ALKMA ARSCHE MARKT VAN GISTEREN. ALKMAARSCHE MARKT VAN REDEN. gebragt; alle vijf waren dood. Toen men de kamer nader doorzocht, vond men in een hoek een jong meisje ligt gewond in zwijm liggen. Toen zij was bijgekomen, deelde zij, onder bedreiging van doodgeschoten te zullen worden als zij niet bekende, mede dat acht vrouwen en meisjes, waaronder I de eigenares van het huis met hare beide dochters en vijf andere burgervrouwen, uit wraak de Pruissen gedood had- I den; zij hadden hen eerst door kolendamp bedwelmd en daarna om het leven gebragt. Deze vrouwen, ook de drie meisjes van 17 tot 23 jaar, allen uit Nancy, werden door den krijgsraad tot den strop veroordeeld. Den 27 Augustus werd het vonnis voltrokken. - Als een staaltje van den onzin, die in de laatste dagen aan het Fransche volk is opgedischt, wijzen wij op het verhaal van den Figaro omtrent de krankzinnigheid van den Koning Wilhelm van Pruissen. Het blad verzekerde uit goede bron te hebben vernomen, dat de Koning in een staat van dolzinnigheid den 27 Augustus, onder geleide van twee Pruissische hoofdofficieren, op weg naar Berlijn door Heidelberg was gekomen, dat graaf von Bismarck in allerijl het leger had verlaten, om te Berlijn de noodige maatre gelen tot handhaving der rust en orde te nemen, en dat ook de Kroonprins om die reden zijn marsch naar Parijs had gestaakt. En toen het Parijsche volk die vertelling las, en welligt God dankte voor zijne wonderbare tusschen- komst, had de Keizer reeds als gevangene zijn degen aan Koning Wilhelm overgegeven Omtrent het vertrek der Keizerin verneemt men nader, dat op het oogenblik dat zij de Tuileriën zou ver laten, een hoofdofficier der éclaireurs a cheval, die geen officiëele betrekking bij het hof of in de regering had bekleed, maar den Keizer en de Keizerin kende, aan het paleis verscheen, den salon der Keizerin binnentrad en zich aanbood om haar naar het spoorwegstation te bege leiden. Hij was bijna de eenige getrouwe; het hof was in den nacht vertrokken. Alleen de admiraal Jurien de la Gravière en de heer Chevreau hebben de ex-Keizerin naar het buitenland vergezeld. Aan het station Jemelle had Prins Pierre Bonaparte den trein afgewacht, die Keizer Napoleon naar zijne bestem ming bragt, en nu beweert men dat de Prins luide zou hebben gesnikt toen hij zich met zijnen neef onderhield. Prins Pierre schrijft nu aan de Iudépendance Beige den volgenden brief: i/Rochefort, 5 Sept. 1870. ^Mijnheer, ik doe een beroep op uwe waarheidsliefde. Het snikken van Prins Pierre bestaat slechts in de ver beelding van uwen correspondent. Ik behoef het publiek geen deelgenoot te maken van mijne indrukken, maar ik laat aan de oude wijven en haars gelijken de traanklieren over. Ik ben kordater. //Heeft men mij zien snikken tijdens een der harde beproevingen, welke ik ondergaan heb? Vrienden en vijanden weten het beter. «Gegroet. P. N. Bonaparte.» Engeland. Uit Douchey schrijft de Times-correspondent: Zooeven (3 September) zag ik den gevangen Keizer ruijn venster passeren. Napoleon reed in een brougham; hij droeg de kepi, of militaire pet, en het kleine tenue van een luitenant-generaal; de ster van het Legioen van Eer- prijkte op zijn borst. Hij zag er afgemat uit, met zwarte randen onder de oogen. Naast hem zat een Fransch officier Achile Murat, naar ik meen. De paarden waren schoon genoeg voor een keizerlijken stal; en de beide postiljons, met