1870. N°. 115. Zondag 25 September. 28 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BINNENLAND. STATEN-GENERAAL. HELDERSCHE E\ 1IEUWEMEPER COURANT, ,,Wij huldigen het goede.' Verichijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatubdag namiddag. AbonnementBprij» per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prij» der AdvertentiënVan 14 regelt 60 cent elke regel meer 15 cent. Groote lettere of vignetten worden naar plaatimimte berekend Per laatsten trein van den Helder vertrekt Woensdag den t§ dezer over Harseille de mail naar Oost-Indlë, China en Japan. Vrijdag den 30 dezer vertrekt, per laatsten trein van den Helder, de West-Indisehe mail over Houthampton. HELDER en NIEUWEDIEP, 24 September. De drijvende batterij Jupiter en het schroefstoomschip het Zilveren Kruis worden met het einde dezer maand huiten dienst gesteld. De buiten-dienst-stelling van de stoombatterij de Ruiter wordt eerstdaags te gemoet gezien. De hulpnachtdienst aan de rijkstelegraafkantoren te Alkmaar en alhier is opgeheven. Bij Kon. besluiten van 14, 17 en 20 Sept. is bepaald, dat de miliciens van de verschillende ligtingen, die buiten gewoon onder de wapenen zijn opgekomen, successivelijk naar hunne haardsteden zullen teruggezonden worden. Bedankt voor het beroep naar de Christ. Geref. gemeente te Leeuwarden, door ds. W. J. A. Notten, te Middelharnis. Bedankt voor het beroep naar Huisduinen door den heer R. G. J. Wieringa, pred. te Hoorn op Texelvoor het beroep naar Holysloot c. a. door den heer dr. J. Leemhuis, pred. te Midwoud. Nu de mobilisatie van het leger geëindigd en de generaal Knoop van de actieve betrekking, om welker aanvaarding hij het lidmaatschap der Tweede Kamer neder- legde, dus weder ontheven is, kunnen wij spoedig een ver-i kiezing in het kiesdistrict Alkmaar tegemoet zien, waar de heer van Foreest ter Tweede Kamer afgevaardigd werd om de plaats van den heer Knoop gedurende diens actieve dienst als divisie-generaal te bewaren. (Het Vaderland.) Men schrijft ons van Texel, dd. 24 Sept.: .De Engelsche stoomboot Aurora, in ballast van Londen naar Harlingen, is gisteren nacht in de Eijerlandsche gronden verzeild geraakt. De kapitein heeft alle assistentie geweigerd.* Behalve de varkensziekte heerscht in de omstreken van Schermerhorn ook de longziekte onder het vee in vrij erge mate. Zr. Ms. geneesheer, dr. H. J. Vinkhuijzen, is, na de hem van wege het Roode Kruis opgedragen zending naar Sédan, te 's Hage teruggekeerd. Te Rotterdam is een stukadoor voor de tweede maal voor hetzelfde feit veroordeeld. Om jenever te kunnen koopen, steelt die man, uit antipathie tegen pompwater, telken» een slinger van een pomp weg, dien hij dan verkwanselt. Dezer dagen zag de equipage van den in de Marine-, haven te Hellevoetsluis liggenden monitor Heiligerlee een kindérpetje en een paar klompjes langs boord drijven. Waar zulke visschen gezien worden is het niet rigtig op den bodem, dacht Janmaat, en onmiddellijk sprongen er een paar matrozen te water en doken naar onder. Een' hunner gelukte het, na een driewerf duiken, een negenjarig knaapje van den grond op te halen. Ofschoon er dadelijk geneeskundige hulp bij de hand was, en de officier van gezondheid een uur lang alle pogingen in het werk stelde om de levensgeesten van den drenkeling op te wekken, bleek alles toch vruchteloos te wezen. Men kan zich de smart der ouders voorstellen, die hun kind steeds spelend op het Hoofd onderstelden, bij het vernemen der tijding dat zij een lijk van den monitor konden afhalen. Door tusschenkomst