buitenland]"
Aangenomen het beroep naar de Evang. Luth.
gemeente te Amersfoort door ds. W. J. Manssen.
Door de Nederlandsche Handelmaatschappij is voor
Amsterdam bevracht: de Java Packet.
Den 15 dezer is de spoorweg tusschen Utrecht en
's Hertogenbosch voor het publiek verkeer geopend.
Voor de verkiezing van elf leden voor den Raad
der gemeente Zijpe zijn ingeleverd 242 briefjes, zoodat
het getal van 122 stemmen de volstrekte meerderheid is.
Benoemd zijn de hhJ. Lanser met 222, K. Biersteker
met 220, J. Schrieken met 214, T. Rampen met 195,
F. H. Leis met 178, A. Kos met 167, J. van Beusekom
met 140, N. Kruijer met 128 en P. Kisteraaker met 123
stemmen, terwijl eene herstemming zal behooren plaats te
hebben voor de nog ontbrekende twee leden tusschen de
hh: G. Schuijt welke 121, C. J. Pruijssen 71, Jb. Brak
70, en G. Boontjes Pz., die 63 stemmen heeft bekomen;
welke herstemming zal plaats hebben den 27 Sept a. s.
Gisteren heeft Z. K. H. de Prins van Oranje Alkmaar
hezocht en de aldaar in den omtrek liggende troepen geïn
specteerd. Z. H. vertrok ten 3.34 per spoortrein naar
Haarlem. Wij vernemen dat heden het kamp bij Bergen
zal worden opgebroken.
De heer C. Bosman, te Alkmaar, is door den kanton-
regter aldaar veroordeeld tot 10 boete en de kosten van
het geding, met eene subsidiaire gevangenisstraf van 1 dag,
wegens het in vredestijd weigeren te voldoen aan de
schriftelijke lastgeving van B. en W. tot het verleenen van
inkwartiering aan een officier.
D. Koeman, te Alkmaar herdacht den llden dezer
zijne 40jarige ambtsbediening als doodgraver aldaar.
Voor de vereeniging het Roode Kruis is te Zuid-
Scharwoude eene som van 305.50 en in het naburige
Broek op Langendijk eene som van ƒ124.50 gecollecteerd.
Bij de verkiezing voor een lid van den raad te
Avenhorn, in plaats van wijlen den heer P. C. Spaans,
werden 55 stemmen uitgebragt. Hiervan verkreeg de heer
A. Bakker 22, de heeren C. P. Spaans en J. Kuiper
ieder 12, terwijl de heer D, Schuitemaker Lz. 8 stemmen
bekwam. Tusschen de drie eerstgenoemden moet dus eene
herstemming plaats hebben.
De gemeente Avenhorn bestaat uit de dorpen Avenhorn,
Grosthuizen en Scharwoude en telt in het geheel 73 kiezers.
De collecte in de gemeente Avenhorn gehouden,
ten behoeve van het Roode Kruis, bragt bijna 300 op.
Dingsdag avond, heeft de Rederijkerskamer »West-
Frisia» te Hoorn, eene buitengewone opvoering gehouden
ten voordeele van het Roode Kruis. De deelneming was
algemeen. De groote zaal van het Park Dankelman was
overvol. Toen het gordijn was opgehaald, trad de eere
voorzitter op en droeg een voor deze gelegenheid door
den president W. School vervaardigd vers voor. Daarna
werd opgevoerd het alom zoo gunstig ontvangen historisch
drama de Boodschapper of Lowestein in 1570, door H.
Kroon Dzn., werkend lid der kamer. Dit echt vaderlandsche
stuk werd flink opgevat en opgevoerd. Herhaaldelijk wer
den de vertooners teruggeroepen en aan het slot werd
door den president var. het Roode Kruis in even schoone
als hartelijke woorden de kamer en het publiek dank
gezegd voor voordragt en ondersteuning. Ten slotte hief
de muziek het geliefde volkslied aan, dat door het geheele
publiek staande en met geestdrift werd gezongen.
