1870. N°. 102.
Vrijdag 26 Augustus.
28 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BINNENLAND.
Episodes uit den Fransch-Duitschen oorlog.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
,,W ij huldigen hot goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte herekend.
Per laatsten trein van den Helder vertrekt
Woensdag den 31 Augustus over Harseille de mail
naar Oost-Indië, China en Japan.
Woensdag den 31 dezer vertrekt, per laatsten
trein van den Helder, de West-Indische mail over
Southampton.
HELDER en NIEUWEDIEP, 25 Augustus.
Welk nieuws is er van het tooneel des oorlogs? Die
vraag zweeft in deze dagen op aller lippen, maar ze is
ligter te doen dan er een antwoord op te geven, vooral
wanneer men, niet slechts afgaande op overdrevene mede-
deelingen, den juisten stand der zaken wenscht kenbaar te
maken. Dat de Prnissen het Fransche leger in Metz
van de gemeenschap met Parijs hebben afgesneden, is eene
gebeurtenis, die de gewigtigste gevolgen kan hebben. Het
is waar, op het oogenblik is, ondanks de groote verliezen
ook aan de zijde der overwinnaars, de zege aan de Pruissen
en voor Koning Wilhelm zijn de kansen zeer gunstig.
Komt het nabij Parijs tot een treffen, maarschalk Bazaine
is in Metz onschadelijk gemaakt. Dit neemt echter niet
weg, dat de positie der Pruissen weinig benijdenswaardig
isin een vreemd land kan het, na zoovele gevoelige
verliezen wat de getalsterkte betreft, voor het Pruis-
sische leger gevaarlijk worden, vooral nu ieder Franschman
soldaat is en er zoo goed als eene algemeene volkswapening
heeft plaats gehad. Wat de Franschen tegen hebben is
de mindere bekwaamheid der bevelhebbers, maar overigens
in moed en dapperheid staan zij bij hunne vijanden
niet ten achter. Dit bewijzen dan ook wel de vele slagt
offere, aan de zijde der overwinnaars gevallen. Komt
Uit een brief uit Leipzig, door Friedrich Hoffmann aan de
Gartenlaube geschreven.
't Was avond, reeds over tienen en in de Sacristy der Thomaskerk
brandde zoo laat nog licht, de buitendeur stond op een kier; stil
binnentreden zou geen zonde zijn. De stem van den evangeliedienaar
konden wij hooren, van diepe aandoening gaf baar toon ons blijk
en daar tusschen in vernamen wij snikken en bitter geween, over
tuigd dat eene kerkelijke handeling geen getuigen vreest, traden
wij nader en zagen eene huwelijksvoltrekking; de bruid met haar
kroon gesierd, de bruidegom in landweercostuumvaardig tot den
marsch naar het leger en in de naaste kerkebank zat weenend, het
hoofd in de handen gesteund, een oud moedertje. Zoo sloten daar
dan twee een verbond voor de eeuwigheid, terwijl de oproeping
ten krijg hun misschien dadelijk daarna voor altijd zou scheiden!
De plegtigheid was ten einde; diep geroerd nam de geestelijke
afscheid van het jonggehuwde paar en tusschen moeder en gade
schreed de landweerman door de woelige straten op het station
aan, en de smarten van het afscheidnemen te gemoet; en zulke
huwelijksvoltrekking hebben Leipzig's beide Protestantsche en eene
Katholieke kerk binnen weinig dagen er meer dan vijftig gezien.
Wie zou in die kleine groepjes, zooals ze uit de bedehuizen kwamen
met betraande oogen en trekken vol smart, bruidsparen hebben
herkend? Voorwaar, wiens bruiloft zóó is geweest, hij heeft er
regt op, dat algemeene deelneming hem steune! Vrij makend van
wettelijken band en gewoontesleur werkten de tijdsomstandigheden
op wereldlijk en geestelijk gebied. Nog voor de ministeries openlijk
verlof gaven, dat de naar het leger vertrekkende soldaten en land
weermannen zonder afkondiging mogten trouwen, hadden reeds de
geestelijken de noodzakelijkheid van zulk verlof erkend en in
praktijk gebragt. Geen wonder! de verloofden werden door hun
hart en den nood der tijden gelijkelijk naar de kerken gedreven en
de marschorder sprak van aanstaand vertrekken. Een eed dat men
ongehuwd was, kwam in de plaats van den door de wet bepaalden
tijd om „onder de geboden te staan" en alsof het van zelf sprak
dat in deze dagen alles voor God gelijk is en geloofsverschil niet
telt, kwamen Katholieke bruidsparen de eerste de beste Protestantscbe
kerk binnen ter huwelijksinzegening. De man had slechts zijne
marschorder te vertoonen, de bruid het bewijs dat hare ouders toe
stemden en soms moest daartoe de telegraaf de diensten leenen.
