BUITENLAND. die geheel de bevolking bezielt. Wapens! wapenszoo roept het volk. Geheel vrijwillig dringen de burgers er op aan, dat zij terstond tot versterking van het leger mogen worden aangewezen. Volgens deze berigten, dan wekt de lezing der tijdingen van de geledene verliezen hoe langs hoe meer vaderlandsliefde op en heerscht er bestendig de schoonste overeenstemming tusschen de regering en de bevolking. Het Journal Officiel du Soir behelst eene beschou wing van den toestand des oogenbliks, waarvan de aanhef aldus luidt: ,/Er komen in het leven der volken plegtige en beslissende uren voor, waarin God hun de gelegenheid schenkt om te toonen wat zij zijn en wat zij kunnen. Dat oogenblik is thans voor Frankrijk aange broken. Men heeft meermalen beweerd, dat onze groote natie wel onverschrokken en zegevierend in het aanvallen, maar niet tegen de rampspoeden des oorlogs bestand was. Hetgeen wij thans zien gebeuren, logenstraft dien laster. De tegenwoordige houding der bevolking getuigt geenszins van moedeloosheid, maar van eene vaderlandslievende en verhevene woede tegen de aanranders van Frankrijk, waarin deze hun graf zullen vinden. Alle Franschen zullen als één man opstaan, gedachtig aan het voor- en nageslacht. Achter hen staan eeuwen van roem; vóór hen ligt eene toekomst, welke hun heldenmoed vrij en ruagtig moet maken. Nooit was ons vaderland beter bereid om blijken van toewijding en zelfopoffering te geven; nooit spreidde het de veerkracht en de fierheid van het volkskarakter op eene indrukwekkender en grootscher wijze ten toon. Het roept vol geestdrift uit: Op! te wapen! Zijne spreuk is: ysterven of overwinnen!» Het regeringsorgaan zegt ver volgens, dat, terwijl Frankrijk zich wapent, Europa met bezorgdheid overweegt, hoe ver de eerzucht van Pruissen gaan zou, ingeval die mogendheid eene volledige over winning mogt behalen. Het somt op nieuw de verovering zuchtige bedoelingen op, welke door de officiële en officieuse Fransche organen in den laatsten tijd herhaaldelijk aan de Pruissische regering zijn toegeschreven en die zich niet enkel tot Duitschland bepalen, maar tot de Scandinavische rijken, tot Nederland, enz. zouden uitstrekken, en betoogt, dat niet slechts die staten, maar ook Rusland, Engeland, Oostenrijk en Italië alle reden hebben om tegen Pruissen en zijne staatkunde op hunne hoede te zijn en zich gedrongen moeten gevoelen om, hetzij door bondgenootschappen, hetzij door het schenken van de volledigste sympathie aan Frankrijk, met dat rijk gemeene zaak te maken, ten einde het door Pruissen zoozeer bedreigde Europesche evenwigt te redden. Reeds doen er zich, meent het officiële orgaan, verblijdende verschijnselen in dit opzigt voor. Engeland heeft zich voldaan verklaard door de stellige en opregte verzekeringen van Frankrijk, omtrent de eerbiediging van België's onzijdig heid; en het zal Frankrijk's noordelijke grenzen dekken door België's onzijdigheid, zoo noodig, op Belgischen bodem te komen verdedigen; Zweden, Noorwegen en Denemarken tintelen van vaderlandsche geestdrift; Rusland bejegent den Franschen gezant met groote onderscheiding, en zijne organen laten zich ongunstig over Pruissen uit; de Oosten- rijksche dagbladen, eerst niet zonder sympathie voor von Bismarck, volgen thans den stroom der openbare meening daar te lande; de verschillende Souvereinen en regeringen dier rijken en van Italië leggen meer en meer bevredigende gezindheden aan den dag. Oostenrijk en Italië wapenen zieh krachtig; en het oogenblik schijnt