SCHAGER MARKT van HEDEN. De Constitutionnel roept het volk op: Op Frankrijk! OpDe vijand is op ons grondgebied, eene overmagt heeft over de heldhaftige dapperheid van onze soldaten gezegevierd. Maar achter het eerste leger, dat Pruissen heeft teruggedrongen, is een tweede. En achter dit tweede staat het land. Op, Frankrijk! Ieder onzer wapene zich en verdedige het vaderland! Ons, jongelieden, de eer om de pogingen onzer troepen te steunen, den zegevierenden vijand op zijnen togt tegen te houdenAan de mannen van rijperen leeftijd, aan de vaders van gezinnen, den roem om do hoofdstad te verdedigen, als wij inogten bezwijken onder de vervulling van den vaderlandschen pligtDat alle Franschen opstaan; dat allen naar een wapen grijpen. God zal ongetwijfeld niet toelaten dat het betoon der individuele geestkracht noodig worde; maar houden wij ons bereid aan den dag te leggen. Frankrijk is gekwetst; het is niet overwonnenToonen wij den vijand, dat wij tot het brengen van alle offers bereid zijn!" De Keizerlijke Prins is te Parijs aangekomen. De staf van den maarschalk Mac Mahou heeft in het laatste gevecht bijzonder veel geleden. Den kolonel Alfred de Gramont, broeder van den minister van buitenl. zaken, werd door een kogel een arm afgeschotende kolonel d'Abzac werd doodelijk gewond; de kolonel markies de Esqueiiles, adjudant van den Kroonprins is vermist gedood misschien; de graaf Robert de Vogué, sneuvelde. Een kogel trof hem aan het hoofd, terwijl hij met zijn escadron cavallerie tegen den vijand inrende. Voorts is, om van anderen niet te spreken, onder den staf gedood de kolonel Corbin, die militair attaché bij verschillende ambas sades van Frankrijk js geweest. De Parijsche vrouwen, die zich aangeboden hebben om de verwonden in het veld te verplegen, hebben het volgende kostuum gekozen: parelgrijze broek, rood vest, groene tunica, roode kap. Nu is alleen nog de vraag: of zij in de hospitalen toegelaten zullen worden. Dezer dagen zaten te Rijssel in een hotel eenige handelsreizigers aan tafel. Het waren Franschen, Belgen en een Zwitser. Er werd over den oorlog en over annexatie gesproken. Aan het nageregt gekomen, zeide een der Franschen, naar een taart wijzende: «Zie, ik zal u eens wijzen hoe België moet verdeeld worden.» Hij sneed de taart in verscheidene stukken: «Dit gedeelte is België, dat snijd ik eerst in twee; het onderste verbeeldt Walenland. Dat neem ik voor mij. Het bovenste verbeeldt Vlaanderen, Brabant en Antwerpendie geef ik aan Holland. Op zijde ligt Limburg en Luxemburg, die geef ik aan Pruissen." Hierop sprong de Zwitser overeind, nam de taart op en plaatste zich voor den Franschman, zeggende: /Welnu, als ge er de helft van wilt hebben, neem het dan liever geheel!» En meteen wierp hij de taart op het aangezigt van den Franschman. Engeland. De Times levert een beschrijving van proeven, te Londen met ontplofbare pistoolkogels genomenalweder waren het oude paarden, die als slagtoffers vielen. Een dezer dieren ontving een kogel in het hoofd, die het oogenblikkelijk dood deed nederstorten. Ditzelfde ware nu evenwel het geval geweest, indien men hem een gewonen kogel door de hersens had gejaagd, doch thans was de innerlijke werking geheel verschillend. Het schot viel met één enkelen zwakken knal, en uit de wond in het voorhoofd kwam een dunne grijze rookstraal tevoorschijn. In dit alles was niets buitengewoons. Doch bij nader onderzoek bleek het, dat de ontploffing van den kogel de gansche hersenkas in stukken had doen splijten, en dat de hersenmassa geheel vernield was. Binnen den schedel was een holte van 7 decimeters lang en 6 breed. En dit werk der verwoesting was verrigt door middel van een klein pistool, dat men gemakkelijk in den zak kan dragen. Zoodra de ontplofbare kogel in het ligchaam gedrongen is, barst hij uiteen, en brengt inwendig een vreeselijke wonde toe. Vandaar, dat elk schot met een dergelijk projectiel, indien het treft, onvermijdelijk den dood veroorzaakt. De Times behelst een artikel om te betoogen dat in Frankrijk de kwestie nu slechts is wie het woord «abdi- queeren» zal uitspreken: het volk of de Keizer. Het buitenverblijf, waar Charles Dickens zoolang gewoond heeft en waar hij gestorven is, Gadshillplace, te Higham bij