Vrijdag 15 Julij. 1870. N°. 84. 28 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BINNENLAND. Garibaldi's vlugt. HELDERSOHE EN IVIEUWEDIEPER COURANT, „W ij huldigen het goed o.' Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N". 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Per laatsten trein van den Helder vertrekt Woensdag den 20 Julij over Marseille de mail naar Oost-Indië, China en Japan. HELDER en NIEUWEDIEP, 14 Julij. De vader van Prins Leopold van Hohenzollern heeft voor de candidatuur zijns zoons bedankt. Ziedaar het groote nieuws van den dag. Dat besluit, veroorzaakt door de groote beweging, door het uitzigt op 's Prinsen ver heffing ontstaan, zal, naar wij meenen, een eind tnaken aan de bewering en de daardoor veroorzaakte daling tér beurze. Er is in de jongste dagen waarlijk eene zeer groote beweging geweest op het gebied der diplomatie; het is te verwachten dat kalmte en rust nu spoedig zullen wederkeerèn. Er bestond werkelijk vrees voor ernstige verwikkelingen en slechts de verzekering der Engelsche bewindslieden, dat zij zich ernstig in de weer stelden voor het behoud des vredes kon eenige gerustheid aanbrengen. Niet onbelangrijk is het evenwel kennis te maken met het staatsstuk, dat de minister van Buitenlandsche Zaken in Spanje, onder dagteekening van 7 dezer, aan de gezanten in het buitenland heeft gezonden, met betrekking tot de candidatuur van Prins Leopold. Daarin wordt gewezen op de noodzakelijkheid, welke voor Spanje bestaat, om een einde aan den voorloopigen toestand te maken en aan het werk der revolutie zijn beslag te geven. De onderhande lingen, zegt de minister, zijn regtstreeks met Prins Leopold gevoerd; de waardigheid van Spanje schreef voor, om zonder eenigen invloed van een buitenlandsche mogend heid te handelen: geen enkel buitenlandsch belang is dan ook bij deze onderhandelingen gekend. De maarschalk Prim had de volmagt der regering; alleenlijk heeft hij het initiatief genomen. Prins Leopold heeft geheel zelfstandig gehandeld en daar hij nergens elders tot den troon gereg- tigd is, kan deze candidatuur, volgens den minister, geen moeijelijkheden doen ontstaan, noch in de betrekkingen van Spanje met het buitenland, noch in die van de mogend heden onderling. Ook de minister van Buitenl. Zaken in Pruissen heeft te dezer zake eene circulaire gezonden aan de vertegen woordigers van den Noord-Duitschen Bond in het buitenland en daarin medegedeeld, dat de federale gouvernementen (1867.) In de bijlagen, behoorende bij den roman, voor eenigen tijd door den generaal Garibaldi in het licht gegeven, komt voor de bier- volgende beschrijving vah zijne ontvlugting van bet eiland Caprera, waar bij door de Sardiniscbe oorlogschepen werd bewaakt. Zoowei om de belangrijkheid der gebeurtenis, die daarin wordt geschetst, als om de schoonheid van des schrijvers verhaaltrant, vinden de volgende regelen hier eene plaats. „Het was in den avond van 14 October 1867, dat drie mannen uit de meijerij op Caprera naar Fontanasia afdaaldeneen vierde ging door den houten zuilengang, die het kleine ijzeren huisjen met het groote huis verbindt, en sloeg den weg naar Stagnatia in de laatstgenoemde scheen, naar zijn donker uitzigt en den snit zijner kleeding te oordeelen, een Sardiniër te zijndie personen behoorden tot het jacht, dat de mildheid en sympathie der fiere Engelsche natie den generaal ter beschikking gesteld had. De drie eersten had men aan hunne eigenaardige kleederdragt, het roode hemd, kunnen herkennen, zoo dit niet grootendeels door de bovenkleeding bedèkt was geweest. Het waren Barberini en Truchianti, den derden behoeven wij niet te beschrijven. Barberini, hoewel van nature niet zeer sterk, had een gespierden arm en het hart van een leeuwTruchianti was veel