Benoeming-en, enz. BUITENLAND. Antwerpen gezien, eenigen tijd later boven Gorinchem. Daarop schijnt hij oostwaarts afgedreven te zijn en is boven Zalt-Bommel gezien. Ook uit de Yeluwe wordt berigt, dat zij daar omstreeks 11 uren des morgens is waarge nomen. Waarschijnlijk is zij nog eenigen tijd in noordelijke rigting voortgedreven, en later op den dag door een tegen- overgestelden luchtstroom weder teruggevoerd; althans het was reeds avond, eer de ballon bij Harderwijk nederdaalde. Daarbij heeft zich van de bemanning, die uit twee personen bestond, een zich gekwetst. De andere is er ongedeerd afgekomen en heeft met zijn zak dépêches terstond aan het station een plaatskaartje op den laatsten trein genomen. Omtrent den nedergekomen luchtballon wordt rog na der gemeld, dat hij, ten 7 ure uit Parijs was vertrokken, ten 12 ure te Hierden r.eêrkwam, en dus een afstand van 90 uren in 5 uren heeft afgelegd, De personen in den ballon waren een officier van de mobile garde geheel gewa pend en een officier bij de luchtballondienst, beiden in mooije schapenvachten gehuld. Zij hadden drie kisten bij zich, waarvan een in den ballon bleef en daarmede de Zuider zee opging. Eenige mannen op schaatsen gingen den ballon achterna, maar mogten er, naar men meldt, niet in slagen, hem meester te worden. De luchtpassagiers, een paar aardige, joviale mensclien, werden bij een landman opgenomen, en schonken hem tot aandenken een paar van hunne vachten. Zij waren belast met eene zending van Trochu aan Gambetta, te Bordeaux. Een er van is een neef van generaal Chanzy. Omtrent den toestand van Parijs verhaalden zij, dat de stad het nog wel zes weken zou kunnen uithouden, daar er nog mondvoorraad in overvloed is. Het bombardement be- teekent niets, zeggen zij. Men zou er vechten zoolang als dit mogelijk is, en het nimmer opgeven. Volgens de berigten hebben de reizigers in de na bijheid van Harderwijk reeds pogingen gedaan om zich neder te laten, wat bij den feilen wind na vele vruchtelooze pogingen in zoover gelukte, dat zij met de medegebragte dépêches op circa vijf kwartier afstands van de stad den grond bereikten. Op vasten grond gekomen, ontmoetten zij, volgens die lezing, een landbouwer en houtkoopman, die hun de behulpzame hand bood, naar huis nam en de noodige ververschingen aanbood. Eenigermate van de ver- moeijenissen bekomen, vertrokken zij naar Harderwijk, waar zij ten 2± ure ten raadhuize verschenen. Een der beide luchtreizigers werd bij het neerkomen, gelukkig niet gevaarlijk gewond, doch ernstig genoeg om in het hospitaal te Harder wijk te worden opgenomen. Volgens de mededeelingen der reizigers, is bij herhaling door de Duitschers op den ballon geschoten. Nadat hij eenigen tijd boven Vesoul gezweefd had, is hij door de veranderde windrigting naar ons land gedreven. De ballon zelf, waarin nog een gedeelte der dépêches was achtergebleven, hebben de reizigers aan zijn lot moeten overlaten en is gevonden onder Urk. Een Nederlander in Japan schrijft,* dat de regering alle Fransch® militaire instructeurs ontslagen heeft en door Duitsche zal doen vervangen. De off. van gez. 1ste kl. H. C. Steenbergen wordt met den 16 dezer geplaatst op het wachtschip te Willemsoord, ten einde belast te worden met de waarneming der betrekking van geneeskundige bij 's Eijks werf, het gedeelte Mariniers en het Kon. Instituut voor de Marine aldaar; en de scheepsklerken W. A. Ie ltutte en W. van der Meer worden inet den 21 daaraanvolgende geplaatst, respectivelijk op het raderstoomschip de Valk en voornoemd vrachtschip. De heer J. C. Krerner, thans ontvanger der dir. hel. en acc. te Huissen, is benoemd tot ontvanger der dir. hel., in- en uitg. regt. en acc. te Monnikendam c. a. Dij resolutie van den minister van Financiën, is de betrekking van brievengaarder op Vlieland, met ingang van 1 April, opgedragen aan den directeur van het Kijks telegraafkantoor aldaar, II. J. Schmidt. F r a n k r ij k. Den 15 dezer heeft de generaal de Chanzy de vol gende dagorder tot het leger gerigt /Na liet gelukkige gevecht in de vallei der Huisne, aan den linkeroever van de Loire, tot onder Vendöme; na het succes van den 11 Jan. rondom le Mans en den weerstand, langs al onze positiën, tegen de voornaamste operatiën van de