1871. N°. 1.
Zondag 1 Januarij.
29 Jaargang.
Het jaar 1870
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BINNENLAND.
HELDERS!HE
EN NIEUWEDIEPER C0UEA5JT.
„W ij huldigen het goed e."
iiimewaMMe—mma»
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 [regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Grootc letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Woensdag den 11 Jan. vertrekt van hier de
Oost-Indische mail via Triest, per eersten trein.
Vrijdag den 13 Jan. vertrekt van hier de Oost-
Indische mail via Brindisi, per eersten trein.
Zondag den 15 Jan. vertrekt van hier de West-
Indische mail over Southampton, per laatsten trein.
is gereed zijn loopkring te besluiten en plaats te maken
voor zijn opvolger. Is bet altijd een hoogst belangrijk
tijdstip te achten, als we na een tijdsverloop van 365
dagen eens even rust nemen om het pas afgelegde gedeelte
van onzen levensweg te overzien en het daarin gebeurde
te overpeinzen, op dezen oudejaarsavond bestaat daartoe
voorzeker meer dan ooit overvloedige aanleiding. Welk
een belangwekkend jaar ligt daar thans achter onsWie
had in den aanvang de gebeurtenissen durven voorspellen,
die daarin hebben plaats gegrepen? Wie had, nu twaalf
maanden geleden, darren verzekeren, dat wij heden zulk
een ervaring zouden hebben opgedaan? Ja, er bestond
eenige spanning tusschen de regeringen van Frankrijk en
Duitschland; ja, er was in eerstgenoemd rijk eene repu-
blikeinsche partij aanwezig, maar niemand kon voorzien,
dat uit die schijnbaar weinig beteekenende verschijnselen
de feiten zouden geboren worden, die wij hebben aanschouwd.
Bij den terugblik over het wegstervend jaar herinneren
we ons hoe de verschrikkelijke tijding: er is een oorlog
tusschen Frankrijk en Duitschland uitgebroken, als een
schrille kreet ons in de ooren klonk; hoe al spoedig
de vreeielijke worstelingen tusschen de legers der heide
mogendheden plaats grepen en duizenden slagtoffers eischten
hoe Napoleon III, naar wien sedert 20 jaren niet slechts
Frankrijk, maar geheel Europa als tot een magtige boven
de magtigen opzag, van kroon en scepter beroofd, in
's vijand» handen viel, terwijl terstond daarop de Keizer
lijke regering voor de republiek plaats maakte; we
zagen eindelijk hoe Straatsburg, Metz en verscheidene
andere Fransche steden en vestingen in handen der Duitschers
overgingen, Parijs belegerd, Duitschland tot één Bond
vereenigd, Koning Wilhelm tot Keizer verheven.
Wij zouden thans kunnen voortgaau met onze herinne
ringen aan de vele belangrijke gebeurtenissen van 't jaar
1870, we zouden voor onze aandacht kunnen brengen het
gebeurde te Home, te Madrid; de opofferende liefde
der vereeniging 't Roode Kruis en zoovele andere feiten,
die dit jaar ons te aanschouwen gaf. Maar we meenen,
dat de groote overvloed van stofj uit eene beschouwing
van 't verloopen jaar geboren, beter in een of meer onzer
volgende nummers, in den vorm van een hoofdartikel, kan
worden behaudeld.
Voor ditmaal een heil- en zegenwensch bij de intrede
van het jaar 1871. Dit jaar brenge der wereld vrede en
herleving van volkswelvaart en geluk. Dat de vreeselijke
oorlog, die thans zooveler geluk verwoest, spoedig eindige
en dat de rampen van den krijg weldra mogen gelenigd
worden 1 Ons dierbaar vaderland bloeije en blijve steeds
gespaard voor verstoring des vredes. De staatkundige
toestand worde spoedig verbeterd door het optreden van
een definitief kabinet, uit liberale en vaderlandslievende
mannen zamengesteld! Het ga de plaats onzer inwoning
het ga dit gewest steeds wel; de bronnen van bestaan
der inwoners mogen mildelijk vloeijen en de pogingen,
aangewend tot verstandelijke en zedelijke ontwikkeling des
volks, mogen onder Hoogeren Zegen dienstbaar worden
tot bevordering van waar volksgeluk.