sterker. De Sirocco met zijn melancholieken adem, rustte zwaar op de arme planten van het eiland, een dochter der vulkanen en der zee, en digte, zwarte wolken, door den hevigen wind voortgezweept, pakten zich zamen om den top van den Veggialone, en vermengden zich met de digte nevels, die op hooger bergen dikwijls het middel punt der orkanen vormen. De drie zwijgende mannen daalden neder en keken onderweg, zoodra de ongelijke bodem ergens een blik op de haven mogelijk maakte, naar de drie schepen, die bevallig in den bogt van Stag- nabella schommelden. Het jacht met een klein kanon aan den boeg en een boot, die aan den achtersteven hing, vormde, geheel verlaten, een eigenaardig contrast met de oorlogschepen, wier dekken wemelden van menschen. Het was 's avonds zes uur, en de zon was ondergegaan; de nacht beloofde zoo al niet storm, dan toch die onaangename en druk kende zoelheid, welke de Sirocco van de gloeijende vlakten der woestijn medevoert. Toen de drie mannen op het Prato aankwamen, zeide Truchianti„Ik verlaat u hier en ga links om te zien, of de punt van Aroccio veilig is." De beide anderen gingen verder naar beneden, passeerden de vier poorten van Fontanasia, die zij openden en weder sloten, en kwamen beneden den muur, die het bebouwde gedeelte van het eiland van de woeste oevers scheidt. Toen zij den muur achter zich hadden, zeide de generaal (die en vooral Pruissen zich onthouden hebben invloed uit te oefenen op de keuze van een Koning van Spanje. Ze zullen zich in de toekomst ook van inmenging onthouden, hetzij de gekozen candidaat weigert of aanneemt, aangezien zij de zaak beschouwd hebben als iets wat Spanje uit sluitend aangaat; deze houding wordt geëischt als men achting koestert voor de onafhankelijkheid van Spanje. Deze zienswijze is het Fransche gouvernement bekend; een vertrouwelijk overleg der kwestie is echter belet door den toon waarop zij in het openbaar werd besproken door het Fransche ministerie. Toen dezer dagen de bewuste zaak van de candidatuur voor den Spaanschen troon in de Kamer van Afgevaardigden te Florence ter sprake kwam, antwoordde de Italiaansche minister van Buitenlandsche Zaken, dat de regering hare pogingen voegt bij die van andere kabinetten om den Europeschen vrede te doen bewaard blijven. De laatste berigten van gisteren uit Parijs luiden voor het behoud des vredes niet gunstig. De minister van Buitenl. Zaken heeft in het Wetgevend Xiigcliaam te kennen gegeven, dat, volgens de officiëele mededeeling van den Spaanschen gezant, Prins Xieopold de candidatuur niet geweigerd, maar aangenomen heeft en dat de onderhandelingen tusschen de kabinetten van Parijs en Berlijn nog voortduren. Borgen zal in 't Wetgevend Digchaam eene interpellatie plaats hebben, ter zake van de houding der regering in deze zaak. Gisteren zijn van de batterijen van het fort Erfprins 103 schoten gedaan, met het doel om de miliciens in de behandeling van het geschut te bekwamen. De weeskinderen zijn jl, Dingsdag namiddag door den heer Koppen in zijne beignets-kraam ontvangen en ont haald; de verpleegden in het diaconie-armhuis vonden dien dag en de weeskinderen weder den volgenden dag een aangenaam onthaal in het Café Restaurant van den heer Ris, op het Molenplein. Jl. Maandag zijn in dienst gesteld te Hellevoetsluis Zr. Ms. schroefstoomschip éde kl. de Dommel, onder bevel van den luit. ter zee 1ste kl. jhr. A. C. van Haeften en het schroefstoomschip voor het Indische loodswezen Argus, onder het kommandement van den luit. ter zee 1ste kl. P. J. Rosenwald. zijn witten hoed met een pet verruild had) tot Barberini: „Wij zullen hier gaan zitten en eene cigaar rookeu". Met deze woorden trok hij een klein kastje, een aandenken van lady Skaftesbury, uit den linker borstzak, en stak een cigaar