BINNENLAND.
STATEN-GENEIIAAL.
Frankrijk nog met ongeveer 70 per hoofd kunnen wor
den verhoogd, alvorens de druk voor de bevolking in beide
landen gelijk zoude zijn. Daar nu de rente der staats
schuld uit de belastingen moet worden gekweten, ligt het
voor de hand, dat het crediet van het met schulden beladen
Frankrijk vóór den oorlog nog oneindig hooger stond aan
geschreven, dan dat van het minder belastte, maar veel
minder vermogende Duitschland. Dit onderscheid werkte
zoo geweldig op do geldmarkt, dat de Noord-Duitsclie
Bond ter naauwernood der oorlogsleening ad 100 millioen
kon plaatsen, terwijl Frankrijk na den slag bij Woerth,
toen de vijand aanrukte op Parijs, eene leening van bijna
het dubbele bedrag tegen bijna 1 pCt. lagere rente zoo
gemakkelijk sloot, dat alleen in Parijs zelf voor ongeveer
het geheele cijfer werd ingeschreven.
HELDER en NIEUTVEDIEP, 15 December.
De Duitsche Rijksdag heeft met groote meerderheid van
stemmen (de sociaal-democraten stemden tegen) een adres
aangenomen, gerigt aan Koning Wilhelm van Prnissen,
houdende verzoek, dat het Zijne Majesteit moge behagen
het werk der vereeniging van heel het Duitsche vaderland
te wijden door de aanneming der Duitsche keizerskroon.
In dat stuk wordt de wensch uitgesproken, dat het weder
opgerigte Duitsche Rijk dagen van magt, vrede, welvaart
en van door de wet verzekerde vrijheid moge genieten.
Het betuigt verder hulde aan de dapperheid des legers en
inzonderheid aan het beleid van den opperbevelhebber. Het
spreekt den wensch uit naar vrede, maar niet zonder
voldoende waarborgen te erlangen voor de veiligheid der
grenzen tegen nieuwe aanvallen van den ijverzuchtigen
nabuur.
Dit adres zal door eene commissie, bestaande uit 30 leden
van den Rijksdag, door- het lot zamengesteld, Z. M. te
Versailles worden aangeboden.
Nevens het Russisch-Turksch conflict, dat thans naar allo
vermoeden op eene conferentie zal worden vereffend, voegt
zich thans in de rij der Europesche vraagstukken voor de
tweede maal de Luxemburgsche kwestie. Het tractaat van
1867, regelende de neutraliteit van het grondgebied van
het groothertogdom, wordt thans door Pruissen als van
onwaai'de verklaard, en de zelfstandigheid van dat staatje
wordt ernstig bedreigd. In geheel Europa, en niet het
minst in Luxemburg zelf, heeft deze onverwachte gebeur
tenis groote sensatie teweeg gebragt. Hier en daar herinnert
men aan het voorschrift van bovengenoemd tractaat, dat
de waarborgende mogendheden, waartoe ook Nederland
behoort, verpligt zijn de onschendbaarheid van het Luxem-
burgsch grondgebied, des noods gewapend, te handhaven.
In België vindt de regering zich, met het oog op het
voorbeeld van den zwakken nabuur, genoopt tot groote
omzigtigheid in hare houding tegenover de oorlogvoerende
rijken en hunne onderdanen.
Volgens een berigt uit Berlijn, bestaan bij het Pruissiscli
gouvernement geene annexatie-plannen ten aanzien van
Luxemburg, maar verklaart het zich alleen ongezind om
zich langer gebonden te achten aan de onzijdigheid van
het groothertogdom met het oog op de bewegingen der
Duitsche troepen.
De zitting van den Pruissisclien Landdag is gisteren,
namens den Koning, geopend. In de openings-rede wordt
gewezen op den gelukkigen loop der oorlogs-gebeurtenissen,
op den nationalen zin des volks. De Staatsbegrooting wordt
aangeboden en wetsontworpen tot binnenlandsche hervor
mingen zullen, na den terugkeer des vredes, zoo spoedig
mogelijk inkomen.
