STATEi\-GElVERAAL.
B U 1 T E ML A «f l).~
het perceel af te slaan en den verkoop tot nadere aan
kondiging uitstelde.
Bij vonnis der Arrond. regtbank te Alkmaar van 8 Nov.
is de heer C. Bosman, appellant van een vonnis van den
kantonregter te Alkmaar, beschuldigd van'weigering tot het
verleenen van onderhoud en inkwartiering aan een officier,
ter dier zake vrijgesproken.
De regtbank overwoog onder anderen dat het feit, den
beklaagde bij dagvaarding ten laste gelegd, wel wettig en
overtuigend bewezen is, maar geenszins zijne schuld daaraan
en dat mitsdien het vonnis van den kantonregter, voor
zooveel de schuldigverklaring en veroordeeliug betreft,
behoort vernietigd te worden en den appellant moet worden
vrijgesproken.
Gezien, enz.
Vernietigt het vonnis van den kantonregter te Alkmaar
den 15 September 1870 tegen den beklaagde gewezen en
op nieuw regt doende, verklaart het den appellant bij
oorspronkelijke dagvaarding ten laste gelegde feit wettig
en overtuigd bewezen.
Verklaard echter niet wettig en overtuigend bewezen
de schuld van den beklaagde aan dit feit en spreekt hem
mitsdien vrij.
De kosten in beide instantiën gevallen, te dragen door
den Staat.
In plaats van den heer D. Schuitemaker Kz., die
als lid van den Raad te Avenhorn heeft bedankt, is als
zoodanig benoemd de heer D. Schuitemaker Lz. Bij de
eerste stemming verkreeg W. Bakker 20 en Schuitemaker Lz.
14 van de 42 uitgebragte stemmen, terwijl bij de herstemming
op Schuitemaker 28 en op W. Bakker 22 stemmen werden
uitgebragt.
De Kamer van Koophandel te Gouda heeft zich tot
de Staten-Generaal gewend met een adres, verzoekende
dat het wetsontwerp, waarbij eene algemeene belasting op
de inkomsten, ter vervanging van de patentbelasting, wordt
voorgesteld, zal worden aangenomen.
Jl. Donderdag had te Utrecht de aangekondigde
bijeenkomst plaats van de belangstellenden in het tot stand
komen van een Algemeene Vredebond voor Nederland.
De vergadering, die vrij talrijk werd bezocht, heeft achter
eenvolgens de volgende besluiten genomen1. dat er zal
zijn aansluiting van alle Nederlandsche vredebonden en
vredevereenigingen2. dat er zal komen een Algemeene
Nederlandsche Vredebond, met een hoofdbestuur te 's Hage.
Verder heeft de vergadering benoemd eene commissie van
uitvoering, welke zich belasten zal met het ontwerpen van
statuten. Tot leden dezer commissie werden aangewezen
de heeren Asser, de Bosch Kemper, Jolles, Bachiene en
Keiler van Hoorn.
De heeren Pels-Rycken, oud-minister van Marine, en
Perk, pred. der Waalsche gemeente, beiden te Breda, zullen
deze week ten behoeve van het Roode Kruis naar Metz
vertrekken, ter overbrenging van den aanzienlijken voorraad
artikelen, die nog te Breda aanwezig zijn.
Een boer van Asperen is 11. Dingsdag met paard en
chais in de duisternis in het Zederik-kauaal geraakt; hij
heeft de strengen nog los kunnen snijden, doch zich niet
uit het water kunnen redden en is verdronken.
In de vergadering der beide besturen van het Arnh.
comité voor het Roode Kruis, op 3 dezer, werd met een
parige stemmen bêsloten om te protesteren tegen het plan
van den heer Verwey, om een gedenkboek uit te geven.
Nabij Winterswijk is dagen een haas geschoten met
witten kop en witte streep tusschen de ooren.
gevallen was.
