De Hoogere Burgerschool te Amsterdam,
een harer leeraren en een harer curatoren.
Weerkundige Waarnemingen te Helder,
ff*
flff
-o
s
i
n
s
c
•SPs
S 8
O O
e.
- i.0
Marine-Haven Nieuwediep.
PURMERERDER MARKT VAN HEDEN.
De locomotiven, welke het naar hunne bestemming stuwden
of trokken, keerden, zoodra zij ia batterij waren gesteld,
terug naar punten van den weg, waar zij zich buiten
schot bevonden, en kwamen zij de waggons weder afhalen,
wanneer deze het signaal gaven. Daar gewone locomotiven
niet genoegzaam tegen het vijandelijke vuur konden beschut
worden, bezigde men tot stoomtrekkers locomobilen van
groote kracht, die in van alle zijden geblindeerde wagens
geplaatst waren.
De heer Vallée, uit Marseille, heeft een ballon uit
gevonden, die te besturen en geschikt is zware lasten te
vervoeren. Deze ballon kan in twintig dagen gereed zijn.
Zijn plan is goedgekeurd door de wetenschappelijke commissie.
Vier personen zijn ter dood en 16 anderen tot levens
langen dwangarbeid veroordeeld, omdat zij in Augustus jl.
te Hautefaye den ongelukkigen de Moneys, een grond
eigenaar, dien zij voor een Pruissischen spion hielden,
levend hebben verbrand.
E ff c 1 a n d.
Volgens een particulier telegram uit Havre aan den
Manchester Examiner gerigt, heeft generaal Bourbaki bewijzen
gegeven van verstandsverbijstering, zoodat generaal Ducrot,
die Parijs in een ballon heeft verlaten, het kommando op
zich zal nemen.
De zaak van de ontploffing der patronenfabriek te
Birmingham wordt nog steeds onderzocht. Er zijn thans
reeds vier en veertig mannen en vrouwen tengevolge van
dat onheil omgekomen.
Dnitsekland.
Zondag 18 dezer was de dag bestemd tot aanbieding der
waardigheid van Keizer van Duitschland aan Koning
"Wilhelm I. Te half twee uren 's namiddags begaf de
deputatie uit het Noord-Duitseh parlement zich van het
hotel des Reservoirs te Versailles in een twintigtal veel
soortige rijtuigen naar de prefectuur waar de Koning zijne
kwartieren heeft, en waar hij de deputatie in de groote
receptiezaal opwachtte. Z. M. stond in groot uniform voor
den haard aan zijne regterzijde stond de Kroonprins, een
weinig verder af de vorsten van Weimar, Wurtemberg,
Mecklenburg, en Hohenzollern. Aan de linkerzijde bevonden
zich de regerende hertog van Coburg en graaf Bismarck
digt achter hemin een kring voor den Koning stonden
de officieren uit Zr. Ms. gevolg benevens de leden der
deputatie. Onder deze laatsten bevonden zich graaf von
Moltke, wien men als bewijs van bijzondere achting en
omdat hij tot het huis behoorde, eene plaats onder de
deputatie had aangeboden. Baron Rothschild uit Frankfort,
benevens de heer Simson, die merkwaardig genoeg, reeds
in 1849 de keizerlijke waardigheid mogt aanbieden aan
den toen regerende vorst Friedrich Wilhelm IV, en lang
genoeg geleefd heeft om dit thans ten opzigte van Wilhelm I
te kunnen doen. De heer Simson trad uit den kring, hield
een korte inleidende rede en las daarop met luiden stem
het adres van het parlement voor dat de aanbieding inhield.
De Koning luisterde aandachtig toe en las van een papier
dat hij uit de handen van een zijner aides-de-camp ontving,
zijn antwoord voor op een toon die van aandoening trilde.
Toen het waarlijk plegtige oogenblik voorbij was, trad
de Koning vooruit en schudde verscheidene leden der
deputatie hartelijk de hand.
Er werden geene vreugdeschoten gelost, doch in plaats
daarvan kon men het verwijderd vuren uit Parijs hooren.
