Het besluit der regering tot het in staat van ver
dediging stellen van Parijs had in die stad, maar vooral
in die plaatsen die in de vesting-rayon gelegen waren, een
levendige ongerustheid verwekt. De minister van oorlog
heeft echter bepaald, dat men voor het oogenblik de huizen
binnen den gordel der militaire servituten ongedeerd zou
laten, doch op het eerste teeken zal de slechting met den
meesten spoed plaats hebben. De vestingwal zal men voor
eerst in den toestand laten waarin hij zich thans bevindt.
In 3 dagen en 3 nachten kan men hem in staat stellen den
vijand tegen te houden.
Azamat-Batuk schrijft uit Metz aan de Pa!l Mali
Gazette, dat de Keizer er zeer oud uitziet. Zijn hoofd is
diep tusschen de schouders gezonken, en de groote zware
jas, dien hij steeds draagt, bewijst dat hij zeer angstig is
koude te vatten.
aan het volgende ontleend wordt: //Ik bevind mij op
Nederlandschen bodem, door de volhardende krachtsin
spanning van geslachten en geslachten aan de zee ont
woekerd en door een krachtig en arbeidzaam, door een
kalm en zachtaardig volk, hetwelk roem draagt op zijne
vrijheid en vaderlandsliefde, tegen de woede der golven en
de aanvallen van den vreemde verdedigd. Op dien bodem
vind ik eenige verademing. Van het oogenblik, dat ik de
Belgische grenzen verlaten heb, heb ik aan den Moerdijk,
te Dordrecht, te Botterdam, te 's Hage, te Scheveningen,
waar een frissche zeebries mij tegenwoei, mij onderhouden
met de matrozen van dit groote schip, dat Holland genaamd
wordt. Wat ik verneem, wil ik u mededeelen. Het
Nederlandsche volk is te verstandig, te bedachtzaam, om
eene sentimenteele of eene onbesuisde politiek te volgen.
Het heeft nimmer oorlog gevoerd om een idee. Het heeft
groote en roemrijke overleveringen, die aller harten thans
nog vervullen. Maar zijne historie bewijst, dat het bij de
ondernemingen, die zijn naam vereeuwigd hebben, steeds
geleid is geworden door ééne drijfveer: die van zijn belang.
Wij moeten ons geene illusiën maken. Wanneer Parijsche
dagbladen verzekeren, dat de Nederlanders zich door hunne
sympathie voor Frankrijk welligt zullen laten medeslepen
in den oorlog tegen Pruissen, dan bedriegen deze bladen
zich zeer. Het eenige gevoel, waardoor de Nederlandsche
natie zich in hare politiek laat leiden, is het gevoel van
vaderlandsliefde. Zij wil onafhankelijk blijven. Indien een
inval op den geboortegrond plaats had, dan zou zij dien
verdedigenzij zou, zoolang ze nog één soldaat en één
geweer had, strijden, om den indringer, onverschillig wie
hij zijn mogt, terug te drijven. De handhaving harer
nationaliteit is het eenige doel, dat zij voor oogen heeft.
