1870. N°. 93. Vrijdag 5 Augustus. 28 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. EN HELDERSCHE NIEUWEDIEPER ,,"Wjj huldigen het goede." Verschijnt Dinosdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.66. Prijs der AdvertentiënVan 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Zaturdag den 6 dezer vertrekt, per laatsten trein van den Helder, de West-Indische mail over St. Hazaire. Per laatsten trein van den Weider vertrekt Woensdag den IO dezer over Triest en Donderdag den U dezer over Marseille de mail naar Oost- Indië, China, Japan en Australië. BINNENLAND. HELDER en NIEUWEDIEP, 4 Augustus. Nog wachtende op stellige berigten van veld- of zeeslagen, is het bekende ontwerp-tractaat tusschen Frankrijk en Pruissen het onderwerp van aller gesprekken en beschou wingen. Het is het hoofdonderwerp der onderscheidene dagblad-artikelen. De indruk is algemeen hoogst ongunstig, zoowel ten aanzien van de Pruissische als van de Fransche regering. Die van Pruissen werpt alle schuld van zicli af, door de verzekering, die zij kan geven, dat het ontwerp eene Fransche afkomst verraadt. De publieke opinie oordeelt echter anders. Ondanks de schoone woorden in Bismarck's circulaire, aan de Pruissische gezanten in het buitenland gerigt, voorkomende, heeft men reden om Pruissen niet minder hard te vallen dan Frankrijk. De omstandigheid, dat het Fransche gouvernement zulke voor stellen bij dat te Berlijn durfde te berde brengen, doet genoegzaam uitkomen, dat Keizer Napoleon zich verzekerd hipld daar met die voorslagen aan een goed adres te zijn. Had het Pruissische gouvernement zulke voorstellen terstond met afschuw afgewezen, had het terstond aan Europa kennis gegeven van zulke bedoelingen, slechts door ver overingszucht ingegeven, men zou Pruissen gesteund hebben en de regering van dat land had blijk gegeven van hare welgezindheid. Maar thans, nu zij na 6 jaren van stil zwijgendheid als verklikker optreedt, heeft zij geen reden om op Frankrijk's bedoelingen te smalen, zij, die misschien de kans niet heeft aangedurfd om de kaart van Europa op zoo geweldige wijze te herzien als Napoleon voorsloeg. De Morning Post deelt onder waarborg van echtheid het volgende mede: „In het begin van Junij 1866 begaf zich de Groothertog van Baden naar Berlijn om nog een laatste poging bij den Koning van Pruissen aan te wenden ten gunste van Sleeswijk-Holstein. In het onderhoud tusschen den Groothettog met den Koning had deze laatste gezegd, dat graaf von Bismarck het formele voorstel had gedaan om de valjei van de Saar aan Frankrijk af te staan, maar dat de Koning en de ministerraad zich tegen von Bismarck hadden verklaard." De Morning Post verzekert, dat deze mededeeling berust op een afschrift van de aanteekeningen des Groothertogs van Baden. De regering van ons vaderland heeft maatregelen genomen om des noods de aangenomen onzijdigheid krachtig te hand haven. In veler oog hebben echter die maatregelen zorg verwekt en onrust teweeggebragt. Ter bevordering der zoo noodige kalmte wijzen we op Engeland's houding in de tegenwoordige dagen. Ook daar houdt men zich strikt neutraal tegenover de bestaande verwikkelingen, maar men verzuimt niet zich te wapenen, ten einde in de ure van gevaar, wanneer die mogt komen, gereed te zijn om de onafhankelijkheid des lands te beschermen. Ook daar te lande rust men zich toe als of er een oorlog te wachten ware; onder anderen te Chattam .wordt dag en nacht gewerkt in de arsenalen, waar men torpedo's in gereed heid brengt. De heer Gladstone, Engeland's eerste minister, heeft, zooals reeds gemeld is, op het banket in Mansion-House te Londen het woord gevoerd over de verhouding des lands tegenover de krijgvoerende staten. Hij wees o. a. ook op de wel te wachten beschuldiging als zoude de regering van Groot-Brittannië naar de eene of andere zijde overhellen. De minister vreesde daarvoor echter niet; hij nam zich voor steeds regtvaardig te zijn tegenover beide partijen, in de verwachting dat de regtschapenheid der bedoelingen met ter tijd zouden worden erkend. Nog deed de minister uit komen, dat men in den tegenwoordigen tijd niet meer denkt laten de elkaêr beoorlogende natiën elkander verscheuren; worden zij zwakker, wij worden daardoor te sterker. De kracht en rijkdom van anderen zoo merkt de minister op is ook Engeland's kracht en rijkdom. Aan het slot zijner rede zeide de heer Gladstone, dat hij hoopte dat Engeland gewigt mogt bijzetten aan de stem van mensche- lijkheid en beschaving, wanneer de strijdenden er gewigt aan zouden hechten om de meening der toeschouwers te