Op de historische beteekenis die dit laatste in zich sluit,
behoeven wij voorzeker wel niet te wijzen.
Het gebeurde iu deze inrigting van onderwijs op Zaturdag
3 December 11. heeft zoowel in als buiten Amsterdam de
aandacht getrokken. Met de vermelding er van hebben
we gewacht op de beslissing ten deze in den gemeenteraad
te Amsterdam te nemen. Thans nu die beslissing genomen
is, willen we van deze zaak een overzigt geven, waarin,
naar wij hopen, duidelijkheid aan beknoptheid zich zal
paren.
De heer dr. H. C. Dibbits, leeraar in de scheikunde
aan die school, was op dien dag als zoodanig werkzaam,
toen de heer P. Keer Jr., secretaris der commissie van
toezigt, aldaar een bezoek kwam brengen. De leeraar bevond
zich juist in het aangrenzend vertrek, waar de kasten voor
de praeparaten aanwezig zijn. Toen de leeraar iu het
schoollocaal terugkwam, vond hij den heer Keer met den
hoed op het hoofd bezig mat aanmerkingen te maken op
hetgeen de leerlingen deden, waarbij afkeuring werd ge
hoord ten aanzien van hetgeen de heer Dibbits hun had
gezegd. De heer Keer hield den hoed op het hoofd,
groette den leeraar niet en handelde alsof deze zich niet
in het vertrek bevond. Door eene zoo grievende bejegening
getergd, wendde zich de heer Dibbits tot de jongens,
zeggende: «Het begint hier koud te worden, gij kunt uwe
petten opzetten.» Hij zelf zette zijn hoed op het hoofd.
De heer Keer verwijderde zich hierop en werd bij het
heengaan door een paar jongens uitgefloten. Eenige
oogenblikken daarna weder binnnen gekomen, vond hij de
jongens met de petten af. Een dezer riep onmiddelijk:
«jongens, het begint weer koud te worden!» en zette zijn
pet weder op. De heer Keer vloog nu op dien jongen
toe en riep: «Zoo iets laat ik me niet welgevallen van
zoo'n verwaanden ploert! hoe is je naam?» De heer
Dibbits wilde den naam zeggen, doch ontving ten antwoord:
«Ik vraag het u niet." «Hij antwoordde hieropte meenen
dat, hetgeen den jongen aanging, hem behoorde gevraagd
te worden. Hierop zou de heer Keer geantwoord hebben:
«Ik sta hier niet onder curatele, en het allerminst van u.»
De heer Keer diende hierop bij de commissie van toezigt
een aanklagt in tegen den heer Dibbits, als zoude deze
zich hebben schuldig gemaakt aan opwekking der leer
lingen tot insubordinatie jegens hem, in zijne kwaliteit als
lid der commissie. De heer Dibbits erkende voor de
commissie een fout in den vorm te hebben begaan, door
de jongens in de zaak te mengen. Hij vroeg excuus aan
den heer Keer en aan de commissie voor die fout, doch
hield vol, dat die heer ongelijk had door zich: 1. in het
onderwijs te mengen en opmerkingen te maken, die uit
wetenschappelijk oogpunt onjuist zijn; 2. den leeraar in
tegenwoordigheid zijner leerlingen onbeleefd te bejegenen;
3. het prestige van den leeraar tegenover de leerlingen
weg te nemen, als zoude deze voor zijne taak niet berekend
zijn. Ondanks deze verdediging besloot de meerderheid
der commissie de schorsing van den heer Dibbits voor den
tijd van twee maanden aan Burgemeester en Wethouders
voor te dragen.