„Ja! niet waar, de zinnebeelden van den vrede, midden in het
oorlogstooneelDie kooi hing onder aan een luchtballon, door de
belegerden uit Metz opgelaten, in de hoop dat de aangebonden
pakketten brieven, in handen der Fransche bevolking komen zouden,
die in last heeft zulken vondst naar het naaste postkantoor te
brengen. Maar deze ballon hebben onze soldaten „geschoten" met
de kooi en de duivendeze waren welligt bestemd om weerom tijding
binnen Metz te brengen. Zie zij dragen een heele machine om den
hals en van voren op de borst, ziet gij! een haakje, daar wilde
men zeker het brievenzakje aan bevestigen waar ze mede terug
moesten vliegen."
„En wat wordt er nu met die aardige beestjes gedaan?"
„Als ik over hen beschikken mogt, zuster Louise, ik gaf ze aan
u present, gij schijnt er veel meê op te hebben
„De Prins geeft ze zeker aan zijne moeder. Prinses Karei is,
naar ik hoor, eene echte liefhebster van duiven
„Misschien gebeurt dat welmaar onze genadigste heer ziet,
zoowel voor zich zeiven als voor de traditiën van ons koninklijk
huis, bijzonder naauw; bij den Spicherer berg maakten de onzen
twee muilezels buit, de Prins liet ze voor den velddienst naar het
hoofdkwartier komen. Iemand uit zijn gevolg zei, dat die dieren
tehuis op het jagtslot op hunne regie plaats zouden zijn, „als ik
ze meenemen wilmoet ik ze koopen vcm den Staat" antwoordde de
opperbevelhebber, die thans millioenen onder zich heeft en niet
over een paar muilezels voor zich wil beschikken."
De non liefkoost de duiven nog eens en drukt den officier den
brief nog eens op het hart. Hij leidt haar uit tot de deur en zij
verwijdert zich.
Luid gelach klinkt uit de tegenovergestelde deur. De officieren
van het bureau en de ordonnansen ontbijten. Voor kort nog at
hier de heer Bougy en Corny; bij het uitbreken van den krijg
had hij eene verandering van lucht in Bourgondie, waar hij ook
goederen heeft, noodzakelijk gerekend voor zich en de zijnen. De
dienstboden alleen liet hij achter, en nu drinken de Pruissische
officieren uit kopjes met zijn naamcijfer versierd, hunne ochtend
kofij, met niets anders dan een stuk brood er bij en in ieder geval,
veel vrolijkheid. Ze vragen den binnentredende of Bazaine nog niet
zijn parlementair heeft laten blazen? Hoor! dat was een kanon
schot! Ja, St. Quentin zendt de morgengroete naar Corny en
verkondigt daarmee dat de Fransozen op het aardappel-rooijen
uitgaan. Om zijn volk in goeden luim te houden wil Bazaine
afwisseling in de spijskaart brengen. Een zeer gezocht eten zijn
de aardappels, eenvoudig om reden er anders geen eten ismaar
de booze Pruisseu gunnen zelfs deze aan de arme Franschen niet,
en vader Bazaine moet eerst een paar dure granaten spandeeren
als hij den vijand beletten wil, de rood gebroekte aardappel-rooijers
in hun arbeid te storen. Het kanonschot brengt ook onze ontbijtende
officieren op de been.
De oogst der aardappelen in de provincie Friesland
laat, naar men verneemt, zeer veel te wensclien over, wat
namelijk de hoedanigheid van het gewas aangaat. De
vroege soorten alleen maken nog al eene gunstige uit
zondering, maar wat de winteraardappelen betreft, deze
zijn over het algemeen in erge mate door de bekende
..iekte aangedaan, zóó zelfs, dat naar gissing wel de grootste
helft, als voor de consumtie onbruikbaar, zal moeten worden
weggedaan. Een natuurlijk gevolg hiervan is, dat voor de
goede soorten hooge prijzen moeten worden besteed, hetgeen
vooral met opzigt tot de behoeftige volksklasse, wel als
betreurenswaardig mag worden aangemerkt.
Den heer H. Kamp, pastoor te Sneek, is dezer dagen
een groot ongeluk overkomen. Toen Z. Eerw. naar het
werk ging kijken van de in aanbouw zijnde R. K. Kerk
is een stuk hout op zijn hoofd gevallen. Hij is aan dien
slag overleden.
-Naar men aan een correspondent van de Asser Ct.
stellig verzekert, moet ook onder de krijgsgevangenen te
Lingen een Fransch soldaat van tweelingen zijn bevallen
en bij die gelegeudheid gebleken zijn, een vrouw te wezen.