Gebrek aan doopsbewijs hinderde de trouw niet meer, ook had
men geen vastgestelde trouwuren meer, den geheelen dag, de
gansche week waren de evangeliedienaars en priesters bereid, en,
zooals wij in de Thomaskerk zagen, nog in het late avonduur
smeekte hij over de zaamgekomenen Gods zegen af.
Op Woensdag 20 Julij deed het Rosplein zijn naam eer aan.
Er was keuring van paarden voor ruiterij, artillerie en trein. Hier
werd het aanschouwelijk dat* de regelGelijkheid voor de wet
evenals gelijkheid voor het gevaar, in praktijk kwam. Voorheen
was hij vrij van de krijgsdienst die betalen kon, nu was er geen
mensch uitgesloten; men zag dan ook het geliefde luxepaard naast
den slepersknol; de in rijke liverei gestoken koetsier en de blaauw-
gekielde voerman zaten op hunne paarden nevens elkander en als
er een met zijn mager beest heen kwam en met vrolijk gejoel
door de volksmenigte werd bespot, was zijne opmerking: voor-
het, nu de Pruissen tot in het hart van 's vijands land zijn
doorgedrongen tot een beslissend treffen, dan is hun toestand
niet ongelijk aan dien van Napoleon I bij zijne vlugt uit
Moskau in 1812. Tot nogtoe heeft gestadig het geluk den
Pruissen gediend, doch de fortuin is grillig en ligt kon
het slot van dezen oorlog een aanschouwelijk bewijs leveren
van de waarheid in de aloude spreuk nedergelegd„Wie
het laatst lacht, lacht het best.»
Heden morgen is bij de Directie der Marine alhier
aanbesteed
1°. Het doen van eenige werkzaamheden aan gebouwen,
enz. van het Maritime-etablissement te Willemsoord. Inge
komen 6 inschrijvingsbilletten, als: van de heeren P. Spruit
voor 9592, A. Vos Rz. 9184, Gebr. Klein 9150,
Gebr. Korff 9000, P. Verhey 8980 en Gebr. Janzen
8928.
2°. Het uitnemen en weder inhangen van drie paar ijzeren
sluisdeuren en het leveren en inheijen van zes eiken palen
op evengemeld etablissement. Ingekomen 4 inschrijvings
billetten, als: van de heeren P. Spruit voor ƒ1624, Gebr.
Klein 1350, A. Vos Rz. f 1249 en P. Boon 1100.
De 19de verjaardag van Z. K. H. Willem Karei
Alexander Lodewijk, jongste zoon des Konings, wordt
heden alhier op de gebruikelijke wijze gevierd.
Met 1 Oct. a- s. is o. a. benoemd tot student voor
de militaire geneeskundige dienst bij de zeemagt de jongeling
N. J. Haremaker.
Tot eersten hulponderwijzer aan de gemeenteschool
voor lager onderwijs te Schagen is benoemd: de heer J.
van der Woude, te Meppel; en tot tweede hulponderwijzer
aan genoemde school: de heer G. Bol, te Wieringerwaard.
De verkiezing voor leden van den Gemeenteraad te
Anna Paulowna zal plaats hebben op Dingsdag 6 Sep
tember e. k.
zigtig, heeren! dit beest is een Eranschenvreter! voldoende om de
lagchers op zijn zij te krijgen.
Donderdags en Vrijdags eindelijk, kwam, na alle opgewondenheid
ook de keerzij des krijgs uit de stille huiskamer aan het licht en
op de loopplaats. Wie aan de stadspoorten en bij de uitgangen
der stations verwijlde, hij kon tooneelen zien van stil, onderdrukt,
verborgen lijden en van luid jammerende smart.