Uit Parijs wordt gemeld, dat de regering aldaar eene
nachtelijke bijeenkomst heeft gehouden, naar aanleiding van
den brief van von Moltke, die eene vredelievende strekking
had. Een der leden, de heer Picard, helde tot verzoening
over en vond steun bij zijne medeleden, totdat Trochu
opstond en in krachtige taal op volharding aandrong. Hij
zag iu Duitschland's neiging tot vrede het teeken, dat de
vijand de moeijelijkheid van zijne positie inzag. Aan het
einde zijner toespraak riep hij met bewogen stem uit:
«Vechten, steeds vechten! altijd vechten."
Het jongste nieuws van het oorlogstooneel bepaalt zich
tot een berigt uit Iiavre, dat Trochu een nieuwen uitval
uit Parijs heeft gedaan, met het doel om door de vijandelijke
liniën heen te breken. Het bombardement van Montmédy
is aangevangen. Pfalzburg heeft gecapituleerd. De
Saksische minister van Oorlog, de heer Fabrice, is tot
gouverneur der noordelijke provinciën vanFrankrijkbenoemd.
Uit Florence wordt gemeld, dat de Kamer van Afge
vaardigden besloten heeft, dat Rome vóór uit. Maart tot
hoofdstad van het koningrijk Italië zal verheven worden.
Door de liedertafel«Helder s Mannenkoor" werd
Dingsdag jl. een vokaal- en instrumentaal concert gegeven,
met medewerking van het stafmuziekkorps der Kon. Ned.
Marine, eenige heeren dilettanten en twee solisten (beide
dilettanten), de heer TV. Zoetmulder, van Rotterdam, en
onze plaatsgenoot, de heer H. Janzen Ez. De heer
Zoetmulder, dien wij het genoegen hadden hier ter plaatse
voor de eerste maal te zien optreden, heeft zicli op eene
uitmuntende wijze van zijne taak gekweten. Zijn tenor
geluid is van een liefelijk en helderklinkend timbre, zijne
voordragt is eenvoudig en gracieus en zijne opvatting is
zeer juist, en wordt door den begaafden zanger in alle
nuances weergegeven. Het welgekozen klassiek repertoire
werd door den heer Z. met gevoel en zeer veel smaak
gezongen. Het bisnommer (Es hat nicht sollen sein, van
Abt), een juweel van compositie, getuigde hoe de geïn
spireerde zanger zijne aandachtige toehoorders wist te
boeijen. TVij hopen, dat de heer Zoetmulder de gelegen
heid moge hebben ons meermalen op zijne degelijke voor
dragten te vergasten. TVij roepen hem dus een hartelijk
tot wederziens! toe. De heer Janzen zong zoo als wij
gewoon zijn van hem te hooren. Met zijn flinke en ronde
barytonstem en zijne aangename manier van voordragt,
zong de heer Janzen zijne soli op uitstekende wijze
Vooral het nummer: Die zwei Grenadiere, van Reissiger,
gaf hem gelegenheid zijn fraai geluid meer en meer te
ontwikkelen. Dat beide solisten den aanwezigen bij uitstek
voldeden, getuigde de stilte, die ei steeds onder de solo
nummers heersebte.
Ook de mannenkoren voldeden zeer goed. Er werd
met kracht en lust gezongen. De Nüchtliche Wanderung,
van Abt, waaronder een fraaije quartet-solo, was stellig
een der beste nummers. De beide ouvertures werden door
het orchest flink en met aplomb ten gehoore gebragt.
Wij kunnen dit kort verslag moeijelijk besluiten, zonder
een woord van hulde en dank toegebragt te hebben aan
het bestuur voor den hoogst aangenamen muziekalen avond,
die het ons bezorgd heeft. Waar zooveel goeds en schoons
te genieten wordt gegeven, komt ontegenzeggelijk allen lof
toe aan het bestuur en aan den directeur, den heer Egbers,
die door zijne leiding van het concert en zijn degelijk piano-
accompagnement veel heeft bijgedragen tot den gunstigen
uitslag van dezen muziekalen avond.
