EH 1871. N°. 12. Vrijdag 27 Januarij. 29 Jaargang. BEKENDMAKING. aai: Uitgever Bureau: A. A. BAKKER Cz. BINNENLAND. HELDERSCHE Jam BOK, EN MEIWEÜIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede.' Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per twartaalf 1.30. franco per post - 1.65. MOLEN PLEIN, N*. 103. Prijs d«r' Advertentiën: Van 14 [regel» 60 eent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Vrijdag den 87 Jan. vertrekt van hier de Oost- Indische mail via Brindisi, per eersten trein. Dingsdag den 31 Jan. vertrekt van hier de West- Indische mail over Southampton. per laatstcn trein. Woensdag den 8 Fehr. vertrekt van hier de Oost-Indische mail via Triest, per eersten trein. De BURGEMEESTER der gemeente HELDER maakt bij deze aan de daarbij belanghebbenden bekend, dat HET KOHIER DER GRONDBELASTING OP DE GEBOUWDE EN ONGEBOUWDE EIGENDOMMEN OVER HET JAAR 1871, den 20 dezer dooi den Heer Provincialen Inspecteur is goedgekeurd en invorderbaar verklaard. Helder, De Burgemeester voornoemd, den 24 Januarij 1871. STAKMAN BOSSE. HELDER en NIEUWEDIEP, 26 Januarij. De hoop wordt niet verlevendigd, dat de gevolmagtigden ter Londensche conferentie een middel zouden beproeven om, behalve de Zwarte-Zee-kwestie, ook de beëindiging van den Fransch-Dnitschen oorlog te bevorderen. Het blijkt, i thans dat de volmagten der leden zich zooverre niet uit strekken, en dat integendeel onderscheidene regeringen, i aldaar vertegenwoordigd, den last hebben gegeven aan hunne vertegenwoordigers, om, zoodra er andere aange- legenheden ter sprake mogten worden gebragt, zich te verwijderen. In de Italiaansclie Kamer van Afgevaardigden is der rege ring gevraagd of zij het tegenwoordig oogenblik niet geschikt acht om bij de strijdvoerende mogendheden tusschen beiden i te komen, in overleg met andere kabinetten. Yan rege ringswege werd daarop door den heer Venosta geantwoord en verzekerd, dat het kabinet van Florence, na aanvankelijk al het mogelijke te hebben gedaan om den krijg te ver- hinderen, later met de andere groote mogendheden overeen gekomen was om iedere geschikte gelegenheid aan te grijpen I tot het doen van vredesvoorslagen. Die pogingen der onzijdigen mislukten echter telkens en zelfs het voorstel tot het sluiten van een wapenstilstand, door Engeland en Italië gedaan, stuitte af op het bekende geschilpunt: de proviandering van Parijs. De minister verzekerde, dat de Italiaansche regering blijft streven naar het herstel des i vredes. 1 Het Fransche Noorderleger heeft door de laatste krijgs- 1 gebeurtenissen veel, zeer veel geleden. Er zijn er, die er aan twijfelen, dat deze armee zich ooit weder zal kunnen herstellen. Wel wendt Gambetta alle moeite aan om den moed der bevolking weder op te beuren, maar de toestand t is, dit blijkt uit de nadere tijdingen meer en meer, wanhopig. De Duitsche legerscharen in dit deel van Frankrijk schijnen door de behaalde zegepralen zich opgewekt te gevoelen om de operatiën, die aanvankelijk waren opgegeven, zoo als tegen Havre, te hervatten. De capitulatie van Parijs blijft nu niet lang meer uit. Reeds heeft men een grooten voorraad mondbehoeften bijeengebragt om de stad, terstond na de overgave, van j het noodige proviand te voorzien. De Parijzenaars weten dit en zullen, met het oog hierop, de capitulatie zoo lang mogelijk hebben verschovenwetende dat men onmid- delijk daarna