Jl. Woensdag is te Medemblik de tentoonstelling van
landbouw geopend. Er zijn vele voorwerpen ingezonden,
die smaakvol zijn gerangschikt.
De Ned. Israël, gemeente te Amsterdam heeft een groot
verlies geleden door het overlijden van den weleerw. heer
J. S. Hirsch, rabbinaal assessor en waarnemend opperrabbijn.
Dezer dagen zijn te Amsterdam aangekomen twee
Amsterdammers, wie het ongeluk getroffen had van te
Parijs aangehouden te worden als verdacht van Pruissische
spionnen te zijn. Zij werden eerst naar het politie-bureau en
van daar naar de prefectuur gebragt, en ofschoon zij bij
de verhooren welke zij ondergingen hunne hoedanigheid
van Nederlanders bewezen en volstrekt niets het vermoe
den wettigde dat tot hunne gevangenneming had geleid,
bragt men hen naar Mazas, in welken kerker men hen
terstond het gevangenpak aantrok, en waar zij 23 dagen
opgesloten bleven in den allererbarmelijksten toestand.
De republiek werd sedert geproclameerd, Mazas stond open
en met honderden anderen werden de twee Amsterdammers,
een diamantslijper en een handelaar in glaskoralen, op
vrije voeten gesteld, of stelden zich met de overigen zelf
op vrije voeten. Zij moesten echter Parijs verlaten en
ontvingen vóór hun vertrek ondersteuning van den gezant
en den consul der Nederlanden.
Aan den heer Oscar Carré is door den Raad van
Amsterdam niet vergund om zijn circus tot den 1 Mei a. s.
op het Amstelveld te laten staan.
Eene dramatische voorstelling, door de te Bennebroek
gevestigde rederijkerskamer Kennemerland, den 13 dezer
ten behoeve van het Roode Kruis gegeven, heeft, na aftrek
der kosten, eene som van j 248.65 opgebragt.
De Haagsche correspondent van de Rott. Cour.
deelt als zeer stellig mede, dat de heer Philipse het onher
roepelijk besluit genomen heeft om met het einde dezes
jaars als voorzitter der Eerste Kamer en als voorzitter
van het Prov. geregtshof in Zuidholland af te treden.
Door de reddingboot is behouden te Noordwijk aan
Zee behouden aan wal gebragt de manschap eener in zee
drijvende sloep van het Engelsch schip Pallion, van Sunder-
land naar het Nieuwediep, dat voor Egmond in zinkenden
staat was verlaten.
Uit een uitvoerig schrijven van den hr. Lodewijk
Muller, uit Dusseldorf, opgenomen in het Utr. Dagb. van
jl. Donderdag, vernemen wij, hoezeer de hulp van het
Roode Èlruis daar nog altijd noodzakelijk is, maar tevens
met hoe innige erkentelijkheid Duitschland onze hulp
begroet. De Pruisophobisten mogen zich gerust stellen.
Duitschland denkt aan geen annexatie, 't Wil in broeder
lijke eendragt en vriendschap met ons leven, zonder ons
te ontrooven van ons eigen, vrij en onafhankelijk volks
bestaan. De ingenomenheid met onze wakkere ziekenver
plegers en ziekenverpleegsters neemt allerwege toe met den
dag. Alle locale, de voornaamste huizen van Duitschland
staan voor de onzen open. En toen, op den dag dat
Napoleons gevangenneming bekend werd, in de Malkasten
te Dusseldorf, eene groote, populaire uitspanningsplaats,
een schitterend feest werd gegeven, werd bij het ledigen
van een kolossalen wijnbowl (2 ankers) een eerste toast
uitgebragt op de Nederlandsche vereenigingen van het
Roode Kruis. Ja, naauwelijks was die toast ten einde,
toen allen als één man opstonden, en het i/Wien Neérlandsch
bloed» op eens door duizenden Duitsche stemmen, met een
geïmproviseerd piano-accompagnement, werd aangeheven.