niet meer ver af, waarop Pruissen van die zijde op de ernstigste moeijelijk- heden zal stuiten. yOnze diplomatie (zegt het Journal ten slotte) zal niet minder bedrijvig zijn dan ons leger. Frankrijk spant zich tot het uiterste in. VertrouwenVertrouwen Onze vaderlandsliefde is op de hoogte van alle gevaren. Hoe ernstiger de omstandigheden zijn, des te grooter zal de nationale veerkracht wezen. Alle verdeeldheden verdwijnen. De Fransche pers geeft eenstemmig aan de meest practische, aan de edelste denkbeelden lucht. Senaat en Wetgevend Ligchaam zullen ons leger nieuwe krachten toevoegenen het Frankrijk van 1870 zal aan de volken van Europa toonen, dat wij niet ontaard zijn!" In het Britsche Lagerhuis heeft de heer Gladstone mede gedeeld, wat dfe Engelsche regering ter bescherming van België's grondgebied heeft gedaan. Indien een leger van een der oorlogvoerende mogendheden het Belgische grond gebied mogt schenden, zal dit door Engeland en de andere oorlogvoerende mogendheid gewapenderhand worden be schermd. Daarbij is opgenomen het uitdrukkelijk beding, dat Engeland niet gedwongen kan worden om aan de algemeene operatiën van den oorlog deel te nemen. Deze verbindtenis van Engeland is den 30 Julij 11. aan Frankrijk en aan Pruissen, aan elk afzonderlijk, voorgesteld. Beiden hebben het aangenomen. Bij de kabinetten van St. Petersburg en Weenen is het gunstig ontvangen. De dagbladen, te Londen verschijnende, brengen lof aan het tractaat, dat België's neutraliteit ten volle bevestigt en verzekert. Aan een particulier schrijven uit Dover van den 9 Aug. ontleenen we het volgende: //De Texelsche loods- kotter, schipper C. Griek, kruisende op de hoogte van Dungeness, ontwaarde in den vroegen morgen van dien dag een driemast ijzer Engelsch schip, waarvan om de kotter werd geseind. Schipper Griek gaf terstond de noodige bevelen, waarop men, ondanks de holle zee, tot in de nabijheid van genoemd schip kwam; na te zijn overgeroeid, ver nam men dat het schip in dien afgeloopen nacht in aanzeiling was geweest met het Nederlandsche barkschip Maximiliaan, kapt. Schil, dat onmiddelijk na de botsing was gezonken. De equipage, 12 man sterk, benevens 29 militairen, hadden allen nog gelegenheid en tegenwoordigheid van geest genoeg om op het Engelsche schip over te springen. Eene zich op de Maximiliaan bevindende vrouw kwam met haar kind van 6 jaar en nog eene andere passagier, jammerlijk in de golven om. De loods van het gezonken? schip, A. Klok genaamd, bevond zich tot het laatste oogenblik aan boord, en werd niet dan met zeer veel inspanning en moeite gered. De aanzeiling had plaats op de hoogte van Folkstone, den 9 Aug. 's nachts ten 2 ure. De toestand, waarin de schipbreukelingen zich bevonden, toen zij door de loodskotter werden overgenomen, was ellendig; geheel barrevoets, blootshoofd en sommigen geheel naakt. Schipper Griek droeg met zijne bemanning evenwel veel zorg voor de ongelukkigendeze gaf een broek, gene een jas, een derde weêr een ander kleedingstuk, 'enz., zoo dat de garderobe der manschappen totaal werd uitgeput. Op de meest heusche wijze werden de schipbreukelingen verder aan boord van de kotter verpleegd, eu geheel ver kwikt in welvarenden toestand te Dover aan wal gebragt." Den 27 dezer zullen alhier aan boord van de schooner- brik Catharina, kapt. G. S. Bakker, scheepgaan 60 mili tairen, bestemd naar Suriname. Wij maken onze lezers opmerkzaam op de hierachter voorkomende advertentie, waarin een goedkoope pleizier- vaart wordt aangekondigd. De