zich volop van levensbehoeften kan voorzien. De Elzas is met zijne verschillende vestingen thans geheel in de magt der Duitschers, alleen het sterke Belfort heeft zich tot nog toe staande gehouden. Deze vesting is van veel belang en daarom tijdens de regering van Lode- wijk Filips aanmerkelijk versterkt. In dezen tijd is het gewigt dezer sterkte nog des te grooter, daar zij de spoorwegen langs de Zwitsersche grenzen beschermt. De Duitschers zijn thans bezig om het beleg op krachtige wijze voort te zetten; de generaal-ingenieur Mertens, die zich een naam heeft gemaakt bij het nemen der Duppeler-schansen en het beleg van Straatsburg, is met de leiding der belegering belast. Reeds twee paralellen, zijn rond de vesting aan- gelegd, en de derde wordt gereed gemaakt. Is die gereed, dan moet de stad noodwendig vallen. De bewoners echter zullen gaarne van een beleg met bombardement verschoond blijven. Nu reeds is een deel van de stad verwoest. De koude heeft aan het Fransche leger zeer veel kwaad gedaan. Het schijnt dat dit leger meer daarvan geleden heeft dan de Duitschers, die beter gehard zijn tegen de guur heid des winters en eene grootere mate van koude kunnen verdragen dan die van Versailles en omstreken. Evenwel hadden zij in de vorst geen welkomen bondgenoot, want de aardenwerken konden niet vorderen door de hardheid van den grond. Als eene bijzonderheid verdient vermeld te werden, dat ten vorigen jare alhier, ongeveer een half uur na elkander, zijn uitgezeild, met bestemming naar Java, de Nederland- schepen Aurora, kapt. Visser, Elizabeth, kapt. Feenstra, en Dordrecht II, kapt. Rotgans, en dat genoemde schepen in dezelfde volgorde en met hetzelfde tijdsverloop, den negen-en-zeventigsten dag na hun vertrek van hier, ter reede van Batavia het anker lieten vallen. Nadat vervolgens de Aurora, ter reede van Passaroean eene volle lading, bestaande uit ongeveer 1050 zware lasten koffij en suiker had ingenomen, arriveerde dit schip (een der grootste schepen van de Nederlandsche koopvaardij vloot), den acht-en-negentigsten dag na het vertrek van Java, behouden in de haven van het Nieuwediep, hebbende de geheele reis van hier naar Java en terug in 7 maanden en 18 dagen volbragt; terwijl de Elizabeth twee dagen later ;bij de uiterton van het Zuider- of Schulpengat ten anker kwam, doch door het menigvuldige drijfijs verhinderd werd binnen te komen. De Elizabeth (mede een groot schip) en de Aurora, varen beiden voor ééne reederij, onder directie van de heeren Gebroeders Goedkoop, te Amsterdam. Voor eenige dagen is bekend geworden de opbrengst der Rijks-middelen voor het dienstjaar 1870. Ondanks de publieke verwikkelingen in Europa, is die opbrengst zeer gunstig en niet minder dan 3^ millioen boven de raming geweest. Het is nu tien jaren geleden, dat onze gewone Rijks-middelen 's jaarlijks omtrent 58 millioenen opbragten. Onbereikbaar achtte men toen de som van 73 millioen, het cijfer voor onze gewone behoeften gesteld, en toen alleen te vinden door ruime grepen in de Indische schatkist. Thans heeft men het als onbereikbaar gedacht cijfer reeds overschreden, want in het vorige jaar was de werkelijke opbrengst der verschillende staatsinkomsten ruim 75j millioen. Gedurende het jaar 1870 zijn in de gemeente Texel geboren: 121 jongens, 115 meisjes, totaal 236. Levenloos aangegeven: 4 van het mannel. en 3 van het