1871. N°. 16.
Zondag 5 Februarij.
29 Jaargang.
BINNENLAND.
Uitg-ever
A. A. BAKKER
Cz.
9,2.
ngai
opk
0, J:
HELDERSCHE
EN iMEllWEDIEPER COURANT,
„Wij liuldigen het goede."
Verschijnt Dingsdig-, DoNDtiDie- en Zjlturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Woensdag den 8 Febr. vertrekt van hier de
Oost-Iudiscbe mail vla Triest, per eersten trein.
Vrijdag den ÏO Febr. vertrekt van hier de Oost-
Indische inall via Brindisi, per eersten trein.
Woensdag den 15 Febr. vertrekt van hier de West-
Indische mail over Southainpton, per laatsten trein.
HELDER en NIEUWEDIEP, 4 Februarij.
Den blik op Frankrijk geslagen, en men krijgt een indruk,
als die men ontvangt bij het zien van verwoestingen, die
een gewoed hebbende storm heeft teweeggebragt. Nog is
de storm, thans door menschelijke driften en hartstogten
aangeblazen, niet geheel en al voorbij, maar wij vleijeu
ons, dat de verademing die zij thans schenkt, door geene
nieuwe verheffing van het stormgeloei moge gevolgd
worden.
Alles wordt aangewend wat mogelijk is om ten spoedigste
de verbroken gemeenschapsmiddelen met Parijs te herstellen,
vooral ook met het oog op den zoo noodigen toevoer van
levensmiddelen. Meer en meer blijkt het nu, dat Frankrijk's
hoofdstad werkelijk door den honger tot de overgave is
gedwongen.
Met verlangen ziet men nog steeds uit naar nadere,
meer uitvoerige, mededeelingen omtrent Gambetta en zijne
plannen tot volharding in het verzet tegen den vijand, des
lands. Ook is zijne verhouding tegenover Jules Favre en
de overige leden der regering te Parijs nog niet genoeg
zaam bekend, om nog niet met belangstelling naar nieuwe
tijdingen uit Bordeaux uit te zien.
Ten aanzien van de aanstaande verkiezingen in Frankrijk
verneemt men, dat een drietal Prinsen van Orleans voor
nemens zijn om zich candidaat te stellen, ofschoon van
eene andere zijde vermeld wordt, dat de leden van vorstelijke
geslachten niet verkiesbaar zullen zijn.
Portugal heeft in de jongste kagen weder eene kabinets
crisis zien ontstaan. De hoeveelste?
Uit Washington verneemt men, dat de minister van
Financiën aldaar drnk bezig is met het delgen van schuld.
De Nieuwe Wereld geeft in deze dagen der Oude een
les. In Europa worden de millioenen ter vernietiging van
menschenlevens en volkswelvaart verkwist; in de Nieuwe
wordt het volk door verlaging van belastingen en door
den bloei van handel en nijverheid gebaat.
De heeren J. P. A. Graat, M. L. Laureij, N. J. van
Vreumingen en J. Keiler, 1ste machinisten bij de Marine,
hebben op hun verzoek een eervol ontslag uit de dienst
ontvangen en zijn als hoofdmachinisten geplaatst bij de
Maatschappij Stoomvaart Nederland.
Voordragt in het gebouw aan de Vischmarkt, Dings-
dag avond 7 ure. Onderwerp: Verlossing en Verzoening.
Luk. IV 19.
Met genoegen vernemen wij, dat de poging der
rederijkerskamer Olympia, om, door het houden eener
buitengewone vergadering, gelden te verzamelen tot leniging
vsn den nood der beide behoeftige gezinnen alhier, wier
mannen en vaders dezer dagen op noodlottige wijze den
dood vonden, door eene groote deelneming wordt gesteund.
Het stuk //De Boodschapper," indertijd met succes door
deze Kamer ten tooneele gebragt, zal te dezer gelegenheid
worden opgevoerd. Naar wij vernemen, is de deelneming
zbó aanzienlijk, dat het bestuur heeft moeten besluiten om
voor de ontvangst der inteekenaren twee avonden te
bestemmen. Het is thans bepaald, dat daartoe gekozen
zijn de avonden van Woensdag en Donderdag, 9 en 10
Februarij a. s.
Op een der grachten van het fort Erfprins had dezer
dagen een knaap het ongeluk door het ijs te zakken. In
de hagchelijke positie, waarin hij zich bevond, werd hij door
eenige personen, die in de nabijheid waren, opgemerkt,
doch niemand scheen zich op de gevaarvolle plek te
durven wagen. De luit. ter zee L. echter had naauwelijks
den toestand bemerkt, waarin zich de knaap bevond, of hij
begaf zich derwaarts en had het geluk den jongen uit zijne
benarde positie te redden.
Gisteren avond heeft in de Nieuwe Kerk alhier het
aangekondigde orgel-concert plaats gehad. Ten meeste
genoegen der talrijke aanwezigen, werden de nommers voor
orgel uitgevoerd; de omstandigheid, dat de organist een
blinde is, verhoogde de belangstelling en doet met des te
meer lof van de uitvoering gewagen. Het stafmuziekkorps
der Marine luisterde door zijne uitvoeringen dit concert
°P- De zuivere opbrengst is 157,65, welke som voor
de helft aan de Diaconie en voor de wederhelft aan den
organist toekomt.
