1871. N°. 10. Zondag 22 Januarij. 29 Jaargang. LOTING VOOR DE NATIONALE MILITIE. EERSTE BEKENDMAKING. KOEPOKINENTING. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, SP. 103. BINNENLAND. HELDERSCHE EN MEIIWEDIEPER COURANT, „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30. franco per post - 1.65. Prijs tier A dverte 111i ën Vau 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Woensdag den 35 Jan. vertrekt van liier de Oost-Indische inail via Triest, per eersten trein. Vrijdag den 37 Jan. vertrekt van hier de Oost- Indische mail via Brindisi, per eersten trein. Dingsdag den 31 Jan. vertrekt van hier de West- Indische mail over Southainpton, per laatsten trein. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER maken bekend, dat de LOTING over de in 1870 in deze gemeente ingeschrevenen voor de ligting der Nationale Militie van 1871 is bepaald op ZATURDAG den ELEDEN 1EBRUARIJ eerst komende, des VOORMIDDAGS ten NEGEN ure. De loting zal plaats hebben in bet LOKAAL ACHTER HET BUREAU VOOR GEMEENTEWERKEN, naast liet Weesbuis. Gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de loting beeft plaats gehad, kunnen tegen de wijze, waarop zij is geschied, bij de Gedeputeerde Staten bezwaren worden ingebragt door belang hebbende ingezetenen, of door hun vader of voogd, bij verzoekschrift, op ongezegeld papier, onderteekend door hem die het bezwaar inbrengt. Dat verzoekschrift moet worden bezorgd bij den Burgemeester dezer gemeente. Voorts wordt in herinnering gebragt, dat zij, die vermeenen vrij stelling van dienst te kunnen erlangen, daarvan bij de loting opgave moeten doen aan den Heer Militie-Commissaris. Bovendien zullen zij, die vrijstelling reclameren wegens broeder- dienst, of als eenige wettige zoon, gehouden zijn, zich op Maandag den 13den Februarij, des morgens tusschen 9 en 12 ure te ver voegen aan het Raadhuis, eerstgenoemden met de geboorte-bewijzen van al hunne broeders en de bewijzen van dienst of zakboekjes hunner broeders, op wier dienst zij hunne reclame gronden, en laatstgenoemden met de trouw-acten hunner ouders. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 20 Januarij 1871. L. VERHEY, Secretaris. De BURGEMEESTER der gemeente HELDER; In aanmerking nemende, dat in verschillende gemeenten van ons land de besmettelijke pokziekte is ontstaan en het hoogst wenschelijk is om de verdere verspreiding dier ziekte te stuiten door de koepokinenting van al degenen die nog niet zijn ingeënt en door de herinënting van degenen die.voor geruimen tijd werden ingeënt. Brengt ter kennisse van de ingezetenen, dat, te beginnen op Maandag 23 Januarij, des middags ten 2 ure, in de Werkinrigting op de Kerkgracht, door den plaatselijken heelmeester, den heer H. BITTER, eene zitting zal worden gehouden tot het kosteloos inenten en herinënten van onvermogenden, die daarvan voor zich zelf of hunne kinderen gebruik verlangen te maken. De dagen der volgende zittingen worden door den heer BITTER bij elke zitting bekend gemaakt. De ondergeteekende meent met bijzonderen aandrang de aan dacht op deze gelegenheid tot inënting te mogen wijzen. Helder, De Burgemeester, den 20 Januarij 1871. STAKMAN BOSSE. mssaiataasaKS. HELDER en NIEUWEDIEP, 21 Januarij. Het is bepaald jammer, dat onze visite-kaartjes niet meer als drukwerk door de postadministratie worden verzonden, anders konden we heel geschikt op die wijze onze gelukwenschen rigten tot den nieuwen Keizer van D uitschland, die zicli nu als zoodanig aan zijn volk en zijn leger heeft