De eigen nationaliteit is den Nederlanders te dierbaarder,
naardien de verdediging daarvan hunne voorvaderen zooveel
bloed heeft gekost. Allen op dezen bodem herinneren zich
het hagchelijk oogenblik, toen de groote Zwijger, ten einde
raad, op de gedachte kwam, om de dijken door te steken,
den grond aan de golven prijs te geven, en elders een nieuw
vaderland op te zoeken. De schrijver herinnert aan
hetgeen sedert 1866 is gebeurd en op het schrijven van
sommige Pruissische dagbladen, die begeerige blikken op
Nederland sloegen en daarom op de eenheid van oorsprong
wezen. Dit heeft de natie gegriefd. Maar wie om die
reden gelooft, dat Nederland zich thans voor Frankrijk zal
verklaren, zou dwalen. De onzijdigheid is in Nederland
de eenige rigtsnoer, onverschillig naar welke zijde de
sympathie mogt overhellen. Buitendien mag men niet
vergeten, dat de Fransche heerschappij, het kontinentaal-
stelsel van Napoleon I, het verlies van de Kaap en van
andere koloniën, kortom, rampen van allerlei aard, die het
land getroffen hébben, in weerwil van den goeden wil van
Koning Lodewijk, dat dit alles noodlottige herinneringen,
die een halve eeuw nog niet volledig heeft kunnen uit-
wisschen, heeft achtergelaten. Die herinneringen en de
worsteling tegen Spanje, onderhouden als een heilig vuur
de liefde voor de onafhankelijkheid, die ten naauwste ver
bonden is aan het Huis van Oranje. De naam Oranje is
een banier. De Nederlanders zullen zich naar geen van
beide kanten laten medeslepen; noch door bedreiging, noch
door vleijerij. Zij willen onzijdig blijven, en zullen, des-
gevorderd, krachtdadig de integriteit van hun grondgebied
verdedigen. Mogten zij eenige sympathie aan den dag
leggen, dan zal het voor België zijn. Tot staving hiervan
beroept de schr. zich op een artikel van den hoogleeraar
Vreede in het Utr. Dagbl., waarin deze uiteen zette, dat
Nederland een groot belang heeft bij Belgie's onafhankelijk
bestaan.
De admiraal sir G. K. Sartorius publiceerde dezer
dagen in den Times een brief over het manoeuvreren met
zeeschepen. De admiraal staat daarin het beginsel voor,
dat de rammen in de toekomstige maritieme gevechten de
hoofdrol zullen spelen. In plaats dat hij de pantserschepen
beschouwt als drijvende en zwaar gewapende forten, ver
langt hij dat de ramschepen met grooten spoed op het
vijandelijk vaartuig zullen inloopen om het te doen zinken.
De admiraal is dan ook van oordeel dat wie de hechtste
en snelvarendste ramschepen bezit, zeer stellig de over
winning moet behalen. De Times is het met dit gevoelen
niet eens. Het blad meent, dat de vijandelijke schepen
doer snelle bewegingen den schok in de meeste gevallen
kunnen ontwijken. Het stelt dus oneindig meer vertrouwen
in de zware kanonnen, wier kogels een verschrikkelijk
effect uitoefenen op de schepen van den vijand.
Multatuli verzekert de Nederlanders, in eene adver
tentie in de Haarl. Ct., dat er begeerige oogen op ons
land gerigt zijn en... dat de handhaving onzer neutraliteit,
waarmede sommigen zich nog altijd schijnen te vleijen, een
onmogelijkheid is.
- In de Opregte Haarl. Courant van gisteren wordt
op een Secretarie in Overijssel gevraagd //een klerk, liefst
een gepensioneerd, gehuwd persoon." Wordt hier bedoeld een
weduwnaar, die als zoodanig pensioen geniet? Wie 't weet
moet het zeggen!
Te Parijs dineerde dezer dagen een heer in een res
tauratie en vond den visch niet naar zijn smaak. //Jan,"
riep hij den bediende toe, //hoe maakt men tegenwoordig
den Kijn-karper toe." Jan verstond in plaats van Bij n-
karper, Bijn-kaart, en gaf dadelijk ten antwoord//Mijnheer,
men neemt een goede hoeveelheid ehassepot, mitrailleuse,
kanonneerbooten en een driekleurige vlag, en discht vooral
warm op."
Een soldaat had van zijn broeder een tienfranckstuk
ontvangen, om zich daarvoor in het veld eenige versnape
ringen te koopen. De milde broeder ontving eenige dagen
later vijf franck terug, met het volgende schrijven //Ik
zend u de helft terug van hetgeen gij mij hebt toegezonden.
Ik sta op voorpost, en dientengevolge word ik zeker dood
geschoten. Ik zal geen tijd hebben om meer dan vijf francs
te verteeren."
//Wat achterlaad-geweer!riep een schipper, oud-
vrijwilliger van 1830, dezer dagen de passagiers in de roef
toe, wie een jong artillerie-luitenantje met hoogst belangrijke
beschouwingen over den oorlog onderhield. //Zijn dat sol
daten tegenwoordig. In '30 dacht men er niet aan om zijn
geweer achter te laten.