regenjassen en verlakte hoeden, waren zoo netjes, alsof ze en route waren naar St. Cloud. De Keizer hield de hand aan zijn knevel, die, zooals gewoonlijk, wel gepoma- deerd en puntig uitgedraaid wasgeen bijzondere ontroering was overigens op zijn gelaat te lezen. De luitenant-kollonel Pemberton, een der berigtgevers van de Times, is nabij Sédan, aan de zijde van den Kroon prins vau Saksen, door een geweerkogel doodelijk getroffen. Volgens eene opgave van de Times is de graanoogst in Engeland afgeloopen en heeft hij zeer voldoende uit komsten opgeleverd. Wel is Duitschland sterk zoo roept de Standard; doch manschappen, geld en levensmiddelen kunnen niet tot in het oneindige toevloeijen. Alzoo, indien de Duitschers niet spoedig zich van Parijs meester maken, konden hun jongste overwinningen weieens door een noodlottige terug- togt worden besloten. Men vergete bovendien niet, dat binnenkort het naderende herfst- en winterklimaat nood zakelijk eene nadeeligen invloed zal uitoefenenj op een leger, dat zonder teuten in het open veld kampeeren moet, terwijl aan de anderen kant de bezetting der hoofd stad zich volkomen goed gehuisvest zal vinden. Opent dus Parijs zijn poorten niet onder den invloed van vrees of van inwendige verdeeldheid dan zal elke week voor de Duitschers evenveel verloren als voor Frauschen gewonnen zijn. Om de stad regelmatig te belegeren, d. w. z. haar geheel te omsingelen is, wegens de ontzettenden omvang der werken, zelfs voor een strijdmagt als de Duitsche onmogelijk. Het beleg zal zich dus bepalen tot eene poging van 300,000 uitstekende soldaten, om een bezetting van 200,000 gemengde troepen, half gedrild, slecht gewapend en georganiseerd, uit een reusachtig versterkt kamp te verdrijven. Duitscliland. De Koning van Pruissen geeft in een brief aan zijn gemalin de volgende beschrijving van den slag bij Sédan: //Reeds in den avond van den 31 Aug. jl. hadden de verschillende corpsen de stellingen bezet, die hen, met het oog op den beslissenden slag, die den volgenden dag moest worden geleverd, waren aangewezen. De Beijeren vormden den linkervleugel bij Bazeille aan de Maas, daarnaast de Saksers tegen Moncelle en Daigny, de garde tegen Givonne, het 5de en 11de corps tegen St. Menges en Fleigneux. Van St. Menges, waar de Maas een scherpe kromming maakt, tot Donchery was geen corps geplaatst; in laatst genoemde plaats stonden de Wurtembergers, die tegelijk den rug van het. leger tegen uitvallen van Méziëres dekten. In de vlakte van Donchery stond de kavallerie-divisie Stolberg als regtervleugel, in het front tegen Sédan de rest der Beijeren. In weerwil van den digten nevel, begon reeds vroeg in den morgen den slag bij Bazeille, waar zich een buitenge woon hevig gevecht ontwikkelde Ieder huis moest afzon derlijk worden belegerd, den geheelen dag boden de Fran- schen een hardnekkigen tegenstand. Eene divisie van het 4de corps, dat als reserve was opgesteld, moest do Beijeren hier te hulp komen. Toen ik om 8 uur op het front voor Sédan aankwam, begon juist de groote batterij haar vuur tegen do vestingwerken. Op alle punten ontspon zich nu een geweldige geschutstrijd, die uren lang duurde, en waarin de onzen langzamerhand grond wonnen en de boven opgenoemde dorpen namen. Zeer diep ingesneden kloven, met bosschen begroeid, bezwaarden het voortrukken der infanterie en begunstigden de verdediging. De dorpen Illy