vrouwel. geslacht, totaal 7. Tweelingen: 2. Overleden: 53 mannen 57 vrouwen, totaal 110. In de gemeente gevestigd: 33 mannen, 48 vrouwen, totaal 81; Vertrokken: 69 mannen 77 vrouwen, totaal 146 personen. Huwelijken 53. De bevolking is in den loop van dit jaar vermeerderd met 32 mannen, 29 vrouwen, totaal 61 en telde op 31 December 1870 3134 mannen, 3120 vrouwen, totaal 6254 personen, verdeeld naar de verschillende gezindheden in3829 Hervormden, 1187 R. Catholieken, 1127 Doopsgezinden, 78 Chr. Afgescheidenen, 19 Israëlieten, 11 Lutherschen en 3 Remonstranten. Te Texel is het getal wilde zwanen buitengewoon groot. De liefhebbers van de jagt kunnen hun hart ophalen. Onlangs schoot een jager uit een vlugt van 20 zwanen drie stuks. De avond van den 19 dezer verschafte te Nieuwe Niedorp aan allen, die de «volks voordragt" bijwoonden, eenige leerrijke en genoegelijke oogenblikken. De heer K. R. Taconis hield in de eerste plaats de aandacht der aanwezigen bezig, door hen blikken naar den sterrenhemel te doen slaan, en het een en ander omtrent den omloop, de grootte enz. van sommige planeten mede te deelen. Zijne lezing werd afgewisseld door de voordragt van het vers: «de Echtscheiding'', van onzen Tollens, waartoe de heer rijksontvanger J. A. van der Hucht zich had aangeboden en ten slotte liet de heer M. Grootes, hoofdonderwijzer aldaar, aan de hand van dr. E. K. Kane, eene reis naar de Noordpoolgewesten maken, welke echter nog niet ten einde gebragt is, en in de eerstvolgende bijeenkomst (over drie weken) zal worden voortgezet. Er doen zich te Alkmaar enkele gevallen van pokken voor. Geneeskundigen zijn bezig met vaccineren. Het bekomen van goede entstof schijnt nog al moeijelijkheid op te leveren. Op de voordragt voor regter in de Arrondissements- regtbank te Hoorn zijn geplaatst de heerenmr. J. C. J. ridder van Rappard, adv. en regt.-plaatsv. in de arr.-regtb. te Zutphenmr. C. J. van Marle, mr. W. F. van Deinse, kantonregters te Vollenhoven en te Vlaardingen. Te Schellinkhout is tot Bewaarschoolhouderes benoemd mej. Solbach, van Bergen-op-Zoom en wel met het lot tegen mej. A. Vijselaar te Enkhuizen. Te Amsterdam zijn, blijkens opgave in den genees kundigen kring aldaar gedaan, in de maanden Nov., Dec. en half Jan. 25 personen aan de kinderpokked overleden. Den heer J. Portielje, van Amsterdam, is opgedragen het portret te schilderen van Zijne Majesteit den Koning der Belgen. Aan dr. H. C. Dibbits, te Amsterdam, was bij de hervatting zijner lessen op den 20 dezer, eene aangename verrassing bereid. De leerlingen van de 4de klasse der hoogere burgerschool boden hem namelijk, als een bewijs hunner blijvende hoogachting, een prachtig, in schildpad en goud gebonden album met hunne portretten aan. In de Haarlemmer Courant van gisteren leest men de volgende annonce: //Het is mij niet mogelijk voor de tallooze bewijzen van sympathie, die ik in mijne buitengewone omstandigheden gedurende de laatste maand heb «ntvangen, aan ieder in het bijzonder mijnen dank toe te brengen. Daarom betuig ik bij deze, bij het hervatten mijner lessen, aan allen, die mij op zoo velerlei wijzen blijken van belangstelling gegeven hebben, daarvoor mijnen warmen en hartelijken dank. Dr. II. C. Dibbits, Amsterdam, Leeraar aan de hoogere burgerschool 20 Jan. 1871. te Amsterdam. In de jl. Maandag avond te Amsterdam gehouden vergadering van het Internationaal