In de vergadering van den vredebond te Goes is
een adres aangenomen, hetwelk aan den Koning, le en 2e
Kamer zal worden opgezonden, waarin wordt aangedrongen
op een grondwetsverandering, waarbij het verklaren van
den oorlog, zoowel als het sluiten van den vrede, wordt
opgedragen aan de wetgevende magt, zoodat voortaan slechts
bij gemeen overleg van den vorst met de vertegenwoor
diging van het volk tot zulke in het volksbestaan ingrijpende
maatregelen zal kunnen worden overgegaan.
De varkensziekte heerscht te Staphorst en omstreken
met hevigheid. Men meent, dat het voederen der zwijnen
met bedorven aardappels voor de gezondheid der dieren
zeer nadeelig is.
Een jager heeft onder Almen, nabij Zutphen, dezer
dagen in 14 schoten 12 hazen en 1 patrijs gedood. Den
volgenden dag had hij het geluk 6 hazen en 2 patrijzen te
treffen.
Een jager te Olst heeft op den eersten dag der jagt
alleen 21 hazen geschoten.
Als een staaltje van vruchtbare teelt wordt gemeld,
dat de daglooner Genke van Kampen, te Uithuistermeeden,
van één poter een stengel gerooid heeft, waaraan niet
minder dan honderd twee goede, tamelijk dikke aardap
pelen zaten, die bij het meten acht liters vulden.
Een Engelsch varken te Asselt heeft 20 jongen
te gelijk geworpen en een gewone kip te Smilde heeft het
niet verder kunnen brengen dan twee eijeren te gelijk te
kunnen leggen.
Het volgende staaltje zegt de Geneeskundige
Courant zal den afgrond van ellende doen kennen,
waarin Midden-Europa gedompeld is. Volgens den Spec
tator zijn te Birmingham en Scheffield ,/de chirurgische
instrumenten letterlijk uitverkocht, zoodat er zelfs in Sheffield
geen slagader-pincet meer te krijgen is en de fabrieken
kunnen daarin niet zoo spoedig voorzien.»
STATE \-G KXKilAAL.
Eerste Hamer.
Zitting van Donderdag 15 September. Na de verde
diging door den minister van Justitie, is het wetsontwerp
tot afschaffing der doodstraf aangenomen, met 20 tegen 18
stemmen.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De luit. ter zee 2de kl. J. P. Lubbe Bakker eu W. G van Nes,
en de adelborst 1ste kl. C. Moolenburgh, laatst behoord hebbende
tot het esoader in Oost-Indië en van daar den 7 dezer in Nederland
teruggekomen, zijn met dien datum op non-activiteit gesteld.
België.
Een reiziger ontmoette te Brussel een commisvoyageur
voor een huis te Gent, dat in rouwgoed doet. Hij vertelde
dat een Londensche firma in hetzelfde vak aan een winkel
huis te Parijs zes duizend hoeden moest leveren benevens
zestig duizend meter krip binnen den tijd van veertien
dagen en dat de orders voor Berlijn nog veel grooter waren.
F r a n k r ij k.
De uitvoerende commissie van den internationalen
Vredebond, bestaande uit de heeren Frédéric Passy, Martin
Paschoud, Joseph Garnier e. a., heeft een brief aan den
Koning van Pruissen gerigt, waar zij hem bezweert den
oorlog te staken.
//Zij komen niet, uit naam van het rampzalige Frankrijk,
u den vrede vragen; daartoe hebben zij geen volmagt.
Zij komen uit naam van Pruissen en Frankrijk, beiden
evenzeer in rouw, uit naam van het verbijsterd en verarmd
Europa, uit naam der wereld, die zich afvraagt of de
beschaving en de voorrang van Europa geen ijdele woorden
zijn; zij komen uit naam van u zeiven, Sire, uit naam
van uw plegtig gegeven woord, u zeggen: houd op!....
De eer gebiedt het u. De menschelijkheid, de godsdienst,
de liefde tot uw vaderland en zijne waarachtige grootheid
gebieden het u niet minder.