Naar men verneemt, is mr. J. W. van Lansberge,
minister-resident en chef van het kabinet van het depar
Bureau:
MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Adrerteiitiëii: Van 14r [regel» 60 oent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
tement van Buitenl. Zaken, tijdelijk benoemd tot Nederl.
gezant te Londen.
Uit het Weekblad van het Regt blijkt, dat de
minister van Justitie den 30 Jan. jl. de volgende circulaire
gerigt heeft aan de procureurs-generaal bij de Provinciale
Geregtshoven
//Velerlei en dikwerf niet ongegrond zijn de bezwaren
tegen de preventieve gevangenis. Aan die bezwaren kan,
zelfs bij de bestaande wetgeving, indien niet geheel, dan
toch voor een aanzienlijk deel worden tegemoet gekomen.
Immers bestaat wel in bepaalde gevallen de bevoegdheid,
doch nimmer de verpligting tot hare toepassing. Waar
nu de preventieve gevangenis wettig is veroorloofd, is zij
te veel regel geworden, terwijl zij veeleer uitzondering had
kunnen blijven. En al moge nu ook aan het onderzoek
der zaak meermalen eene voorloopige aanhouding bevorderlijk
kunnen zijn, daartegenover staat de zware drukdien
inzonderheid bij geringere misdrijven, of bij het niet bestaan
van vrees voor ontvlugting, eene voorloopige gevangen
neming medebrengt. Ik meen uit dien hoofde uwe aandacht
op deze aangelegenheid met aandrang te moeten vestigen,
met uitnoodiging uwerzijds, zoo veel bestaanbaar te willen
medewerken, dat de toepassing der preventieve aanhouding
niet ligtvaardig plaats vinde en gevangenhouding of gevangen
neming niet buiten noodzakelijkheid worde gerequireerd.
Ik behoef te naauwernood hierbij te voegen, dat eene
bespoediging van den afloop der regtsgedingen zoowel in
het belang der maatschappij als in dat der beklaagden
moet worden geacht. Ook daartoe, zoo veel van u zal
afhangen, stel ik prijs op eene invloedrijke en door mij
zeer gewaardeerde medewerking."
De gewoonte, om de briefkaarten aan het postkantoor
van vertrek te stempelen op de adreszijde en aan het
kantoor van aankomst op de achterzijde, was menigmaal
oorzaak, dat een woord of cijfer door het postmerk onleesbaar
werd gemaakt. Tengevolge van klagten hierover is thans
door het hoofdbestuur der posterijen bepaald, dat de stempels
op briefkaarten alleeu op de voor- of adreszijde moeten
worden gesteld.
Gisteren was het 44 dagen geleden sedert het eiland
Texel door ijsbergen en ijsvelden werd ingesloten. De meening
bij den aanvang van het beleg, dat de provisie ruim genoeg
was, is gebleken voor een deel onjuist te zijn. De voorraad
brandstof, als steenkolen, enz. en petroleum is gering. De
prijzen zijn gestegen als volgt: steenkolen vanƒ1 totƒ1.75
per hectol. Petroleum van 26 tot 35 cents per liter. Ook
de Vereeniging tot Werkverschaffing aldaar, dezen winter
opgerigt, moest ten laatste haren arbeid staken, tot groot nadeel
van 250 huisgezinnen, die hierdoor ten deele broodeloos
zijn. Gebrek aan grondstof, die echter in massa te Nieuwediep
gereed ligt, doch wegens gestremde communicatie niet kan
worden aangevoerd, is hiervan de reden. Gelukkig bij dit
alles is de gezondheidstoestand uitmuntend. Men blijft tot
heden gespaard van de gevaarlijke epidemie, die eldersheerscht.
Telegrafische gemeenschap met den vasten wal doet zich in
tijden als deze ernstig gevoelen.
Het opgraven der schatten uit de Lutine gaat door
het vele zand en water, dat boven het wrak staat, niet
voorspoedig, doch de heer W. H. ter Meulen gelooft, dat
de zandbank, ten gevolge der boringen, in nog minder
maanden van het wrak zal verdwijnen, dan zij er op
gekomen is.
Eenige veehouders te Winkel, op welke plaats de
onteigening van longziek vee voorloopig tot 1 Julij a. s.
gestaakt is, hebben zich schriftelijk onderling verbonden
om, ingeval hun vee aangetast mogt worden, de dieren
zoo spoedig mogelijk te slagten. Zij hebben zich over en
weder eene vergoeding geassureerd van 100 voor elke
koe of vaars en van 50 voor elke pink.
In den nacht van Dingsdag op Woensdag jl. is aan
het spoorweg-station te Alkmaar, zonder bekende oorzaak,
brand ontstaan in het buffet van de wachtkamer der 3de
klasse. De wachter van het station is er in geslaagd met
hulp van het eigen personeel den brand spoedig te blus-
schen, die echter voor den kastelein de grootste schade
oplevert, zijnde de voorraad van het buffet bijna geheel
verloren gegaan door het springen der flesschen.