prijs der Retourbilletten voor een uitstapje van hier naar Alkmaar en terug is buitengewoon laag, en zal zeker zeer velen aansporen tot een togtjenaar Alkmaar's omstreken en naar het kamp te Bergen. Naar het Dagblad verneemt, hebben de ministers van Marine en van Oorlog respectievelijk aan de heeren de Casembroot en Nierstrasz en de Roo van Alderwerelt, leden der Tweede Kamer, te kennen gegeven, dat van hun vaderlandslievend aanbod, om weder in actieve militaire dienst te treden, vooralsnog geen gebruik zal worden gemaakt. Door de schippers J. en M. de Waard zijn jl. Maandag op hunne reis naar Wieringen, bij harden N. O. wind, in den Balg, een schipper met een paar vrouwen aan boord, die met zijn schuitje, ondanks zijn vlijtig pompen, in zin kenden toestand verkeerde, van een zeer waarschijnlijken dood gered. De menschen werden bij schipper de Waard aan boord genomen en de schuit op sleeptouw, bijna vol water, te Wieringen aangebragt. Eergisteren is de jaarlijksche algemeene vergadering der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, in de Doops gezinde kerk te Amsterdam geopend. De hoogleeraar Opzoomer, daartoe door het hoofdbestuur uitgenoodigd, vervulde de functie van voorzitter en opende de vergadering met eene rede, waarin hij herinnerde aan den grooten strijd, het vorig jaar gestreden voor de vrije school en wees op de tegenwoordige tijdsomstandigheden en op hetgeen die maatschappij op het gebied van onderwijs en maatschappelijk leven werkt en wil, waardoor eene betere toekomst wordt voorbereid. 225 departementen waren ter vergadering ver tegenwoordigd. Uit het verslag bleek, dat het aantal leden thans 14439 is, in 309 departementen. De rekening sluit met een batig saldo van ƒ52,000, en het quotum voor ieder lid bedraagt ƒ1.55. Tot leden van het hoofdbestuur werden gekozen de hh. Mr. T. M. C. Modderman, Mr. G. van Tienhoven en H. F. R. Hubrecht. Met 459 tegen 179 stemmen is besloten om den wensch uit te spreken, dat er overal voldoende gelegenheid voor veelvuldige ontwikkeling van overheidswege ook aan de vrouw verstrekt wordebij acclamatie, om aan de regering te verzoeken, inrigtingen voor middelbaar onderwijs voor meisjes in het leven te willen roepen. Laten de tijdsomstandigheden op alle takken van handel en nijverheid hun invloed voelen, vooral is dit te Amsterdam merkbaar op den wekelijkschen verkoop van onroerende goederen. Weldra zullen de veilingen geheel ophouden, want na den 22 dezer is niets meer aangeslagen, iets wat zich sedert jaren niet heeft voorgedaan. Een 16jarige knaap te Leiden heeft een paard geplaagd en is door het dier doodgetrapt. Aan de Leidsche Gt. wordt uit Leiderdorp gemeld, dat de varkensziekte in die gemeente weder uitgebroken is. De schade is des te aanzienlijker, daar de varkens meestal door den minderen stand worden gehouden. Een Pruis, Schmidts genaamd, oud 42 jaar, en sedert Mei te Monster als kleermakersgezel werkzaam, werd de vorige week opgeroepen, om voor de vierde maal voor zijn vaderland ten strijde te trekken. Heel Monster droeg er kennis van, want Schmidts vloog door het dorp onder den indruk van geestdrift voor zijn land en vriendschap voor de dorpelingen. Ongekunsteld opgewonden verklaarde hij in gebroken Hollandsch en met mannelijke tranen in de oogen, dat hij er niet aan dacht de pet in de oogen te trekken (zich schuil te houden) maar, wanneer hij ooit tegen de Hollanders moest vechten, dat hij dan het ge weer zou wegwerpen, en dat hij na afloop van den oorlog weer dadelijk