Er was eene vrouw met vijf kleine kinderen. Zij kon zich niet
losrukken uit de omhelzing van haren man„Heer in den hemel
sprak zij, heden gaat gij heen en morgen hebben wij niet eene
bete broods meer!" Toen werd er hulp verschaft en niet voor
haar alleenwant niet slechts dat de arme vrouw menige rijke gift
ontving, ook iets beters kwam er van de lippen eens mans, die
aan allen van de landweer en aan de gehuwde soldaten beloofde,
dat hunner geliefden de zorgvuldigste verpleging uit vrije dank
baarheid der burgers zou geworden. Bedenke ieder hoe die belofte
de harten der vaders onder den wapenrok goed deed en houde
ieder zijn woordHoewel niet zonder trots, toch ook niet zonder
wrevel overzien wij de schaaren, de bloem der natie, die mogelijk
aan de vernietiging wordt prijsgegeven. Ieder beroep leverde zijn
contingent, of wij naar de schutters op het Rosplein, óf naar de
jagers bij den ouden Schouwburg, óf naar de artilleristen op het
Slagtersplein, óf naar de ruiters op het Koningsplein gaan, overal
de krachtige mannen en jongelingen, hier bij colonnes met hand-
werkslui en proviandbewaarders zoowel als ginds bij sappeurs en
bagage- en stukrijden. En overal waar de kameraden bij elkaar
staan, tuigt oog en hand en mond van heldenmoed, die alleen in
brave harten wortelt; verstandig vertrouwen op eigene kracht en
vaste hoop op zege; en bij allen strijdlust, mannelijken ernst en
vrolijke waardige moed tot het brengen van groote offers.
Op weg tusschen het Koningsplein en de Peterspoort zag ik een
jong man in reiscostuum zich voortreppen, een bekende breidt de
armen uit en roept verrastwat gij, gij ook hier van waar komt gij?
Direct uit Engeland, waar staat mijn bataillon?
Ginds op 't Rosplein.
Goddank, dan kom ik nog bij tijds en voort rukt bij direct
uit Engeland naar zijn strijdmakkers. En ginds weer een ander,
een Leipziger boekverkooperszoon; uit eene aangename en eervolle
betrekking in Turin rukte hij zich los, zonder op de oproepingsorde
te wachten. Een landsman uit Linderau, zelf vroeger Saksisch
soldaat, heeft vier zonen naar 't leger gebragt en was trots op
die eer.
De correspondent van den Times was den 9 Aug., des morgens
vroeg, te Saarbrücken, toen plotseling aan alle zijden der stad de
assemblee geblazen werd. Overal zag hij soldaten, die al loopende
bun uniformjassen aantrokken, en zich zoo snel mogelijk naar hun
aangewezen verzamelplaatsen begaven, en in minder dan 20 minuten
was het legerkorps gereed om naar Eorbaeh op te trekken. Huzaren
in het ligt-blaauw en rood, dragonders in allerlei uniformen,
kurassiers, het staal glinsterende op jassen van wit laken, en de
lanciers openden de marsch. Toen kwam de infanterie, op krachtige
bedaarde wijze opmarcherende, en zich ontplooijende in lange,
slangvormige kolonnes. Vervolgens kwamen de artillerie- en de
amunitiewagens, en in volmaakte orde volgden karren met levens
middelen en kudden vee; hierop volgden weêr infanterie, en de
marsch werd besloten door een paar afdeelingen, welke aan die
magtige legerafdeelingen, welke zieh over de heuvelen uitstrekten,
bijna een godsdienstig karakter gaf.
Terwijl andere mogendheden strijd voeren, ten einde
daardoor vermeerdering van magt, aanzien en grondgebied
te verwerven, beoefent men in ons vaderland eene andere,
meer vreedzame wijze van annexeren. Men bevecht er
den waterwolf, die in den loop der tijden eene groote
uitgestrektheid lands had in bezit genomen en wien men
nu het veroverde zoekt te ontwoekeren. Reeds beroemen
zich de Nederlanders op onderscheidene schitterende over
winningen, op hunnen erfvijand behaald en steeds gaan zij
voort met het ontwerpen van nieuwe oorlogsplannen. Tal
van meren en moerassen zijn ingedijkt en in vruchtbare
polders herschapen, ja zelfs heeft men den moed gehad
om niet onbelangrijke gedeelten der Zuiderzee droog en
tot wei- en bouwland te maken. De polders Waard en
Groet en Anna Paulowna zijn daar als getuigen van den
moed en de geestkracht der bewoners van ons vaderland.
Op Dingsdag den 23sten dezer vierde men in den
naburigen Anna Paulowna-Polder het zilveren feest
van bestaan des polders. Er waren reeds voor geruimen
tijd verschillende feestelijkheden gevierd; de tijdsom
standigheden deden echter besluiten om de uitvoering
daarvan niet te doen plaats hebben. Desniettegenstaande
werd die dag thans niet onopgemerkt gelaten. De gezamen
lijke grondeigenaren des polders boden te dezer gelegenheid
een prachtig geschenk aan aan den heer J. C. de Leeuw,
de eerste Dijkgraaf des polders. De heer Waller was bij
de aanbieding van dat geschenk de tolk der gevoelens, die
allen bezielen, welke deel namen aan de toekenning van
dit blijk van erkentelijkheid voor de goede zorgen en
flinke maatregelen, aangewend tot bevordering van den
bloei des polders, thans tot eene afzonderlijke burgerlijke
gemeente verheven.