Rochester, is met de daarbij behoorende acht acres land, voor 7500 pd. st. verkocht aan zijn zoon, Ch. Dickens Jr. Het berigt, als zoude de inspecteur van politie Brenner dezer dagen door de Pruissen als spion gevangen genomen en doodgeschoten zijn, blijkt onwaar te zijn. Duitscliland. Te Keulen is jl. Maandag een prachtige illuminatio ontstoken ter viering van de op de Franschen behaalde overwinning. «Het berigt van de glansrijke zegepraal te Weissen- burg,» zoo schrijft men uit Landau van 5 Augustus, ywas gisteren avond ten 6 ure met ongelooflijke snelheid door de stad verspreid. Tegelijk hoorde men, dat in den laten avond een spoortrein met gekwetsten en gevangenen hier werd verwacht. In vreugdevolle maar toch weemoedige stemming ijlde eenige uren later een groot deel der bevolking naar het station, alwaar reeds een aantal jonge lieden, sectiën georganiseerd, eenige ridders der Johanniter- orde, geneesheeren, turners, enz. tot ontvangst der gekwetsten gereed stonden. Tot handhaving der orde was de toegang tot het station door militairen bezet. Tegen half 12 ure werd van alle kanten geroepen: «De trein is geseind; binnen een kwartier komt hij aan!" Daar klonk eensklaps uit de verte de fluit der locomotief. In het vbrschiet kon men reeds de roode lantaarns zien, en in diepe stilte, blijkbaar innnig bewogen, zag de geheele menigte de langzaam aanrollende stoommachine te gemoet. Eindelijk stond de lange trein stil en dadelijk was ieder op zijn post, om waar het mogelijk was verkwikking of leniging aan te brengen. De portieren der waggons werden geopend er naderden mannen met fakkels om de rijtuigen van binnen te verlichten en daar zag men de dappere strijders, de een ligt, de ander zwaar gekwetst, sommigen met een voorloopig verband om het hoofd, anderen met omgewonden beenen of met den arm in een strik, de matte leden op het stroo uitstrekkende of zittende; de een kreunende of kermende van pijn, de ander stil en wezenloos rondstarende, en slechts enkelen, in weerwil hunner wonden, de omstanders met een opgeruimd gelaat aanziende. 'tWas een hart roerend schouwspel: En het waren niet alleen Duitschers; ook Franschen zag men er bij. Doch daarin werd geen onderscheid gemaakt. Aan ieder werd gevraagd of hij ook iets verlangde en waarmede men hem van dienst kon zijn. Den een werd een verfrisschende dronk toegereikt, waarnaar hij lag te hunkereneen tweede vroeg een stuk brood, terwijl weer anderen verzochten om een weinig ijs, om hun verband te verkoelen, enz. De geneeskundigen en hunne helpers beijverden zich met de grootste zorgvul digheid om hun bijstand te verleenen. Onderwijl drongen ook vele andere personen naar de wagens en deden mede ijverig hun best om hulp te verschaften. In het eerste gedeelte van ien trein waren alleen gekwetsten, meest in Posen en Silezie te huis behoorende. In de overige wagens zaten de gevangenen. In een der rijtuigen 2de klasse zaten Fransche officieren, die, dood bedaard eene cigaar rookende, uit het raampje keken, het volk barsch aanstaarden en alle aangeboden ververschingen met een beleefde dankbetuiging afwezen. Blijkens de nommers op hunne cliakots en politiemutsen behoorden zij tot het 88ste regiment infan terie van linie. Uit den volgenden wagen keek een sergeant-majoor met eenige Turcos, die er alles behalve leelijk uitzagen. Een aantal hunner kameraden waren gevangen gemaakt door onze wakkere Beijersche troepen, die, naar de verklaring der Pruissische gekwetsten, zich flink van hunne taak hebben gekweten. Tegen het aanbreken van den dag zullen er nog meer treinen met gevangenen aankomen, doch eerst wordt nog een afzon derlijke trein met de zwaarst gekwetsten verwacht. Ten 12 ure verliet de aangekomen trein het station om de gezamenlijke manschappen en gevangenen verder te brengen. Met volle geestdrift werd den gekwetsten een daverend hoera tot afscheid toegeroepen, hetwelk door de Franschen werd beantwoord met een herhaald: vive Landau!» LAATSTE BEBIttTEX. Berlijn, 10 Aug. De officiëele militaire berigten uit Saarbrücke van gisteren melden, dat het gevecht van 6 Aug. te Spicheren, niet ver van Saarbrücke, van grooter omvang is geweest en belangrijker resultaten heeft opgeleverd dan men aanvankelijk vermoed had. Het