terugkwam, wanneer hij er den kop maar afbragt. Aan de Loosduinsche brug riep hij tot afscheid: ylk ben overal geweest, maar Holland boven!" JI. Maandag nacht, omstreeks half drie ure, ontstond brand in eene houten loods, in de Houtlaan te Rotterdam. Al spoedig sloegen de vlammen over op een der neven staande groote pakhuizen, waarin suiker, thee en palmolie geborgen waren. Dat pakhuis en het daarop volgende zijn afgebrand. De veroorzaakte schade moet zeer aanzienlijk zijn; men spreekt van 2 millioen gulden. Bij het instorten van een der buitenmuren kwam deze in aanraking met een dak, waarop eenige brandspuitgasten zaten, waarvan vijf meer of minder ernstig gekwetst werden. De pettenfabriekant J. de Bont en diens echtgenoote te Tilburg mogten zich den 2 dezer verheugen in de ge boorte van eene dochter; doch wat tot eene zeldzaamheid behoort is, dat in hetzelfde huis op denzelfden dag en van dezelfde ouders, twee zoons, een in 1865 en een in 1867, het eerste levenslicht aanschouwden, zoodat dit huisgezin het volgend jaar op 2 Aug. met drie verjaarlingen op één dag hoopt vereerd te zijn. De gemeente Geertruidenberg dringt bij de regeering aan, de inundatie, die voor die gemeente inzonderheid met ontzaggelijke schade gepaard zou gaan, alleen in uitersten nood ten uitvoer te leggen. In de Maas bij Heusden is een infanterist bij het zwemmen verdronken. Dat zijn er van 't jaar reeds velen! Ofschoon het paard ongetwijfeld tot de nuttigste huisdieren behoort, is het niet alleen de aanleiding tot velerlei ongelukken bij het gebruik, door een wild en ontembaar karakter, maar soms ook zeer gevaarlijk door zijne boosaardigheid. Van die boosaardigheid is hier dezer dagen een werk zaam, oppassend huisvader, met name Berend Mooibroek, in dienst bij den landbouwer E. Tonkes, te Meeden, op ruim vijftigjarigen leeftijd het slagtoffer geworden. Bezig zijnde de paarden in den stal brood te voederen, liet een wegens zijne woestheid bekende ruin een stuk op den grond vallen, hetwelk M. oprapen wilde. Naauwlijks echter had hij zich voorover gebogen, of het paard begon met de voor- en achterpooten zoo verschrikkelijk te slaan en te stampen, dat M. als het ware weerloos aan de woede was overgeleverd en het te verwonderen is, dat hij levend onder zijne hoeven mogt wegkomen. Het slaan en schoppen van het verwoede dier hield niet op en de onge lukkige, onder het paard doorgekomen, werd nog met de achterpooten op eene vreeselijke wijze toegetakeld, zonder dat een der toegeschoten omstanders een hand tot redding kon uitsteken. Ofschoon dadelijk heel- en geneeskundige hulp werd ingeroepen, is de man na een hoogst smartvol lijden van twee dagen bezweken. (A.D. v. N.) Men deelt uit Oostellingwerf mede, dat een land bouwer te Fochteloo-een jongen koekoek uit een bouwmans- (wipstaartjes-) nest heeft gehaald. In eene kooi buiten 's huis geplaatst, wordt de jonge koekoek thans door musschen gevoed. Te Maastricht overleed jl. Zaturdag in den ouderdom van ruim 90 jaren, de heer A. G. E. van Panhuys, ridder der Militaire Willemsorde, gepensioneerd luitenant-kolonel van den generalen staf. Aangekomen schepen te Batavia vóór 22 JulijFer- dinand Louis, Haemstede, Honigbij en Jan van Brakel. Vertrokken: Bezoekie, Fop Smit, Maasnijmph, Neder land en Utrecht. De regering van den Noordduitschen Bond heeft de doorvoer van steenkolen van Kerkrade naar Maastricht over Duitsch grondgebied vergund. De Russische grootvorst Alexis, zoon van Keizer Alexander II, is voornemens Nova-Zembla te