Het cadeau bestaat uit een keurige bewerkte, met beeld
houwwerk voorziene schrijfbureau, met insgelijks prachtig
gewerkten stoel. Een sierlijk gegraveerde plaat vermeldt
Aan het hoofd dier afdeeling gingen de ridders van liet Roode
Kruisde kruisridders van het jaar 1870; de Krankentriiger, die
op hunne draagbaren de gewonden van het slagveld dragen; de
barmherzigen Schwestern, die hen verplegen en die in hare zwarte
gewaden en witte kappen aan nonnen, ten pelgrimstogt uitgegaan,
doen denken; de geneesheeren en studenten van de hospitalen en
universiteiten, met wagens vol geneesmiddelen, verbanden, draag
baren, enz., en eindelijk geestelijken van elke godsdienstovertuiging,
terwijl de marsch besloten werd door een korps Todtengraber,
eveneens onder kommando.
De correspondent van den Times zag het gebeele leger voorbij
zich defilerencle infanterie die door den vijand moet heendringen
de artillerie die hem verpletteren moet; de kavallerie die hem van
alle zijden moet aanvallen en vernietigen; de helden van het
Roode Kruis, om hem van het slagveld te balen; de liefdezusters
om hem te verplegen; de geneesheeren om hem te genezen; de
geestelijken om, als dat niet meer mogelijk is, zijn ziel te ver
troosten; de doodgravers om hem een eervolle begrafenis te schenken;
dus defileerden de troepen hem voorbij.
In deze orde trok het leger tusschen twee muren uit de stad;
15,000 man en een zeer talrijke legertrein trok zonder muziek, met
stille trom, bijna zonder dat hij een enkel woord van kommando
hoorde, de stad uit; zonder eenige vertraging, zonder opstoppingen,
zonder de minste verwarring, overstroomde met snelheid eu regel
maat het magtige legerkorps de heuvelen om Saarbrücken.... voorwaar
de vloed der zee is het meest juiste beeld voor den optogt van zulk
een georganiseerd leger!
Toen de correspondent het leger over de heuvelen volgde en
het slagveld van Eorbaeh overtrok, merkte hij op, dat van den
heuvel van Spicheren, waar de groote strijd had plaats gehad, eeu
militaire geologische kaart te vervaardigen was, welke juist de vor
dering van het leger aantoonde. Eerst kwam hij aan de laagste
streek, de naaldgeweerzone, zooals hij die noemde. Hier hadden
de doodgravers hun werk reeds verrigt en de lijken der gesneu
velden begraven. Overal waar een gesneuvelde Pruis begraven lag,
zag hij het naaldgeweer van den gevallene, met de bajonnet in den
grond gestoken, om het graf aan te toonen. Daar waar 5 bajon-
netten in den grond gestoken waren, lagen 5 Duitschers begraven.
Hier was geen enkele Fransche soldaat gevallen. Het Duitsche
leger was echter verder gestroomd en de correspondent met moeite
een zeer steile helling opklimmende, kwam in „de zone der ver
scheurde Pruissische ransels eu uniformen." Ineengeslagen helmen,
bebloede kleederen, gebroken hajonnetten geven getuigenis van een
verwoeden strijd. Drie paden leiden omhoog, en een digte, onaf
gebroken rij naaldgeweren, met de bajonnet in het roode gras ge
stoken, toont aan welk pad het gevaarlijkste was.
Nu kwam hij in „de zone der Duitsche dooden, die nog niet
begraven hadden kunnen worden." Hierop kwam de eerste linie
der Fransche gesneuvelden, doodgeschoten achter de aarden wallen
en boomen, van waar zij een moorddadig vuur op de toestroomende
Pruissen hadden geopend. Eindelijk kwam het eigenlijke slagveld,
op den top van den heuvel, waar Pruissische en Fransche gesneu
velden ongeveer in even grooten getale lagen en ten slotte zag hij
aan den voet des heuvels de plaats, waar bijna uitsluitend Fransche
soldaten gevallen waren.
Hier waren de doodgravers weer aan hun werk; hier zag hij
honderden graven en vond hij opschriften als het volgende: Hier
ruhen in Gott 28 Preussen, 69 Franzosen. Grdb No. 4.