vernemen. Omtrent de houding der overige onzijdige mogendheden valt het volgende te berigten. Het Journal de St. Peters- bourg verklaart de mededeelingen, dat Rusland een inval in de Donau-Vorstendommen op het oog heeft, voor kwaad willige verzinsels. De Oostenrijksche regering te Pesth zoekt eene strikte onzijdigheid te handhaven. Het gou vernement van Italië doet de troepen aan de Romeinsche grenzen bijeentrekken. Uit Kopenhagen meldt men, dat de hertog de Cadore uit Parijs aldaar is aangekomen, en eene conferentie heeft gehad met den minister van buiten- landsche zaken. Het Journal Officiel du Soir spreekt in zijn wekelijksch overzigt der staatkundige gebeurtenissen over Frankrijk's verhouding tegenover de Zuidduitsche staten en wijst er nog eenmaal op, dat Frankrijk niet aan Duitschland, maar bepaald aan Pruissen den oorlog verklaard heeft. Het Journal betreurt het dat Koning Wilhelm zich laat be- heerschen door een staatsman als den graaf von Bismarck. „De traditionele sympathie van Frankrijk voor de Zuider-staten zal langer duren dan den oorlog", zegt het Journal. „De Keizer wenscht, dat de Germaansche landen vrijelijk beschikken over hun lot; hij wil Duitsch land bevrijden van Pruissen's verdrukking, de regten dei- vorsten in overeenstemming brengen met de wettige wen- schen der volken, en de voortdurende dreigende aanranding van Europa tot staan brengen. Hij wenscht de Deensche nationaliteit tegen een volkomen ondergang behoed te zien, een billijken en duurzamen vrede te verwinnen, gegrond op gematigdheid, billijkheid en regt. „De algemeene gedachte, die de tegenwoordige worsteling beheerscht, zou zijn, dat de oorlog die aanvangt is een oorlog niet uit eerzucht, maar uit zucht om het evenwigt te handhaven, den zwakke tegen den sterke te verdedigen, groot onregt te herstellen en niet te regtvaardigen daden te straffen. „Wij hebben vertrouwen in de openbare nieening; wij wenschen dus, dat Duitschland niet langer dienstbaar zij aan Pruissen's heerschzucht en egoïsmus, maar terngkeere op den weg van wijsheid en voorspoed. „De Duitschers zeiven zullen eindelijk de loyauteit van Frankrijk en zijnen Keizer erkennen." Z. K. H. Prins Hendrik is gisteren met den laatsten trein naar de residentie vertrokken. Gedurende zijn verblijf alhier heeft Z. K. H. de vloot, de forten enz. geïnspecteerd. Burgemeester en Wethouders dezer gemeente en heeren officieren van Land- en Zeemagt, van de dd. Schutterij en het Artillerie-Vrijkorps hebben gisteren voormiddag hunne opwachting bij Z. K. H. gemaakt. Van Zweden zijn alhier dezer dagen aangevoerd een 7tal achterladers van 24 centimeter. Tot comra. der orde van den Nederl. Leeuw is benoemd de heer W. H. Suringar, vice-pres. der commissie van administratie over de gevangenissen te Amsterdam en lid van het hoofdbestuur van het Nederl. Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen. Bij Koninklijk besluit van 17 Junij is goedgekeurd het reglement voor de Vereeniging Nut en Genoegen, opgerigt te Hoorn 22 Augustus 1865. De minister van Oorlog heeft bepaald, dat de troepen zich moeten oefenen in de velddienst, vestingoorlog, militaire marschen en het schieten naar de schijf. De Algemeene Synode der Nederl. Hervormde Kerk, die niettegenstaande de onrust der tijden en het rumoer des oorlogs, hare werkzaamheden gedurende vier weken onaf gebroken heeft voortgezet en geheel ten einde gebragt, is gisteren morgen gesloten. (Het Vaderland.) De 35ste Algemeene Vergadering der Herst. Evang. Luth. Gemeente is gisteren te Amsterdam geopend. Als afgevaardigden zijn onder anderen tegenwoordig de heeren J. H. Heiwig van Enkhuizen, A. Coerengel en J. Fransen van Medemblik, J. H. Sonstral van den Helder en J. H. Schwill van Hoorn. Te Barsingerhorn, Kolhorn en Haringhuizen zal dit jaar de kermis niet worden gehouden. De najaars-kermis te Alkmaar zal aanvangen den 24 Ang. e. k. De heer M. L. van Gemert, tot heden hoofdonder wijzer te Breda, heeft de betrekking van directeur der R. K. jongensscholen te Alkmaar aanvaard. Ten blijke, dat de directiën der zomer-theaters te Amsterdam in deze onrustige dagen bij de keuze der op te voeren stukken de tijdsomstandigheden wel degelijk in aanmerking nemen kan dienen, dat de directie Roobol en Tjasink te Amsterdam tegen gisteren avond annonceerde de opvoering van:- t/Het turfschip van Bredaof de helden moed van Neêrlandszonen in 1590," en tot slot: Garibaldi," (kluchtspel); en dat in van Lier's zomertheater „zum zweiten male" zou worden gegeven: Unruhrige zeiten Men berigt aan de N. Rott. Crt., dat van wege de Haagsche afdeeling van de Nederlandsche