren van in pand gegeven kinder-kleederen. Al die zaken zijn door de politie in beslag genomen om als bewijzen ten processe te dienen. Uit eene huiszoeking, ingesteld bij een pandjeshuis houder in de voorstad Brixton, ontdekte men dat de beide aangeklaagden in de maanden Mei en Junij een magazijn van kinderkleedingstukken hebben verpand, bestaande uit: hemdjes, rokjes, schortjes, omslagdoekjes, luijers, enz. Velen van die kleedingstukken zijn van de fijnste kwaliteit. Op sommige ontwaarde men het wapen van de orde van den kousenband met het opschrift „Hony soit qui mal y pense"; een aantal luijers waren gemerkt met het wapen van de St. Pairic-orde, onder het motto: „quis separabit 1783;" andere kleedingstukken waren gemerkt met een graven kroon boven de initialen I. S. Dit alles werpt een somber licht op de moraliteit bij de hoogste klasse des lands. Een groote hinderpaal bij het geregtelijk onderzoek is, dat slechts zeer weinige dier ontaarde moeders zich op de roepstem des regters aanmelden, om als getuigen tegen Waters en Ellis op te treden. Men zal zich herinneren, dat de Hertog van New- Castle zich ruïneerde door het aangaan van weddingschappen bij wedrennen. De edelman werd failliet verklaard, doch hij achtte het beneden zich om als een gewoon sterveling met zijne crediteuren over een accoord te onderhandelen. Hij beriep zich op het Hoogerhuis, als de regter in hoogste instantie, om zijn rang te handhaven. De lords echter beslisten, dat de edele Hertog in deze volkomen gelijk staat met gewone stervelingen die schulden hebben en ze niet betalen kunnen. t Men meldt uit LondenAan ongelukken geen gebrek. Verscheidene waterongevalletjes waaronder twee omgeslagen booten, die gezamentlijk aan zes menschen eene goedkoope begrafenis bezorgden. Te Carlisle viel de tribune, op het terrein, waarop de wedrennen werden gehouden, iu elkander, waardoor de 400 personen die er op stonden, allen een buiteling maakten. Gelukkig geen dooden, maar een aantal gebroken beenen, een groot getal gekneusde ledematen en stellis: meer dan 400 schrammen en builen. O m Uit Lincolnsliire worden berigten betreffende de ver wachtingen van den oogst medegedeeld, welke over het geheel genomen ook voor de overige deelen van het koning rijk kunnen gelden. De regen, zoo meldt men, Ijeeft wonderen verrigt. De tarwe staat zoo goed als men slechts wenschen kan en zal meer dan een gemiddeld bedrag opbrengen. De haver heeft zich werkelijk verbeterd; de gerst staat uitmuntendevenzoo boonen en aardappelen, bij welke laatste zich geen spoor van ziekte vertoont. De weiden hadden evenwel reeds te veel door de droogte geleden, zoo dat men een nadeelig hooi-jaar verwacht. Dnitsclilaiid. Prins Leopold van Hohenzollern is gesproten uit een der oudste huizen van Duitschland. Het huis van Hohen zollern werd in de 12de eeuw in twee takken gescheiden, waarvan de oudste bepaaldelijk den naam Hohenzollern behield; de jongste verkreeg in 1414 het keurvorstendom Brandenburg en in 1618 het hertogdom Pruissen, dat in 1701 tot koninkrijk werd verheven. De oudere tak was minder voorspoedig; hij bleef altijd opgesloten in zijn klein goed in Sehwaben, en werd in 1576 zelf weder in 2 takken verdeeld, die van Hechingen (de oudste) en die van Sigma ringen (de jongste). Prins Karei Anton Frederik van Hohenzollern-Sigma- ringen, grootvader van Prins Leopold, overleden in 1853, was gehuwd met Maria Antoinette Murat, dochter van Koning Joachim. Prins Karei Anton