1870. N°. 149. 28 Jaargang. Woensdag 14 December. Uitgever A. A. BAKKER Cz. WAARSCHUWING. BINNENLAND. Episodes uit den Fransch-Duitschen oorlog-, EN HELDERSCHE JVIEUWEDIEPER COURANT. ,»Wij huldigen het goede.1 Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. M franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Priji der AdvertenticnVam 14 regels 60 eent'gg elke regel meer 15 cent. Groots letters of vignetten worden naar plaatirnimtc berekend Woensdag den 14 Dec. vertrekt van hier de Ooat-Indigche mail via Triest, per eersten trein. Donderdag den 15 Dec. vertrekt van hier de Wost- Indische mail over Southampton, per laatsten trein. Vrijdag den 16 Dec. vertrekt van hier de Oost- Indische mail via Drindisi, per eersten trein. Maandag den 19 Dec. vertrekt van hier de Oost- Indische mail via Marseille, per eersten trein. De BURGEMEESTER der gemeente HELDEB berigt ontvangen hebbende, dat bij de schietoefeningen der militairen nabij het fort Oostoever, verscheidene personen zich te digt bij de vuurlijn begeven, dikwerf in kleine vaartuigen, sommige met het kennelijk doel om de kogels op te rapen en niettegenstaande de plaatsing der roode vlaggen en de waarschuwingen van de kommanderende officieren, weigeren om zich te verwijderenzoo wordt bij deze een ieder ten ernstigste gewaarschuwd, om bij de voormelde schietoefeningen welke dagelijks plaats hebben, behalve op Zaturdag en Zondag, zich niet nabij de vuurlijn te begeven en zich te houden aan de bevelen van de officieren en zulks ter voorkoming van de nood lottige gevolgen die uit halsstarrige roekeloosheid kunnen voortvloeijen. Helder, De Burgemeester voornoemd, den 12 December 1870. STAKMAN BOSSE. HELDER en NIEUWEDIEP, 13 December. Wat al smaadredenen zijn in den jongsten tijd tegen den oorlog geuit! Hoe is de menschenmoordende krijg herhaaldelijk als een menschonteerende gruwel gekenschetst! Hoe tracht men zich te vereenigen om vredeverbonden tot stand te brengen, bestemd om brandpunten te worden van haat en verzet tegen den oorlog! 't Kan daarom niet onaangenaam zijn om, zij het dan ook eene zeldzaamheid, iets goeds te melden, ontstaan te midden der vele duizende smarten van den krijg. Een groot aantal gevangenen in België openbaren hunne begeerte naar onderwijs, waaraan zij gevoelen groote behoefte te hebben, 't Is bekend, dat in Frankrijk, hetwelk zich overigens het eerste der beschaafde rijken noemt, het onderwijs echter zeer veel te wenschen overlaat. Toen in vreemde tijden de Perzen een aanval onder namen tegen het in verschillende staten verdeelde Grieken land, vergaten de Grieken hunne onderlinge twisten en verdeeldheden en vereenigden zich ter afwending van 't Von Wachenhusen schrijft omtrent den indruk, die het slagveld van Loigny op hem gemaakt heeft, het volgendeHartverscheurende tooneelen omringden mij, toen ik in de hoeve van het slot Goory bezit nam van den paardenstal, en het noodige deed om mij een krib tot ledikant en wat stroo tot bed te verschaffen. In een hoek, waar de slaapplaatsen waren der stalknechts, die alle overeenkomst hadden met scheepskooijen, lagen een half dozijn Eransche officieren met gekwetste armen en beenen, die slechts vlngtig op de plaats verbonden waren. Zij kermden om water, om wijn, om een geneesheer, en ik vond alles. Bij dozijnen stroomden in den warmen ruimen paardenstal de vrouwen binnen uit het brandende loigny, met hare kinderen op den arm, weenend, en toeh hare zuchten onderdrukkend, uit vrees dat zij uitgescholden of mishan deld zouden worden. In digte groepen drongen zij zich te zamen en met, moeite bedwongen zuchten en klagten klonken uit alle hoeken, terwijl de gekwetsten kermden, de Pruissische en Fransehe paarden aan de kribben beten en daar buiten op het plein en den weg het „Himmelkreuzdonnerwetter" weerklonk derkommandeerende officieren en onderofficieren, die vergeefs trachtten orde te brengen in hunne verwarde batterijen en compagniën, en nu tot dit gebruikelijke en aooit zijn uitwerking falende formulier de toevlugt