Twee maanden geleden hebben de vrienden van den
vrede, hunne landen waarschuwende, gezegd: //De oorlog
is het schokken, misschien het vallen der troonen. Voorzeker
is zij het ongeluk der volken, de ellende, de hongersnood,
de ziekten.» Hebben zij waarheid gesproken?
Vermeerder zooveel lijden niet, Sire. Laat die stapels
dooden, die stroomen bloeds niet aangroeijen. Laat de twee
bloedende volken, te laat, hunne wonden verbinden. En
wijl de wereld, de waarde van den vrede niet genoegzaam
gekend hebbende, wreeder dan ooit veroordeeld is geworden
om de waarde van den oorlog te kennen, laat haar
althans de duur gekochte ondervinding ten bate komen.
Laat haar, van nu af, terwijl zij de zegevierende legers
ziet stand houden tegenover het ontwaken van een vrij
volk, zonder gevaar van zichzelve nogmaals te logenstraffen,
kunnen zeggen dat het tijdperk van broedermoorden einde
lijk onherroepelijk gesloten is.»
Generaal Bazaine heeft dezer dagen 2 officieren en
20 man wegens //betoonde lafhartigheid» doen fusilleren.
In eene correspondentie uit Thours wordt aan de
Indép. Beige het volgende geschreven
Wij hebben hier zeer stellige berigten uit het Pruissische
leger of liever omtrent zijn gezondheidstoestand sedert
Sédan, die niet minder dan verontrustend zijn, evenzeer
ongelukkig voor ons als voor den vijand. Typhus en cholera
heerschen er in hevige mate. Zoo verneem ik van een
ooggetuige dat men te Rethel, eene stad van 8000 inwoners
1000 soldaten heeft moeten achterlaten, die geen schram
hadden gekregen, maar door typhus of cholera waren aan
getast. Dagelijks sterven 50 k 55 man, soms meer, want
op een avond heeft men 35 of 40 doodkisten meer dan
gewoonlijk moeten bestellen. Het is verschrikkelijk.
(ingeland.
Zeker niet minder dan 1,200,000 jonge mannen,
zegt de Economist, uit alle standen der maatschappij, van
de zonen des Koniugs tot die van den minsten boer, heeft
Duitschland thans onder de wapenen hetzij op het
oorlogstooneel, of als reserve. De storing daardoor in het
dagelijksch leven en in alle takken van bedrijf teweeg-
gebragt, moet ontzettend wezen. Alle kantoren, fabrieken,
winkels, inrigtingen van onderwijs alles in een woord,
vooral wat met landbouw en nijverheid direct of indirect
in verband staat moet geheel of gedeeltelijk den arbeid
staken. Deze storing is intusschen slechts voorbijgaand
doch blijvend is de leemte, veroorzaakt door het gemis der
tienduizenden en honderdduizenden, die uitgetrokken zijn
om nimmer weer te keeren. Hoe groot het aantal dier
laatsten nu reeds is, valt moeijelijb te ramen; doch zeker
zal het wel een 200,000 man beloopen; en, wie weet of
dat cijfer niet zal verdubbeld worden, alvorens aan het
bloedvergieten een eind komt. Men vergete daarbij niet,
dat de dood de meeste offers wegmaait onder de meer
beschaafde elementen eener armee. Naar verhouding is bij
de Duitschers het verlies aan officieren tweemaal grooter
dan dat aan gemeeneu, hetwelk daaraan is toe te schrijven,
dat hun positie hen meer onmiddellijk aan het vijandelijk
vuur blootstelt, en dan, dat vele hunner bezwijken tenge
volge van vermoeijenissen en ontberingen, die de verharde
soldaat wel kan doorstaan. Alles bijeengenomen, gelooven
we ons dus niet aan overdrijving schuldig te maken, als
we beweren dat Duitschland een derde, misschien de helft,
van zijn beschaafde jongelingschap zal opgeofferd hebben,
een verlies dat onherstelbaar is, zelfs voor een natie, waar
van elk individu een zweem van onderwijs genoten heeft.