Men 'zal zich herinneren, dat tijdens den oorlog tusschen
Nederland en België, van 18301839, hetzelfde roet een
schut(s)ter is voorgevallen. En telkenmale tweelingen.
Immers de statistiek heeft sinds lang uitgemaakt, dat het
verlies aan menschenlevens in den oorlog zich door toeneming
van bevolking merkwaardig snel herstelt.
Aangekomen schepen te Batavia vóór 27 Oct.: Bali,
Erasmus, Jason, Jeddo, Lourens Coster, Maarten van Rossem,
Noordbrabant en Ottolina. - Vertrokken: Carolina Adol-
phina, Guurtje en Maria, Johannes en Staatsraad van
Ewijck.
De prijs der Hollandsche boter is op de Engelsche
markten aanmerkelijk gedaald, tengevolge van ruimen
aanvoer van Fransche boter.
Eene actrice klaagt over het tooneel te Tiel.
„Het is er zegt zij bandietachtig donker, en wat
helpt mij die duisternis de zorg van mijn toilet, de fijne
nuances van de mimiek en het gedraai met de oogen
Niet alleen de tooneelspeelster, maar ook toeschouwers,
vooral jeugdige, klagen met de klaagster.
Typen uit het Fransche leger. De Turco geeft weinig
afwisseling in zijn karakter. Hij is óf waardig, stil een man met
onpeilbare blikken en Oostersche deftigheid, bf een luidruchtige,
morsige, ongekamde schelm, met de kousen op de hielen, een
roestig geweer en een onverzadelijken trek naar Absinthe. De
eerste dezer typen is de echte Oostersche Turco, de tweede is een
Parijzenaar of iemand uit Marseille, die zijn hoofd scheren en al
zijn baard groeijen laat. Maar stil of luidruchtig, de Turco is
wanhopig, dapper en slim. Na ieder gevecht, gewonnen of verloren,
heeft de Turco altijd weer een gouden horologie, diamanten ring
of zoo iets te koop, dat hij natuurlijk een gevallen officier moet
ontnomen hebben. Ieder, die met deze lieden vecht, schijnt kostbaar
heden bij zich te dragen, want zij hebben die altijd.
De cantinière of marketentster is eene andere type, waardig
beschreven te worden. Het is gewoonlijk een dikke vrouw met
een rooden broek aan. Haar chignon heeft geld gekost, maar zij
is haar geld waard. Alle cantinières zijn blond, zij hebben een
uniform en dragen een képi, een zwaard, bajonet en in groot tenue
ook een cigarette. In het veld verruilt zij deze laatste zaken voor
een groot mes en een kort zwart pijpje. Zij ziet er echter niet zoo
betooverend uit als een tooneel-cantine-vrouw, en de een of ander
Pruissische soldaat kan zoo'n regiments-waschvrouw neerschieten in
alle onschuld, zonder dat hij zich zal beschuldigen van onbeleefdheid
jegens het schoone geslacht.
Eerste Hamer.
Zitting van Donderdag 10 November De minister
van Koloniën voert het woord, ter verdediging der
begrooting voor Ned-Indië. In den aanvang zijner rede
herinnerde de minister, dat dit waarschijnlijk de laatste
maal zou zijn, dat hij in de Kamer sprak. Spreker hield
zich overtuigd, dat de betrekking, waarin hij had gestaan
tot de wetgevende magt, inet hare medewerking gestrekt
had tot heil van moederland en koloniën. De minister
verdedigde zich vervolgens ten aanzien van het feit, dat
door den gouverneur-generaal het besluit nopens dereorgani
satie der Preanger-Regentschappen in de Indische Staats-
Courant is afgekondigd, zonder dat de vertegenwoordiging
de noodige gelden daarvoor heeft toegestaan.
In stemming gebragt, werd Hoofdstuk I (uitgaven in
Nederland) aangenomen met 19 tegen 12 stemmen. Hoofdstuk
II (uitgaven in Indië), waarin zijn opgenomen de uitgaven
voortvloeiende uit de hervorming van het Preanger-stelsel,
werd met 17 tegen 16 stemmen verworpen. De uitslag
der stemming over de begrooting der Middelen is geweest
als volgtHoofdstuk I (Middelen in Nederland) is aan
genomen met 23 tegen 10 stemmen; Hoofdstuk II
(Middelen in Indië) is verworpen met 17 tegen 16 stemmen.
