BUITENLAND.
Benoeming-en, enz.
Dikwijls is er reeds te velde getrokken zoo lezen
we in het Weekblad voor Lager, Middelbaar en Gymnasiaal
Onderwijs tegen de belagchelijke gewoonte van ons,
Nederlanders, om de adressen onzer brieven op te smukken
met allerhande WelEdel Gestrenges, HoogEdelGeborens,
Hooggeleerdes, WelEerwaardes en wat dies meer zij; te
vergeefs, de kracht der gewoonte was en bleef te sterk,
dan dat men die dwaze titulaturen zon vervangen door
het eenvoudige, doch even beleefde: Den Heer, of Mevrouw,
enz. Zoude nu de invoering der briefkaarten en de waar
schijnlijk spoedig tengevolge van het 5 cents-porto toenemende
correspondentie geene gereede aanleiding zijn om ons van
dien laffen omslag te bevrijden? Wie dit met den steller
dezes eens is, handele daarnaar en zegge het voort
Jl. Vrijdag zijn te Amsterdam door de groote glad
heid, door het dagelijksch bestuur zoo prachtig aangewak
kerd, een drietal vigilanten omgeslagenéén paard is dood.
Enkele personen hebben armen en beenen verwrikt.
Aan de heerschende epidemie, overleed dezer dagen
te 's Hage de geheimraad de Knorring, buitengewoon gezant
en gevolmagtigd minister van Z. M. den Keizer van Rusland
bij onze regering.
In de afgeloopen week zijn te 's Hage, als aangetast
door de pokken, aangegeven 405, en als aan die ziekte
overleden 84 personen. Het geheele getal slagtoffers der
epidemie aldaar bedraagt dus nu reeds 389. Het geheele
getal aangetasten valt niet met zekerheid te bepalen, men
kan het op ruim 1400 schatten. (Het Vad.)
Te Utrecht werd dezer dagen de zaak behandeld van
een vader, die, meenende dat zijn kind, hetwelk op eene
bijzondere school voor Christelijk onderwijs onderrigt genoot,
daar onregtvaardig behandeld was, daarover de onderwijzeres,
die hij schuldig achtte, zelf was gaan spreken en daarom het
kind zelf ter school gebragt had. Het gevolg van het onderhoud
was, dat hij in zijn drift zijne tegenpartij een slag aan het
hoofd toebragt, waaruit eene verwonding ontstond. De
officier van justitie eischte tien dagen cellulaire gevangenis
straf met de kostende uitspraak zou over acht dagen
plaats hebben.
Dezer dagen huurde iemand te Tilburg eene dienst
meid van 26 jaren, die voorgaf goed de keuken te kennen,
tegen 70.per jaar. Des middags komt de dochter in
de keuken en vindt de paling reeds op het vuur onafge
trokken; bij de opmerking daarover, bekende het meisje
niet te weten dat er het vel af moest. Den volgenden
dag moest er een konijn gereed gemaakt worden, en de
keukenmeid, die wederom van het vel aftrekken niets scheen
te weten, was bezig met het dier te plukken! Uit verdriet
van het zdó slecht getroffen te hebben, ging de heer des
namiddags een toertje rijden; onverwacht tehuis komende
vond hij de meid, die hij voor zoo dom hield, statig in
het salon met haar vrijer, welken zij tracteerde op eene
lekkere flesch en fijne sigaren. Zijn er zoo meer?
De dader van den moord op den roeijer de Vroom,
te Vlissingen, F. A. G., sergeant bij het 3de regiment
infanterie, is door den krijgsraad schuldig verklaard aan
moedwilligen manslag en veroordeeld tot 5 jaren tucht
huisstraf onder vervallenverklaring van den militairen
stand.
Een dronken metselaar te Ottersum heeft inet zijn
cigaar of met een doosje lucifers, dat in zijn zak ontbrandde,
den spiritus, dien hij op zijn kleeren gemorst had, al
waggelend langs den weg in brand gestoken, en is aan de
brandwonden overleden.