aan, die hij zijn medgezel aanbood. „In drie kwartier", zeide de generaal, „zal de maan achter de bergen opkomen, er is geen tijd te verliezen". De beide mannen rigtten nu hunne schreden naar de haven. Giovanni was op zijn post en met behulp van Barberini was in een oogenblik de kleine boot ip het water, en de generaal zette zich zoo laag mogelijk öp zijn mantelzak. Giovanni duwde de kleine boot in het water, be steeg zelf de grootere en stuurde, na zich overtuigd te hebben, dat de kleinere vlot was, een vrolijk liedje zingend naar het jacht. „Halt! werda?" werd tweemaal door de soldaten van het Sardi- nisehe oorlogschip geroepen, die nu politiebeambten van den Sardi- nisehen vorst geworden waren. Maar hij zong verder, en scheen zich niet veel om hun geroep te bekommeren. Op een derde aan maning evenwel antwoordde Giovanni: „Naar boord!" waarmede zij, zoo '1 scheen, tevreden waren. De kleine boot zette intusschen haar weg voort, onder Carriano langs, op een afstand van twee mijlen van den oever, deels van zelf vooruit gedreven, deels door een bootshaak, zooals men die gewoonlijk in Amerika gebruikt. Van Carriano naar Barabruciata en van daar naar de landtong Treviso, waar de gestalte van den trouwen Fruchianti weer te voorschijn kwam. „Niets nieuws, zoover als de rotsen van Aroccio toelaten te zien", zeide Fruchianti. „Dan stoot ik van wal", antwoordde de generaal. En zijn kleine boot voer regt op de branding in. Hij wierp een blik op het kleine eiland, dat op tamelijk grooten afstand zigtbaar was, en het kleine vaartuig was op de open zee. Toen Garibaldi zag, dat de maan gedurig helderder scheen, roeide hij flink aan en kwam, voortgestuwd door den zeewind, met verwonderlijken spoed over de zeeëngte Moneta. Bij het maanlicht scheem op zekeren afstand iedere rotspunt een boot te zijn, en daar het eskader van Ratazzi, behalve met een aantal lange booten voor de oorlogschepen bij Caprera, nog met vele schepen van Maddalena versterkt was geworden, was de zee om het eiland bedekt met schepen, allen om een enkel man te beletten zijn pligt te doen. Digter bij de kust van het kleine eiland Giardinelli, niet ver van Maddalena, verdween de boot tusschen de golven, die hier voortdurend eene branding vormen, en hield langs de kust, die reeds door de maan verlicht was. Dat hij veilig en ongedeerd het kleine eiland bereikte, zonder door een enkel werda opgehouden te worden, is niet alleen aan de verdiensten van den stuurman te danken, maar ook aan de weinige waakzaamheid van hen, wier pligt het was een waakzaam oog te hebben. Het vertrek van laatstgenoemden bodem is bepaald op den 17 dezer. Jl. Zaturdag beeft met goed gevolg de beproeving onder stoom van het koloniale vaartuig Argus op de reede te Hellevoetsluis plaats gehad. Zoo ook die der nieuwe ketels, aangebragt in het koninklijk stoomjagt. Met de Jason zijn van Hellevoetsluis naar Oost-Indië vertrokken de luit. ter zee 1ste kl. G. C. C. Thierens, de luit. ter zee 2de kl. B. M. van der Weide en W. C. Böthling en de off. van gez. 2de kl. J. Keijser, uitgemaakt hebbende het état-major van den stoomscboener Argus. Bij bet corps, gevormd uit de Scherpschutters-Ver- eeniging te Alkmaar, zijn benoemt!: tot kapt.