en Floing werden geno men, langzamerhand trok zich het gevecht meer om Sédan zamen. Meer en meer begon de hevige tegenstand van den vijand te verflaauwen, wat wij konden zien aan de talrijke bataillons, die in verwarring zich uit de dorpen terugtrokken. Een laatste aanval werd door de vijande lijke kavallerie op het 5de korps gedaan; het bleef staan als een muur en de vijand moest zich terugtrekken. Meer en meer ontaarde de terugtogt in een vlugt, alle wapenen waren in eene enge ruimte dooreengemengd. Toch wilde men van capitulatie niets weten. Mij bleef niets over dan de stad te laten bombarderen. Reeds na 20 minuten stond zij op verschillende plaatsen in brand. Ik liet het vuur dus staken en zond den luitenant-kolonel von Broncart als parlementair af om de stad op te eischen. Een Beijersch officier kwam hem reeds te gemoet, die hem zeide, dat een Fransch parlementair zich had aangemeld. Mijn parle mentair werd binnengelaten, én op zijne vraag naar den generalen chef, onverwacht voor den Keizer gevoerd, die hem dadelijk een brief aan mij wilde overgeven. De Keizer verwees hem naar generaal Wimpffen. Het was 7 uur toen hij weder terugkwam, door Reille, den generaal adjudant van den Keizer, vergezeld. Reille sprong van het paard en gaf mij een brief over. Hij voegde er bü, dat hem anders niets was opgedragen. Nog voor dat ik hem openmaakte zeide ik hem: ./Maar ik verlang als eerste voorwaarde, dat het leger de wapens nederlegt.» Ik verleende daarna aan von Moltke de vol- magt te onderhandelen, waarop ik in mijn wagen, onder stormachtige bravo's van de aan den weg gelegerde troe pen, die zoo goed het ging een illuminatie hadden geïm proviseerd, naar het hoofdkwartier terugreed.» Keizer Napoleon is Maandag avond tegen tien uur op Wilhelmshöhe aangekomen, en ontvangen met al de hon neurs aan een regerend vorst verschuldigd. Het slot Wilhelmshöhe was sedert het vertrek van den keurvorst van Hessen onbewoond, doch op last der Koningin is het zoo spoedig mogelijk in gereedheid gebragt om zijn vorstelijken bewoner te ontvangen. Uit Saarbrticken schrijft dd. 1 Sept. een geacht lid van het Roode Kruis ./Wat ik hier zie, verrast mij niet; wij wisten wel wat wij te gemoet gingen, doch het gaat alle verwachting te boven. Ik kan geen woord vinden, afschuwelijk genoeg om die ellende uit te drukken, die zware wonden, die soms geheel verbrijzelde ledematen, het is horribel, ik zeg dit duizend maal achtereen. O, dat gekerm! Gelukkig gewent men er aanik hoor dat geschreeuw onder eene operatie en als ik niet help, sta ik als een ongevoelige mijn sigaar te rooken. Men zal zeggen: wat is de mensch wreed! doch men kan niet anders: wij moeten, om te helpen, ons ongevoelig houden en als die oogenblikken voorbij zijn, komt onze hulp weder te pas om de lijders moed te geven en de afgematten op te beuren. Zij danken dan zoo vurig, allen zijn zoo erkentelijk en men spreekt ons aan om bij de Hollanders in de tent te liggenzij weten het al, dat zij het daar goed hebben. Het wordt heden (2 Sept) weder warm, en die vliegen dat is verschrikkelijk voor die ongelukkigen. Ik ben nu zoo ver gekomen, dat een half dozijn vliegen op mijn neus zittende, mij niets meer hinderen, 's Morgens vroeg en 's avonds laat is het koud, dan blijft de damp der Saar zoo tusschen de bergen in de vallei hangen. De Fransche krijgsgevangen officieren, die op hun woord van eer op vrije