geproclameerd. Wij bepalen ons nu tot de eenvoudige vermelding van dit feit, ten einde onze lezers in het vervolg weten, dat met den titel Keizer van Duitsch- land den vroegeren Koning Wilhelm wordt bedoeld. Koning Karei XV van Zweden en Noorwegen opende dezer dagen den Rijksdag met eene troonrede, waarin hij wees op de mogelijkheid, dat de tegenwoordige oorlog uitbreiding zou erlangen en aankondigde de indiening van ontwerpen tot reorganisatie van het leger. Uit 's Konings mededeeling bleek, dat de regering voornemens is het stelsel van algemeene dienstpligtigheid in te voeren. Ook Koning George van Griekenland heeft tot de volksvertegenwoordiging zijns lands gesproken, maar door den mond van den minister Comoundouros. De plannen van het kabinet van Athene bepalen zich hoofdzakelijk tot 1 vernietiging van het rooverwezen, en 2 verbetering van den financiëelen toestand des Rijks. Nog altijd werd door de Parijzenaars de hoop gekoesterd, dat het leger onder bevel van den generaal Bourbaki slagen zou in zijne poging om de Duitschers op de eene of andere wijze te noodzaken het beleg op te breken. De jongste gevechten hebben dat vonkje van hoop doen vervliegen. Het leger van dien generaal is in aftogt. Ilij verzekert echter, dat hij het ernstig voornemen koestert om de door de vijandelijke overmagt veroverde stellingen weder te hernemen. Wat zal er nu moeten gebeuren. Welk een goede geest er ook heerscht binnen de belegerde veste en hoe ook de inwoners tot volharding gezind zijn, weldra zal de tijd van nijpend gebrek dhiir zijn. Omtrent liet bombardement van Parijs verneemt men nog, dat, volgens de Duitsche bladen, de tegenwoordige beschieting der stad nog maar voorloopig is. De belegeraars trachten daardoor slechts eene positie te veroveren, van waar zij met het gewone geschut de geheele stad kunnen beschieten. Von Moltke moet. naar men verzekert, op de beschuldiging van Trocliu, dat de Duitschers op scholen en hospitalen schieten, geantwoord hebben, dat zulks bij toeval en tengevolge van de mist is geschied. «Als we digter bij de stad kunnen naderen" zegt de Pruissische generaal ,/zal ons schot naauwkeuriger weten te treffen." Heden morgen heeft alhier een noodlottig ongeval plaats gehad. Met het ijszagen in de Binnenhaven zijn D. van Os en J. de Bruin, beide oppassende huisvaders, jammer lijk verdronken. Uit het water opgehaald, bleken de po gingen tot opwekking der levensgeesten vruchteloos te zijn. Yoordragt in het gebouw aan de Vischmarkt Dingsdag avond 7 ure, door den godsdienstonderwijzer J. Rinner. Onderwerp 't Godsbestuur. 1 Kon. XXII 34. De heer G. P. Kits van Heijningen, van Deventer, opende eergisteren avond de reeks der aangekondigde voordragten in het lokaal Musis Sacrum alhier. Als wij van de gehouden lezing zeggen, dat zij ons in hooge mate boeide en dat, getuige de aandachtige stilte, die er onder de talrijke hoorders heerschte, algemeen het gehoorde met onverdeeld genoegen werd vernomen, dan zeggen wij zeker niet te veel. Het onderwerp was ditEen congres van zaken over de menschen. Spreker lichtte de aanleiding tot zulk een congres toe met de opmerking, dat, daar de menschen in onzen tijd zoo vaak bijeenkomen om over zaken te spreken, het niet ongepast is te achten, dat de zaken op hunne beurt ook eens een congres houden over de menschen. Hij leidde zijn auditorium zulk een congres binnen en deelde tal van adviezen der aanwezige congres leden mede. Op kernachtige wijze wist spreker in dezen vorm vele dwaasheden, vele vooroordeelen en gebreken van onzen tijd in het helderst licht te plaatsen, en inzon derheid gaf hij, door de mededeeling van hetgeen opvoeding had in het midden te brengen, den hoorders menigen behartigenswaardigen wenk. 