bezoeken. Frankrijk. De beteekenis schetsende van de nederlagen, door het Fransche leger tot nogtoe geleden, zegt de Figaro //De zuivere waarheid is zelfs onze vijanden hebben het erkend dat de magt van het getal, die aan Pruissen de eerste voordeelen heeft geschonken, nogtans met belang rijke verliezen werd gekocht. In die moorddadige ont moetingen hebben onze soldaten met leeuwenmoed gevochten nimmer hebben zij zich degelijker gedragen; nooit hebben zij misschien schitterender getoond de dapperste soldaten der wereld te zijn. Morgen zal misschien een groote veldslag geleverd worden. Van onze zeven legercorpsen, zijn er vijf nog niet in het vuur geweest; en onder die 250,000 man vindt men de keur onzer strijdkrachten, onze onverschrokken legioenen uit Afrika, die regimenten, die twintig malen de overwinning behaalden, die voor Sebastopol, bij Magenta, bij Solferino bewijzen van krijgskennis en moed gaven.» De vuurdoop, dien de Keizer der Franschen zijn zoon heeft laten ondergaan, is thans, zegt de Daily Telegraph, tot schrik van geheel Europa geworden. Frankrijk heeft twee slagen verlorenParijs is in staat van beleg verklaard. Het blad gaat den stand der beide legers na en zegt verder o. a.yMen moet echter in alle menschelijke zaken veel aan het toeval toeschrijven. Het is toeval, dat al de plannen van den Keizer mislukt zijn, en dat bij het begin van den veldtogt alle plannen van den Keizer zijn omvergeworpen. Hij sprak de waarheid toen hij verklaarde, dat hij voor dezen oorlog niet gereed was. De Fransche taktiek van aanvallen en verdedigen is het, die Napoleon geruïneerd heeft. Hij had dadelijk in Duitschland moeten vallen. Hij wenschte en begeerde vooruit te trekken, maar toen de legers op de grenzen hunne stellingen innamen, bleek het dat de toestand waarin de levensmiddelen verkeerden hem belette zijn leger verder te doen vooruit gaan Het vleesch was bedorven en het brood muf, en nieuwe aan voeren moesten worden gereed gemaakt en naar de grenzen gebragt. Duitschland mobiliseerde gedurende dien tijd. Nacht en dag, dag en nacht zond het zijne manschappen naar den Rijn, en spoedig is zijne legermagt grooter dan die van den Keizer.» Na verder den toestand van het oogenblik te hebben besproken, eindigt het blad aldus: //Een onverwacht succes misschien kan Napoleon redden; het Sadowa van den veldtogt moet nog gestreden worden; misschien onder de wallen van Metz. Maar de beste voor deelen zijn verloren de Keizer moet een terugtrekkenden veldslag leverenzijne mitrailleuses en chassepots hebben niets uitgerigt; zijn generaals zijn uitgemanoeuvreerd De Univers weet wel, dat het gebed niet altijd de overwinning beslist, maar gelooft toch, dat het den Franschen strijders welligt beter zou zijn gegaan, indien het leger, even als de ten strijde trekkende voorvaderen, zijne vanen had doen zegenen en zich aan het voorbeeld van Pruissen gespiegeld had, dat den veldtogt met een bede- en vastendag is begonnen, in plaats van enkel onder het aanheffen van de Marseillaise naar de grenzen te trekken. Het blad brengt het gezegde van den Oostenrijkschen generalissimus Benedek op den ochtend van den slag bij Sadowa in herinnering: //Houdt God zich heden onzijdig, dan sta ik voor de overwinning in.» Een gebed, zegt de Univers,^in plaats van dit trotsche woord en Oostenrijk was misschien gered geworden. Het clericale blad ontboezemt voorts de levendigste wenschen voor den zegenrijken afloop der krijgsgebeurtenissen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2