Aangekomen schepen te Batavia, vóór 13 Jan.:
Sindbad en Willemina en Clara. Vertrokken:
Kosmopoliet.
De runderpest gaat voort hare verwoestingen aan te
rigten onder den Franschen veestapel. In de gemeenten
Villiers, Hevant, Oval, Geronville is het vee, door de legers
gespaard, door de ziekte letterlijk weggemaaid. Ook stipt
men de verschijning aan te Givet. Het gevaar bedreigt
ons dus in dit oogenblik op verscheidene punten. Een
nieuw geval heeft zich voorgedaan te Corbion, in de nabijheid
eener stalline waar de gecsel reeds hare verwoestingen had
aangerigt. Vijf beesten werden afgemaakt.
In Dnitschland schijnt de ziekte hare verwoestingen te
hebben gestaakt. Volgens de landbouw-annalen van het
groothertogdom Luxemburg is zij geheel en al uit Thier
verdwenen, na er in 119 plaatsen gewoed en niet minder
dan 3332 slagtoffere te hebben gemaakt.- (N. Br.)
Een Brusselsch graveur is op den inval gekomen om
een aantal van de laatste onder Keizer Napoleon geslagen
vijftïancstukken zoodanig om te werken, dat het beeld van
den Keizer een Pruissischen punthelm draagt. Daarmede
wil hij een karikatuur geven van de zoo gevreesde troons
herstelling van Napoleon onder toezigt van Pruissen.
België.
Met den 16 dezer zijn bevorderd; tot luit. ter zee 1ste kl., de
luit. ter zee 2de kl. J. A. Waldeck; tot luit. ter zee 2de kl., de
adelborst 1ste kl. J. van Sclieers.
De hoogbootsman bij 's Rijks werf te Ilellevoetsluis, D. J. Wijn
gard, is met den laatsteu dezer maand wegens ligchaamsgebreken
eervol uit 's Rijks dienst ontslagen, onder toekenning van zoodanig
pensioen, als waarop hij zal bevonden worden aanspraak te hebben,
en te zijner vervanging is met den 1 April a. s. als bootsman bij
die werf aangesteld de gepensioneerde bootsman van de zeemagt
J. Terbeek, onder stilstand van het aan hem verleende pensioen.
Aan mr. J. F. Bijleveld van Serooskerke is, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Middelburg.
Aan G. Bolding is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
notaris te Hoorn, en in zijne plaats benoemd C. Bolding Gz.,
candidaat-notaris aldaar, een en ander in te gaan den lsten Febr.
aanstaande.
Door een correspondent van een der Belgische conser-
vative bladen worden omtrent de wijze, waarop de aanslag
tegen den maarschalk Prim ten uitvoer is gelegd, de
volgende bijzonderheden medegedeeld: ./Ten einde zich van
den aan hem en den minister Sagasta door de Cortes
opgedragen last, om den Koning Amedeus te Carthagena
te ontvangen, te kwijten, verliet de maarschalk, weinige
oogenblikken na den afloop van de zitting der Cortes,
vergezeld van twee zijner adjudanten, zijn hotel, na den
koetsier gelast te hebben om den koristen weg te nemen.
Bij het uitrijden van zekere naauwe straat, de Calle del
Turco, werd zijn rijtuig door eene belemmering in de
passage genoodzaakt stil te houden. Op dat oogenblik
schoten eensklaps verscheidene personen, sommigen zeggen
acht, anderen vier, toe, sloegen de ruiten der portieren
stuk en losten een aantal revolverschoten op de drie in
het rijtuig zittende personen. Tien of twaalf kogels troffen
doel; verscheidene andere zijn in het houtwerk of in de
kussens van het rijtuig teruggevonden. Hadden de maar
schalk en zijne adjudanten bij het lossen van het eerste
schot niet instinktmatig gebukt, dan zouden zij waarschijnlijk
op de plaats zelve gedood zijn. De wonden, die de slagt
offere van dezen verfoeijelijken aanslag aan de handen
bekomen hebben, bewijzen, dat zij al het mogelijke tot
hun lijfsbehoud gedaan hebben, en dat op die wijze ver
scheidene kogels zijn afgeweerd, welke anders eene doodelijke
uitwerking zouden hebben gedaan. Volgens het zeggen
van den koetsier, zijn met alles slechts weinige seconden
verloopenwant na het eerste schot had hij de zweep
over de paarden gelegd, een der rijtuigen, die den weg
versperden, omvergereden en zich zoo snel mogelijk
verwijderd. Dit heeft echter niet belet, dat de moordenaars
den tijd gehad hebben om vijf- en- twintig of dertig
schoten te lossen en deze zoo goed te rigten, dat de
maarschalk door elf en een zijner adjudanten door twee
kogels getroffen is.