B. en W. hebben werkelijk die schorsing uitgesproken,
echter voor den tijd van ééne maand, maar met verlies van
tractement gedurende dien tijd. Spoedig na het vernemen
hiervan, werd door een negental leden van den Gemeente
raad een verzoek gerigt aan het Dag. Bestuur om ten
spoedigste eene zitting van den Raad te doen houden,
waarin B. en W. in de gelegenheid zouden zijn om, naar
het voorschrift der wet, van dit hun genomen besluit op
officiële wijze mededeeling te doen. Jl. Zaturdag is de
Gemeenteraad tot dit einde bijeengekomen. In die zitting
werden twee motiën van orde voorgesteld: de eerste van
den heer van Nierop, waarbij de handelwijze van B. en W.
werd afgeleeurd; de tweede van den heer van Bosse, waarbij
de Raad zich onbevoegd verklaarde om een oordeel over
het gebeurde uit te spreken. Na eene belangrijke discussie,
werd de motie van Bosse aangenomen met 17 tegen 9
stemmen.
Men verzekert, dat nog nooit eene zitting van den Raad
te Amsterdam, door een zoo talrijk publiek is bijgewoond
als deze vergadering. De tribune was veel te klein en
door 't gedrang werd zelfs een ruit van 't raam eener
aangrenzende kamer stukgeslagen. Groot was het getal
dergenen, die zonder plaats te bekomen zich moesten
var wijderen.
Toen een der raadsleden zich een aanmerking veroor
loofde op het onderwijs van den heer Dibbits, betuigde de
leerlingen der Burgerschool, op de tribune aanwezig, door
gebaren en gemompel hunne afkeuring.
Door den hoogleeraar, dr. G. J. Mulder, was een
schrijven ingezonden ten gunste van dr. Dibbits; daar dit
stuk op ongezegeld papier was geschreven, werd het ter
zijde gelegd.
Inmiddels heeft deze zaak tot herhaalde bespreking in
de dagbladen aanleiding gegeven. De leerlingen der Hoogere
Burgerschool verdedigden in het openbaar hunnen leeraar.
Zij verzekeren, dat zij met diep leedwezen de schorsing
van den heer Dibbits hebben vernomen, waardoor zij
gedurende eene maand van zijn onderwijs zullen verstoken
zijn. Zij opperen de bedenking, dat in deze zaak niet eens
een grondig onderzoek heeft plaats gehad, daar niemand
anders dan de beide betrokken personen is gehoord. Eindelijk
brengen zij in het midden, dat de aanspraak: verwaande
ploert! niet aan het adres van een hunner, maar aan dat
van den heer Dibbits werd gerigt.
In het Utrechtsch Dagblad heeft de hoogleeraar P.
Harting, te Utrecht, een belangrijk artikel doen plaatsen
over deze 'zaak, de Dibbits-Keer-kwestie genoemd. De
hoogleeraar spreekt zijne groote bevreemding uit over de
door B. en W. uitgesproken schorsing. Hij zegt o. a. «Ik
ken den heer Keer niet en verlang ook volstrekt niet hem
te leeren kennen. Ik heb vernomen, dat die heer de
scheikundige lessen van den hoogleeraar Baumhauer heeft
bijgewoond. Ik mag dus verwachten, dat hij iets van de
scheikunde heeft geleerd. De heer Dibbits ken ik echter
des te beter. Hij is een der voortreffelijkste leerlingen der
Utrechtsche hoogeschool. Niet alleen munt hij uit door kunde
in de vakken, waarvan het onderwijs hem is toebetrouwd,
maar ook door een hoogst achtenswaardig karakter. Naar
mijne overtuiging moet er reeds vrij wat voorafgegaan en
zijne langmoedigheid op een zeer harde proef gesteld zijn,
alvorens hij er toe besluiten kon om zelfs door een zoo
zachten zijdelingschen wenk, als door hem gegeven is, den
heer Keer te doen gevoelen, dat zijn gedrag onbetamelijk was.
De heer Keer is onverstandig en indélicaat genoeg geweest
om, toen hij dien wenk begreep, er zich boos over te
maken, en dit is de aanleiding tot het gevolgd tumult
geweest, waarin genoemde heer, naar het schijnt, beleedigd
werd, echter niet door den heer Dibbits, maar door de
leerlingen. Dat zoo iets heeft plaats gegrepen, is voorzeker
af te keuren, maar de heer Keer zelf was daarvan de
eerste oorzaak, niemand anders." De heer Harting doet
verder uitkomen, dat de heer Keer ten eenenmale onge
schikt is voor zijne betrekking en dat, moet er sprake zijn
van excuusvragen, deze heer dat wel in de eerste plaats
moet doen. Eindelijk legt de heer Harting de verzekering
af, dat de heer Dibbits door die schorsing niet het minst
dalen zal in de achting van allen op wier goede meening
hij prijs stelt.