Vrede-Verbond is o. a. aangenomen de volgende motie des heeren Calisch: «De vergadering besluit, afgevaardigden te zenden naardealge- meene vergadering (Donderdag 26 Jan.); die afgevaardigden zullen bij hunne zending voornamelijk op het oog hebben de handhaving van het regt der plaatselijke vereenigingen om in het binnenland zelfstandig en naar goedvinden te handelen.» Bij meerderheid van steramen zijn tot afge vaardigden gekozen: de heeren mr. Domela Nieuwenhuis, Calisch, Dablaing, dr. Laurillard, Gerhard, Geesink, Rijnders en Held. Men schrijft uit 's Hage aan het Handelsblad •/De heer Engelvaart heeft voor de hem aangeboden portefeuille van oorlog bedankt. Het ontslag van den heer Booms is aangehouden tot na de benoeming van een opvolger. De heer Booms vertrekt echter naar buiten 's lands. Denkelijk wordt een minister ad interim benoemd.' De 30ste stelling van den heer P. A. L. Mac-Lean, den 24sten dezer te Leiden bevorderd tot doctor in de regten, luidde«De instelling van het Roode Kruis werkt den oorlog in de liand.u Jl. Maandag zijn te 's Hage 79 personen als door de heerschende epidemie aangetast aangegeven; Zondag bedroeg dit getal 51. Het Vaderland maakt de inzenders van requesten aan vreemde vorsten, met name de Nederlandsche Vrede- Vereenigingen die een request bij den Keizer aller Russen willen indienen, opmerkzaam dat niet in alle landen het regt van petitie vrijgesteld is. Zoo bestond of bestaat nog in Rusland een wet, door Peter den Groote ingevoerd, waarbij vrijheid van petitie vergund wordt, mits onder deze bepalingenhet request komt onder de oogen van ambte naren, die beslissen; bij eene afwijzing kan de requestant zich nogmaals tot dien ambtenaar wenden; krijgt de adressant een tweede afwijzing, dan eindelijk mag hij zijne petitie aan den Keizer rigten. Maar wanneer ook deze het verzoek afwijst, wordt de ongelukkige adressant opgehangen. Waarschijnlijk voegt het blad er tot troost bij, is de straf verzacht en b. v. door knoetslagen vervangen. De landbouwers in den Goudschenwaard vreezen, dat het grootste gedeelte van hun te veld staand graan dood gevroren is. De Rott. Ct. meldt nog, dat, behalve aan de overige veroordeelden inzake de Rotterdamsche ongeregeldheden, ook waarschijnlijk aan de Vletter, de Heer, Rueb en Melhado aanmerkelijke verzachting van straf toegedacht is mits men zich onthoude van demonstratiën ten hunnen gunste. Er heerscht te Vlissingen een groote drukte, daar een groot aantal schepen in die haven liggen, waarvan sommige hunne ladingen, meest rogge, hebben moeten lossen en tijdelijk in de gebouwen der voormalige marine werf hebben moeten bergen. De kans voor de lotelingen is te Ooststelliugwerf al zeer gering. Van de 98 ingeschrevenen zijn 63 om ver schillende redenen vrijgesteld, en daar het contingent dier gemeente omtrent 32 bedraagt, kunnen slechts 3 vrijloten. Een soldaat, die te Heusden op post stond, hield zijn tong, die misschien wat was verhit, tegen zijn geweerloop met dat gevolg, dat hij die proef van adhaesie, wegens de strenge vorst, met verwonding van zijn tong heeft moeten bekoopen. De predikant bij de Engelsche gemeenten te Middel burg en Vlissingen, de heer B. H. Carp, heeft jl. Zondag onder algemeene belangstelling zijn 40jarige evangelie bediening herdacht, naar aanleiding van Hebr. X2325,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1