Hoe komt het, aldus vraagt men, dat de sluipmoordenaars
zich juist op den hoek van het genoemde straatje bevonden
hebben, en van waar zijn zij eensklaps gekomen? Naar
het schijnt, hebben de zaamgezworenen niet enkel op den
hoek van de Calle del Turco, maar ook op verscheidene
andere punten postgevat, ten einde er zeker van te zijn,
dat het rijtuig van den maarschalk hun niet zou ontgaan;
en zijn de uitvoerders van den aanslag verborgen geweest
in de rijtuigen, die op den hoek der Turco-straat den weg
versperden. Op grond van dit vermoeden, heeft men een
van de koetsiers der bedoelde rijtuigen en twee zijner
makkers gearresteerd."
Omtrent de begrafenis van den maarschalk Prim en de
intrede van Koning Amedeus in Madrid wordt het
volgende medegedeeld:
//De begrafenis van den maarschalk heeft gisteren (1 Jan.)
met groote praal plaats gehad en men kan zeggen, dat de
gansche bevolking van Madrid haar heeft bijgewoond. Het
lijk was in een met zes fraaije zwarte paarden bespannen
lijkkoets geplaatst. Het geheele garnizoen van Madrid en
uit den omtrek was langs den weg geschaard, dien de
stoet volgde, of sloot zich daarbij aan. De regent, de
ministers, de leden der staats-collegien en de Gedeputeerden
volgden het lijk te voet, van het paleis van Buenavista
(het ministerie van Oorlog) tot aan de hoofdkerk van
Atocha, waar het blijven zal tot dat uit de geopende
inschrijving in de kerk der Salesas, nevens het praalgraf
van den maarschalk O'Donnell, eene tombe voor den
maarschalk Prim zal zijn gesticht.
Naar verzekerd wordt, heeft de hertogin van Prim,
weinige uren na de begrafenis, een naamloozen brief ont
vangen, waarin verklaard werd, dat de bedrijvers van den
moordaanslag .vzeer voldaan over hun werk waren en besloten
hadden om het rusteloos voort te zetten." De vrienden van
den maarschalk hebben eene som van twintig duizend
piasters biieengebragt om als premie op het aanbrengen
der moordenaars uitgeloofd te worden.
Heden ochtend (2 Januarij) hebben het garnizoen en de
vrijwillige gewapende burgerwacht reeds te elf ure de
straten en pleinen, die Koning Amedeus bij zijnen intogt
moest passeren, afgezetterwijl van overheidswege bijzondere
maatregelen van voorzorg genomen waren om alle onaan
gename incidenten te voorkomen. Een zeker aantal balkons
waren gedrapeerd en eene ontelbare volksmenigte was op
de been. Ten twee ure is de koninklijke spoortrein aan
het station aangekomen, waar zich de regent, de ministers
en alle burgerlijke en militaire autoriteiten bevonden.
Koning Amedeus heeft een prachtig paard bestegen en,
door een schitterenden staf gevolgd, zich regtstreeks naar
het paleis der Cortes begeven, waar hij overeenkomstig het
vooraf bepaalde programma den eed heeft afgelegd. De
Koning droeg den uniform van kapitein-generaal derSpaan-
sche landmagt en was versierd met het grootkruis der
Orde van Karei III en met de keten van hét Gulden
Vlies. Omstreeks half vier ure kwam de Koning op het
paleis aan, nadat hij, met afwijking van den voor den stoet
vastgestelden weg, eerst een bezoek aan de hertogin van
Prim gebragt had, waartoe door hem het verlangen te
kennen was gegeven. Waarschijnlijk heeft de koude eene
neerdrukkende uitwerking op de gemoederen uitgeoefend,
want ik heb bij het volk weinig geestdrift opgemerkt."