En de overblijvers zullen terugkomen, minder krachtig en
minder geschikt voor het dagelijksch bedrijf; want de oorlog,
zoo hij niet demoraliseert, doet allen arbeid des vredes
onbeduidend schijnen.
Omtrent den toestand van het Fransche leger, meldt
een correspondent van de Daily Telegraph het volgende
//Wanorde en ontevredenheid regeren overal in Frankrijk.
Et schijnt in ieder departement van het noorden geen hoofd,
geen bestuur te zijn. De spoorweg-beambten verbeelden
zich reeds in het duizendjarig rijk te zijn, want zij zijn
zoo onbeschoft als het maar kan, omdat zij geen straf te
vreezen hebben. Vooral voor de arme soldaten zijn het
ware onmenschen. Daar komen de mannen van verschillende
regimenten, .bestoft, vermoeid, beladen met een menigte
dingen en geheel verlegen, niet wetende wat zij moeten
doen of waar zij moeten gaan. Thans is het juist de tijd
om den soldaat te ondersteunen, hoezeer de burger ook
afkeer van het militaire leven moge hebben. God weet
hoe de dappere soldaten van Frankrijk hebben gevochten,
hoe zij zijn gevallen.
Drie der verschrikkelijkste gevechten van dien oorlog
heb ik bijgewoond, maar nooit zag ik meer verwaarloosde
soldaten dan de Franschen. Het is een pijnlijk gezigt, hen
te zien uitgehongerd, met stuk geloopen voeten, dikwijls
gewond, beslijkt en aan zich zeiven overgelaten. Vragen
zij aan een station, waar zij naar toe moeten, tien tegen
één als zij antwoord krijgen, of men snaauwt hen af met
woorden //dat zij gaan kunnen waar ze willen en doen
wat hun lijkt.»
Een dapper leger is verwaarloosd en daaf-door gevallen.
Thans gelooven de burgers, dat zij zullen overwinnen.
Men heeft in Frankrijk nog het noodlottige geloof, dat
ieder, die een geweer in handen krijgt, soldaat is. Even
als het leger hebben ook de burgers geen denkbeeld van
discipline. Bij Sédan lag een partij Chasseurs d' Afrique
twee mijlen verwijderd van vier duizend man Saksische
troepen, zonder dat zij redettes, patrouilles of schildwachten
hadden uitstaan; dat, was nu de voorhoede.
Britsch-Medical-Journal zegt uit zeer goede bron te
weten, dat Napoleon het niet lang meer maken zal. Hij
is namelijk bezocht en onderzocht geworden door dr.
Prescott Hewett, geneesheer aan St. Heorge's Hospitaal,
die hem geestelijk en ligchamelijk zóózeer verzwakt heeft
bevonden, dat elk oogenblik zijn dood te verwachten is.
Het wordt thans duidelijk, dat het oorlog-torenschip
Captain tengevolge zijner bouw is omgeslagen.
z/Vreeselijke wreedheden der Duitschers; levend ver
branden van vrouwen en kinderen,» schrijft de Evening
Standard boven een van zijne correspondentiën uit Parijs,
waarin een brief voorkomt van den Hertog van Fitzjames,
gedagteekend 13 September en waarin deze schrijft</Door
de internationale vereeniging tot het verleenen van hulp
aan gekwetsten, nevens den Prins de Sagau belast met
het oprigten van ambulances, waar die het nuttigst geacht
worden, heb ik al de slagvelden van Beaumont tot Sédan
gezien. Vergun mij, mijn verontwaardiging uit te drukken
over hetgeen ik te Bazeilles heb gezien. Den morgen van
den 31 Augustus, toen de moedige bewoners van dat dorp
bespeurden dat de vijand naderde, trokken zij hun uniform
van nationale garde aan en stonden het leger bij tegenover
den aanval van een Beijersch korps en een divisie van
het vierde Pruissische reservekorps. De Franschen werden
achteruitgedreven. De vijand kwam in Bazeilles en toen
begon een tooneel van gruwelen en namelooze buiten
sporigheden, dat de bedrijvers er van voor altijd moet
schandmerken. Om de dorpelingen er voor te straffen,