vijandelijke krijgsmagt onder bevel van den groothertog van Mecklenburg en van ptins Frederik Karei, hebben schandelijke zwakheid en eene onverklaarbare paniek som mige gedeelten van onze troepen er toe geleid gewigtige positiën te verlaten en de veiligheid van alles in gevaar te brengen. Ondanks de onmiddellijk gegeven orders is eene krachtige poging niet beproefd en wij hebben le Mans moeten verlaten. Frankrijk houdt de oogen op bet tweede leger gerigt. Wij mogen niet wankelen. Het jaargetijde is gestreng, de vermoeijenis is groot, allen ondergaan voortdurend groote ontberingen; maar het land lijdt en als de uiterste krachtsinspanning het kan redden, dan mag niemand aarzelen. Weet het ook wel, dat voor u het heil gelegen is in tegenstand en niet in wijken. De vijand zal zich voor onze positiën vertoonenwij moeten hem onversaagd ontvangen en den strijd voeren. Schaart u om uwe chefs en toont dat gij nog altijd zijt de soldaten van Coulmiers, van Villepoix", van Josnes en van Vendöme.'' De Parijsche sterrekundige Jansen, die, gelijk men zich 'herinnert, door het Franscho instituut naar Siam is gezonden om de jongste totale zonsverduistering aldaar waar te nemen, is eenige dagen vóór de zonsverduistering van 22 Dec. jl. met een luchtballon uit Parijs vertrokken, ten einde dit natuurverschijnsel in Algerië te kunnen gaan waarnemen. Zijn luchtballon is in don omtrek van Saint- Nazaire nedergekomen, maar op het oogenblik, waarop bij zou uitstijgen, heeft de ballon, tengevolge eener windvlaag, zulk een lievigen schok gekregen, dat al de kostbare instrumenten, die door den astronoom uit Parijs mede genomen waren, vernield zijn. Het is den lieer Jansen niet mogelijk geweest, dit verlies spoedig genoeg te herstellen om zijn plan te kunnen uitvoeren. //De weten schap (zegt een der Fransche dagbladen) zal den Koning van Pruissen daarvoor geen dank weten." Men meldt uit Parijs dat generaal Ducrot ernstig lijdende is aan eene keelontsteking. Zijne divisies zijn ingelijfd bij bet legerkorps van generaal Vinoy. Een medaille is geslagen ter herinnering aan het beleg van Parijs, en uitsluitend bestemd voor die personen, welke op het oogenblik van gevaar de hoofdstad niet verlaten hebben. De gedenkpenning is van brons. Op de eene zijde ziet men een symbolische groep, voorstellende Parijs dat den vreemdeling wegjaagt. Op de andere zijde leest menRepublique frangaise. Jeton de présense. In een opengelaten ruimte kan ieder burger zijn naam laten graveren. De berigten, welke door de luchtballons zijn mede- gebragt, die Parijs den lOden Jan. verlaten hebben, worden thans door de dagbladen medegedeeld Het bombardement was sedert den vorigen dag een weinig verflaauwd, maar was de vorige dagen zeer hevig geweest. Gedurende den avond en nacht van den 8sten waren meer dan 2000 granaten op de stad geworpen. In dat gedeelte van Parijs, hetwelk tusschen Saint-Sulpice en het Odeon ligt, viel gedurende dien nacht elke twee minuten eene bom, onder welke er zich bevonden, die een gewigt van 94 kilo's hadden. Eerst, tegen vijf ure des ochtends nam het vijandelijk vuur eenigzins af. Veel verbittering wekte het bij de Parijzenaars op, dat de Pruissen bun vuur opzettelijk tegen het Quartier Latin en tegen de gasthuizen of hospitalen, Val de Gra.ce, Hötel- Dieu, la Pitié, het Neckers-gasthuis (waarin 500 of 600 kinderen verpleegd worden) enz., schenen te rigten. In eene school van de Rue-Vaugiard waren door eene enkele bom vier kinderen gedood en vijf gekwetst. Op het museum van het Luxemburg en in den tuin van het paleis, waarin zich een ambulance bevond, die men in allerijl heeft moeten opbreken, zijn binnen een paar uren tijd twintig granaten gevallen, waardoor eene aanzienlijke schade is aangerigt. In een militair rapport van den 9 Jan. wordt gecon stateerd, dat toen reeds 360,000 kilo's ijzer en metaal, van Duitsche projectielen afkomstig, op de straten en pleinen van Parijs en in den omtrek der forten waren bijeenverzameld. „Van deze ijzermassa (schrijft men van daar) zal een nuttig gebruik worden gemaakt: zij zal in den vorm van Fransche kogels, zoo spoedig mogelijk naai de afzenders worden teruggezonden." De bommen die in Parijs vallen, hebben, volgens de berigten tot nu toe uit de stad