De echtgenooten X. geraakten bij een gesprek over
den oorlog in zoo'n hooge mate van opgewondenheid, dat
ze handgemeen werden, waarbij door den man aan zijn
dierbare wederhelft een messteek in den rug werd toege-
bragt. Men zegt dat door dit snijdend bewijs de levens
draad der vrouw is afgesneden.
Wie den Franschen soldaat kent zal het met ons eens
zijn, dat niemand vrolijker in het veld kan zijn dan hij.
Een infanterist strekte een der oorlogs-verslaggevers bij Metz
tot leidsman.
z/Daar is nu mijn bed," sprak de soldaat, terwijl hij op
een gat wees, dat hij in den grond gegraven had.
z/En kunt ge daarin nu goed slapen?"
//Goed slapen? Wel mijnheer, 's morgens kan ik niet
uit de veêren komen!»
De kloppingen van het hart. Men telt in het
algemeen bij den volwassen mensch van 65 tot 75 zamen-
trekkingen of zoogenaamde kloppingen van het hart in de
minuut. Bij kinderen klopt het hart veel sneller. Bij vogels
klopt het ongeveer 140 maal en bij de visschen niet meer
dan 20 tot 24 maal in de minuut. Hoe hooger de mensch
op bergen of in een luchtballon komt, des te sneller klopt
zijn hart; men heeft waargenomen dat het op eene hoogte
van 4000 meters boven den zeespiegel 110 kloppingen doet
in de minuut.
- Men leest in een New-Yorksch blad de volgende
advertentie
//Het mooiste meisje uit New-York. Mejufvr. K.,
wier gedistingeerd uiterlijk en beeldige teint de bewondering
van onze hooge kringen uitmaakt, had vroeger een bleek,
vaalkleurig gelaat, met ruw vel en vol zomersproeten.
Gelukkig ried men haar het gebruik aan van Hagan's
Magnolia Balsem, en haar uiterlijk is thans even betoo-
verend als hare manieren.»
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De kapt. W. Behaard Lormier, van het 7de reg. infanterie, is
op pensioen gesteld.
Met ingang van den 1 dezer zijn de off. van adm. 1ste kl. R.
A. W. Jacobze en C. J. S. Court, en de off. van adm. 2de kl. B.
L. van Daalen Wetters, de eerste en laatste op hun verzoek, wegens
ongeschiktheid voor de militaire dienst, tengevolge van in en door
de dienst ontstane ligchaamsgebreken, de tweede, wegens langdurige
dienst, op pensioen gesteld, onder toekenning aan den laatstgenoemden
van den titulairen rang van off. van adm. 1ste kl.
Bevorderd zijn tot off. van adm. 1ste kl. de off. van adm. 2de kl.
W. F. Gouwe, G. H. C. van Nuijs, W. H. F. Yogel, J. F. J.
Mahieu, A. J. Looijen, C. C. M. Bervoets en A. L. Thierens
tot off. van adm. 2de kl. de off. van adm. 3de kl. F. A. Frederiks,
J. A. H. Huart en F. Bamberg; tot off. van adm. 3de kl. de
adj.-adm. J. L. Kroese, D. J. van Oosterzee, H. C. D. van de Yen,
M. C. Hazenberg, J. C. Kluit, B. Janse, P. Gallas, J. Yasseur en
J. A. Sonnenberg.
De adj.-adm. A. de Leef, thans dienende in Oost-Indië, zal met
behoud van zijne tegenwoordige standplaats in het corps off. van
adm., tot off. van adm. 3de kl. worden benoemd, nadat hij, na
zijne terugkomst in Nederland, het examen in zijnen tegenwoor-
digen rang voldoende heeft afgelegd.
B U T E IV L A N D.
België.
De noorder citadel van Antwerpen is thans, volgens
den Precurseur, met een vijfhonderdtal stukken geschut
gewapend.
F r a n k r ij k.