Onbekend met hetgeen ons in de toekomst wacht, treden
we een nieuwen jaarkring binnen. Lezerswij wenschen
voor u en ons zei ven, dat die toekomst, zich allengs
ontsluijerende, veel goeds en schoons voor ons en onze
omgeving brengen zal. Het jaar 1871 zij een gelukkig
jaar voor ons allen en schenke ons aan zijne stervenssponde
tal van aangename, streelende herinneringen!
HELDER en NIEUWEDIEP, 31 December.
De Fransche berigten spreken van steeds toenemende
krachtsontwikkeling des volks, dat, hoe ook door de rampen
des vaderlands getroffen, het hoofd moedig verheft en een
geestdrift openbaart, waardoor het verblijf op het Fransehe
grondgebied den Duitschers hoogst lastig wordt gemaakt.
Te midden van de aanhoudende gevechten worden de
manschappen der verschillende legers door een buiten
gewone graad van koude geteisterd. Uit het belegerde
Parijs luiden de berigten bij voortduring gunstig. Men
heeft er besloten da verdediging niet op te gevenmen
hoopt nog altijd, dat de Pruissen zullen genoodzaakt worden
om terug te trekken.
Er is een moordaanslag gepleegd op den Spaanschen
minister generaal Prim. Hij is door 8 kogels in den
linker schouder gewond. Topete is tijdelijk als minister
van Oorlog opgetreden. De Cortes hebben het voorstel,
ter afkeuring van den moordaanslag goedgekeurd en een
votum van vertrouwen in de regering aangenomen.
De voordragt in het gebouw aan de Yischmarkt zal
Dingsdag a. s. niet plaats hebben.
Prachtig winterweder begunstigde gisteren namiddag
de hardrijderij op schaatsen, die gehouden werd op het
Heldersche kanaal. Het terrein was daartoe zeer doel
treffend ingerigt en eene zeer groote volksmenigte was er
aanwezig om van dit feest getuige te zijn. De wedstrijd
werd opgeluisterd door de uitvoeringen van het staf
muziekkorps der Marine. A. de Groot, van Delfzijl, aan
wien zeker niemand eene zeer groote mate van vlugheid
zal ontzeggen, verwierf den prijs van 40,terwijl A.
Havenga, van Makkum de premie groot 10,behaalde.
De uitreiking der prijzen had in het lokaal Tivoli alhier
plaats. In gepaste bewoordingen geschiedde dit door den
president van het bestuur, den heer Bosch Reitz, terwijl door
deze alsook door andere sprekers hulde werd gebragt aan den
heer Hellema, voor zijne bemoeijingen bij de organisatie
van dezen wedstrijd, aan den heer Scholten, verder aan
den heer Commissaris van Policie, en niet het minst aan
de dames, die door hunne tegenwoordigheid het feest van
den dag niet weinig hadden opgeluisterd.
Bij al de vorst, die wij thans hebben, gaan de water
molens in West-Friesland voort om het land van het
overtollige water te ontlasten. Dit veroorzaakt dat het ijs
op eenige plaatsen zeer gevaarlijk wordt. Het is te hopen,
dat dit door de rijlustigen ter dege in acht genomen wordt
om ongelukken te voorkomen.
Aangaande het sterven van dr. Praeger leest men
in No. 25 en 26 der Bulletins van het Roode Kruis: (/Aan
het slot van den zoo belangrijken brief, dien dr. Praeger,
chef der tweede ambulance te Metz, den 9den Dec. 11.
aan het hoofd-comité rigtte en die hiervoren is afgedrukt,
schreef hij nog, dat hij door een kleine verwonding, bij de
verpleging zich toegebragt, eenigzins ongesteld was, maar
dat het niets te beteekenen had; een later berigt deelde
mede, dat hij door koorts was aangetast. Helaasonze
vrees was niet ijdel. Een telegram den 20sten ontvangen
deelt ons 's mans overlijden op 19 December mede.