Ten voordeele van eenige alhier bestaande weldadige
instellingen, had gisteren avond in het lokaal Musis Sacruin
eene uitvoering plaats van de hier bestaande Dames-Zang-
vereeniging. Met veel genoegen woonden we die uitvoering
bijzoowel solo's als koren werden zeer goed ten gehoore
gebragt, terwijl het orchest dit deel der werkzaamheden
opende en besloot. Na de pauze werd het tooncelstnkje
«Episodes uit het leven van een beurtschipper, of leve de
weerbaarheid!" bewerkt door den heer B. II. P., tot genoegen
der aanwezigen opgevoerd. Vooral ook om het schoone
doel, dat met deze uitvoering werd beoogd, komt aan allen
die daaraan medewerkte een woord van welgemeende hulde toe.
Bij koninklijk besluit van 3 December is nader vast
gesteld de sterkte, zamenstelling en indeeling van de 3de
comp. van het 4de bat. rustende schutterij in de provincie
Noordholland. De sterkte dier compagnie zal bedragen
121 man, voor welke geleverd zullen worden: door Zijpe
68, door Anna Paulowna 41, door Callantsoog 11 en door
Petten 6 man.
Gisteren is te Wassenaar in do registers van den
burgerlijken stand ingeschreven het overlijden van II. K. II.
Prinses Frederik der Nederlanden. De aangifte geschiedde
door de ministers van Justitie en van Buitenl. Zaken ad interim.
De begrafenis van het stoffelijk overschot van II. K. H.
Prinses Frederik der Nederlanden zal plaats hebben op
Woensdag 21 dezer, 's middags ten 12 ure. Het lijk zal
met groot ceremonieel naar den koninklijken grafkelder «te
Delft worden overgebragt.
De gewone te Versailles gevestigde berigtgever der
Kolnische Zeitung schrijft: «Gisteren (7 December) is
Z. M. de Koning zeer pijnlijk aangedaan door het berigt
van den dood zijner lievelingszuster, Prinses Louise, gemalin
van Prins Frederik der Nederlanden. Deze tijding was
reeds in den vorstelijken familiekring sedert eenigen tijd
gevreesd en de Kroonprins had de noodige maatregelen
genomen, dat het telegram niet, zooals gewoonlijk, onmiddelijk
in 's Konings handen, maar in de zijne zou komen, om
den grijzen held het onvermijdelijke berigt niet onvoor
bereid te doen toekomen. In den afgeloopen nacht kwam
de droevige tijding dan ook in het hoofdkwartier van den
Kroonprins en deze begaf zich reeds ten 8 uur naar zijnen
koninklijken vader om zelf hem dat smartelijk berigt te
brengen, hetwelk natuurlijk den Koning diep trof. Het
is tot dusver niet bepaald, of een der hier aanwezige
Prinsen van de Koninklijke familie zich naar den Haag
begeven zal om de begrafenisplegtigheid aldaar bij te wonen."
Door de ministers van Oorlog en van Marine zijn
orders aan de land- en zeemagt gerigt, inhoudende, dat
door Z. M. is bepaald, dat tengevolge van het overlijden
van II. K. II. Prinses Frederik, door alle olïicieren
gedurende drie weken, ingegaan zijnde 10 December a. s.,
de rouwband, ter breedte van zes duim en voorzien van
eene rosette, in alle tenuen om den linkerarm zal worden
gedragen.
Bij de dd. schutterij te Enkhuizen is benoemd tot
2den luit. J. W. Keizer.
De minister van Koloniën heeft bekend gemaakt, dat
voor de dienst der gouvernements-marine in Nederl. Indië
benoodigd zijn drie 2de machinisten, bij voorkeur personen,
die bij de Nederl. marine in die kwaliteit hebben gediend.