namen. Toen ik eindelijk in den nacht mijn stal verliet, en bij het maanlicht, in dit bitterkoude zuiden, door een halven kring van brandende dorpen omringd, rondzwierf, keerde ik terug naar Loigny, om het doodenveld te bezoeken. Hoog joegen de vlammen en flikkerden de vlammetjes, en steeg de zwarte rook tegen den helderen hemel. Zwijgende mannen liepen over den weg en mij voorbij, op hunne schouders één dragende, die nog stiller was dan zij. En hier en daar zochten zij anderen op, de onvermoeiden mannen met het Roode Kruis, en legden hen op hunne brancards, en nooit is mij den kreet van den wanhopenden lijder dieper in het hart gedrongen, dan in dezen door den maan verlichten nacht: „maak mij toch dood; ik kan niet leven!" En hier en daar stappen de zwijgende mannen over hen heen, die van alle lijden der wereld verlost waren, die met een dierbaren naam op de bleeke lippen den laatst.n snik hadden gegeven in de koude, ijzige winterlucht. Ik heb in dezen naeht, die mij zoo lang viel, geene Walkyrs gezien, die de helden naar Odin droegen maar duizende engelen moeten bezig zijn geweest, om de onsterfe lijke zielen van hen terug te brengen, die niet daar hoven, maar ook hier beneden, onsterfelijk geworden zqn. Ik zie, zoo eindigt Wachenhusen, dat ik uit mijne rol ben getreden en sentimenteel geworden ben. Dat komt omdat ik in lang zooveel lijken niet heb gezien. gemeenschappelijk gevaar. Dat voorbeeld mogt in deze dagen wel voor oogen staan aan de partijhoofden en partij gangers in Frankrijk, die in do ure des gevaars voor 't vaderland hunne bijzondere veeteu stellen boven het alge meen belang. Werd dat voorbeeld der oudheid gevolgd, voorzeker zon dan geen bevelhebber als de Kératry, staande tegenover den vijand, zijn commando nederleggen. Twee- dragt bij de Franschen verschaft steun aan de Duitschers. Wij gaan vooruit! Zelfs op 't gebied der diplomatie ziet men in onzen tijd merkbare vooruitgang ten goede. Rusland gaat voor op den weg van zedelijkheid in 't staatkun dige. Moraliteit is op 't gebied der staatkunde op die wijze geen balling meer! Uit St. Petersburg wordt gemeld, dat de Russische regering door hare handelwijze in het huidige conflict een uitstekend voorbeeld van opregtheid en zuivere bedoelingen heeft gegeven. In soortgelijke gevallen hebben andere mogendheden gansch anders ge handeld. Onderhandsche stappen, slinksche wegen werden in den regel te baat genomen om te geraken tot het doel. Niet alzoo de Russische regering. Rondborstig beeft zij bare opinie over het tractaat van Parijs verklaard. Het is daarom niet vreemd, dat men zich in Rusland over de verbolgenheid der andere mogendheden zeer verwondert. De berigtgever vergeet evenwel op te merken, dat de Europeanen, die buiten Rusland wonen, zeer goed begrij pen, dat het gouvernement van St. Petersburg, met al zijne rondborstigheid en opregtheid, gebruik beeft gemaakt van den heersehenden krijg om ongehinderd te verkrijgen, wat onder gewone omstandigheden niet zoo heel gemakkelijk zou zijn toegestaan. Zou deze handelwijze dan ook niet kunnen gerekend worden onder de „slinksche wegen?" Spanje moet solide zijn, zoo verzekerde dezer dagen de heer Zorilla, voorzitter der Cortès. Hij herinnerde aan tal van nog bestaande misbruiken in 't beheer, aan oneerlijk heden in de burgerlijke en geregtelijke staatsdienst. Herstel van het financieel evenwigt en vertrouwen in de betalingen der schatkist, dat was, zeide de spreker, het doel waarnaar in de eerste plaats moet worden gestreefd. Zoo als 't daar luidt, is 't dus nog lang niet zeker, dat de nienwgekozen koning geregeld zijn maandelijksche betaling zal erlangen. In de Noord-Amerikaansche Unie is 't met de financiën blijkbaar beter gesteld dan in Spanje. In één jaar tijd heeft men daar een batig slot van 101 millioen dollars verkregen. Dat sommetje zal tot schulddelging worden aangewend. Voor Spanje kan dit een voorbeeld ter na volging heeten Omtrent het gevecht van het leger van den groothertog van Mecklenburg met de Loire-armee