1870. N°. 150.
Vrijdag 16 December.
28 Jaargang.
De Oorlog en het Crediet.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
HELDERSCHE
EIV ATIEUWEDIEPER COURANT.
,,Wij huldigen het goede.'
Verschynt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprij» per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der AdvertentiënVa. 14 regels 60 cent
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden n.ar plaatsruimte berekend
Vrijdag den 16 Dec. vertrekt van hier de Oost-
Indische uiail via Brindisl, per eersten trein.
Baandag den 19 Dec. vertrekt van hier de Oost-
Indische mail via Idarseille, per eersten trein.
Woensdag den 88 Dec. vertrekt van hier de
Oost-Indische mail via Triest, per eersten trein.
Zaturdag den 31 Dec. vertrekt van hier de W»st-
Indische innil over Southnmpton, per laatsten trein.
ii.
De toestand van Frankrijk en het vereenigde Duitschland
was vóór den oorlog op waarlijk verwonderlijke wijze gelijk.
In Nederland was het algemeene gevoelen den Franschen
gunstig: men achtte hen onoverwinnelijk. Wij deden ons
verblinden door dienzelfden schijn van den krijgsroem en
het krijgsgeluk der Fransche wapenen, die ook de Fran
schen zelf belette de waarheid te zien. Bij eenig onderzoek
bleek echter de schaal vrij wel in evenwigt te hangen.
In oppervlakte staan de beide mogendheden vrij wel
gelijk. Frankrijk heeft 543,000 vierkante mijlen, Noord
en Zuid-Duitschland te zamen 531,000 vierkante mijlen
grondgebied. In aantal bewoners is het verschil nog min
der groot: 38 millioen inwoners in Frankrijk, tegen 381
millioen in het Vereenigde Duitschland.
Beide landen hebben een geheel verschillende leger-
organisatie. De Pruissische militaire inrigtingen zijn na
1866 ingevoerd bij zijne Zuid-Duitsche bondgenooten. Dit
stelsel, dat reeds in vredestijd elk burger zijne plaats aan
wijst, dat den man van zijne jongelingsjaren tot zijn ouder
dom in verschillende klassen, leger, 1ste en 2de landwehrban,
ter beschikking stelt van de autoriteiten, maakt de bijeen-
brenging van reusachtige legers, en daarmede een plotselingen
inval in 's vijands land mogelijk. Zoo kan het leger in
enkele dagen van den voet van vrede op dien van oorlog
worden gebragt, waardoor de Noord-Duitsche Bond
900,000 man, en de drie overige rijken te zamen 204,000
man op de been brengen. Het Fransche stelsel is van
geheel anderen aard. Elk regiment heeft zijn vast depót,
elk soldaat trekt naar het depót en van daar met het
regiment naar het oorlogstooncel. Zoo kan het gebeuren,
dat een recruut uit Straatsburg zich begeeft naar het
depót van zijn regiment, dat in het zuiden (in Bordeaux
b. v.) ligt, om van daar weêr met het regiment naar den
Elzas terug te trekken. Het springt in het oog, dat op
deze wijze een kostbare tijd verloren gaat. Buitendien
bedroeg het Fransche leger op den voet van oorlog slechts
588,000 man. Wel is waar werd daarbij gevoegd 415,000
man van de gardes mobiles, maar deze waren, even als
onze schutterijen, soldaten op het papier.
Op zich zelf was dus het Duitsche leger eens zoo sterk,
en daar ,/le Dieu des armées" nog altijd zich verklaart
De tegenwoordige leefwijs van Pius IX,
Omtrent de levenswijze van den Paus, sedert hij heeft opgehouden
wereldlijk souverein te zijn, wordt het volgende medegedeeld: Als
de Paus, met het aanbreken van den dag opgestaan is, leest hij in
tegenwoordigheid van zijnen geheim-kameraar (Mousignore Cameriere
Segrete) de mis en zegt het dagelijksch gebed van het brevier op,
waarna hjj tot zijn ontbijt een kop koffij gebruikt, voor welken
drank bij een bijzondere voorliefde heeft. Ten 9 ure ontvangt
Z. H. de ministers en de chefs-de-bureau, en wel op Maandag en
Vrijdag, den secretaris-generaal der breve, kardinaal Clarelli, alsmede
den secretaris-generaal der verzoekschriften, kardinaal Vannicelli; op
Woensdag en Zaturdag krijgen de vertegenwoordigers der mogend
heden audiëntie, die insgelijks ten 9 ure begint, en eiken morgen,
Dingsdag en Vrijdag uitgezonderd, onderhoudt de Paus zich, vóór
de zoo even vermelde audiëntiën, met kardinaal Antonelli; op de
twee laatstgenoemde dagen ontvangt de kardinaal staats-secretaris
de vertegenwoordigers der mogendheden bij. zich, en daarna woont
hij de beraadslagingen van de commissie voor de apostolische
paleizen by, wier prefect hij is. Kardinaal Patrici, als vicaris-
generaal van den raus, verschijnt ook dagelijksch op het Vaticaan.
