STATEN-GENERAAL. BUITENLAND. Naar wij vernemen, bestaat het plan om in den loop der maand October de jaarlijksche schietwedstrijd van het Artillerie-Vrijkorps alhier te doen plaats hebben. De uitvoering van dit plan is echter afhankelijk van de onder steuning, die daaraan van de zijde der leden en bijzondere personen zal worden geschonken. Indien, even als in vorige jaren, de noodige medewerking zal blijken uit de dezer dagen rond te zenden inteekenlijst, zullen er maatregelen worden genomen om het concours op de meest doeltreffende wijze te doen plaats hebben. Men schrijft uit Harlingen dd. 24 dezer aan het Dagblad: «De heer J. F. Salvesen, vroeger als scheepsgezagvoerder te Harlingen woonachtig, thans koopman te Nieuwediep, had jl. Vrijdag weder de gelegenheid zijne menschlievendheid te toonen. Pas per stoomboot te Harlingen aangekomen en zich naar zijn logement willende begeven, zag hij hoe een knaap met den dood worstelende in het water lag in de Zuiderhaven. Zonder zich den tijd te gunnen zich van zijne niet alledaagsche kleêren te ontdoen, springt hij te water en heeft het genoegen den knaap van een anders wissen dood te redden. Dit is reeds ten minste de derde maal, dat de heer Salvesen, naar ik weet, ongelukkigen niet zonder eigen levensgevaar, en tot eigen schade, heeft geholpen." Ter materiëele ondersteuning van de Rotterdamsche vereeniging tot bevordering van 's lands weerbaarheid is eene premitleening, groot 1 millioen gulden, op touw gezet, verdeeld in 400,000 loten, ieder a 2.50. Er zullen zijn premiën van 80,000, 75,000, 40,000, 30,000, 25,000, 20,000, enz. De eerste trekking zal plaats hebben op 6 December e. k. Z. M. de Koning heeft naar de Amst. Ct. ver neemt het verzoek om gratie afgewezen, ingediend door den spoorwegwachter bij de Holl. spoorwegmaatschappij J. H. Splinter, die door het Geregtshof in Noordholland veroordeeld is tot één jaar eenzame opsluiting en 25 boete, wegens het verzuim, op 28 Aug. 1869 tengevolge van in slaap vallen gepleegd, om de hekken van den overweg, genaamd Egmonderweg af te sluiten, waardoor de dood van drie personen, die in een rijtuig langs dien overweg reden, veroorzaakt werd. Beroepen te Utrecht de heer H. V. Hogerzeil, pred. te Driebergen. Nadat eene collecte, ten behoeve van het Roode Kruis te Koog en Zaandijk gehouden, behalve eenige benoodigd- heden, 970 had opgebragt, werd jl. Donderdag door den heer J. P. de Wit Pz., organist bij de Doopsgezinde gemeente aldaar, met welwillende medewerking van eenige anderen, een orgelconcert voor hetzelfde doel gegeven, waarvan de netto opbrengst 84.85 bedroeg. Op de Amsterdamsche kermis zijn den kermisgangers traktaatjes in de handen gestopt in den vorm van bank biljetten van J 1000. Mevrouw Adeline Patti zal, op hare doorreis van Londen naar St. Petersburg, waar een engagement haar roept, slechts één concert te Amsterdam geven, en wel in het Park op Woensdag 12 October. Een Amsterdamsch winkeljuffertje stond, naar het schijnt, in ongeoorloofde betrekking met een gehuwd man. Onvoorzigtig genoeg correspondeerde zii wat al te druk met haar minnaar, zoodat een van hare brieven de echtgenoote in handen kwam. In dien brief was een rendez-vous bepaald bij het postkantoor. Maar in plaats van haar zielsvriend vond het juffertje er de gekrenkte ega, die haar, onder de toejuiching der talrijke voorbijgangers, met een vloed van scheldwoorden begroette, haar geducht toetakelde en haar dwong, in een naburigen sigarenwinkel te vlugten. Gelukkig vérscheen de brave huisvader niet. Inmiddels groeide de volkshoop steeds aan, en slechts met moeite werd de al te teedere winkeljufvrouw door de politie ontzet. Omtrent de voordragt van den heer Cremer, ten voordeele van het Roode Kruis gehouden, zegt het Vaderland o. a. het volgende: Evenals in het Paauwenveerke speelt ook de boerenhoog- moed of verwaandheid, welhaast tot waanzin geklommen, in Bella Poel de hoofdrol, hier echter geen verwaandheid op geld, maar op boeren-»wies-geleerdheid." Govert Ros van 't Hoender-arf is rijmelaar en verbeeldt zich dichter te zijn. In handen van zelfzuchtige vrienden echte typen van nons bons villageois, die op de dwaasheid van den