't Is ons niet mogelijk een eenigzins getrouw verslag te geven van een lezing, zoo rijk aan schoone en leerrijke opmerkingen. Zonder twijfel zal deze voordragt de belangstelling grootelijks doen toe nemen in de voordragten, die na deze nog zullen volgen. Het tooneelstuk, dat jl. Woensdag avond door de rederijkerskamer Olympia werd opgevoerd, u Arbeid adelt," werd den volgenden avond door het gezelschap Ernst en Scherts ten tooneele gebragt. Ook het werkend personeel van dit gezelschap kweet zich loffelijk van hare taak, in de opvoering van dit onderhoudend stuk. De verschillende karakters werden ook nu zeer goed weergegeven. Bijzonder viel ook het nastuk in den smaak der aanwezigen; 't had tot opschrift: Weg met de emancipatie, of zonder vrouwen is geen leven!" Zelden of nooit zagen wij een blijspel opvoeren met zulke kluchtige, lachverwekkende tooneelen. De welgeslaagde uitvoering van dit stukje was eene zeer gepaste inleiding tot het hal, dat er op volgde en de vrij talrijke aanwezigen nog geruimen tijd hijeen deed blijven. Ds. C. H. Kinderman pred. hij de Evang. Luth. gemeente alhier, komt voor op het zestal bij die gemeente te Beverwijk. Wij vernemen (zegt het Weekblad van het Regt), dat aan verscheidene veroordeelden ter zake van het Rotter- damsche oproer door den Koning eene aanmerkelijke ver mindering van straf is verleendzoodat hun ontslag uit het tuchthuis te Leeuwarden, waar zij zich thans nog bevinden, binnen kort kan worden tegemoet gezien. Men verneemt nader, dat de thans gegratiëerden behooren tot de eerste groep, die tot vijf jaren tuchthuisstraf zijn veroordeeld. Zij zullen nog in den loop van dit voorjaar worden ontslagen. Aangenomen het beroep naar Hazerswoude door ds. Hulsman, pred. te Broek op Laugedijk. Aangenomen het beroep naar de Herst. Evang. Luth. gemeente te Medemblik door den heer G. Limperg, proponent bij het Evang. Luth Kerkgenootschap. - Men schrijft ons van Texel, dd. 20 Jan.: //Dezer dagen is achter den Hoorn een kist met Noorsche boeken aan het strand gespoeld. De binnenste bladen van eenige boeken waren nog geheel droog, zoodat de kist nog niet lang kan hebben gedreven." //Eenige ingezetenen van het Oude Schild hielden gisteren ten behoeve der armen aldaar eene collecte. Het resultaat beloonde volkomen hunne moeite, daar zij behalve eenige eetwaren ruim honderd gulden ontvingen; dat voorzeker, het zielental en de middelen in aanmerking genomen, belang rijk mag heeten. Ook vernemen we, dat voor ditzelfde liefdadige doel binnen kort door de Sociëteit Neptunus eene tooneelvoor- stelling zal worden gegeven." Een ongehuwd jonkman van 25 jaren, die jl. Woensdag van Amsterdam naar zijn woonplaats Nieuwe-Niedorp op schaatsen was, in strijd met den herhaaldelijk uitgedrukten wensch zijns vaders, die hem dringend verzocht had de reis met den spoorwagen te doen, is ter hoogte van Knollendam door het ijs gezakt en verdronken. In het jaar 1870 zijn in de gemeente Zijpe geboren 150 personen van het mannelijk en 134 van het vrouwelijk geslacht; overleden 97 m. en 116 vr.van elders inge komen 246 m. en 249 vr.naar elders vertrokken 1378 in. en 1254 vr. (waaronder 1172 m. en 992 vr. naar de gem. Anna Paulowna); voltrokken huwelijken 61; 1 echt scheiding. Het totaal der bevolking bedroeg den 31 Dec. jl. 