De Kamer is tot nadere bijeenroeping uiteengegaan.
België.
Prins Napoleon is den 7 dezer te Brussel aangekomen.
Te Brussel heeft het jl. Donderdag den geheelen dag
zwaar gesneeuwd,
F r a n k r ij k.
De Constitutionnel, die te Tours onder de oogen van
het Bewind uitgegeven wordt, geeft in een zijner jongste
nommers de volgende schets van den staat der zaken in
Marseille: „Voor de bewoners van La Canebière (eene
langs de haven zich uitstrekkende wijk dier stadheeft
Frankrijk opgehouden te bestaan. De met roode mutsen
uitgedoschte matrozen dier wijk streven naar het herwinnen
van het zelfbeheer; zij handelen jegens hunnen nieuwen
departements-prefect (den heer Gent) eveneens, als of deze
door den kogel, dien zij op hem hebben afgeschoten, uit
het rijk der levenden ware verdwenen. Niet de prefectuur
geeft bevelen, maar de mairiehier zetelt een burger, met
name Carcassone; hij is voorzitter der revolutionaire com
mune van Marseille en vermeet zich de kiezers zamen te
roepen om een hoofdbestuurder der Rhöne-monden te be
noemen. Den 6 dezer moet die verkiezing plaats hebben:
de verkozen persoon zal de ware meester van Marseille
zijn, de Massaniello van al die ledigloopende en zwierende
sjouwerlieden. Carcassone heeft kans; hij bestiert de stem-
uitbrenging.
Intusschen wordt door Carcassone, in afwachting der
bekrachtiging zijner aangematigde magt, door de stemmen
zijner medeburgers, dictatorsgezag uitgeoefend, met even
weinig ontzag voor een algemeen bestuur des lands, alsof
er nooit zoodanig bestuur had bestaan. Hij is het, die
in zijne proclamatiën de Duitschers uit het „Fransche
grondgebied jaagt, en hun een etmaal tijd geeft om te
verdwijnen. Hij handelt in compagnie met den generaal
Cluseret en in denzelfden geest.
Aan Cluseret is het gelukt het bevel over de nationale
garde in handen te krijgen; ook hij moet zich, gelijktijdig
met Carcassone, tot opperhoofd dier gansche bende doen
verkiezen. Die twee lieden zijn op dit oogenblik de eigen
lijke meesters van de stad en van het gansche departement.
Het is schier onnoodig te zeggen, dat de eerlijke lieden
te Marseille, zij mogen in de plaats tehuis behooren of
zich er als vreemdelingen ophouden, niet meer veilig zijn.
Iemand kan wel zeggen wanneer hij er binnen komt, maar
nooit, wanneer of hoe hij er uit komt; het is als een
omordenaarshol
Er is te Marseille 'ook eene garde civique (of burger
wacht, onderscheiden van de nationale garde), die reeds
meermalen door een bevel van hoogerhand, van den heer
Gambetta, ontbonden is verklaard; en toch is zij thans
meer dan ooit in bloeijenden staat en zeer gevreesd bij de
bevolking die zij beschermt. Zij bestaat uit twaalf k vijftien
honderd personen, gekleed met eene uniform passende bij
hunne beginselen en hunne taak, namelijk eene wollen
buis van roode of blaauwe kleur, de vrijheidsmuts op het
hoofd, pistolen en dolken in den gordel. Zij slenteren op
de kaden, aan het spoorweg-station, langs alle wegen die
op de stad uitloopen; aan den ingang der haven ziet men
booten met die afschrikwekkende troniën ronddobberen;
uit die booten klinken revolutionaire liederen, welke over
de reede weergalmen; geen vaartuig, hoe klein ook, of het
wordt door hen aangehouden en tot op den bodem onder
zocht. Men noemt ons een schip hetwelk op het punt
was van uit te loopen met bestemming naar China, maar
dat buiten staat is geweest om in zee te gaanhet is belet
te vertrekken en gevangen gehouden met de aan boord
zijnde passagiers.