wordt door Hans Wachenhusen o. a. het volgende gemeld. Den 2 December woedde de strijd van des morgens 8 uren op onzen regtervleugel bij Orgères en Loigny, bij Lumeau in het centrum en bij Artenay op den regtervleugel, waar de vijand gelegenheid had gevonden om sterke verschansingen op te rigten. De gevechts linie bedroeg ongeveer 2 uren. De geheele linie was één vuur. De vijand ontwikkelde een moorddadig granaat- en kartetsvuur, de mitrailleuses werkten uren achtereen. Men werd herinnerd aan de eerste groote veldslagen, en warm werd om den uitslag van den strijd gekampt. Reeds in den voormiddag rezen twee vuurzuilen omhoog. Toen ik onzen linkervleugel op den grooten straatweg naar Orleans opzocht, renden mij een dertigtal ruiterlooze uhlanen- en kurassiers- paarden tegen, met bloed en schuim bedekt, met geopende wonden, zooals zij uit den strijd kwamen. Een verpletterende aanblik; de mitrailleuses ratelden onophoudelijk, maar geen ruiter had den rug naar het gevecht gewend; blijkbaar was de kavalerie in het heetst van het gevecht geweest. In het regter-eentrum, achter het dorp Bazoehes les Hautes, rezen de vlammen ten Hemel. De staf had zijn weg over Bazoehes genomen, en aan die zijde bij de 17de divisie woedde de strijd het hevigst. De yijand werd hier teruggeworpen. Omstreeks 3 uren, toen reeds 5 dorpen in brand stonden, verwijderde zich het artillerie-vuur meer en meer; aan onze linkervleugel bij Artenay werd het nog heviger. Bloedrood ging de zon achter de brandende dorpen onder, het schijnsel der vlammen nog overtreffend; in den vuurrooden zonneschijf speelden de kartetsen als zwarte punten, om dau uiteen te barsten. De avond was helder als de dag; het was als door kliefden bliksemstralen de rookzuilen. Steeds flauwer werd het vijandelijk vuur op den regtervleugel, totdat het om 4 uur bijna geheel verstomde. Op den linkervleugel duurde het echter tot 7 uren voort, nu en dan in heftigheid toe nemende, totdat ook hier, evenals bij Gravelotte, de vijand zijn laatste kracht vereenigde in een laatsten aanval. Onze verliezen zijn groot. Een hartverscheurende aanblik, de dooden op de koude aarde te zien liggen, door het bleeke maan licht beschenen, dat zich spiegelt in het gebroken oog. Al de omliggende dorpen zijn met gewonden overvuld. Ook de generaal von der Tann is gewond, 's Nachts viel er sneeuw, zoodat het slagveld 's morgens als met een lijkkleed was overdekt. Laat in den avond trokken de kolonnen in het maanlicht voort naar hun bivak, alles omgeven door een vlammenden cirkel van brandende dorpen. Er zijn er, die volstrekt geen gewigt hechten aan de onlangs gedane mededeeling, dat het plan bestaat tot het sluiten des vredes tusschen den reeds benoemden Keizer van Duitschland en den ex-keizer Napoleon. Toch wordt die mededeeling door zeer velen voor niet zoo geheel en al onjuist gehouden. Wel ontveinst men zich niet het vreemde der zaak, dat, ondanks dit plan, door von Bis- marek met Favre over den vrede werd onderhandeld. Men gist, dat het eene handigheid van den Pruissischen diplomaat is geweest om Parijs aan de praat te houden, terwijl het inmiddels voortging zijn proviand te doen ver minderen. Gewapend met eene dosis verbeelding, kan men zich gemakkelijk voorstellen hoe roerend en treffend de ontmoeting zoude zijn tusschen den voormaligen be- heerscher van Frankrijk en zijne vroegere onderdanen, bijaldie» het plan tot werkelijkheid werd. Toen de eerste Napoleon, van Elba geretourneerde, en eene proclamatie tot zijn volk rigtte, ving hij die aan met de woorden: „Fran sehen, ik ben weder in uw midden!" Het derde keizerrijk zou niet minder naam maken dan het tweede. De intogt binnen Parijs stelle men zich volgenderwijze voor: Napo leon III is omstuwd door zijne dappere maarschalkenhij heeft nevens zich de Keizerin en den kogelraper van Saar- brücken, en Piétri, de eeuwig getrouwe steunpilaar van 't keizerrijk, komt als beschermengel met zijne souvereinen mede. De intogt geschiedt met het Fransehe leger, dat eenigen tijd in Germanië