Wij vernemen nog dat de heer Keer bij deze gelegenheid
niet voor de eerste maal zich veroorloofd heeft op ongepaste
wijze zich te mengen in het onderwijs, zoowel bij de lessen
aan de Hoogere Burgerschool als aan die der Ambachts
school, waar, naar men zegt, een leeraar reeds zijn ontslag
heeft genomen, tengevolge der onbescheidene houding van
den secretaris der commissie.
Het Leidsche Dagblad wijst er op, dat, hetgeen heden
met dezen leeraar geschiedde, morgen met een der andere
docenten gebeuren kan en vraagt: «Mogen de onderwijzers
aan zulk eene grievende behandeling blootgesteld blijven?»
Het blad wijst op de eerlang plaats hebbende periodieke
aftreding der leden van de commissie en ziet daarin eene
uitstekende gelegenheid om een bewijs te geven, dat men
de leeraren der Hoogere Burgerschool voor dergelijke
bejegening wil vrijwaren.
De leerlingen der klasse van de Burgerschool, in wier
tegenwoordigheid het gebeurde heeft plaats gegrepen, zul
len heden eene bijeenkomst houden.
Dr. Steyn Parvé, inspecteur van het Middelbaar onderwijs,
heeft per brief aan den heer Dibbits van zijne onverflaauwde
hoogachting doen blijken.
LAATSTE BEBieTES.
Londen, 24 Dec. Aan de Times wordt uit Versailles
gemeld, dat eergisteren avond uit de forten voor Parijs
hevig is geschoten, dat het gisteren ochtend Bterk vroor,
en dat er overigens geen nieuws te melden was.
Berlijn, 24 Dec. De Kreuz-Zeitung meldt, dat de
heer Odo Russell graaf von Bismarck verzocht heeft,
Z. M. den Koning de gelukwensching der Engelsche re
gering met zijne verheffing tot Duitsch Keizer te willen
overbrengen.
Berlijn, 26 Dec. (Off.) De Koning telegrapbeert aan
de Koningin uit Versailles dd. 25 dezer, dat Manteuffel
den vijand bij Amiens heeft geslagen en dat hij meer dan
1000 gevangenen heeft gemaakt. Van den 25 des ochtends
vroeg meldt ManteuffelDe geslagen Noorderarmee wordt
door mij in Noordoostelijke rigting vervolgd.
Versailles, 23 Dec. (Off.) De 19de divisie is den
21sten tot aan de brug van Tours voortgerukt, alwaar zij,
van de zijde der bevolking, tegenstand ondervond; dien
tengevolge zijn 30 granaten in de stad geworpen, die
daarop de witte vlag geheschen en om eene Pruissische
bezetting gevraagd heeft. De divisie heeft er zich echter,
overeenkomstig hare instructiën, toe bepaald den spoorweg
te vernielen en de haar aangewezen kantonnementen te
betrekken.
Bordeaux, 26 Dec. (Dépêche van den generaal Faid-
herbe). Wij zijn den 22sten van 11 tot 6 ure met den
vijand slaags geweest. Wij hadden gunstige stellingen in
genomen aan een zijrivier van de Somme tusschen Daour
en Contay. Onze troepen hebben den geheelen dag dapper
gestreden. Onderscheidene dorpen zijn ingenomen en
heroverd. Onze zegepraal is volkomen. Te 5 ure heeft
onze infanterie den vijand met de bajonet teruggedreven.
Tusschen 5 en 6 uur hebben de Pruissen, gebruik makende
van de duisternis, eenige dorpen in de vallei bezet. Onze
troepen hebben in hunne stellingen gebivakkeerd.