rijken jongen boer speculeeren, ziet hem zijn goede engel Bella Roel, door hem ter wille van zijn roem als «Govert Ros, den dichter» verstooten, van dwaasheid tot krankzinnigheid voortgezweept, totdat zij het is, die hem redt, wanneer de brand uit het broeijend hooi op het verwaarloosde Hoender-arf, een einde dreigt te maken aan het leven van den //armen krankzinnigen mins.» Eind goed al goed! is natuurlijk ook op deze novelle toepasselijk. De heer Cremer is teekenaar-moralist en kis hij zijn novellen voordraagt, daarenboven acteur. De heer van Foreest is het niet eens met bet Utr. D. zegt het Vaderland, hetwelk het denkbeeld, dat de heer van Foreest thans zijn woord zou houden en plaats zou maken voor den heer Knoop, ongerijmd en ongepast achtte. De heer van Foreest heeft namelijk aan generaal Knoop gelijk te verwachten was een beleefd schrijven gerigt om hem te vragen of hij zich weder candidaat wilde stellen, daar hij in dat geval onmiddelijk zijn lidmaatschap der Tweede Kamer weder zou nederleggen. Generaal Knoop heeft op dien brief geantwoord, dat hij meende het aanbod van den Alkmaarschen afgevaardigde niet te moeten aannemen. Volgens de N. Rott. Ct. hebben jl. Maandag twee schokkervaartuigen zee gekozen door het nieuwe kanaal door den Hoek van Holland. Dezer dagen had te Vlaardingen een verschrikkelijk voorval plaats. Een matroos eener kof is des nachts in de kajuit van den kapitein geslopen en heeft dezen en zijne vrouw met messteken trachten te dooden. De kapitein verkeert in zorgvollen toestand. Als vermoedelijke oorzaak wordt opgegeven, dat de dader zich in het bezit wilde stellen van de som, die hij des middags in de portefeuille van zijn kapitein ontwaard had. De dader is in hechtenis. Aangekomen schepen te Batavia vóór 10 September Allegonda Jacoba, Bato, Constance, 3 Gezusters, Generaal De Stuers, Henriëtte Maria, Soerabaija Packet. Ver trokken: Alefta Augusta, Galileï en Jan van Brakel. Drie dronkelui te Maastricht hebben den vaandel drager der schutterij, die van de excercitie kwam, zijn vaandel trachten te ontnemen, doch niets meer van hem kunnen krijgen dan eenige welverdiende en weltoegebragte vuistslagen. Afgeluisterd. Vleesch kunnen wij, burgermenschen, niet meer eten. Ik ben ambachtsman en met mijne inkomsten is het ten eenenmale onmogelijk om dat voedingsmiddel, zij het ook maar een enkele maal per week, onder den neus te krijgen. Is dat waar, zou dat zoo onmogelijk zijn Ik weet, gij drinkt iederen dag voor 35 cents jenever, dat is nagenoeg voor een rijksdaalder per week. Mij dunkt, als gij die 2.50 eens aan vleesch gingt besteden, dat gij en uw vrouw en kinderen toch minstens een keer of drie per week een goed stukje vleesch konden eten. Daar zeg je wèl aan, buurman, maar moet ik dan zoo nu en dan op den dag niet eens een versnapering hebben. Een borrel is voor mij behoefte, ik kan er niet buiten. 't Zij zoo, maar klaag dan niet, dat gij door duurte van dierlijk voedsel verstoken blijft. Uw dorst naar sterken drank is de eenige oorzaak. Tweede Kamer. Zitting van Maandag 26 September. Aan de orde is de beraadslaging over het ontwerp-adres van antwoord op de troonrede. Het ontwerp bevat geheel en al een weerklank op die rede. Aan de algemeene beschouwing over dit adres namen deel de heeren van Wassenaer Katwijck, de Roo v. Aldewerelt, van Lynden en Stieltjes. De heer Jonckbloet verdedigde het ontwerp, namens de commissie van redactie, terwijl de ministers van Binnenl. Zaken, van Financiën, van Oorlog en van Buitenl. Zaken tot het geven van inlichtingen het woord voerden. De heer v. Wassenaer maakte de aanmerking, dat, sprekende over het onderwijs in ons Vaderland, niets van het bijzonder onderwijs was gezegd. De heeren de Roo en Stieltjes hadden een meer zelfstandig adres verwacht, waarin niet slechts werd ge sproken over de handhaving onzer neutraliteit, maar bovenal onzer onafhankelijkheid. De heer v. Lynden vroeg inlich ting ten aanzien onzer verhouding tot de buitenlandsche mogendheden, vooral met het oog op de vervanging onzer gezanten. De geopperde bezwaren werden zooveel mogelijk uit den weg geruimd. De minister van Buitenl. Zaken deelde o. a. mede, dat