van een notaris te Dordrecht is van eene dame, welke onbekend wenscht te blijven, ont vangen eene gift van 3000 voor het Roode Kruis. H. W. Roelants, luitenant-kolonel kommandant der dd. schutterij te Schiedam, zal zijn zestigjarige werkelij ke schutterlijke dienst herdenken, waarvan hij vijfen dertig jaren als kommandant fungeerde. Bij die gelegenheid zal, naar wij vernemen, het korps officieren der schutterij hunnen kommandant een feestelijke bijeenkomst in Musis Sacrum, bereiden, waarbij ook het dagelijksch bestuur zal worden uitgenoodigd. Schied. Ct. Een handwerksman te Utrecht kocht dezer dagen voor 7 een oude kast, om die te amoveeren tot gebruik van het houthij vond achter het beschot bij het openslaan p. m. 25 gouden ducaten benevens eenig zilvergeld, en ook een pakje bankbiljetten, dat echter zoo goed als ver gaan was. In Noordbrabant zijn door de marechaussees vijftien Fransche gevangenen, die ontsnapt waren uit het kamp te Beverloo, aangebonden en over de Belgische grens gebragt. De jaarmarkt te Meppel was jl. Dingsdag, begunstigd door het schoone weder, nog al druk bezocht. Er waren ten verkoop aangeboden 700 paarden, 100 veulens en ruim 400 stuks runderen, die grootendeels tot de navolgende prijzen verkocht werden: kalf-koeijen 100 k 185, melk- koeijen 80 a 135, gusten 90 a 145, jongvee f 30 a 60, paarden 15 k 450, veulens 60 k 120. Men beweert dat de vrouw hier niet vereerd maar verdrukt wordt. „Hoe! de vrouw niet vereerd," (zegt Nicolaas Beets in zijne brochure over de emancipatie der vrouw) „de vrouw in hare waarde en regten miskend, de vrouw een slavin, in het vrije, het beschaafde, het om zijn huiselijk leven op zoo hoogen prijs gestelde Neder landIndien het waar is, schaam ik mij over mijn vaderland. Maar ik verwerp de beschuldiging. Ik heb in mijn leeftijd in geen kringen verkeerd, waarin dat het geval was. Zoo er voorbeelden van aan te wijzen zijn, de oorzaak daarvan is noch in onzen volksaard, noch in onze opvoeding, zij is even weinig in onze christelijke overtuigingen als in onze Germaansche overleveringen, en zoo min in onze wetten en instellingen, als in onze zeden en gewoonten te zoeken. Het „Ehret die Frauen, sie flechten und weben himlische Rosen ins irdische Leben!» is in Nederland tot op dezen dag meer dan een lied; het is een heilig, een door de schoonste ervaring steeds aan gemoedigd beginsel geweest. De waarde der vrouw Hollandsche degelijkheid maakt ze voor de oogen van den Hollandsche man steeds onmiskenbaar; hare regten tenzij men van nieuwe uitvindingen spreekt, die in de natuur van haar wezen en betrekkingen geen grond heb ben hare regten, de heilige regten der zwakkeren, hij die ze onder ons openlijk schendt of gering acht, wordt door allen gebrandmerkt; de Nederlandsche vrouw een slavin ja, in zoover ook de Nederlandsche man een slaaf is en wezen wil, nl. van dien welkomen meester: dm pligt.' In een eerste artikel behandelt het Vaderland de Prnissische leger-organisatie en herinnert daarin hoe Pruissen steeds zijne meeste zorgen aan het leger heeft besteed en daardoor Brandenburg, dat slechts 3 a 4000 man troepen in de 17de eeuw kon onderhouden, van lieverlede heeft uitgebreid tot het rijk van 19 millioen zielen met 700,000 man soldaten en den Noordduitschen Bond, die over 1,200,000 man troepen beschikt. Bij gelegenheid van het bespreken van de voorliefde van Koning Frederik Willem voor zijn reuzen- of blaauwen regiment, waartoe van overal door allerlei geoorloofde en ongeoorloofde middelen, groote mannen werden