1870. N°. 85. Zondag 17 Jnlij. 28 Jaargang. VAN MILICIEN-VERLOFGANGERS. SCHUTTERIJ. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BIK NE NL AND. M HELDERSCHE 1 EN NIEUWEDiEPER COURANT. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. »^IHItTHMWWIFIifUlilWIMW)illllWH|ili|IWIIIIi|llilll BBBI BiBBBBBMB aMBBWBHBWBBBBIIBIWW Per laatsten trein van den Helder vertrekt Woensdag den SO .Julij over Harseille de mail naar Oost-Indië* Cliina en Japan. Oproeping Ingevolge bekomene aanschrijving worden de Milicien- Verlofgangers van de I.IGT1 \(JE\ van I86G tot en inet l§(i9, TAST Vf.f.K B Vl'EVS, gelast om op den SO JUI.IJ aanstaande, BIJ IIIWK KOR PSIIV AASrWKZIO TE ZIJN. Helder, den 16 Julij 1870. De Burgemeester der gemeente, STAKMAN BOSSE. BURGEMEESTEE en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat de Commissie, bedoeld bij art. 15 der wet op de Schutterijen, zitting zal houden aan het Raadhuis, op VRIJDAG den 22sten JULIJ e. k., des namiddags ten zes ure, tot het onderzoeken der redenen tot vrijstelling van dienst, die bij de onlangs gehoudene loting en naloting zijn ingediend; zoomede tot het onderzoeken der redenen tot vrijstelling of uitsluiting, die de reeds ingelijfde Schutters mogten hebben voor te dragen, en tot onderzoek van hen die bij nommerverwisseling voor anderen verlangen op te treden. Wijders wordt in herinnering gebragt, dat degene, welke voor die Commissie niet verschijnt, gehouden wordt geene redenen tot vrijstelling te hebben. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 15 Julij 1870. L. VERHEY, Secretaris. UITTREKSEL uit het verslag van den toestand der provincie Noordholland, gedaan aan de Provin ciale Staten van dat gewest, door de Gedeputeerde Staten, in de zomervergadering van het jaar 1870. I. Bevolking der provincie op 31 December 1869: 286,151 mannen en 304,203 vrouwen; totaal 590,454 personen. Vermeerdering der bevolking sedert het vorige jaar: 1695 mannen en 2316 vrouwentotaal 4011 personen. Even als in vorige jaren, stellen we ons voor uit het provinciaal verslag over 1869 een uittreksel zamen te stellen en in eenige nommers dezer Courant op te nemen. Wij doen dit ook tlians, even als vroeger, meer bepaald met het oog pp deze gemeente en treden daartoe nu en dan in vergelijkingen met de andere groote gemeenten van dit gewest, wier zielental ook meer dan 10,000 bedraagt, namelijk: Amsterdam, Haarlem, Zaandam en Alkmaar. Verder stellen we ons ten doel opgaven te verzamelen betrekkelijk dat deel der provincie, hetwelk in vroeger tijd den naam droeg van //Noorder-kwartier», daaronder begrepen de naburige eilanden. En eindelijk willen we die bijzonderheden opnemen, die voor ieder bewoner van dit gewest van overwegend belang kunnen worden geacht. Zoodoende meenen we nuttig te zijn tot bevordering van meerdere kennis omtrent den tegenwoordigen toestand der provincie en omtrent de bronnen van bestaan der inwoners, inzonderheid in onze naaste omgeving. Als naar gewoonte is het eerste gedeelte van het verslag gewijd aan een overzigt van de voornaamste besluiten omtrent aangelegenheden van provinciaal bestuur. Een groot, verreweg het grootste deel daarvan is reeds vroeger in verslagen van de zittingen der Provinciale Staten of als gewone nieuwstijdingen medegedeeld. Er wordt o. a. melding gemaakt van de bemöeijingen van bet provinciaal bestuur