Fransche korps onder Frossard is in dit gevecht bijna geheel verslagen. De ver liezen van dit korps zijn buitengewoon groot. Het leger kamp van eene divisie en verscheidene belangrijke magazijnen zijn genomen; bovendien is een zeer groot aantal gevangenen hier ingebragt, dat nog voortdurend vermeerdert. Tot nu toe is het reeds over de 2000. Maar ook het verlies aan Pruissische zijde is groot. Bij de 5de divisie alleen zijn 1800 man gevallen. Het Fransche leger trekt op alle punten terug. Avold is door de Pruissen bezet. Patrouilles verkennen tot op mijlen afstands van Metz. Anders is niets van belang bekend. Londen, 10 Aug. Het nieuwe tractaat tot bescherming van de neutraliteit van België is gisteren door den Noord- Duitschen gezant, graaf Bernstorff en door lord Granville onderteekend; ook de Fransche gezant heeft volmagt ont vangen om het tractaat te teekenen. Londen, 10 Aug. Het tweede Fransche escader, be staande uit 9 pantserschepen, is gisteren Dover, met bestemming naar de Oostzee, gepasseerd. Het heeft troepen aan boord uit Brest en Cherbourg. Parijs, 9 Augustus. De volgende proclamatie der Ministers is overal aangeplakt: Franschen Wij hebben U de gansche waarheid bloot gelegd; het is thans aan U om uwen pligt te vervullen. Dat een en dezelfde kreet, van het eene einde van Frankrijk tot het andere, uit aller borst opstijge; dat het geheele volk, trillende van geestdrift en toewijding, opsta, om den grooten strijd vol te houden. Eenige onzer regimenten zijn voor de overmagt bezwekendoch ons leger is niet overwonnendezelfde onverschrokken geest blijft het bezie len. Laat ons dien geest ondersteunen en aan een voor het oogenblik gelukkige vermetelheid, de standvastigheid overstellen, welke het lot aan zich onderwerpt. Laten wij ons in ons zeiven vereenigen en dat onze overweldigers het hoofd stooten tegen een menschelijke borstwering, evenals in 1792 en zoo als te Sebastopol! Dat onze tegenspoed slechts de school zij voor onze overwinning! Het zou een misdaad zijn, ook slechts een oogenblik aan het heil van het vaderland te wanhopen en vooral daaraan niet al zijn krachen te wijden. Op danOI En gij bewoners van het centrum, van het noorden en het zuiden, op wie de last des oorlogs niet drukt, komt, door een eenparig gevoel gedreven, uwe broeders van het oosten te hulp! Dat Frankrijk, eensgezind in den voorspoed, nog meer eensgezind zij in de beproeving en God onze wapenen zegene Metz, 9 Aug. (1 u. 52 m.) Bazaine neemt het opper bevel over de troepen, die onder de muren van Metz zijn vereenigd. Generaal Decamp is tot bevelhebber van het derde korps benoemd. Mac Mahon heeft het grootste gedeelte van zijn leger weêr bij elkander gebragt en wijkt terug naar Nancj. Parijs, 10 Aug. Een trein van Straatsburg komende heeft hier 1000 gekwetsten aangebragt. Ze komen van het slagveld te Reichshoffen (Woerth). Metz, 10 Aug. De Keizer bezoekt de kantonnementen vun het leger. Het proviand en het materieel is aan merkelijk vermeerderd. De troepen zijn slagvaardig. HST MI VISTKHIK OLLIVIER CEVALI.EX. Parijs, 9 Augustus. In den Senaat heeft de minister president van den Staatsraad, de heer Parieu, de volgende mededeeling gedaan: «De Keizer heeft gewild dat wij u bijeen zouden roepen, zoodra de omstandigheden dit noodig maakten. De Keizerin heeft thans niet willen wachten totdat de toestand hagche- lijker werd. Wij hebben nederlagen geleden, maar wij zijn niet overwonnen. Het grootste gedeelte van het leger heeft nog geen deel genomen aan den strijd. Het staat gereed ons de overwinning te verschaffen. Onze hulpmiddelen zijn nog niets verminderd. Wij vragen u vergunning tot een enorme ligting. Alles is gereed. Parijs is in genoeg- zamen staat van verdediging gesteld, om een langdurig beleg vol te houden. Wij zullen de formaliteiten voor do aanwerving van vrijwilligers vereenvoudigen. Wij zullen u eene algemeeue organisatie van do nationale garde en de inlijving van een gedeelte der mobiele garde bij het actieve leger voorstellen, alsmede de oproeping der ligting van 1871. De Pruissen hopen hun voordeel te doen met onze inwendige verdeeldheid. Deze hoop zal te schande gemaakt worden. Indien de orde mogt worden verstoord, dan zouden wij gebruik maken van de niagt, die