-commandant P. jl. Vreede; tot 2den luit. J. J. Molenaar. Tot rector-magnificus aan de hoogeschool te Groningen, voo het academiejaar 1870/71 is benoemd de hoogleeraar dr. S. Rosenstein. Beroepen te Zwammerdam, ds. J. van Doesburgli, pred. te Zuid-Zijpe. De zoogenaamde varkensziekte (pestziekte) moet weder op onderscheidene plaatsen in de Noordelijke provinciën heerschen. Nog steeds komen er berigten in over de rampen, die door het onweder van jl. Zaturdag zijn veroorzaakt: Een hevige hagelslag bragt aan de gemeente Leerdam, alsmede aan de omliggende buurten, enorme schade toe. In den tijd van 10 minuten werd een streep bouwgrond, van meer dan 2 uur gaans, als het ware totaal verwoest. Hennep, beetwortelen, aardappelen, koren, het werd letter lijk weggemaaid. De hoop van vele nijvere landbouwers is in dat korte oogenblik geheel vernietigd. De schade is groot en wordt door deskundigen op p. m. 150,000 geraamd. Onder de geweldige bliksemstralen en donder slagen zag men te Renkum op eens brand op drie plaatsen te gelijk. De eene, in de Betuwe onder Zetten, veranderde een groote boerderij tot asch en puin. Het tweede gebouw was een schuur en schapenstal, die in eenige oogenblikken verdwenen; terwijl het derde een knappe boerderij was, toebehoorende aan den heer Clausing, wiens fraai heeren huis, genaamd „Avondlust," binnen een paar uren een prooi der vlammen werd. Wel waren huis en inboedel verzekerd, en is van de meubelen veel kunnen geréd worden, Zoodra hij het land bereikt had, kon hij drie verschillende wegen inslaan. Vooreerst digt langs het strand voortroeijen, ten tweede het eiland links laten liggen en westwaarts op de kust aanhouden, en ten derde het eiland regts laten liggen, om langs de kust de ondiepte te naderen, waar waarschijnlijk Basso en kapitein Cunio hem wachtten. Hij besloot het eerste. Nadat de boot op het strand getrokken was, ging de generaal des middags naar den kant der ondiepte, waar hij bij zijn aan komst aangeroepen werd door hen, die dte zeeëngte bewaakten en uit de verte eenige schoten op hem losten. Op korten afstand van de ondiepte -is een met slingerplanten bedekte muur, die de op het eiland weidende diereu belet weg te loopen en een haag, die hij tegen den middag bereikte. Bij de ondiepte maken eenige steenen den overgang gemakkelijk. De generaal meende aan den muur eene rij matrozen te zien liggen, en hij was te eer geneigd dit te geiooven, daar kapitein Cunio en Basso in den loop van den dag matrozen op het eiland hadden zien komen. Daardoor verloor hij bijna een half uur tijd met wachten en verkennen. Kapitein Cunio en Basso, die zich verbeeldden, dat de op de boot geloste schoten hem welligt getroffen of tot den teriig- keer genoopt hadden, keerden met deze overtuiging van de ondiepte naar Maddalena terug, en waren niet weinig verrast, toen tegen twee uren na middernacht de vertrouwde dienstbode van mevr. Collins hun meldde, dat de generaal daar aangekomen was. Inder daad had tegen tien uur Garibaldi het gewaagd de kleine zeeëngte, die het eiland van Maddalena scheidt, over te gaan, wat hem onverhinderd gelukte, maar hij moest, wat hem zeer lastig viel, geruimen tijd op een door het water bedekten weg voortwaden. Hij kwam toen in het gezigt van het huis van mevr. Collins, waar hij zeker was goed ontvangen te zullen worden, maar hij sloop voorzigtig nader, daar hij vreesde, dat de een of ander op de wacht kon staan; en eindelijk/op een oogenblik, toen de maan achter een donkere wolk verscholen was, naderde hij de' woning en klopte met het uiteinde van zijn Schotschen wandelstok aan het venster. Mevrouw Collins, die groot vertrouwen stelde in het geluk van den generaal en van zijn plan reeds vooruit was onderrigt, wachtte hemzij kwam dus terstond aan de deur, opende en ontving haar ouden buurman met een vriendsehappelijken groet. En waarlijk, het deed hem goed, na zulk een woesten nacht weer onder een herbergzaam dak te komen; hier was hij veilig en gelukkig in een bevriend huis, waar hij met duizend zorgen en opmerkzaamheden werd overladen. Nu bleef nog een kleine zwarigheid over, door Sardinië heen het vasteland te bereiken. Maar, terwijl de regering Garibaldi nog als gevangene op Caprera waande, was hij reeds lang in hét Hotel de Florence aangekomen."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1