De Keizer is op het denkbeeld gekomen de chako af
te schaffen, hetgeen bij de tegenwoordige warmte aan de
troepen zeer te stade zal komen. Binnen eenige dagen
zal die maatregel reeds geheel in werking zijn getreden.
Een dagblad verhaalt de volgende episode omtrent
het verblijf van den Kroonprins te Metz. Terwijl eene
volksmenigte voor de binnenplaats der prefectuur stond,
om den keizerlijken Prins te zien, die voor de deur
wandelde, verscheen een eenvoudig grenadier der garde
aan den ingang. //Men mag hier niet door," voegde de
portier hem toe. </Ik ben de oppasser van Z. Hoogheid,"
antwoordde de grenadier. Op hetzelfde oogenblik wierp
de jonge Prins zich in de armen van den grenadier. De
menigte riep: //Bravo!» ziende hoe vriendschappelijk de
troonopvolger een eenvoudig soldaat omhelsde. Deze grena
dier was de jonge Espinasse, een der trouwe makkers van
den Prins.
Het Fransche leger zal ook gebruik maken van een
versterkten spoortrein. Deze zal aldus zamengesteld zijn
Een zeer zware en zeer sterke wagen met 18 wielen en
bedekt met ijzeren platen van 8 centim. dikte. De platen
ziin ongeveer 6 voet hoog en vormen een soort van prisma
dat den vloer van den wagen tot basis heeft. Aan ieder
der vier hoeken bevindt zich een stuk geschut, dat met
kabels vastgebonden is op een affuit, evenals op de oorlog
schepen. Overigens bevinden kanonniers, kanonnen, amu-
nutie, proviand, enz. zich even als daar volkomen beschut.
Zulk een wagen nu wordt vóór de locomotief geplaatst die
hem dus voortstuwt in plaats van, even als het overige
gedeelte van den trein, getrokken te worden. Bovendien
wordt nog een dergelijke wagen achter den laatsten waggon
geplaatst. De geheele trein is dus tusschen vuurmonden
geplaatst, die ieder oogenblik en in alle rigtingen hunne
projectielen kunnen werpen.
Ook zijn er hospitaal-waggons uitgedacht. Dit zijn
goederen-waggons, die zoodanig ingerigt zijn, dat zij de
gekwetsten kunnen opnemen. De inrigting is zeer eenvoudig
en gemakkelijk; ieder rijtuig bevat 21 hangmatten, die in
drie rijen boven elkander geplaatst zijn. Door dit stelsel
zal den gewonden het schokken grootendeels gespaard
worden.
Op 1 Julij 15 dagen vóór de oorlog verklaard
werd waren de uitgestrekte magazijnen van kleeding en
uitrusting voor het leger, gelegen op de Quai d'Orsay te
Parijs, overvol. De gezamenlijke daar berustende voorwerpen
voor het leger vertegenwoordigden een kapitaal van meer
dan 20 millioen gulden. Er waren daar o a. 3 millioen
meter laken, driehonderd duizend beddedekens, 2 millioen
vierhonderd duizend paar schoenen, voorwerpen voor het
toilet en de tafel, ransels, patroontasschen, chaco's, gemaakte
jassen en hemden, tenten, veldflesschen, zadels, halsters,
strengen en teugels, enz.
Men wist ten slotte niet meer waar men alles bergen
zou zonder achterdocht te verwekken. Op het eerste teeken
van naderende vijandelijkheden begon dan ook het leeghalen
der magazijnen. Bij honderden wagens en kisten vervoerde
men eiken dag van de Quai d'Orsay naar den spoorweg,
hetgeen de uitrusting, kleeding en het kampement der
troepen eischten.
Te Parijs zijn de aanstalten voor de feestelijke viering
van den Napoleonsdag (15 Aug.) afgezegd en gestaakt.
Het Parijsche dagblad le Centre Gauche bevat schrik
verwekkende mededeelingen over de geheime vernielings
werktuigen, waarover Frankrijk beschikt, Chassepot's,
mitrailleuse's en nytro-glycerinebommen halen nog niet bij
de Chinesche stinkpotten uit de fabriek Petin-Gaudet. Zij
zijn zoo groot als een schoorsteen van een stoomboot, loopen
kogelvormig toe en worden midden in een regement geworpen.