De wacht ten Pauselijken hove wordt in de in elkander loopende
voorvertrekken door gendarmen en Zwitsers, door de palatijusohe
garde en de garde van edellieden waargenomen. In de laatste
voorzaal, die onmiddelijk aan het kabinet van Z. H. grenst, bevinden
zich 's Fausen huisprelaten, monsignori Negrotto Casali del Drago
en Summiniatelli, onder wier geleide de Paus van 11 tot 12 ure
in de loges van Rafael gaat wandelen. Op eenige dagen der week,
gewoonlijk Donderdags en Zondags, stelt de maestro di Camera,
msgr. Ricci-Paracciani, aan Pius IX de vreemde heeren en dames
voor, die hunnen wensch den Paus te bezoeken, door tusscbenkomst
der gezantschappen hunner landen of van hunne bijzondere bekenden
ouder de Romeinsche prelaten, hebben te kennen gegeven. Al
naar het aantal der voorgestelden, welke de Paus vóór alles tot
den pantoffelkus toelaat, rigt hij tot een van hen of tot het geheele
gezelschap het woord, en bij zulke gelegenheden improviseert hij
i/pour les gros bataillons", mogt men de kansen van den
krijg voor Duitschland beter dan voor Frankrijk achten.
Van die kansen hing het crediet dier Staten vóór den
oorlog af. Voeg daarbij, dat Duitschland ter naauwernood
een derde der staatsschuld van Frankrijk heeft. Pruissen,
Saxen, Beijeren, Baden en Wurtemberg te zamen hebben
ongeveer 1800 millioen schuld en Frankrijk alleen ruim
5750 millioen.
De schuldenlast per hoofd is in Frankrijk diensvolgens
driemaal zwaarder dan gemiddeld in Duitschland.
Om alle deze redenen zoude het crediet van de Duitsche
Staten hooger behooren te staan dan dat van Frankrijk.
Het tegendeel was echter waar. Vóór den oorlog stonden
de Pruissische 5 pCt. staatsschuldbrieven ter naauwernood
a pari, de Fransche staatspapieren stonden sints jaren her
haaldelijk twintig procent daarboven; immers de 3 pCt.
rente stond door elkander tusschen 70 en 75.
Deze beursnoteringen schijnen in strijd met hetgeen wij
boven zeiden. De verklaring echter van het verschijnsel
wordt bij eenig nadenken ligtelijk gevonden. Stellen wij
de vraag aldus: Pruissens leger was magtiger, zijne ver
liezen in den oorlog zouden dus vermoedelijk geringer
zijn. Waarom stond dan zijn crediet op de Europesche
markten zoo belangrijk veel lager dan dat van Frankrijk?
In de eerste plaats was er op Duitschlands leger-
overmagt nog heel wat af te dingen, 't Is niet zoozeer de
vraag, wie de meeste manschappen heeft, maar welwie
heeft de grootste troepen-afdeelingen beschikbaar en voor
den krijg geoefend. Zeker de troepen, die de oude Pruis
sische provinciën zouden stellen, hadden hun roem bij
Sadowa eerlijk verdiend, maar oneindig minder vertrouwen
boezemden de Zuid-Duitsche legers het publiek in. Hunne
tuchteloosheid, gebrekkige aanvoering en gedwongene wer
keloosheid in den jare 1866 lag ieder nog versch in het
geheugen, en niemand twijfelde vóór den oorlog aan de
meerdere voortreffelijkheid van den Franschen soldaat
boven den Beijerschen, om van de Badensche troepen niet
te spreken. Bovendien was in de niet-Pruissische landen
van den Noord-Duitschen Bond de nieuwe legerorganisatie
slechts zoo kort geleden ingevoerd, dat men er niet aan
kon denken eenige reserve uit die provinciën te trekken,
om het staande leger aan te vullen of in geval van tegen
spoed te vervangen.