er geenerlei moeijelijkheden met buitenlandsche mogendheden bestaan en dat er van eene verdeeling van Nederland en België niets bij de regering bekend is. Hij deed uitkomen, dat ons land buitenaf te zeer geacht is, dan dat het schandaal zou worden vertoond, Nederlands onafhankelijkheid te willen aanranden. Terwijl Nederland ieders zelfstandigheid eerbiedigt, verwacht het ook wederzijds diezelfde eerbiediging. De algemeene strekking van het ontwerp-adres wordt goedgekeurd met 60 tegen 11 stemmen. Daarna wordt overgegaan tot de behandeling der verschillende artikelen. In deze zitting is ingekomen een ontwerp van wet tot afkoopbaarstelling der tienden. Zitting van Dingsdag 27 September. Er wordt voort gegaan met de artikelsgewijze behandeling van het concept- adres van antwoord op de troonrede. Op de mededeeling des Konings. „Het onderwijs aan welks verbetering alle zorg wordt besteed, verspreidt in steeds wijderen kring zaden van beschaving en welvaart» werd door de Commissie voorgesteld te antwoorden: „Met ingenomenheid vernamen wij, dat het onderwijs in steeds wijderen kring zaden van beschaving en welvaart verspreidt.» Dit geheel kleurloos antwoordt lokte eene vrij langdurige discussie uit en gaf den heer Saayuians Vader een amendement in de pen, dat echter met algemeene stemmen op 1 na werd verworpen. De minister van Binnenl. Zaken legde de verklaring af, dat in de gunstige vermelding van het onderwijs ook het bijzonder onderwijs was begrepen. Ten slotte is het ontwerp- adres in zijn geheel aangenomen met 65 tegen 6 stemmen. België. Dagelijks ontvangen wij bezoeken van vrouwen, zoo meldt men uit een Belgische ambulance te Saarbrücken, die hare mannen en van ouders, die hunne kinderen opsporen. Helaasin de meeste gevallen kunnen alleen de grafkuilen bij Spiekeren op hunne vragen het antwoord geven! De echtgenoote van een Fransch officier heeft de opgraving van meer dan honderd sedert twintig dagen begraven lijken aanschouwd alvorens zij vond, dien zij zocht. In de eerste dagen van mijn verblijf alhier ben ik insgelijks van eene opgraving van lijken van militairen getuige geweest, een schouwspel, hetwelk ik mijn leven lang niet zal vergeten F r a n k r ij k. Parijs! wat vindt de bezoeker, die er vroeger geweest was, die stad veranderd! Wie beschrijft den indruk van het schouwspel, dat de stad der weelde en der vermaken, den vreemdeling, die er in twee maanden niet geweest is, aanbiedtDe Boulevards zijn er even levendig als vroeger, maar het is een gansch ander gewoel. De dandys ontbreken er, de elegante wereld met hare equipages ontbreken er, de demi-monde van den eersten rang ontbreekt er. In plaats daarvan, ziet men er duizenden boeren van vijftien tot vijftig jaren, in bonte mengeling dooreen met gewone soldaten en studenten, op de meest vreemdsoortige wijze gewapend en gekleed. Daarbij alle prachtige winkels reeds ten zeven ure des avonds gesloten; slechts de wapen- kleeder- en flanellenhemden-winkels open. Het maison dorée gesloten, het anders zoo verlichte Grand Hotel in volslagen duisternis gehuld; de cafés en restaurants daarentegen gevuld met gewapende lieden; demi-monde van den derden en vierden rang, sedert het vertrek der vreemdelingen, door den honger gekweld, nog veel indringender dan vroeger en zich overal op den voorgrond stellende; de gemeene zouaven bij lioopen in den Néapolitain, en bij Tortonne hunne vingers voor vorken gebruikende; terwijl door al dit gedwarrel de Marseillaise voortdurend uit duizend keelen wordt aangeheven. Ziedaar de stoffeering van het tafereel. Oin zich verder een juist denkbeeld van Parijs te vormen, moet men niet de pen, maar de verbeeldingskracht te hulp roepen. Het kasteel Ferrières, waarin de Koning van Pruissen zijn hoofdkwartier gevestigd heeft, ligt omstreeks zeven uren oostwaarts van Parijs en twee uren ten zuiden van Lagny. Het is het eigendom der douairière James (of Jacob) von Rothschild, en is hetzelfde lustslot, waarop de sedert over leden baron von Rothschild in 1866 Keizer Napoleon Hl eene week lang bij zich te gast had en hem zoo vorstelijk ontving, dat dit Keizerlijk bezoek den schatrijken bankier, naar verzekerd werd, op eene