ter zake van de vestiging eener nieuwe gemeente Anna Paulowna; van de zaak der wik- en weegloonen te Alkmaar; - van de voortdurende heffing der verbruiks belastingen in de gemeente Helder; van de wijziging eener verordening op de brandweer te Texel, waardoor rijks-ambtenaren, die bij het ontstaan van brand andere pligten in het algemeen belang te vervullen hebben, van de dienst bij het brandwezen worden vrijgesteld; van de vermeerdering van het aantal hoofdingelanden in den Anna-Paulowna Polder van 10 op 12, ter wegneming van het bezwaar tegen het nieuwe bestuursreglement; van subsidiën, verleend voor de kosten van het lager onderwijs te Noord-Scharwoude en te Texel, beiden voor vernieuwing of verbetering van schoollocalenvan de pogingen tot verbetering der duinen tusscben Kijkduin en Kamperduin en op Texelvan de verbetering van wegen in de Bnrean: MOLENPLEIN, N°. 163. BBSIfflS8SB3S9HIMGnKfi3RISBnBHÏ9bffSÉlSBMBMEKR!!K!l58SSu3B&£S&SlE9!BI&S9H9niB9HMMRH Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. i gemeente Petten; van den aanleg eener spoorweg door I Noordholland naar Enkhuizen, in verband met een spoor- I weg van Stavoren naar Leeuwarden, waarvoor de termijn voor de toezegging der provinciale subsidie is bepaald op I 1 November 1870;en eindelijk van eene wijziging in het reglement op de sleepdienst aan bet Nieuwediep, omtrent welk laatste punt wij nog eenige nadere bijzonderheden zullen mededeelen. In genoemd Reglement kwam eene bepaling voor, omtrent buitengewone diensten, te verleenen aan schepen, die zich in nood bevonden. Daarvoor zou eene buitengewone belooning verschuldigd zijn, naar billijkheid te bepalen, terwijl in geval van verschil over het bedrag daarvan de beslissing aan arbiters zou worden opgedragen. Van deze buitengewone sleeploonen zou 1 gedeelte komen ten voor- deele van de equipage der sleepboot. De directie der sleepboot deelde hieromtrent hare bezwaren aan Gedep. Staten mede, hierin bestaande, dat gezagvoerders van schepen niet meer dan het gewone sleeploon wilden betalen, bewe rende dal hun schip niet in nood had verkeerd; en dat hierdoor de bemanning der sleepboot verstoken bleef van de belooning voor buitengewone diensten, waaraan veel inspanning en gevaar verbonden is. Na eenige onder handelingen en overweging, is, met goedkeuring van het Provinciaal Bestuur, de volgende wijziging in genoemd Reglement opgenomen. Er wordt nader omschreven wat men onder buitengewone diensten zal hebben te verstaan; of de schepen al of niet in nood hebben verkeerd; terwijl ook de bepalingen omtrent de arbitrale beslissing van geschillen mede eenige wijziging ondergingen. De bevolking der gemeenten boven de 10,000 zielen was den 31 December 1869 als volgt: Sedert het vorige jaar vermeerd. met vermind. met Amsterdam 274,931 zielen 2849 u Haarlem 30,887 u 45 Helder 18,558 950 Zaandam 12,235 u 143 Alkmaar 11,410 u 240 In de navolgende gemeenten bedroeg de bevolking op 31 December 1869 het daarnevens geplaatst aantal zielen: Barsingerhorn 2355, Bergen 1202, Broek op Langedijk 1008, Callantsoog 647, Harenkarspel 1795, Heerhugowaard 2173, Hoogwoud 2048, Koedijk 987, Sint-Maarten 1117, Nieuwe Niedorp 1401, Noord-Scharwoude 781, Oude Niedorp 1121, Oudkarspel 998, Oudorp 576, Sint-Pancras 434, Petten 412, Schagen 2786, Schoorl 1190, Terschelling 3085, Texel 6193, Vlieland 