Met uitzondering van tien a twintig duizend man in
Algiers, was het geheele Fransche leger beschikbaar voor
den te voeren oorlog en kon, na aftrek van eenige nood
zakelijke vesting-garnizoenen, geheel worden aangewend
om de beslissende veldslagen aan den Eijn te leveren, en
daarmede den uitslag van den oorlog tot een voor Frank
rijk gewenschten te maken.
Men vergelijke de zoo gunstige ligging van Frankrijk
met Duitschland's gevaarvolle positie. Frankrijk wordt
gedekt door drie neutrale landen, België, Zwitserland en
Luxemburg. De beide eersten althans wapenden zich om
hunne neutraliteit te handhaven, waardoor zij voor Frank-
zeer geestige toespraken, een gave aan Pius IX eigen en die hem
tot in zijnen ouderdom opmerkenswaard bijblijft. Soms deelt Z. H.
kleine kruizen, medailles of rozenkransen uit en de audiëntie eindigt
met het verleenen van den apostoliscben zegen. Vervolgens zet de
Paus zich aan het, dinee. Het middagmaal bestaat uit zeer een
voudige, meestal dezelfde spijzen, en ofschoon alleen etende, rigt
hij daarbij altijd bet woord tot de monsignori, huisprelaten, die
zich bij hem bevinden. Na den diseh begeeft Pius IX zich in
zijn slaapvertrek; bij bidt en geniet dan eenige rust. Van 3 tot
4 ure, welk uur vroeger gewoonlijk tot hot doen van een rijtoertje
bestemd was, wandelt hij met een prelaat in de lanen van den
vatikaauschen tuin. Tegen den avond gaat de Paus naar zijne
vertrekken, waar hij niet meer zoo als vroeger audiëntiën geeft, die
met de Avé Maria aanvangen, maar personen met welke hij op
vertrouwelijken voet staat ontvangt om met hen te keuvelen.
Daarna soupeert de Paus in den waren zin van het woord, want
de soep mag niet ontbreken; vervolgens laat hij zijn gezelschap
van zich gaan en blijft alleen om te lezen o{ te bidden. Steeds
was Pius IX een liefhebber van stadsnieuws en dagbladtijdingen,
die hem door zijne omgeving medegedeeld werden en die thans
aan een strenge censuur onderworpen worden, alvorens men ze
hem mag vertellen. Ten 10 ure is alles stil geworden en in het
Vatikaan stoort niets meer de nachtelijke rust, terwijl het geruisoh
der twee groote fonteinen van het Petrusplein tot slapen uitnoodigt
en de afgemeten stappen van de Zwitschersche wacht in de groote
zalen en hooge gangen weerklinken. Bij generaal Kanzier en de
uit het Quirinaal verwijderde monsignori is nu ook kardinaal
Bonaparte een blijvende gast op het Vatikaan geworden.
Pruissische Krijgslisten.
De Etoile Beige bevat een aardig verhaal van de vele krijgs
listen, die door de Pruissen worden gebezigd, waaronder velen
voorkomen, die onwillekeurig aan de verhalen van Cooper doen
denken, waarin de listen van Roodhuiden zulk een gewigtige rol
spelen. Een onderprefect bespeurde, dat telkens als bij des nachts
rijk een schild werden, dat geen vijand kon doen wijken.
Onbetwistbaar meester ter zee, in den rug gedekt door de
Pyreneën en de Alpen, door Spanje's magteloosheid en
Italië's goeden wil, had Frankrijk geen enkelen soldaat
noodig voor het bezetten zijner overige grenzen.
Duitschland daarentegen was wel in de laatste jaren
met kracht aan het werk gegaan om eene oorlogsmarine
te scheppen, maar bezat toch eigenlijk slechts één schip,
de vKönig Wilhelm", dat zich met de Fransche pantser
schepen zoude kunnen meten. In het geheel telde de
Noord-Dnitsche vloot 44 stoomschepen. Tegenover de 336
stoomschepen en de 80 zeilvaartuigen, die de Fransche
marine telt, waaronder reusachtige pantserfregatten en met
verdragend geschut gewapende torenschepen, was de Duit
sche magt niet in staat de kusten van de Oostzee te be
schermen, en was het noodzakelijk een niet gering leger
korps te bestemmen voor de dienst aan de kust. De
Deensche natie brandde van begeerte, om zich aan de zijde
van Frankrijk te scharen, en de door Pruissen en Oosten
rijk eendragtig gestolene landen Sleeswijk en Holstein
weêr te brengen aan de Deensche kroon. De oorlogsver
klaring van deze zijde kon slechts worden weerhouden
door het detacheren van eene sterke troepen-afdeeling in
het noorden des Eijks.