Vereeniging het Roode Kruis binnen kort zestien personen van beider geslacht naar het oorlogstooneel vertrekken, om hulp te verleenen aan de gekwetsten. Er zou ook sprake zijn van de oprigting, van wege de Nederlandsche Vereeniging, van een groot hospitaal op Luxemburgsch grondgebied. Men schrijft uit Bodegraven dat, ofschoon verscheidene werklieden wegens dienstpligtigheid opgeroepen zijn, onder scheidene huizen toch hunne voltooijing naderen. Een dertigtal worden reeds onder de kap gebragt. De Paus heeft aan de R. K. school te Utrecht een zilveren kelk geschonken. Men schrijft uit Noordbrabant, dat allerwege, waar onze troepen zich vertoonen, deze als gasten worden ont vangen de soldaten zijn op hunne beurt gevoelig voor de vriendschap, die zij in hunne kwartieren genieten en helpen in hunne ledige uren de boeren den oogst inhalen en met ander landbouwwerk, terwijl uit erkentelijkheid daarvoor de boeren hunne karren en paarden gratis geven om de fourage voor de cavallerie te halen. Geen enkele klagt is noch van de zijde der landbouwers, noch van de zijde der militairen bij de besturen der gemeenten ingekomen. Er zijn tot heden geen zieken. Een paar jaren geleden deserteerde van Breda een lste luitenant der infanterie, in gezelschap van de echtgenoot zijns kapiteins, met wie hij naar België vlugtte en vervolgens, nadat zij van haar man gescheiden was, in den echt trad. Aan de spoorwegen aldaar geplaatst, was hij thans stations chef te Ghiselles. Deze week zich in Holland wagende, om, zoo men zegt, een erfenis te bekomen, werd hij nabij Oudebosch door de aldaar liggende troepen herkend en in arrest genomen. Jl. Maandag werd hij van Breda gevan kelijk naar 's Bosch overgebragt. (Het Vaderland). Voor eenige dagen heeft te Steenbergen eene gehuwde vrouw, 30 jaren oud, kort te voren bevallen, des nachts hare woning verlaten, 's Morgens vond men haar lijk drijvende in een watergang, op verren afstand van hare woning, Jl. Zaturdag sloeg de bliksem in de woning van de wed. Wahlen, in het gehucht Oensel, nabij Beek. De knecht werd door den straal getroffen en op de plaats gedood, terwijl 4 paarden in den stal werden doodgeslagen. Te Kampen is een kind door een dolle kat gebeten, en aan de gevolgen daarvan overleden. Ook te Ijlst is hij de Doopsgezinde gemeente het stemregt voor de beroeping van een predikant niet alleen aan de mannen, maar ook aan de vrouwen, die lidmaat zijn, toegekend. Te Dronrijp heeft de pastoor R. J. de Faber zijn 50jarig priesterschap gevierd. De politie-agent R. Vriesema, te Dantumadeel, die dezer dagen eene som van 2100, door den heer v. Sijtzama verloren, vond en aan den eigenaar terugbragt, werd door dien heer begiftigd met het vrij bewonen van een huis en het gebruik van een tuintje thans bij hem in huur gedurende zijn leven. Wat gedurende de laatste tien jaren te Franekeradeel verbazend is toegenomen, is de vlasbouw. Vóór 1860 meende men, dat slechts enkele stukken lands daarvoor geschikt waren, doch thans ziet men bunders bouwgrond aanéén met dit product bezet, dat als de meest winstgevende door den landbouwenden stand wordt beschouwd. Dit jaar evenwel is het grootendeels mislukt, tengevolge der aan houdende voorjaarsdroogte, waardoor de stengel kort en het zaad onvolgroeid gebleven is. Handel in dit product is er niet. (N. R. Crt.) Een woord van de Goudsche Crt. naar aanleiding van den tegenwoordigen toestand: „Kalmte, vastberaden bedaardheid zij elk aanbevolen, vooral hun, waarop het volk ziet en steunt. De regering ga daarin voor. Dan zal de ongegronde vrees verdwijnen en plaats maken voor rustig zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen Zeker, het zou ons niet kwaad staan, wat meer te ver trouwen op de levenskracht van onze natie, die in den loop der tijden zooveel stormen heeft getrotseerd, zooveel vreemde overheersching en buitenlandsche meesters heeft overleefd. Er schuilt een ongekende kracht in een eigen taal, een eigen historie. Een volk met een eigen taal, eigen zeden, eigen ontwikkeling is een natuurvoortbrengsel, welks kiem niet zoo ligt sterft, het is een boom, welks stam kan worden afgehouwen of verminkt, maar uit den afgesneden tronk spruit een nieuwe loot, die krachtig en sterk wordt als te voren. Onze taal, het kenmerk eener eigen nationa liteit, is ons palladium. Zoo lang die leeft en in eere wordt gehouden, heeft men het krachtigste wapen tegen buiten landsche overheersching, tegen vermoffing zoowel als tegen verfransching." In den Siècle komt een brief uit 's Hage voor, waar-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1