//Waarschijnlijk komen niet alle soldaten van dat regement
om," zegt het blad, //maar velen zal het gaan als de schoone
slaapster in het boschzij zullen geruimen tijd bewusteloos
blijven."
In het Parijsche blad le Volontaire leest men het
volgende artikel: «/Op het slagveld hecht men met reden
veel gewigt aan het aantal schoten, hetwelk in een gegeven
tijdsbestek gelost kunnen worden. Het is bewezen, dat
gedurende hetzelfde tijdsverloop, waarin het chassepot-
geweer negen kogels 900 ellen ver brengt, door het
Pruissische naaldgeweer slechts 5| kogel 500 el ver
worden geschoten. De verhouding is derhalve 18 11.
De voorname oorzaak der mindere voortreffelijkheid van
het laatste wapen is de bekende eigenschap daarvan, dat
het na een korten tijd gebruikt te zijn gaat gloeijen.
Jl. Zondag is Versailles aan eene noodlottige gebeur
tenis ontkomen door den heldenmoed van eenige zonen
van het Fransche leger. Het garnizoen heeft de stad bijna
geheel verlaten; slechts weinige officieren en manschappen
bevinden zich nog daar, om de bergplaats van kruid,
bommen, projectielen, enz. te bewaken. De officieren
waren bij elkander gezeten, toen een schildwacht, ontsteld
kwam mededeelen dat een kruidkist, te midden van al het
oorlogsmateriël, vlam had gevat. Zonder zich een oogen
blik te bezinnen, ijlden al de officieren er heen, namen de
kist uit de gevaarlijke omgeving weg en droegen ze naar
een paardenwed, waarin ze, onder het gejuich der bevol
king geworpen werd. Nog eenige minuten wachtens waren
noodig geweest, om Versailles voor een. zeer groot gedeelte
in de lucht te doen springen. De oorzaak is onbekend.
Men meldt het vertrek van dr. Nélaton naar het
hoofdkwartier, waar hij ontboden is om de dienst der
ambulances te organiseeren.
Men verzekert dat de Amerikaansche generaals Lee
en Beauregard, die gedurende den Amerikaanschen oorlog
hunne namen bekend hebben gemaakt, hun degen ter
beschikking van Frankrijk hebben gesteld.
Mevr. Goudchaux, weduwe van den oud-minister
onder de republiek van 1848, heeft zich aangeboden om
de gekwetste soldaten op het slagveld te verplegen.
Bochefort, die met 8 dezer, het einde der hem
laatstelijk opgelegde gevangenisstraf, weder op vrije voeten
dacht te zullen komen, heeft, volgens den Gaulois, aan
zegging ontvangen, dat hij alsdan nog vier maanden ge
vangenisstraf, hem vroeger opgelegd bij een vonnis aan
welks uitvoer hij zich door uitlandigheid onttrokken had, zal
moeten ondergaan.
Offenbach, een geboren Keulenaar, de bekende
Parijsche componist, die toch al niet goed aangeschreven
stond bij zijne landslieden, heeft volgens een Parijsche
correspondentie, openlijk voor Frankrijk partij getrokken
en een nieuw Fransch krijgslied«Dieu garde 1'Empereur»
gecomponeerd. Het is hem vooreerst niet geraden een
bezoek aan zijn vaderstad te brengen.
Engeland.
Verleden Zaturdag is het eereburgerschap van d«
stad Londen den heer de Lesseps aangeboden, en de acte
daarvan in eene gouden doos van groote waarde hem door
het stedelijk bestuur met staatsie overhandigd.
Veertig effecten-firma's hebben sedert de paniek en
de voortdurende daling, te Londen hunne betalingen
gestaakt.
Walter Miller, onlangs ter dood veroordeeld wegens
het vermoorden van den emeritus-predikant Heulin en diens
huishoudster Anne Boss, in de Chelsee-wijk te Londen, is
jl. Maandag in de gevangenis van Newgate geëxecuteerd.