Te Pepinster bij Verviers ontvlugtte iemand zijne
inhechtenisneming op het dak zijner woning; beloften noch
dreigementen konden hem er aftokken. De veldwachter
liet daarop de brandspuit aanrukken, en een ferme straal
ijskoud water dreef den tnan uit zijn, zoo hij meende, tegen
alles veilige schuilplaats.
F r a n k r ij k.
De Egalité, die te Marseille verschijnt, maakt een
manifest openbaar, dat de aldaar gevestigde Pruissen aan
Koning Wilhelm gerigt hebben. Daarin geven zij hunne
verontwaardiging te kennen over het barbaarschekarakter
dat Pruissen heeft gegeven aan den oorlog tegen eene
natie, wier menschlievende gevoelens ten allen tijde de e
bewondering der wereld hebben weggedragen. Na gewezen f
te hebben op dc gewelddadigheden der Pruissen, zooals
het in brand steken van opene steden, het plunderen,
het medenemen van notabelen als gijzelaars, het ver- 'J
moorden van Fransche burgers, die als brave patriotten
zich tot kompagniën franc-tireurs gevormd hebben, eindigt V1
de brief aldus: //Wij keuren een oorlog af, die op zoo
barbaarsche wijze gevoerd wordt en die veroordeeld zal
worden door allen, welke een menschelijk hart in den boezem z'
omdragen.
Siredoor het voortzetten van zulk een afschuwelijken ff
strijd bezoedelt gij de Duitsche eer. De Duitsche natie
verdwijnt uit de rij der beschaafde volken, en gij zijt er C
de oorzaak van. Denk, dat de eer en veroveringszucht,
de hoogmoed, de haat, slechte raadgevers zijn. Zij brengen hc
ministers en Koningen ten verderve. Staak den verfoeilijken, be
den snooden oorlog, die zooveel tranen en bloed doet or
vloeijen en u overlaadt met de verwenschingen der wereld,i C
In berigten uit Parijs van 10 dezer wordt gemeld,
dat de geneesheeren van het hospitaal des Enfants Maladei
geprotesteerd hebben tegen het bombardement van dit ?V£
ziekenhuis, waarin zes honderd kinderen verpleegd worden, s(|
en dat in den nacht van 8 op 9 dezer getroffen is dooi
vijf granaten. Zij protesteeren uit naam der menschheid,^
der wetenschap, van het regt en van de internationale
conventie van Genève, die door de Duitschers zoozeer^
geschonden wordt.
ge
De commissie voor de barricades te Parijs heeft eenewi
proclamatie aan de inwoners gerigt, waarin zij herinnert nc
aan het doel, dat met hare instelling beoogd werd en datkc
nu tot uitvoering komen moet. Thans, nu de vijand eetkr
aanval wil wagen, moet er gehandeld worden: alle ver-pa
rassingen moeten vermeden, alle mogelijkheden voorziet
worden. Achter de forten, achter de muren, moet dcje
vijand een ontembaren tegenstand vinden door de barricades,
Daarom acht de commissie het noodig, dat iedereen, vatQ0
nu af, twee zakken met aarde gereed houde, die op dt
eerste aanvrage geleverd kunnen worden, waardoor Para>s
in weinige uren geheel gebarricadeerd kan worden olm£
waarmede de bressen kunnen worden gedigt.
Iedere zak aarde moet 70 centimeters lang en 35 bredm(
zijn. Zij moeten van grof linnen vervaardigd worden.