«Het tweede offer, dat deze oorlog van het Nederl.
Roode Kruis vordert
De wakkere jonge man was vol lust en ijver naar Metz
gesneld, vergezeld van zijne vrouw; beiden hadden reeds
lang begeerd de ongelukkigen in den krijg te helpen en
naauwelijks eenige weken te Metz, sneuvelt Praeger zelf
op het veld van eer, in de volle kracht zijn» levens, dat
nog zoo veel beloofde! God zij zijner weduwe, zijner
diepbedroefde moeder nabij
Aan het ministerie van Binnenl. Zaken werd jl.
Donderdag aanbesteedHet omleggen van den Diergaarde
singel te Rotterdam en het maken van daarmede in
verband staande aarde- en kunstwerken. Minste inschrijving
van de geldige billetten was die van den heer P. Schreuder,
te Capelle aan den IJssel, voor 134,000.
[De heer van Sypesteyn, lid van de Tweede Kamer
en van den Gemeenteraad te 's Hage, heeft eergisteren het
ongeluk gehad een arm te breken.
Aangenomen het beroep naar Eenigenburg door ds.
P. Knuttel, pred. te Langerak aan de Lek.
Met genoegen verneemt men, dat ook hier te lande
eene proef zal genomen worden om eene kunstmatige
oesterteelt aan te leggen. Van wege het koninklijk huis
zou aan de heeren de Bont en Smit van Gelder opgedragen
zijn, te beproeven een oesterput te maken aan de Nieuwesluis
(gemeente Wieringerwaard), terwijl de heer B. Beukenkamp,
aannemer op Wieringen, met de aanneming zou zijn belast.
Dezer dagen is te Wieringen een in den polder
Waard Nieuwland gelegen boerenplaats met circa 60 hectaren
land verkocht voor f 70,000. Zes jaren geleden bragt een
en ander nog geen 30,000 op.
Te Wormerveer hebben 96 mannelijke Wormerveerders
van boven de 18 jaar oud op de Zaan om stukken spek
een schaatsenrijders-wedstrijd gehouden.
De werken der Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij
zijn in November 11. met 1460 tot 1340 arbeiders voortgezet.
In de te Amsterdam gehouden vergadering van het
hoofdbestuur van het Nederl. Nationaal Zangersverbond
zijn de naambriefjes geopend van de bekroonde antwoorden
op de prijsvragen, door dat verbond uitgeschreven, en is
gebleken dat de componist van de Stem der Zee, voor
mannenkoor met groot orchest, is de heer Frans Coenen,
en het Pelgrimslied, voor mannenkoor zonder begeleiding,
de heer J Worp. Aan die heeren zijn alzoo de prijzen
van 300 en 200 toegekend.
Te Hoofdplaat in Zeeland zijn twee kindertjes van
9 en 10 jaar onder het ijs verdronken gevonden, elkander
nog bij de hand vasthoudende.
Aan het station Hulshorst op de Veluwe had de
spoorwegwachter zich met een pot gloeijende kolen in zijn
wachthuisje opgesloten en is gestikt.
Dankbaarheid voor redding uit levensgevaar. Twee
boeren uit Staphorst zakten jl. Vrijdag in de nabijheid van
den zaagmolen van den heer Kniphorst op de Smildervaart
door het ijs. De heer K. zag dit, snelde hun te hulp,
doch ware welligt het offer zijner menschlievendheid
geworden, zoo niet W. K. hem te hulp ware geschoten.
De beide boeren boden daarop voor hunne redding den
heer K. ieder een dubbeltje aan.
In de omstreken van Groningen bestaat nog altijd
het gebruik dat hij, die het eerst over ijs op schaatsen een
herberg bezoekt, getracteerd wordt op een jrhalfoort*
jenever, soms met een metworst bovendien. Dientengevolge
waagt menigeen zich zeer vroeg over het ijs en krijgt niet
zelden, in plaats van het vhalfoort", een duchtig nat pak,
zoo niet erger.