de staat van beleg ons geeft; wij zouden andere krachten te hulp roepen dan die van de nationale garde. In de orde ligt het behoud des lands.» Deze mededeeling werd met bijval vernomen. Parijs, 9 Aug. Het Wetgevend Ligchaam heeft in de heden geopende zittiug alle ontwerpen, door den waar- nemenden minister van oorlog Déjean ingediend, als urgent aangenomen. Jules Favre vraagt de dadelijke wapening en de volledige organisatie van de nationale garde in Parijs en in de departementen, op den grondslag van de wet van 1831. Hij schrijft de ondervonden nederlaag toe, aan de volkomen onbekwaamheid van den opperbevelhebber; hij vraagt dus, dat «de Keizer het opperbevel over het leger zal nederleggen," en het Wetgevend Ligchaam de opperleiding van 's lands zaken zal in handen nemen, bij de onbeschrijflijke agitatie, die er in Parijs heerscht. De linkerzijde juicht toe; de meerderheid protesteert. Cassagnac zegt, dat zulk een voorstel het begin is van de revolutie. Het tumult en de opschudding duren voort. Picard vraagt, dat de regimenten, thans te Parijs aan wezig, naar de grenzen zullen worden gezonden. Hij zegt, dat, als men aan de inwoners van Parijs de wapenen weigert, zij die door alle mogelijke middelen zich zullen trachten te verschaffen. Hij vordert eene verandering van ministerie. Jeróme David, die het gevecht bij Weissemburg heeft bijgewoond, zegt, dat als onze soldaten ons hoorden, zij ons zouden toeroepen: «laat uwe binnenlandsche twisten varen. Laat het leger het vertrouwen behouden, dat het de geheele natie achter zich heeft.» Ferry roept: door in dit uur het ministerie te bedreigen, mitraillleert men Parijs. De Kéatry vraagt dat «de Keizer afstand zal doen.» Hij wordt tot de orde geroepen. De sluiting der discussie wordt uitgesproken en de zitting geschorscht. Een onmetelijke mensclienmassa heeft zich rondom het gebouw van het Wetgevend Ligchaam verzameld. Er zijn militaire maatregelen genomen. De autoriteit is genoodzaakt de toegangen van het paleis te doen ont ruimen. Twee personen, die des middags aan werklieden op de Place de la Concorde geld aanboden, zijn gearresteerd. Men vermoedt, dat het Pruissische agenten zijn. Parijs, 10 Aug. Het Wetgevend Ligchaam neemt, ondanks de bestrijding der regering deze motie van orde aan, voorgesteld door den heer Duvernois: «De Kamer, besloten hebbende om het kabinet te ondersteunen, dat in staat is de verdediging des lands te organiseren, gaat over tot de orde van den dag.» De zitting wordt daarop geschorscht. De minister Ollivier verklaart, dat Palikao belast is met de samenstelling van een nieuw kabinet. - De behandeling van het voorstel des heeren Jules Favre om een comité van defensie in te stellen, is verworpen met 190 tegen 53 stemmen, die van het voorstel Kéatry om de manschappen der ligtingen 1858 tot 1863 onder de wapenen te roepen, aangenomen. Er hebben zamenscholingen plaats gehad op de boulevards, doch ze zijn door de garde van Parijs uiteengedreven. In het Wet gevend Ligchaam is voorgesteld om in plaats van vier, twintig millioen francs te bestemmen voor de ondersteuning van de betrekkingen der uitgetrokken mobile garde. Een voorstel om den dank der Kamer aan het leger over te brengen, wordt bij acclamatie aangenomen. Rochefort is uit de gevangenis ontslagen. Parijs, 10 Aug. 's avonds. Wetg. Lig.Graaf Palikao deelt mede dat het nieuwe ministerie is zamengesteld als volgt: Gen. C. de Montauban, graaf van Palikao, oorlog; Chevreau, binn. zaken; Magne, financiën; Clement Duvernois, kooph.; adm. Rigault de Genouilly, marine; Jeróme David, openb. werken; Prins Latour d'Auvergne, buitenl. zaken; Busson, min.-pres. van den raad van state; Grandperret, justitie; Brame. openbaar onderwijs. Paarden f 25 a 75 Magere Varkens f 12 a 18 Veulens - a Vette dito a Ossen - a Biggen - 4 a 6$ Stieren - 90 allO Konijnen c. 10 a 50 Gelde-Koejjen - 130a220 Kippen - 10 alOO Kalf-Koeijen 160 a225 Eenden - 30 a 50 Vaarsen a Duiven a Nucht.Kalveren 8 a 12 Ganzen a VetteKammen a Zwanen a MagereSehapen - 10 al 4 Boter per kop - 90 a Vette Schapen - 21 a27* Kaas per K.G. - 274a 45 Lammeren - 10 al3i Kip-Êijeren per O «O 1 O O a280 Bokk. en Geiten - a Eend-Eijeren a

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 3