Rijssel, 23 Dec. De generaal Faidherbe heeft aan den
prefect van het departement du Nord doen weten«Heden
van 11 tot 6 ure heeft er een slag bij Pont-Noyelles plaats
gehad, Wij zijn meester van het slagveld, Na een lang
durig artillerie-gevecht heeft de infanterie langs de geheele
linie eene charge uitgevoerd.»
Rijssel, 26 Dec. St. Quentin is door 6000 Pruissen,
die artillerie medevoeren, bezet. De Pruissen hebben de
magazijnen van het spoorweg-station geplunderd en 500,000
francs geëischt, en de leden van het plaatselijk bestuur,
toen deze weigerden aan dien eisch te voldoen, gedreigd
hen als gevangenen te|zullen medevoeren. Zij marcheren
naar Amiens.
Lyon, 23 Dec. Te Niort warenJberigtenTontvangen
uit Parijs van den 22sten. Er had dien dag geen enkele
botsing plaats gehad. Toch schijnen er nieuwe operatiën
op handen te zijn. Er heerscht eene volmaakte kalmte en
een algemeen vertrouwen. De bladen schatten de verliezen
der Franschen in het gevecht van den 21sten op 800
dooden en gekwetsten.
Hüvre, 25 Dec. Een 7000tal Pruissen, die van Yvetot
kwamen, hebben een korps van 5000 Franschen aangevallen
en zijn, na een gevecht van 2 uren, teruggetrokken. Zij
hebben 200 man en 1 kanon verloren. Aan onze zijde
zijn ongeveer 100 man gevallen.
Bardonèche, 25 Dec. (4 ure.) Het werk der doorboring
van den Mont-Cenis is volbragt. Door de opening die
verkregen is, hebben de werklieden elkander eenJ «Leve
Italië» toegeroepen.
New-York, 22 Dec. Men verzekert, dat Rusland 1000
Amerikaansche mitrailleuses besteld heeft.
(Landskeet).
Windrigting
en
Kracht.
Barometer
mm.
Thermometer
C.
Toestand
van
de
zee.
Stand. Afw.
Stand.
Afw.
25
12
z. 0.5k.
753.88- 5.96
-2.7
- 6.4
0.90
Vlak.
26
12
no. 0.5«
759.00 - 0.87
-1.4
0.84
27
8
ono. 7
781.10 f 1.20
-2.0
- 4.5
0.79
weingolv.
27
12
otn. 12«
760.36 f 0.46
-1.4
- 4.9
0.80
Golvend.
Weersgesteldheid: 25Dec. 12 u. Helder, beneveld, vorst.
26Dec.ll u. Digtbewolkt, vorst.
27 Dec. 8 u. Digtbewolkt, winderig, vorst.
27 Dec. 12 u. Digtbewolkt, winderig, vorst.
Gevroren dikte van 24 op 25 Dec. S4 millimeters.
25 26 40
26 27 42
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
21 Dec. 26 Dec. Caspar de Robles. T.H.v.Slooten. Suriname.
23 26 Stad Leijden. C. W. Hissink. Samarang.
Per Stad Leijden: de heeren A. "Willy en M. P. Kuijl.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst.
24 Dec. Victory. J. Henty. Zur Mühlen Co. Galatz.
24 Verwisseling. H.Notmeijer. Sevalonia.
24 Oceana. W. White. Duinker&Goedk. Batavia.
24 Betsy Laura. R.Rasmussen.vanVliet&Co. Odensee.
24 IlRometo deCaprera. P.Feloga. Zur Mühlen Co. Sulina.
26 Haco. R.Mackean. Bordeaux.
Kaas. 7 3stap.Kleine f 30a34,50. stap. Middelb. fa per50K.G.
Boter. Laagste prijs f 1,274, hoogste prijs f 1,85 per K.G.
50 Runderen.
86 Paarden.
52 Vette Kalveren, 90 a 110 Cts. per K. G., handel vlug.
35 Nuchtere dito, f 7 a 19 per stuk, vlug.
46 Vette Varkens 4-4 a 54 Cts. per K.G. matig.
2 Magere Varkens f 12 a 13, handel stug.
135 Biggen f 5,a 6,handel stug.
514 Schapen en Lammeren.