Dezer dagen beproefde schipper B. van een kastelein
den gebruikelijken prijs te behalen. Bijna had hij dit doel
bereikt, toen hij door het brooze ijs zakte. Gelukkig werd
hij nog tijdig gered. Zijn lust naar het zoo moeijelijk te
winnen ,/halfoort" zal door het koude bad wel aanmer
kelijk zijn afgekoeld.
Vertrokken schepen van Batavia vóór 14 December:
Astrea, Cornelia Mathilda, Ida Geertruida, Isaac da Costa,
Johanna Willem, Kortenaer, Kosmopoliet II, Mentor,
Susanna Johanna en Vier Gezusters.
Met het oog op den winter, welke dit jaar zoo vroeg
is ingevallen als we in ongeveer 20 jaren niet gewoon
waren, zegt de Fr. Crt. o. a. het volgende:
»Maar dat men ook niet vergete de noodige voorzigtig-
heid in acht te nemen. Hoewel het ijs taai en gezond is,
heeft het nog overal niet die dikte, welke gevorderd wordt
om eenige duizende menschen te dragen, wat al ligt van
eene ijsbaan wordt gevergd bij stads-liardrijderijen. Men zij
er aan gedachtig, dat in 1791 te Leeuwarden een geheele
ijsbaan zonk, zoodat lionderde menschen, wij meenen,
dat er veertien honderd waren, daarbij het leven verloren.
Ook herinneren wij aan den meermalen door ons gegeven
raad, om bij het tegenrijden steeds regts af te wijken.
Nog hebben wij opgemerkt, dat vele lieden de gewoonte
hebben op het ijs glazen sigarenpijpje» in den mond te
houden; alleen de herinnering zal genoegzaam zijn om
ieder het gevaarlijke van die gewoonte te doen inzien.
Eene sigaar zonder pijpje kan bij het vallen of botten niet
ligt kwaad, doch die glazen pijpjes kunnen de schrome-
lijkste ongelukken veroorzaken."
De Amsterdamsche correspondent der Prov. Asser
Ct. waarschuwt tegen overdreven verwachtingen bij Neder-
landsche landverhuizers. Zij, die met eenig geld komen,
mogen spoedig in hunne ondernemingen slagen, komt men
zonder geld, dan moet men niet opzien tegen eenige jaren
moeite, zorg en harden arbeid.
Is men echter de eerste moeijelijke periode doorworsteld,
dan gaat het beter; met de taal leert men de genoegens
van het Amerikaansche leven kennen, maakt zich een
prettig tehuis en is tevreden. De landverhuizer, die
tamelijk veel geld meebrengt, kan met minder arbeid er
langshij kan een geheel of gedeeltelijk ontgonnen boerderij
koopen, maar dezulke komen er overal beter of gemakke
lijker langs, en de meesten toch die het Vaderland verlaten,
brengen geen geld genoeg daarvoor mede. In plaats van
leugenachtige berigten, die in talrijke geschriften worden
verspreid, ten einde de landverhuizing te bevorderen, moest
men ieder, die plan heeft naar AmerikB te gaan, dit zeggen:
vGij gaat naar een land waar gij een ruim bestaan kunt
vinden, een waarachtig goed land, dat u en de uwen ten
zegen kan zijn, maar bereid u de eerste paar jaren op
harden arbeid, op inspanning van al uwe krachten, op
menige onaangenaamheid en bittere teleurstelling voor.
Wat u ook overkomt, laat u nimmer ter neder slaan:
immer voorwaarts. Laat, als ge met zoogenaamd ^hoofdwerk"
niet aan den gang kunt komen, de gedachte u niet ver
laten: vtwee vuisten hebt gij, breek u een baan." Wat
ge in Holland uit vooroordeel niet zoudt willen doen,
vgeneer er u in Amerika niet voor" en het succès zal
spoedig uw streven bekroonen."