uitgave van 20 millioen francs te staan kwam. De kostbare schilderijen en andere kunst verzamelingen, welke dit kasteel versierden, zijn omstreeks veertien dagen daaruit verwijderd en op eene veilige plaats geborgen. De fraaije bosschen van het kasteel zijn vóór de komst der Pruissen meerendeels verwoest. Vroeger behoorde dat prachtige lustslot aan Fouché, van Nantes (den hertog van Otrantee). In weerwil van Gambetta's verzekeringen, zijn in de laatste dagen in de Fransche hoofdstad ernstige onlusten uitgebarsten. Zie hier wat daaromtrent gemeld wordt aan het Utrechtsch Dagblad uit St. Germain dd. 24 dezer: Een individu, een soort van gelukzoeker, Cluseret genaamd, onlangs uit Amerika teruggekomen en zich den titel van generaal gevende, isde aan voerder der socialistische bewegingen geweest. Toen op den 4 September de republiek gepro clameerd werd, vroeg Cluseret aan den minister van oorlog, om in den rang van generaal, dien hij voorgaf in Amerika gehad te hebben, bij het Fransche leger ingedeeld te worden. Dit werd hem geweigerd en nu wierp hij zich geheel in de ultra-socialistische partij. Eenige dagen daarna verscheen in het dagblad de Marseillaise, een artikel tegen het voorloopig bestuur der republiek, zóó hevig, zóó opruijend, dat zelfs Rochefort, de vroeger zoo bekende redacteur van dat blad er tegen protesteerde en in publieke bladen algemeen verkondigde, dat hij niet meer tot de redactie van de Marseillaise in betrekking stond, en alle deelname of medewerking aan dat dagblad en gemeld artikel van zich afwierp. Cluzeret ging intusschen voort met zijne, opruijingen, en vond vooral in de voorstad Belleville immer bijval. Den 20sten des avonds waren de volksoploopen te Belleville en langs den Boulevard Beau- marchais zeer oproerig en de uitbarsting van een opstand in rood socialistischen zin was dan ook te voorzien, zoodat voor den volgenden dag door generaal Trochu militaire maatregelen genomen werden. Woensdag avond den 21sten begonnen ook werkelijk groote troepen van allerlei volk, grootendeels gewapend, met een rood vaandel voorop, van de hoogte van Belleville naar den Boulevard te trekken, met voornemen het stadhuis te bemagtigen en de socialistische republiek uit te roepen. Onder luide kreten van leve socialistische republiek! weg met de rijken! weg met het kapitaal! was die troep, steeds vermeerderd door het schuim van andere wijken reeds op t den Boulevard du Prince Eugène gekomen, toen eenige bataljons mobiele garije uit de westelijke departementen herkomstig en daartoe bij voorkeur gekozen, hen den weg versperden. Een regiment gendarmerie mobile, waarbij de opgehevene garde of garde de Paris ingedeeld is, bezette den Boulevard, Beaumarcbais en de aangrenzende straten. Na de trommel slag vruchteloos de wettige sommatiën te hebben gedaan, rukte de gewapende magt voorwaarts, om de opstandelingen uit elkander te drijven. Deze eersten stelden zich te weer, losten geweerschoten, en trachtten, door omvergeworpen omnibussen en andere voertuigen, zoo het scheen daartoe in reserve gehouden, eene barricade te maken. Spoedig echter werd deze door de troepen genomen, en na eenige salvo's infanterievuur, ruimde de woeste hoop den Boulevard tot Belleville, waar zich eene tweede, deze meer afgewerkte, barricade bevond. Een paar kanonschoten en de daaropvolgende aanloop der troepen hadden ook dit verdedigingsmiddel spoedig onder den voet, en daarmede was die poging tot opstand gedempt, althans voor het oogenblik. Gebrek aan verlichting maakte eene vervolging zeer moeijelijk, zoodat er niets dan eenige gesneuvelden en zwaar gekwetsten in handen der troepen gevallen zijn, en van verdere arrestatiën is niets vernomen. Tot heden is alles rustig gebleven. De stad Reims zou veroordeeld zijn 2000 flesschen champagne te leveren aan een regiment dragonders, waarvan 5 militairen door de bevolking zijn neêrgeschoten. Epernay is om een dergelijk feit tot 300,000 fr. boete veroordeeld. Engeland. Dr. Russell, de correspondent van de Times, zendt uit Coulommiers een meer uitvoerig verslag van de ont moeting tusschen Koning Wilhelm en Keizer Napoleon,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2