voeten zijn gesteld, moeten de navolgende verklaring teekenen: //Ik verbind mij op mijn woord van eer, dat ik geene poging zal doen om te ontvlugtendat ik mijne brieven eenig en alleen door bemiddeling van den kommandant zal ontvangen en verzenden en dat ik op geenerlei wijze misbruik zal maken van het verlof dat mij verleend is om mij binnen de stad en vesting vrij te bewegen van af de reveille tot aan de taptoe." Uit Schiltigheim wordt aan de Carlsruher Zeitung gemeld, dat de vesting Straatsburg door een onderaard- sche telegraaf in verbinding stond met Metz. Men heeft die gemeenschap ontdekt en afgesneden. De toestand in Straatsburg wordt met eiken dag treuri ger. Zonder gevaar van het leven te verliezen is het niet mogelijk de straat te passeren. Levensmiddelen zijn zoo schaars, dat van aardappelen, groenten en vleesch geen sprake meer is. De rijkste inwoner mag zich gelukkig achten, als hij tegen goud een stukje paardenvleesch kan bekomen. De bevolking is zeer verbitterd op den gouverneur, voorname lijk omdat hij bijtijds zijne familie in veiligheid heeft gebragt. Des avonds ten 10 ure zwijgende vijandelijke kanonnen die wapenstilstand duurt één uur en strekt om de lijken ter aarde te bestellen. Rijk en arm worden op het kerkhof Jardin de Plantes op eene rij aan de kille aarde toever trouwd. Van de verwoesting, die in die stad is veroorzaakt, kan men zich geen denkbeeld vormen. LAATSTE BEKIETEI. Brussel, 9 Sept. De Indépendance zegt, dat Mac Mahon niet gestorven is, maar zich te Pouru-aux-Bois bevindt. Antwerpen, 10 Sept. De Pruissen worden heden bij Parijs verwacht. Berlijn, 8 Sept. De Staats-Anzeiger zegt: //Naar men van goederhand en wel van ooggetuigen, verneemt, heeft Keizer Napoleon zich in den slag bij Sédan derwijze bloot gesteld, dat er geen t wijfel bestaat, of het was zijne bedoeling om den dood te vinden.» Parijs, 8 Sept. In eene circulaire van den minister van Binnen!. Zaken, den heer Gambetta, aan de prekelen wordt gezegdDenkt aan niets anders dan aan den oorlog en aan de maatregelen, die daarvan het gevolg zijn. Ver spreidt kalmte en gerustheid om eensgezindheid en ver trouwen te verkrijgen. Stelt alles uit, dat geene betrekking heeft op de nationale verdediging of haar zou kunnen belemmeren.» Het regeringsblad logenstraft het gerucht, volgens hetwelk op nieuw eene leening zou gesloten worden. Het verklaart, dat de te Parijs bijeengebragte hoeveelheid levensmiddelen ruim voldoende is om 2 millioen menschen gedurende 2 maanden van het noodige voedsel te voorzien. Parijs, 9 Sept. Het Paris Journal zegt, dat de Prins van Joinville, de hertog van Aumale en de hertog van Chartres te Parijs zijn aangekomen, een dag na de om wenteling en zich bij Favre hebben vervoegd met verzoek hen bij de verdediging van Parijs te laten behulpzaam zijn. Favre heeft in naam der regering verklaard, dat hunne tegenwoordigheid verkeerd kon worden uitgelegd, hij heeft een beroep op hunne vaderlandsliefde gedaan en hen gesmeekt te vertrekken. De Prinsen hebben Parijs verlaten. Parijs, 9 Sept. Uit Troyes wordt heden gemeld, dat gisteren 4000 Pruissen te Vitry zijn doorgekomen. Hunne veldontdekkers deden sterke rekwisitiën in de naburige gemeenten. Zij verklaren overal in naam des Konings van Pruissen de conscriptie afgeschaft. Parijs, 9 Sept. In alle departementen heerscht eene volmaakte orde. Overal melden de jongelieden zich