730, Warmenhuizen 1151, Wieringen 2136, Winkel 1586, Zuid-Scharwoude 953 en Zijpe 6796. In ieder der genoemde gemeenten was het getal geboorten en sterften, als volgt: Barsingerhorn 90 geb., 47 overl.; Bergen 52 geb., 25 overl.; Broek op Langendijk 26 geb., 14 overl.Callantsoog 15 geb., 16 overl.; Harenkarspel 82 geb., 48 overl,Heer hugowaard 92 geb., 51 overl.; Hoogwoud 68 geb., 26 overl.; Koedijk 47 geb., 19 overl.; Sint-Maarten 40 geb., 23 overl.; Nieuwe Niedorp 52 geb., 40 overl.; Noord-Scharwoude 28 geb., 15 overl.; Oude Niedorp 40 geb., 35 overl.; Oudkarspel 41 geb., 28 overl.; Oudorp 21 geb., 13 overl.; Sint-Pancras 13 geb., 6 overl.; Petten 26 geb., 15 overl.; Schagen 99 geb., 64 overl.; Schoorl 46 geb., 39 overl.; Terschelling 102 geb., 45 overl.; Texel 230 geb., 115 overl.; Vlieland 20 geb., 19 overl.Warmenhuizen 48 geb., 18 overl.; Wieringen 85 geb., 29 overl.; Wieringerwaard 52 geb., 35 overl.; Winkel 44 geb., 22 overl.; Zuid-Scharwoude 42 geb., 23 overl.; Zijpe 272 geb., 169 overl. Amsterdam 8636 geb., 6796 overl.; Haarlem 972 geb., 749 overl.; Helder 711 geb., 340 overl.; Zaandam 329 geb., 321 overl.; Alkmaar 319 geb., 413 overl. De Staat der landverhuizingen in 1869 vermeldt, dat in dat jaar naar buiten 's lands zijn vertrokken uit Amsterdam 52 hoofden van gezinnen en vrijgezellen, niet wie te zamen 36 personen zijn medegegaan, nagenoeg allen begaven zich naar Amerika. Verder vertrokken naar Amerika uit Andijk 4, uit Bovenkarspel 1, uit Enkhuizen 5, uit Haarlemmerliede en Spaarnwoude 1, uit. Haarlemmermeer 9, uit Medemblik 2, uit Nieuwer-Amstel 1, uit Oostzaau 1, uit Opperdoes 1, uit Schoorl 4, uit Sijbekarspel 1, uit Terschelling 26, uit Texel 7, uit Velzen 2, uit Weesp, Wervershoof en Wieringerwaard ieder 1, uit Zaandam 2, uit Zandvoort 1 en uit Zijpe 6 boofdeii van gezinnen of vrijgezellen. Met deze personen, die uit de ge meenten buiten Amsterdam naar Amerika gingen, zijn in het geheel medegegaan 145 vrouwen en kinderen. Eenigen der landverhuizers behoorden tot den arbeidenden en laudbouwstand, van sommigen was het beroep onbekend, men trof daaronder aan 10 zeevarenden en 1 militair. Het getal huwelijken was in de navolgende gemeenten als volgt Barsingerhorn 21, Bergen 7, Broek op Langedijk 9, Callantsoog 4, Harenkarspel 15, Heerhugowaard 14, Hoog woud 14, Koedijk 4, Sint-Maarten 9, Nieuwe Niedorp 24, Oudkarspel 9, Oudorp 6, Sint-Pancras 5, Petten 3, Schagen 14, Schoorl 15, Terschelling 22, Texel 56, Vlieland 9, Warmenhuizen 12, Wieringen 15, Wieringerwaard 14, Winkel 17, Zuid-Scharwoude 11, Zijpe 43. Amsterdam 2150, Haarlem 245, Helder 156, Zaandam 104, Alkmaar 115. Het getal scheidingen tusschen tafel en bed in de geheele provincie bedroeg 16, het getal echtscheidingen 37. In het krankzinnigen-gesticht te Bloemendaal werden op 31 December 1869 verpleegd 348 mannen, 373 vrouwen; totaal 721 personen. Te Amsterdam werden op dien datum nog 127 krank zinnigen verpleegd. Het aantal gevangenen te Hoorn bedroeg 408 personen. Met het oog op de in December te houden volkstelling kwam in eenige gemeenten eene nieuwe wijkverdeeling tot stand, o. a. te Barsingerhorn, dat in 7, Petten, dat in 3, Schagen, dat in 7 en Warmenhuizen, dat in 3 wijken ver deeld werd. HELDER en NIEUWEDIEP, 16 Julij. De vraag: zal het oorlog zijn of vrede in ons wereldeel beheerscht het staatkundig nieuws der