ontvangen, nog maar zeer weinig schade aangerigt. Men zou bijna kunnen zeggen integendeel. De bommen en stukken ijzer toch worden verkocht, en de onverbeterlijke Parijsche straatjeugd weet zich uit het bombardement allerlei kleine genoegens te bereiden. Wanneer ze een net gekleede heer of dame gewaar worden, werpen ze zich ter aarde onder het oor- verdoovend gegil van//daar komt er eenbuk n een bom!" en als hun voorbeeld dan wordt nagevolgd, hebben ze vooral wanneer het dooiweêr iseen onbeschrijfelijk genoegen. Naar aanleiding van het door de Pruissen tegen Parijs geopende bombardement bevat de Constitutioneel de volgende regelen uit de geschriften van Goetlie, //den grootsten Duitscher." /Stelt u eene stad voor als Parijs, waar de merkwaardigste mannen van een groot Kijk op cén enkel punt vereenigd en met elkander in dagelijkscbe aanraking zijn; waar wedijver en wrijving veelzijdig licht en beschaving voortbrengen; eene stad, waar al hetgeen de verschillende rijken der natuur en al de kunsten der wereld voortreffelijkst bezitten, dagelijks in het openbaar wordt tentoongesteld; stelt u die hoofdstad der wereld voor, waar elke schrede, die men op harer pleinen of bruggen zet, eene grootsclie gebeurtenis uit het verleden in het geheugen terugroept; waar de hoek van elke straat tot tooneel eener geschiedkundige episode heeft verstrekt en laat, om dit geheel te voltooijen, uwen blik niet enkel verwijlen bij het schouwspel, hetwelk dit Parijs in de tijden van het obscurantismus opleverde, maar vooral op dat, hetwelk het in de negentiende eeuw aanbiedt, waarin, dank zij de drie menscliengeslachten, die elkander na geniën als Molière, Voltaire, Diderot en hunne gelijken, zijn opgevolgd, zulke groote schatten van geest en geleerd heid in omloop zijn gebragt, dat men nergens op de gansche aarde eene plek aantreft, waar zulk een verstande lijke rijkdom vereenigd is!" //Dit (zegt le Constitutionnel) zijn slechts eenige woorden, die door Gocthe in den loop van een gesprek gebezigd zijn, maar zij zijn voldoende om te doen zien, welk een eerbied Parijs aan Goethe inboezemde, en om te doen begrijpen, wat die groote Duitscher zou gevoelen, indien hij zijne landslieden in deze oogenblikken de stad in dolle woede zag vernielen, die door hem „de hoofdstad der wereld" genoemd werd!» Het Fransche orgaan haalt vervolgens eene andere plaats aan, door Goethe in 1827 geschreven en waarin hij zegt, dat er nog twee eeuwen zouden moeten verloopen voordat de beschaving in Duitsch- land genoegzaam doorgedrongen zou zijn om, van de bewoners van dat land gewagende, te kunnen zeggen„ten tijda toen zij nog barbaren waren.» //Had, (vraagt le Con stitutionnel) had Goethe toen hij dit drie en veertig jaren geleden zeide, wel zoo geheel en al ongelijk.» In een ballon-brief dd. 14 Jan. leest men: „Een dood-aanzegging in 1871. De beer en mevrou» 11 Legendre deelen u het smartelijke verlies mede hunnti beide dochtertjes, Alict-, oud 13| jaar en Clémence, out f 8 jaar, beiden door een Pruissische granaat getroffen.» - Welk een vreeselijk document uit de geschiedenis van he; p bombardement van Parijs. Evenals omtrent Napoleon's doen en laten op Wilhelm^ 8' lröhe, worden de tegenstrijdigste berigten omtrent Parij 0 vermeld. Men zou een schier oneindige reeks lijnrei tegenover elkander staande berigten kunnen noemen, doel wij geven hier slechts enkele die in Duitsche bladen voor. komen: Parijs is den hongerdood nabij (Voss. Zeit.); ons v parlementair vond generaal Trochu met zijn geheelen sta f< aan een overvloedig maal (Spenersche Zeit.) en gistere werd eene vrouw met zeven kinderen begraven, die in 4 laatste 14 dagen van schoenzolen geleefd hadden (Proi a Zeit.). Vreeselijk is het om te zien hoe kwistig in Pari: met de stukken van het heerlijkste gebraad gehande! wordt (Nat.-Zeit.) en een geheele kostschool voor jong meisjes verkeert iu den laatsten trap van den hongei t( typhus (N. Allg. Zeit.). Zuigelingen worden in verscli y koemelk en zwakke grijsaards, in sterke runderbouillu gebaad, (Kreuz.