bijeengebragt, voegt het Vaderland deze anecdote: //De Koning bepaalde zich niet tot koopen of ruilen van reuzen, maar hij wilde ze ook aankweeken. Bijzonder groote vrouwen werden, op zijn bevel, met zijne reuzen in den echt verbonden, in de hoop, dat ook de kinderen reuzen zouden zijn, die het getal van de "blaauwen" zouden kunnen vergrooten. Men vindt vermeldt, dat hij eenmaal op weg van Postdam naar Berlijn een kolossale jeugdige schoone ontmoetende, haar een briefje mede gaf voor den kolonel van de garde, met deze woorden: //Ik gelast u, mijnheer de kolonel, den grenadier Muller met de brengster van dit briefje te doen trouwen." De reuzin, die uit Silezië was gekomen en dien dag nog vertrekken wilde, gaf, om geen tijd te verliezen, het briefje aan eene oude vrouw, die bij een der poorten gezeten was. De oude dame ging naar de kazerne en gaf het briefje over; de kolonel liet dadelijk den reus Muller bij zich komen en verbond hem met het oudje in den echt. Toen de Koning de zaak vernam, gelaste hij, tot groote vreugde van Maller, onmiddelijk de echtscheiding. Maar men beweerde, dat, zoo de reus tevreden was, zijn echtgenoote liever had gezien, dat de zaak ware gebleven zooals ze was.» Dat er nojg^laden zijn welke den oorlog in bescherming nemen, blijkt óns uit het volgende, hetwelk de Tijd zegt: Het is zeker, ld65t men in genoemd blad, dat een te lang durige vrede het volk ontzenuwt en bederft. De strijd is eene voorwaarde voor 's menschen frissche leven op aarde. Dit is waar voor de enkele: het geldt eveneens voor de natiën. Wat hebben de langdurige vreden dezer eeuw al niet kwaads voortgebragt Eene altijd-toenemende weelde, die de bevolking verarmt, de karakters hunne kracht ontneemt; eene zinnelijkheid, die verweekt, den zin voor het hooge en edele uitdooft. Van daar die koudheid en onverschilligheid in het godsdienstigedie zucht naar losbandigheid en onafhankelijkheid; met één woord: de echt-maatschappelijke deugden, welke de kracht vormen van een volk, werden met den dag zeldzamer. Uit zulken doodslaap schudt de oorlog de volkeren op." In verscheidene militaire hospitalen hebben zich zonderlinge wonden en buitengewone gevallen voorgedaan, die der geneeskundige wetenschap aanleiding knnnen geven tot talrijke en belangrijke waarnemingen. Een soldaat o. a. is aan het hoofd getroffen door een kogel, die gedrongen is tusschen het binnengewelf van den schedel en de hersenen. Hij gevoelt zich zeer wel, eet en drinkt als de beste, maar kan geen groote bewegingen maken, want dadelijk voelt hij dien kogel in zijn hoofd rollen. Een ander soldaat heeft een kogel gekregen, die hem in het voorhoofd getroffen heeft en die, in plaats van voor waarts te dringen, langs de huid gegleden en precies aan den anderen kant te voorschijn gekomen is, daarbij rondom het hoofd een bloedig spoor achterlatende, zooals de scalp van den Indiaan zou kunnen veroorzaken. Een ander ten slotte, die aan de hersenpan getroffen werd, heeft gedeeltelijk het geheugen verloren en is de zelf standige naamwoorden vergeten. Om een geweer of een ander voorwerp aan te duiden is hij genoodzaakt een om schrijving te gebruiken Op het graf van Defoe, den schrijver van Robinson Crusoë, die te Bunhill in 1731 gestorven en begraven is, is dezer dagen een fraai gedenkteeken geplaatst, hetwelk bekostigd is door «de Engelsche knapen en meisjes." Spreekbuizen in kerken. In eene nieuwe kerk te Chicago (Noord-Amerika) heeft men den preekstoel in verbinding gesteld met een koperen spreektrompet, waar van de personen op elf kerkbanken