Zij, die zich als zoodanig willen verbinden, kunnen zich,
tot ultimo Jan. 1871, tot het departement van Koloniën
wenden. Aan de bedoelde betrekking is een tractement
verbonden van 150 's maands.
De Eerste Kamer zal den 20 dezer vergaderen.
Buletijn no. 23 en 24 van bet Roode Kruis is ver
schenen. Do heer v. d. Velde meldt omtrent de moeijelijke
reis naar Versailles zonder het materieel uit Havre, dat
de Fransche regering, daar het den belegeraars van Parijs,
welke aan geneeskundige hulp eigenlijk geen gebrek hebben
ten goede zou komen, niet wil laten passeren. Ds. Perk
geeft eenige inlichtingen, waaruit blijkt, dat het doel zijner
zending, welks belang niet boven kwestie verheven is, niet
eenmaal door hem bereikt wordt. Dr. Arntzenius schrijft
in een berigt uit Metz, dat het gebrek even groot was als
het getal zieken. (U. D.)
Onder de namen van verwijderde vreemdelingen, in
het jongste nommer van het Algemeen Politieblad voor
komende, leest men die van zeven Fransche krijgsgevangenen,
welke door de rijkspolitie zijn gebragt over de Pruissische
grenzen.
Door den bisschop van Haarlem, mgr. Wilmer, is
benoemd tot proost van het cathedraal kapittel van Haarlem,
de vicaris-generaal H. van Beek, en tot kanunnik, de deken
en pastoor van Beverwijk, B. de Groot. Tot kanunnik-
theologant is benoemd de president van het seminarie
Warmond, F. M. Snickers.
Als iets bijzonders kan gemeld worden, dat op het
eiland Texel, eene gemeente van ruim 6000 zielen van af
den llden November jl. tot op heden (alzoo sedert ruim
een maand) geene sterfgevallen hebben plaats gehad. En
sedert denzelfden tijd zijn er 23 aangiften van geboorte
gedaan. «Of Texel ook vooruit boert."
Tot lid van de plaatselijke schoolcommissie te Zijpe
is benoemd de heer J. Eriks, ter vervanging van den heer
J. Nieuwland, die op den I Januarij 1871 als zoodanig
zal aftreden.
Even als ten vorigen jare zal thans weder aan de
Schagerbrug, in de Zijpe, eene tombola worden gehouden,
ten voordeele van do vast bedeelde armen der verschillende
gezindten in die gemeente.
Men schrijft uit Noordscharwoude: «Met het oog op
de kerkelijke verkiezingen is het welligt niet onbelangrijk
van hier te vernemen, dat bij de onlangs gehouden stemming
voor leden van het kiescollegie de stembriefjes aan de
huizen der ingezetenen opgehaald zijn, zoodat thans bijkans
alle stemgeregtigden hun stem hebben uitgebragt."
De commissie voor het maskerade-feest, in 1871 aan
de hoogeschool te Utrecht te houden, heeft thans de teeke-
ningen gereed, voorstellende: «De intogt van Elisabeth
van Brunswijk binnen Zutphen."
Een berigt uit Middelburg meldt, dat op een stal
van een landbouwer nabij die gemeente zich het mond- en
klauiozeer onder de runderen heeft geopenbaard, en dat
34 stuks vee door die ziekte zijn aangetast.
Dezer dagen zal te Arnhem het examen in de land
bouwkunde voor de eerste maal hier te lande worden af
genomen. Tot leden der commissie van examinatie zijn
benoemd de heerendr. TV. C. H. Staring, inspecteur van
het middelbaar onderwijs, te Lochem; dr. M. Salverda,
hoogleeraar te Groningen; dr. J. M. van Bemmelen, direc
teur der hoogere burgerschool te Arnhemen Jb. Boeke,
te Groningen.
Te Doesburg komen nu en dan Fransche vlugtelingen
uit TVesel aan, daar worden ze echter goed behandeld,
waarvoor zij zich zeer dankbaar toonen.