-Zeit.), zoo worden dan ook paardenhoeve j reeds weken lang tot de grootste lekkernijen gereken (Publizist). Parijs wordt door honger tot overgave gedwonge ]y (Staats-Anz.), want het is nog voor minstens zes maande n ruimschoots van proviand voorzien (Post.) j. Van den 11 dezer wordt uit Mézières aan 1'Ecli v du Luxembourg geschreven: B> „Vrijdag den 30 Dec. kwam een parlementair vragei of de stad zich wilde overgeven. Na een ontkenner S antwoord van onzen commandant, heeft de Pruissiscl officier verklaard, dat het bombardement dadelijk zou aai 61 vangen, zonder ten naastenbij een tijd te bepalen. Dei n, zelfden dag, des avonds ten 8 ure, deed de maire 1 a.' trommelslag afkondigen, dat ieder burger op de mairi 81 moest komen, om voor 3 dagen levensmiddelen te oal m vangen, ten einde 't bombardemeut te kunnen volhoude: en dat zij zich daarna met hun familie in de casematts moesten begeven. Aldus konden wij nog één nacht t v ons gemak slapen, daar de Pruissen eerst den anden g< morgen tegen 10 uur zouden beginnen te schieten. g( Den anderen dag ten 7| uur ongeveer werden wij dos de eerste kanonschoten verrast. Ge kunt u den panisch h schrik van de arme bevolking voorstellenwant I d< 24 ponders zonden ons schrikbarende projectielen to d Dadelijk brak op verschillende punten in onze ongelukkig ot stad brand uit en het was onmogelijk eenige hulp aan: brengen daar de projectielen als een vuurregen nederviele d Men kon geen twee schreden in de straten doen zond n een vijandelijke bom aan zijne voeten te zien springs w Vrouwen en kinderen draafden als bezetenen rond, enk is wonder dat honderden niet tegelijk in de straten i d gedood. ei „Onmogelijk voor de stad om de Pruissische. batterij a' te beantwoorden in de eerste plaats omdat onze stukki te inferieur, in de tweede plaats omdat zij door de natiora 11 garde verlaten waren. De kanonnade heeft den geheelen dag geduurd en di volgenden naclit tot den anderen dag 's middags. 1 middernacht op den 1 Jan. was de kanonnade nog ontag zagwekkender: elk stuk schoot 5 projectielen achteres 0 zoodat dit een aardbeving veroorzaakte, die de huizen I op hare grondvesten deed trillen. De in brar.d geschotf j huizen rolden in elkander en over elkander. Twee strati brandden te gelijk. De hospitalen en ambulances, nie (3 werd gespaard. Vier zieken stierven van smart op hun bt De verliezen aan huizen en meubels zijn verschrikkelif Hoeveel gezeten familiën die ik zeer goed ken ri zonder wijkplaats en hebben geen andere bezitting di hetgeen zij bij zich dragen! Ge kunt u geen denkbed maken van hetgeen er van die ongelukkigen geworden i Die een klein kapitaaltje hadden vergaard in het zwe huns aanschijns door jaren lange ontberingen, zij alle hebben niets meer.» Engeland. Dr. Russell maakt in de Times de volgende verf lijking tusschen den Franschen en Duitschen soldaat: Alles te zamen genomen, vermag de Duitscher i soldaat meer dan de Franschman. Er is geen groot ondt scheid tusschen aanleg en kunde. De Franschman is zet intelligent; maar zijne opvoeding is gebrekkig, zijne keni moet in alle opzigten onder doen voor die van dt Duitscher. Zie een Fransch regiment in het kamp. Well bevallige groepen doen zich aan het oog voor! 1 vindingrijkheid der Franschen openbaart zich in de keukt bij het eten en bij het drinken. Wat hebben ze krijg haftige manieren, en hoezeer weten ze hunne kwartier op te schikken. Hunne spelen zijn levendig en vrolï Sla daarentegen een Duitsch regiment in het kamp gae en zie hoe onbehagelijk daar alles is. De lange mam» met hunne onooglijke kleeding maken al dadelijk ongunstigen indruk op u. En indien gij niet dieper doo: dringt, zal het contrast in het nadeel der Duitschers m scherper zijn. Docli zoo gij uw onderzoek een wei» verder uitstrekt, ziet ge dat de Duitscher over zijn boek ligt, brieven schrijft, kaarten bestudeert en zijne wape: poetst, en zoo gij tot hem spreekt, zult ge een vrieudelj antwoord krijgen, hoewel hij niet de hoffelijkheid van 4 Franschman heeft en u niet zoo voor zich inneemt. B is oneindig practischer. Gij verwondert u, dat gijf zoovelen vindt, die Fransch en Engelsch spreken. Er zijn natuurlijk ook Duitsche soldaten van kleine gestalt want niet alle zijn reuzen. Maar ten aanzien van lm® physieke kracht overtreffen ze alle troepen die ik ot gezien heb, en zij winnen het dus in dat opzigt ver vf de Franschen. Een gewoon Duitsch linie-regiment te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 2