jongste dagen en doet de belangstelling, veel minder dan anders het geval zoude zijn, vestigen op de onfeilbaarheids-verklaring des Pausen, door de vaderen van het concilie. Wat zal 'tzijn, vrede of oorlog? die vraag is in de jongste dagen zoo herhaaldelijk gedaan en er is zoo vaak getwist, gegist en... zeker ook gemist, dat wij waarlijk geen moed genoeg bezitten om een bepaald antwoord te geven op die vraag, het aan de allerlaatste berigten overlatende, om over de hangende kwestie meerder licht te verspreiden. Zooveel schijnt intusschen wel zeker te zijn, dat, hoezeer jl. Donderdag ook verzekerd werd, dat Prins Leopold alsnog een begeerig oog op de kroon van Spanje hield geslagen, hij werkelijk heeft afgezien van de candidatuur. Nu zou men billijkerwijze mogen verwachten, dat de vrede dan ongestoord bewaard zoude blijven, doch het vermoeden van velen stelt die verwachting wel zeer te leur. Letten wij slechts op de teekenen des tijds Er is eene partij die oorlog wil, die slechts een voor wendsel zoekt om over den Rijn te kunnen trekken. Tot die partij belmoren de ministeriële bladen, die openlijk een kruistogt tegen Pruissen prediken. Tot die partij moet zelfs Z. M. de Keizer belmoren, van wien men in de salons te Parijs vertelthij moet oorlog hebben, al zou hij zijne vijanden moeten koopen. Tot die partij moet ,/de minister van oorlog vr'excuus van buitenlandsche zaken» (zei Cremieux) belmoren, aan wien men de woorden toe schrijft: ./Reeds lang was de oorlog noodzakelijk, en ik moet thans bekennen, dat Pruissen ons nu daartoe eene overschoone gelegenheid aanbiedt; wij zullen verzoenend tegenover Spanje, maar hard tegenover Pruissen zijn!» Tot die partij moet ook de Keizerin zich rekenen, tot die partij eindelijk ook Ollivier die den olijftak des vredes zwaaijend, door zijn bril verraderlijk naar den laurierboom van den krijg lonkt. Die schoone gelegenheid zou zijn: Pruissen een ultimatum te stellen. Het moet het verdrag van Praag naar geest en naar letter ten uitvoer brengen, en zich verbinden te zorgen dat Leopold nooit of nimmer den troon van Spanje bestijgt. Die eerste eisch is zeker een regtvaardige, maar nu het oogenblikkelijk gevaar voorbij is mag daar geen casus belli van gemaakt worden, 't Is een zaak voor een conferentie of een congres, niet om er een oorlog over te voeren. Dringt Frankrijk op de vervulling van deze eischen aan, zooals het op den anderen eisch heeft aangedrongen, dan zal het Keizerrijk er al den schuld van dragen wanneer er een Europeeschen oorlog komt. Volgens berigt uit Parijs, waren aldaar nieuwe tijdingen bij de regering van haren gezant te Berlijn aangekomen, tengevolge waarvan in het Wetgevend Ligchaam belangrijke mededeelingen zouden geschieden. De Keizer is op weg van de Tuileriën naar St. Cloud met blijken van gehecht heid en ook met oorlogzuchtige kreten begroet. Tot zooverre waren wij genaderd met de zamenstelling van ons overzigt der staatkundige gebeurtenissen van den dag, toen wij de tijding vernamen, dat Frankrijk aan Pruis sen den oorlog heeft verklaard. Oaat met de vermelding van dit berigt de tijding gepaard, dat Engeland, Rusland en Oostenrijk hunne bemiddeling hebben aangeboden; wij hopen van die tusschenkomst het beste, maar vreezen het ergste. Zoo zal dan weder de menschemuoordende krijg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1