Joachim, tegenwoordig hoofd van den tak van Sigmaringen en vader van Prins Leopold, is gehuwd met Prinses Josephiue Frederika Louise, dochter van wijlen den Groothertog van Baden en van Stephanie Louise Napoleona, Burggravin van Beauharnais, aangenomen dochter van Napoleon 1. Prins Leopold is gehuwd met een zuster van den Koning van Portugal. Zijn broeder Karei regeert in Rumenië, en een zijner zusters is gehuwd met den Graaf van Vlaanderen, broeder van den Koning van België. Prins Leopold is nog door eene andere familiebetrekking met de familie Murat verbonden. De graad zijner bloed verwantschap met den Koning van Pruissen daarentegen is niet gemakkelijk uit te rekenen, daar men er voor tot de 12de eeuw zou moeten opklimmen. Denkelijk is zij tusschen den 30sten en 40sten graad. Onder hen, die voor weinige weken in het gymnasium te Potsdam met glans het eindexamen aflegden, trok de aandacht een leerling, die reeds sedert lang den mannelijken ouderdom had bereikt en met een sterken baard en het militair eermetaal prijkte. Dit is iets hetwelk zeker zelden gebeurt 'en dus wel verdient in de annalen van het school wezen opgeteekend te worden. Voornoemde persoon, zekere heer Teophil Peterek, 33 jaren oud, was vroeger sergeant majoor bij het garde-bataillon der jagers te Potsdam en had als zoodanig den veldtogt van 1866 medegemaakt. Later is hij nu en dan als onder-houtvester werkzaam geweest. Zijn eenige wensch echter was, zijn huisgezin (hij is namelijk gehuwd en heeftonderscheidene kinderen) een beter voornitzigt in de maatschappij te openen. Hij geloofde dit doel alleen te kunnen bereiken, door zich met lijf en ziel op de studie van het door hem gekozen vak toe to leggen. Met waarlijk bewonderenswaardige vlijt en inspanning maakte hij zich door eigen studie de noodige leervakken eigen en bragt het door volharding en energie zoover, dat hij in October 11. in de hoogste klasse van het gymnasium kon worden opgenomen. Daar zat nu de //gebaarde" man op de schoolbank, om als scholier met de leerlingen, die om zoo to zeggen zijne kinderen hadden kunnen zijn, onderwijs te genieten. Het schriftelijk examen heeft hij met zooveel succes afgelegd, dat hem, benevens nog twee jongelingen', beiden 17 jaar oud, het mondeling examen werd kwijtgescholden. Tegenwoordig studeert hij aan de academie voor de boschkweekerij. Men herinnert zich een zelfde voorbeeld ten onzenteen koopman, die op ruim dertigjarigen leeftijd, gehuwd en met kinderen, zich aan de regtsstudie wijdde en thans een der meest geachte burgers en juristen van Nederland is. De Oostenrijksche minister van buitenl. zaken heeft onder voorbehoud de mededeeling van Spaansche zijde ont vangen betreffende de candidatuur van den Prins von Hohen zollern. De minister heeft niet verheeld, welk een nadeelige uitwerking dat verrassend berigt kan hebben met het oog op den Europeschen vrede. T u r k ij e. Volgens den Courrier d'Orient zijn er bij den brand te Pera 2000 menschen omgekomen, 5000 huizen vernield, 80,000 personen van woning beroofd en is er een schade van 300,000,000 veroorzaakt. Amerika. Het dorpje Middletown, in den Amerikaanschen staat Missouri, was in den morgen van den 12 Mei jongstl. getuige van een vreeselijk ongeluk. De directeur van een paarden- en beestenspel, eenige voorstellingen gevende, wilde eens iets nieuw produceeren en kwam op het denk beeld om met de muzikanten, 10 in getal, op het colossale leeuwenhok geplaatst, een rijtoertje door