Natuurlijk heeft de militaire overheid hare rol zien ver
vallen wat kunnen soldaten doen, wanneer zij zulke lieden
aan hunne zijde hebben? De in die militaire afdeeliug
bevel voerende generaal is met zijne troepen in de citadel
opgesloten; aldaar is hij zonder cummunicatie met de stad;
zelfs zou hij bezwaarlijk anders te genaken zijn dan over
zee met een uit Toulon of eenige andere haven der kust
afgezonden stoomschip. Hij is in de citadel opgesloten en
onder goede bewaring.
Kortom, er zijn thans steden door de Pruissen bezet,
wier toestand niet ongelukkiger noch meer vernederend is
dan die van Marseille.»
In eene proclamatie, die door den nieuwen regerings
commissaris te Marseille, Alph. Gent, den 5den dezer aldaar
is uitgevaardigd, leest men: „Ik ben hier gekomen om vrede
te stichten tusschen de Marseillaansche burgers, die door
noodlottige misverstanden verdeeld zijn, opdat de burger
oorlog de jammeren der vreemde overweldiging niet nog
vermeerdere. Ik ben gekomen om den heiligen oorlog te
prediken, den oorlog tot den dood van den laatsten krijgs
man-burger, tot aan het verlies' van den laatsten voet van
onzen geboortegrond. Ik bezit slechts ééne verdienstedeze,
dat ik den onverschrokken verdediger ben van het groote
werk der verzoening tusschen broeders en van den onver-
biddelijken oorlog tegen den vreemdelingHet jammerlijke
verleden (de gebeurtenissen der laatst verloopen weken te
Marseille) is uitgewischt. De stad zal binnen acht dagen
hare achtbare overheden benoemen. Scharen wij ons rondom
het gouvernement der republiek, hetwelk te Parijs eene
nieuwe en gewigtige bevestiging heeft erlangd. Schenkt
uw vertrouwen aan dat gouvernement en aan hem, die de
eer heeft het in uw midden te vertegenwoordigen en die van
U uwe toewijding vraagt, gelijk hij u de zijne schenkt.
Leve het vereenigde en vrije Frankrijk Leve de ondeelbare
republiek! Te wapen alleen tegen den vrnemdeling!»
In de groote gaping, waarin „de luchtpost" of het
ballonverkeec tot nu toe niet heeft kunnen voorzien,
namelijk in de verzending van brieven naar Parijs, zal,
blijkens een dezer dagen in het Bulletin Olficiël te Tours ver
schenen besluit, voortaan, tot op zekere hoogte, worden
voorzien. De postduivendienst, die nog slechts uitsluitend
aan het gouvernement was voorbehouden, zal ter beschikking
van het publiek worden gesteld. Elk ingezeten in de
departementen zal met de hoofdstad kunnen corresponderen
door middel der postduiven van het bestuur; maar tegen
een tamelijk hoog tarief, te weten: 50 centimes voor elk
woord, die door den afzender zullen moeten betaald worden
terwijl elke dépêche of telegram niet meer dan 20 woorden
mag bevatten. Men berekent, dat elke duif 70,000 woorden
of verkorte woorden (de dépêches zullen allen achter
elkander en digt ineengedrongen op één vel dun papier
worden geschreven) zal kunnen overbrengen, en alzoo
eene waarde van 35,000 fr. zal vertegenwoordigen.
Naar sommigen beweren, zullen door de Prnissenjsperwers
op deze duiven worden afgerigt.
Dezer dagen is door het gouvernement der nationale
defensie te Parijs eene som van 40,000 fr. toegestaan voor
den aanmaak van eene nieuwe soort van luchtballon, die
door middel van een roer, uit een soort van driekant zeil
bestaande, bestuurd kunnen worden. De uitvinder dier
ballons is de heer Dupuy de Lome, hetzelfde lid der
academie van wetenschappen, hetwelk een zeer belangrijk
aandeel in de vorming der Fransche pantservloot heeft gehad.
De uitvinder is belast met de directie van den aanmaak.
Volgens de beschrijving, die de Parijsche dagbladen van