zich kunnen bedienen, en waardoor de hardhoorenden zich het genot van eene leerrede niet meer behoeven te ontzeggen. Voor deze personen zijn de noodige elastieke buizen en oorstukken aangebragt. Eerste Hamer. Zitting van Donderdag 22 September. Aan de orde is het adres van antwoord op de troonrede. Het ontwerp- adres luidt als volgt: „Sire! Met een diep gevoel van dankbaarheid zag de Eerste Kamer der Staten-Generaal Uwe Majesteit omringd door de Ver tegenwoordigers van het geheele Nederlandsche volk, op een oogenblik dat het vaderland de tallooze zegeningen des vredes geniet, terwijl bevriende volken, in onze nabijheid, al de jammeren en al den rouw van den oorlog moeten ondervinden. „De uitmuntende geest van zee- en landmagt, van nationale militie, schutterijen en vrijwillige vereenigingende milde zorg voor de gezinnen der opgeroepenende orde en rust, welke overal in den lande heerschen; de bereidwilligheid, waarmede de last der inkwar tiering wordt gedragen, zijn zoo vele bewijzen, dat het Nederlandsche volk, bezield met liefde en trouw voor Uwer Majesteits Doorluchtig Stamhuis, den vasten wil bezit om de zelfstandigheid van het vaderland te handhaven. „Bijzonder aangenaam was het ons, van Uwe Majesteit te ver nemen, dat, ondanks den uitgebroken oorlog, de betrekkingen van Nederland met de overige mogendheden geenerlei stoornis onder vonden en Uwe Majesteit zelfs vele bewijzen van vertrouwen en welwillendheid mogt ontvangen. „Volharding in eene strikte onzijdigheid, waartoe Uwe Majesteit het bepaalde voornemen heeft, aeht ook de Eerste Kamer, voor de belangen van Nederland, dringend noodzakelijk. „De ijver onzer landgenooten om, voorgegaan door Uwe Majesteit, de pligten der menschelijkheid jegens de gekwetste krijgslieden der beide oorlogvoerende volken naar vermogen te vervullen, wordt ook door ons met voldoening opgemerkt. „Wij verheugen ons, Sire! dat Uwe Majesteit de ingezetenen nu reeds kan ontheffen van een deel der hun buitengewoon opgelegde pligten en lasten. Mogen zij weldra geheel kunnen worden opgeheven „Dat de algemeene toestand van het Rijk, zoowel op zedelijk als stoffelijk gebied, reden tot dank oplevert, werd door ons met erkentelijkheid vernomen. „Wij stellen op prijs Uwer Majesteits verzekering, dat de toestand onzer geldmiddelen, den invloed der tijdsomstandigheden in aan merking genomen, niet ongunstig is. „Met belangstelling zullen wij kennis nemen van het ons mede gedeelde verslag omtrent de overzeesche bezittingen en koloniën van het Rijk. Moge ook daarin zeer veel gunstigs zijn op te merken en de regeling der aangelegenheden, waarvoor in het afgeloopen jaar de grondslagen zijn gelegd, ijverig worden voortgezet en goede uitkomsten opleveren. „De Eerste Kamer is bereid, hare onverdeelde aandacht te wijden aan die gewigtige onderwerpen, welke nog voorziening eischen, want het is ook ons innig verlangen, Sire! dat het grondwettig gemeen overleg rijke vruchten drage. „God blijve ons dierbaar vaderland beschermen en schenke Zijnen onmisbaren zegen op onzen arbeid." Dit adres is, nadat het, tengevolge van het onderzoek in de afdeelingen, eenige wijziging had ondergaan, met algemeene stemmen aangenomen. Yan wege de regering is medegedeeld, dat meest alle wetsontwerpen, die in de vorige zitting onafgedaan zijn gebleven, op nieuw zullen worden aangeboden. De schutterij-wet en die op de inkomsten-belasting zijn bereids ingezonden. Andere wetten zijn nog in overweging. De Kamer is hierop gescheiden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1