De ontruiming van Mont-Avron wordt minder onver-op
klaarbaar, als men weet welk een allergeduchtst vuur dtni<
Pruissen openden. De Yérité deelt daaromtrent r.adertdu
bijzonderheden mede. Generaal Vinov zeide, dat al wateei
Franschen, Engelschen en Russen in de Krim deden, kinder-Y
spel was, vergeleken bij de Pruissische artillerie. Den 28stei
Dec. duurde het vuren den geheelen dag door; op onzeeii
batterijen -zegt het blad en het dorp Rosny viel een wi
regen van bommen. Dat was echter nog niet bij hetvureimi
gedurende den nacht. Het plateau van Avron werd letterlijkav
overdekt met bommen. Twee kanonnen in batterij no. !w:
werden vernieldhetzelfde was het geval in batterij no. 3
Elk oogenblik werden de wielen van een of anderen ammunitie-da
wagen getroffen en een der paarden gedood. Velemanschappeiin
werden gekwetst. Twee bommen, die tegelijkertijd ontploften, la,
doodden een zee-officieren drie man die aan de stukken zo
stonden. Het was een verschrikkelijk gezigt die zeelieden kt
koelbloedig de stukken te zien rigten, zich niet door den
vuurregen latende afschrikken, terwijl hunne officieren, die
hen aanmoedigden, om hen heen vielen en hen met hui
bloed bespatten. Elk uur werd de kanonnade der Pruissen in
heviger, van onzen kant daarentegen verminderde zij, fe<
Daarna kwam een estafette met last om het plateau te w;
ontruimen. lie
In den Progrès du Nord van den 14 dezer, lees! do
T)
men het volgende communiqué, van het lioofdkwartiei
uitgaande: aa
//Bij het voorziene beleg, waarmede Longwy bedreigd ka
wordt en overwegende dat de Pruissen, in strijd met de V1
overeenkomst van Genève, gewoonlijk hunne projectiele#f0
het eerst naar de hospitalen werpen; heeft de vesting- °1
kommandant order ontvangen om de 54 Pruissische gevan- K
genen, die hij heeft, in de kamers der zieken en gewonde#
op te sluiten, waardoor zij in hun lot en hunne gevaren
zullen moeten deelen."
De winter doet zich in het midden en in het zuiden
van Frankrijk strenger gevoelen dan in eene reeks van
jaren het geval is geweest. Op verscheidene plaatsen i# bl
de zuidelijke departementen zijn groote hoeveelheden sneeu» dc
gevallen. Ook te Nizza en op andere plaatsen aan dc dc
kust der Middellandsche Zee, waar dit een zeldzaam ver- sa
schijnsel is, heeft het gesneeuwd. Uit Bordeaux schrijft dc
men: .-/Gisteren, den 6den, is, nadat wij zeventien dagen Z
achtereen een koude gehad hadden van tusschen de 5 en tu
12 graden onder nul (honderdgradigen thermometer), T
eindelijk de dooi ingevallen.' Den 8sten is het ijs in de kt
haven van Bordeaux opgebroken en zeewaarts gedreven, H
Verscheidene Fransche rivieren, die anders zelden digt li
vriezen, hebben ditmaal geheel digt gelegen of liggen nog
toe. Dit is o. a. met de Loire het gevalhetgeen, behalve ei
in 1829, in een onheugelijken tijd niet gebeurd was. P
In de Droit van 23 December leest men het volgende: n(
z/Eenige dagen vóór dat de regering de voorhanden zijnde zt
paarden, muildieren en andere eenhoevige beesten in beslag m
nam ten dienste der algemeene voeding, ging een paarden-
slagter naar de markt en ontmoette daar een voerman, die
een dikken hengst en een mageren wolfshond wenschte te oi
verkoopen. //Wat voor dat paard?" //Met den hond 500
francs." //En zonder den hond?" //Niet te koop." uMaat v
wat wil ik met dien mageren hond beginnen? Het dier v
is enkel vel en beenen; er zit naauwelijks twee kilo vleesch o
aan." »Gij zijt gekik wensch je goeden dag. Maar ik sc
wil u dan het paard voor 5 francs laten." Op dien voet S1
werd de koop gesloten. Terwijl de beide handelaars met g,