Eene magtige partij in Oostenrijk vroeg om wraak voor
Sadowa, en ook in Silezië zag Duitschland zich genood
zaakt een leger achter te laten, om den kwalijkgezinden
grensstaat te observeren. Voeg daarbij, dat Rusland's
sympathiën voor Pruissen toen nog niet, zoo als gedurende
den oorlog, ontwijfelbaar vast stonden.
Men zal dus begrijpen, dat de Europeesche geldmarkten
gegronde redenen hadden om aan Duitschland's succës te
twijfelen, terwijl buitendien de schade, door de handels-,
vloot tengevolge van den oorlog te lijden, bijna zeker
geheel ten laste van de Duitsche financiën en kapitalen
moest komen.
In de tweede plaats was Frankrijk ontegenzeggelijk veel
rijker, dan het mededingende Duitschland, en bij de bere
kening van hunne crediet-waardigheid is dit een misschien
nog belangrijker element geweest, dan hunne kansen op
het oorlogsveld.
Rothschild lacht om eene schuldvordering, die een bur
german tot den bedelstaf zoude brengen! Maurice Block
schat het vermoedelijk inkomen per hoofd in Frankrijk op
298 en in Duitschland gemiddeld op 225. De belas
tingen bedragen in Frankrijk, Baden en Wurtemberg
ongeveer evenveel, bijna 25 per hoofd. Nu zijn wel is
waar in Pruissen de belastingen belangrijk lager, maar
deze verhouding moet weldra veranderen, daar in de laatste
jaren 44 procent der Pruissische inkomsten wordt gevonden
uit de domeinen. Verkoop van domeingoederen komt
daaronder als eene belangrijke post voor, en alzoo wordt
deze bron van inkomsten jaarlijks minder, en zal niet dan
door eene verhooging van lasten kunnen worden aangevuld.
Bij gelijke lasten in nominaal bedrag zouden die in
naar de gemeenten, die aan bezoeken des vijands blootgesteld waren,
op verkenning ging, plotseling uit een nabijgelegen bosch een
vuurpijl opsteeg, die weldra door een tweede en derde op grooteren
afstand werd opgevolgd. Hij liet bet bosch naauwkeurig doorzoekeii
en vond eindelijk den boom, van welken het signaal opging. Het
was een groote olm, die nog met de ijzerdraden prijkte, waarmede
de vuurpijlen werden bevestigd. Het bosch werd bewaakt, en van
dat oogenblik aan gingen geene vuurpijlen meer op.
Een officier der jagers, die met zijn regiment op voorpost lag,
ontdekte, dat op zijne togten op den bock van een weg één takke-
bosch was gelegd als hij met een peleton, twee als hij met eene
compagnie en drie als hij met zijn gansche escadron uittrok. Hij
plaatste eenige manschappen in hinderlaag, die spoedig den ellende
ling betrapten en gevangen namen, welke die signalen gaf. Een
uur later naderden drie uhlanenzeer voorzigtig, totdat zij, aan den
bewusten hoek komende, geene takkebossen bespeurden, waarop zij
hunne bedachtzaamheid lieten varen en weldra in gevangenschap
geraakten.
Behalve den molenaar, van wien wij onlangs melding maakten,
was er een ander, die zijn molen, door water gedreven, een groot
geweld Het maken of liet stilstaan, al naar gelang den weg voor
den vijand veilig of onveilig was. Een schrander Fransch officier
liet eens den geraasmakenden molen onverwacht ophouden, en ziet,
geen uur later had hij een bende Duitsche éelaireurs in zijne magt.
Een schoorsteen van eene op eene hoogte gebouwde woning
diende mede geruimen tijd tot signaal, in een departement, waar
bijna dagelijks gevochten werd. Rookte den schoorsteen, dan ver
dwenen de Pruissenrookte hij niet, dan kwamen zij te voorschijn.
Op zekeren dag werd het vuur ontijdig gebluscht en eene patrouille
witte kurassiers geraakte in den val.
Eindelijk werd een bedelaar gearresteerd, die met een zak op
den rug en een stok in de hand altijd bedelde als de vijand op
verkenning uitging. Naar gelang hij voortging of terugtrok, rukte
ook de vijand vooruit of trok terug. De man bakte dus met twee
pannen, daar hij geld van den vijand beurde en bij zijne eigene
landgenooten aalmoezen opzamelde. Doch ten laatste liep hij in
het oog, en weldra zat hij in de gevangenis.