Te Ambt-Vollenhove worden de vette varkens, die
in den laatsten tijd reeds zoo hoog geloopen waren, dage
lijks duurder, zoodat zij reeds 55 a 60 cents per kilogram
kosten.
In een Almeloosch paard vond men twee steenen,
vierkant en bruin, wegende elk 2 Nederl. ponden.
Als eene bijzonderheid wordt gemeld dat op de vee
markt van jl. Donderdag te Leeuwarden door B. Smit
112 koeijen ter markt gebragt zijn, welke allen door de
kooplieden van Gelder en de Leeuw a 350 werden op
gekocht, terwijl voor 12 stuks van den heer Kleiterp ƒ390
werd besteed. Een stier werd verkocht voor 520.
- Uit Drenthe meldt men, dat de varkens-handel op
Holland in den laatsten tijd niet geanimeerd is, en wel ten
gevolge van de buitengewoon hooge prijzen, die de land
bewoners aldaar voor de vette varkens eischen en den
grooten aanvoer van Hongaarsclie varkens in de voornaamste
Hollandsche steden.
In de Asser Courant wordt door een inzender gesproken
over den anti-Staats-Spoorweg-perron-wegjagens-Bond.
In het Venloosch Weekblad van 10 dezer leest men
de volgende advertentie: «Voor zes gulden levert O. J.
Crone, te Ahaus (Pruissen), een onschadelijk en uitstekend
middel om dengene, die aan den drank verslaafd is, van
deze verderfelijke gewoonte af te helpen.'
De jongens van een der openbare scholeu te Roermond
hebben en corps aan den vergaderden gemeenteraad vacantie
op St. Nicolaasdag gevraagd en gekregen.
Een Limburgsch blad verzekert, dat de jonge graven
van Pallandt en van Limburg Stirum en baron van Brienen
dienst doen, de eerste bij de mobile garde van Parijs en
de laatsten bij het Noorderleger. Deze zouden reeds
gewond zijn.
In den Uilenspiegel leest men het volgende telegram
in Wilhelmsstijl:
(De heer Heemskerk Azn. aan graaf van Zuylen).
«Den Haag, 5 Dec. De liberalen hebben, zonder aan
gevallen te zijn, zich uit hunne positiën teruggetrokken.
De groene tafel wordt bezet; eene bestorming zal niet
noodig zijn.
Welk een wending door Gods leiding!
J. Heemskerk Azn."
Tweede Kamer.
Zitting van Dingsdag 12 December. De minister van
Marine deelt bijzonderheden mede omtrent den ministeriëelen
crisis en zest, dat de heer Fock en hij niet zijn geslaagd
in de aanvulling van het kabinet. De heer Jonckbloet
wijst op het groote belang van het spoedig optreden van
een bewind, dat het vertrouwen des Konings bezit en
voldoenden steun in de Kamers vindt. De heeren de
Casembroot en van Sypesteyn hebben verlof gevraagd en
bekomen om de regering op een nader te bepalen dag te
interpelleren, de eerste over de behandeling van in ons
land aangekomene Fransche krijgsgevangenenlaatsgenoemde
ten aanzien van de loopende geruchten betreffende de
overdragt aan Engeland van onze bezittingen aan de kust
van Guinea.
Er is ingekomen eene koninklijke boodschap, houdende
kennisgeving van het overlijden van II. K. H. Prinses
Frederik der Nederlanden. Op voorstel des voorzitters is
besloten door een eerbiedig adres van rouwbeklag van de
deelneming der Kamer te doen blijken.
Aan de Tweede Kamer is aangeboden een wetsontwerp
tot onteigening van perceelen ten behoeve van een spoorweg
van Amsterdam over Hilversum naar Amersfoort, met een
zijtak van Hilversum naar Utrecht.
De regering onthoudt zich in haar antwoord op het verslag
der Kamer over Hoofdstuk I der staatsbegrooting van de
behandeling der politieke vraagstukken. Zij bepaalt zich
alzoo tot het financiële gedeelte van het verslag.