vol geestdrift aan om tegen den vijand op te rukken. Parijs, 9 Sept. De dagbladen bevatten een manifest van Victor Hugo aan het Duitsche volk, waarin hij o. a. het volgende zegt: Het is het keizerrijk dat den oorlog gewild heeft; thans nu het keizerrijk gevallen is, moet de oorlog ophouden. De Fransche republiek, wier zinspreuk: vrijheid, gelijk heid en broederschap» is en die zich de vorming van een Europeschen statenbond ten doel stelt, reikt aan Duitsch land de broederhand. Een aanval op Parijs, de stad der natiën, zou een niet te regtvaardigen misdaad zijn, welke het Duitsche volk dat volk van denkers zou gelijk stellen met moderne vandalen.» Aan het slot van dit manifest wordt gezegd: //Parijs zal zich tot het uiterste verdedigen, doch de stoffelijke vernieling der stad zal haar zedelijk verheffen en haar asch zal het zaad der toekomst zijn.» Het centrale comité van den internationalen vredebond heeft een manifest uitgevaardigd, houdende uitnoodiging aan het voortaan vrije Fransche volk om te verklaren, dat het de onafhankelijkheid van alle volken wil eerbiedigen, en aan het Duitsche volk om een vrede te sluiten op den grondslag der intregiteit van het Fransche grondgebied, omdat de oorlog geen doel meer heeft. Aan het slot van dit manifest wordt het volgende gezegd: //Het gemeen schappelijk doel van ons streven moet zijnhet verbond der vrije volken.» Madrid, 8 Sept. Heden avond heeft alhier eene demon statie op groote schaal ter eere van de Fransche republiek plaats gevonden; 20,000 burgers met 40 banieren, waarop inscriptiën als ,/leve de vrijheid, gelijkheid en broederschap,» zijn onder het aanheffen van fanfares en het spelen der Marseillaise de stad doorgetrokken. De heer Castelar heeft vol geestdrift eene aanspraak gehouden, zeggende, dat Spanje, bevrijd van zijne Koningen, niet zou achterblijven om het voorbeeld van Frankrijk te volgen, ten einde eene confederatie der Vereenigde Staten van Europa tot stand te brengen en is geëindigd met de kreet//Leve de Fran sche republiek!» die door de volksmenigte met de grootste geestdrift herhaald is. Een Franschman heeft uit naam van Frankrijk dank gezegd. De heer Figueras heeft ge zegd Wij zullen heden de Fransche republiek met onze sympathie ondersteunen, wachtende op het oogenblik om haar met onze armen hulp te verleenen.» Die woorden zijn met geestdrift vernomen. De orde laat niets te wenschen over. Aangevoerd 653 stapels Kaas, wegende 138,871 kilogrammen. Prijzen: Kleine f' 29,75. Commissie f 33, Middelbare f 34, Laagste prijs f 16, Ter Graanmarkt bedroeg de aanvoer ongeveer 2000 hectoliters, waaronder ruim 700 heetol. Haver. De handel ging traag, vooral wat miskleurige Haver en grijze Mosterd betreft. Er is verkocht: Oude Tarwe f 12, nieuwe dito f 10,25, Rogge f 9, Gerst f 6,50, dito Chevalier f 7,50, Haver f 3,60, f 4,25 en f 5, Rood Mosterd zaad f 20,50, Geel dito f 17, Zomer-Koolzaad f 14, Karweizaad f 16,25, Graauwe Erwten f 15,50, Vale dito f 13, Wijker Vale dito f 9, kleine Witte dito f 8,75, alles per hectoliter. 6 Paarden bov.'tjaar f 37 al 20 Veulens - a 3 Koeijen -100al50 Vette Kalveren - a 3 Nuchtere dito - 9a 14 Schapen - a 170 Lammeren - 16a 25 VetteVarkens.pK.G.f a 150 Magere dito - 14a 26 280 Biggen ben. 10 w.'- 6a 8 6 Bokken en Geiten - 3a 6 Kleine dito c a Ezels - a Boter, per 0.630 K.G. - 75a80

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 3