te logeren is geweest. Terstond verschijnt een manifest, waarin de heeren Jules Favre, Gambetta, Arago (in triplo) en vele anderen worden uit- genoodigd buiten 's lands om te zwerven. Die schets is echter nog geene werkelijkheid. Deze toont ons andere feiten. Parijs belegerd, Havre bezet, het Loire-leger teruggetrokken en de oorlog nog in vollen gang, ziedaar den tegenwoordigen stand der zaken. Zouden Wilhelm en Napoleon (de twee broeders) zich overtuigd houden, dat het thans de tijd nog niet is om het beraamde plan ten uitvoer te brengen? Wie weet! De vraag: waarom talmen de Duitschers steeds met hunne aanvallende bewegingen tegen Parijs? wordt thans druk besproken. Men verzekert, dat in het Duitsche leger groote ontevredenheid daarover aan den dag gelegd en eene petitie gereed gemaakt wordt om bij den opperbevel hebber daarop aan te dringen. De jongste gevechten, waarin de Duitschers gevoelige verliezen hebben geleden, moeten veel hebben bijgedragen om ontevredenheid onder de belegeraars aan te kweeken. De correspondent, dien de Times heeft bij het Saksische leger voor Parijs, geeft een verslag van het laatste gevecht, dat plaats had door den uitval der Parijzenaars. Hemel! schrijft hy, wat een schouwspel, de soldaten onder het geschut der forten vooruit te zien rakken en hen bij eiken stap dood te zien vallen! De Franschen en Saksers onder het gebulder van het geschut te zien vechten, elkander doodende met chassepot of naaldgeweer; de „hoera's" te hooren uitgalmen, gevolgd door de volle laag, en, als de kruiddamp is opgetrokken, te ontwaren dat de liniën gedund zijn en de levende over de gestorvene heenstappen, om de over- blijvenden af te makenNiets ter wereld kan verschrikkelijker zijn dan dit slagveld, waar ontelbare lijken op den ijskouden grond liggen, terwijl de zon hare strakke gelaatstrekken beschijnt en het kanon van Avron en Nogent mijlen ver den grond doet dreunenEen der eerste groote groepen lijken, die ik in het gezigt kreeg, bestond uit een zestigtal Fransehe soldaten, omgeven van eenige Saksers en Wurtembergers, immers, de meeste lijken der Duitschers waren reeds weggehaald en begraven. In het midden van den groep lagen een veertigtal Fransehen al» het ware in digt gesloten linie. Tusschen het eene lijk en het ander was geen plek open, waar een derde soldaat zou kunnen vallen. Zij lagen uitgestrekt, schouder aan schouder, juist zooals zij in het vuur hadden gestaan. Verre weg de meesten lagen op den rug, de voeten naar Parijs en de hoofden naar Villiers gekeerd. Helaas, men kon zien, dat velen hunner en ook anderen die ik vervolgens vond liggen niet dadelijk gestorven waren, maar waarschijnlijk nog menig uur op den met sneeuw en ijs bedekten grond geleefd hebben, zonder dat een hand hun ter hulpe was toegestoken. Een arme soldaat lag met zijn gezigt op den bodem. Hij had twee schoten in den rug gekregen; hij had zichzelf gedeeltelijk ontkleed, en was gestorven met de hand op elke wonde. Verscheidene hadden zich van hunne ransels ontdaan, om die onder hunne hoofden te leggen, en alzoo rustende op een peluw, hadden zij den laatsten adem uitgeblazen. Anderen hielden hunne feldflessehen in de hand, maar zij waren niet bij magte geweest de kurk er af te trekken en waren dus gestorven zonder in hunnen doodstrijd hunne verdroogde lippen te kunnen bevochtigen. Sommigen hadden in hun nameloos lijden een kuil gegraven in de dikke klei, waarin zij hun hoofd konden bergen, maar zij hadden hun bloedig en met aarde bemorst gelaat omgekeerd, vóórdat zij de eeuwigheid waren ingegaan. Ik zag er twee, die hunne wapens stijf in de hand hadden geklemd, alsof zij, stervenden, met den vijand nog hadden geworsteld. Er waren er onder, wier gelaat de glimlach vertoonde van een kind. De uit drukking van anderen daarentegen deed zien, dat zij een verachrikkelijken doodstrijd hadden gehad. Elke trek op hun gelaat was verwrongen hunne beenen waren zoo krampachtig opgetrokken, dat de knieën

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1