het dorp te maken. Ofschoon meermalen door een der dierentemmers gewaar schuwd dat de kooi onveilig en uiterst gevaarlijk was, dwong de directeur het orchest daar te blijven zitten. Bij den hoek van een der straten geraakten de paarden op hol, waardoor het voorwiel van de kooi met zulk eene kracht tegen een uitstekend stuk steen stiet, dat de krammen en ijzeren traliën welke het deksel steunden, los gingen en de muzikanten in het hok vielen. Een oogenblik was de menigte als verlamd van schrik, maar ook slechts een oogenblik en toen ging er een kreet op, zoo akelig en schril als er ooit een werd gehoord. Het angstig gillen der arme slagtoffers, die op het punt stonden door de leeuwen verslonden te worden was hartverscheurepd. Enkelen slaagden er in, langs de zijden uit den kooi te klimmen en vielen toen bewusteloos op den grond; terwijl de anderen in een afzigtelijk verwarde hoop, worstelende met hunne vreeselijke vijanden, werden gezien. Toevallig was tegenover de plek, waar het onheil voorviel, een ijzerwinkel, waaruit men gaffels en breekijzers haalde, om de deuren der kooi te verbrijzelen. Vermengd met bebloede lappen van den daareven nog zoo schitterenden uniform, lagen afgerukte en half verslonden armen en beenen door het hok verspreidterwijl de leeuwen woedend met hunne katachtige, groene oogen de menigte aanblikten. Nu verscheen de dierentemmer Charles White en gaf zijne bevelen omtrent het verwijderen der dooden en gewonden. Op elk punt mannen plaatsende, met gaffels en ijzeren staven gewapend, sprong hij onverschrokken in het hok en nam de gewonden op, die hij achtereenvolgens aan de menigte overreikte. Juist had hij den laatsten gewonde verwijderd en maakte hij zich gereed hetzelfde met de lijken te doen, toen een der leeuwen met een ijsselijk gebrul op hem aanviel en, tanden en klaauwen in zijn nek en schouders slaande, hem vreeselijk verminkte. Drie pogingen deed de temmer om het monster van zich af te schudden, doch te vergeefs en eindelijk gaf hij bevel om te vuren. Onmiddelijk knallen 4 schoten en de leeuw viel onder een woest gehuil dood neder. De kleine, dappere man, ondanks zijne wonden, verliet niet eerder de kooi, alvorens het laatste lijk daaruit gebragt te hebben. Bij nader onderzoek bleek, dat 3 muzikanten dood en 4 andere gevaarlijk verwond waren. Terstond ging men nu tot de begrafenis der ongelukkigen over, daar de ligchamen zoo verscheurd en misvormd waren, dat hunne beste vrienden hen niet meer herkenden. Eene Indiaansche vrouw in de omstreken van Mari- posa, werd door een ratelslang gebeten; haar man liep naar de stad om whiskey te halen, ten einde de vreeselijke werking van het gif onschadelijk te maken, maar op den terugweg kon hij zijn lust niet bedwingen en dronk de flesch leeg. De man sliep zijn roes uit en de vrouw bezweek inmiddels aan de hevigste folteringen. Kaas. 288 stap. Kleine f 26 a 30, 1 stap. Middelb. f 28,perBOK.G. Boter. Laagste prijs f 1,15, hoogste prijs f 1,35 per K.G. 107 Runderen. 20 Paarden, Veulens. 100 Vette Kalveren, 55 a 80 Cts. per K. G., handel stug. 43 Nuchtere dito, f 6 a 14 per stuk, 56 Vette Varkens 43 a 50 Cts. per K.G. matig. 16 Magere Varkens f 13 a 19, handel stug. 265 Biggen f 4,50 a 7,handel stug. 438 Schapen en Lammeren. Ganzeu f -,a -,Zwanen f -,a -,per stuk. H.L. Appelenf-,a-,—en H.L. Pereuf-,a -,-p.H.L. Kip-Eijeren f2,90, Eend-Eijeren f3,—, Kievits-Eijeren f-,perlOO.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 3