2323 m. en 2416 vr., te zamen 4739 personen. Jl. Maandag, 's namiddags te 2 uur, werd te Enk huizen eene hardrijderij op schaatsen gehouden, die, ofschoon door het weder niet begunstigd, aan liet doel en de ver wachting van hen, die dezen oud-Hollandschen wedstrijd bestuurden, toch zeer goed voldeed en door een vrij talrijk publiek belangstellend werd gadegeslagen. Het terrein van den strijd was het, feestelijk met vlaggen versierde, Handvatswater. Uit degenen, die zich daarvoor hadden aangemeld en die, om van zessen klaar te wezen, gehuwde mannen, ingezetenen der gemeente moesten zijn, had de Commisie bij loting 24 rijders aangewezen. De prijzen, waarom door hen gekampt zou worden, waren zóó gekozen, dat het nuttige met het aangename vereenigd was, en dat ook moeder de vrouw wat had aan de eer van haren overwinnenden echtgenoot. De twee eerste prijzen, die behaald werden door E. Blom en J. Blom, bestonden in een wollen deken en 2i kilogr. spek; van de twee premiën, de hoogste in een ham en 8 kilogr. spek, de laagste in een ham en 6 kilogr. spek, bestaande, viel de eerste aan K. Boogaard, de tweede aan C. Swan ten deel. Bovendien werd, uit de bijeengebragte gelden, eene belooning aan al de andere rijders uitgedeeld, als: 3 kilogr. spek aan twee, 2 kilogr. aan zes en 1 kilogr. aan elk der twaalf overschietende kampvechters. De uitreiking der prijzen en premiën had, na geëindigden wedstrijd, en onder het houden eener gepaste toespraak, plaats in het lokaal den Doelen, en liet, evenals al het voorafgegane, de aangenaamste herinnering hij de Commissie achter, met de verpligting, waarvan zij zich mits dezen kwijt, om de burgerij dank te zeggen voor hare krachtdadige medewerking in het tot stand brengen van dit echte volksfeest. (E. C.) Over de luchtreizigers, bij Harderwijk neergekomen, schrijft meti aan het Handelsblad nog het volgendeIk was te Harderwijk, toen die stad in rep en roer was over den luchtballon. Ik ontmoette twee lreeren op het Stadhuis, die al spoedig de luchtreizigers bleken te zijn, de een heette Goubron, officier der artillerie en de andere Givret, luitenant des Aëronautes (gewezen kruidenier). Om 7 uren 's morgens stegen zij van de Place de la Madeleine op en waren dadelijk zeer hoog, zonder te weten waar; om 10| uren bemerkten zij de zee en Goubron riep uita bas ou nous sommes fichus. Öp 4000 meter van de aarde verwijderd, daalden zij en waren aan de Kust der Zuiderzee, zij wierpen het anker uit, doch dit wilde niet houden door de hardheid van den grond, heiden lieten zich toen op een 100 el vallen de officier was door dien val een weinig geblesseerd, de andere niet, de ballon steeg weder op en kwam bij Urk teregt. Beide luchtreizigers werden dadelijk gastvrij ontvangen bij den landbouwer Hop te Hierden, zij aten daar en reden weldra naar den burgemeester van Harderwijk. De eerstgemelde persoon moest terstond met gouverne- ments-dépêches naar Amsterdam (hij stoorde zich niet aan zijne ligte kneuzing, die dan ook niets beteekende) bij den consul en van daar zoo spoedig mogelijk over Brussel naar Calais en dan naar Bordeaux; hij had al de dépêches om zijn lijf gebonden. De andere persoon behoort tot het korps Aëronauten, zij hebben hun leven voor het vader land feil en staan telkens gereed met een ballon te gaan, zoo dikwijls het gouvernement orders geeft. Deze persoon heeft reeds elf maal de reis gedaan en dan hier en dan daar nedergevallen, elf maal hij de Pruissische

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1