Vreeselijk is de nood, die er in deze dagen te
Egmond aan Zee heerscht. Het is waar, er zijn reeds tal
van giften voor dit doel uit onderscheidene gemeenten in
ons vaderland bijeengebragt, maar de behoeften zijn er
zeer grootde typhus velt er tal van offers, en het
aantal zieken en zwakken klimt er met eiken dag. Het
voornemen van kh. onderofficieren der infanterie alhier
juichen we daarom ten zeerste toe, omdat de opbrengst
hunner aangekondigde tooneelvoorstelling bestemd zal zijn
tot leniging van de smarten, die te Egmond worden
geleden. Dit menschlievend streven verdient, onzes in
ziens, in groote mate de belangstelling en ondersteuning,
ontwerpers van het plan hebben rekening
waarop de
gemaakt.
De burgemeester van Amsterdam maakt bekend, dat
de bidders aldaar, zoo zij volgens hun onkiesche gewoonte
plaats nemen in de lijkkoets, waarin een lijk naar de
begraafplaats wordt gevoerd, tot nader order 3 k 10
boete zullen betalen.
Te Velzen zijn dezer dagen twee kinderen verdronken.
Het eerste stortte in een bijthet tweede schoot het na
en trachtte het te redden. Doch, in stede daarvan, verloor
het zelf het leven.
Het verdient opmerking, dat het nummer 1871 bij
de jongste trekking der Staatsloterij met een prijs van
1000 gulden uit de bus is gekomen. Wij hopen, dat deze
bijzonder grillige beschikking van vrouw Fortnna nog iets
anders mag beduiden dan eenvoudig een stoffelijke winst
in den zak van den gelukkige. (Dbl.).
De Nieuwe Rott. Crt. zegt het volgende omtrent het
Blaauwe Kruis:
//Toen het Roode Kruis bij het Nederlandsche volk om
hulp en gaven aanklopte, waren er, die liever de nood
lijdenden van eigen volk, dan vreemden door onze welda
digheid bedacht wilden zien. Wij dachten er anders over.
Tegenover het lijden van gekwetsten beteekent zelfs de
grootste armoede weinig. En waar bijna dagelijks duizenden
van het slagveld worden weggedragen, schieten zelfs bij een
volk als het Duitsche de krachten te kort. Te helpen was
dus, meenden wij, een dure pligt, en wij deden het onze,
om het goede werk van het Roode Kruis te ondersteunen.
Dat voor de bewoners der Fransche provinciën, door den
vijand gebrandschat en verwoest, de ongelukkigen tot den
bedelstaf, haast tot den hongerdood gebragt, iets van den
overvloed wordt afgezonderd, prijzen wij, en wij hopen, dat
Nederland, voor de jammeren des oorlogs zoo gelukkig
bewaard gebleven, ruimschoots daartoe bijdrage.
Maar dat nu nog eene derde vereeniging, het Blaauwe
Kruis, verrijst om de milddadigheid in Nederland te exploi
teren voor de krijgsgevangenen, dat kunnen wij niet goed
keuren.
Het kan Duitschland, als het zijn pligt kent, zoo moeijelijk
niet vallen, de krijgsgevangenen behoorlijk te onderhouden.
Hoe? dat groote Duitschland met zijn 40 millioen bewoners
zou 3 a 4 honderdduizend krijgsgevangenen niet kunnen
verzorgen? Er zijn kazernes genoeg leeg, een barak is
spoedig opgeslagen, en de verschotten worden wel verrekend.
Leggen ze niet reeds nu in Frankrijk schattingen op, zoo
veel ze goedvinden? Dat Duitschland op zich de schande
zal laten kleven, van de ongelukkige soldaten des vijands
gebrek te doen lijden zoo als men verhaalt wij
kunnen het niet gelooven van een volk, dat zich beroemt
aan de spits der beschaving te staan.
Maar, waarom zal dan de liefdadigheid van andere volken
het werk op zich nemen, waartoe, volgens alle regelen, de
gelukkige overwinnaar zelf verpligt is, en dat hem in het
minst niet zwaar behoeft te vallen?
Wij zouden het een beleediging achten voor Duitschland.
En jegens de armen in Nederland zou het een onregt zijn.
Dat zij om de afgrijselijke ellende van de slagvelden een
weinig hebben achtergestaan, was natuurlijk, en niemand
eer dan de arme zelf, die voor grooter armoe altijd nog de
hand opent, zal het hebben gebillijkt. Maar de Nederland
sche liefdadigheid op te roepen, om te doen, wat alleen
door pligtverzaking van Duitschland noodig kan wezen,
en dat ten koste onzer eigene behoeftigen daaraan doen
wij niet meê.
Bij ons eigen volk wordt ook geleden. De winter heeft
zijn vele nooden, door ziekten nog vermeerderd. Veel is
er te doen, eer bij eigen armen de ellende dragelijk is
gemaakt. Daarheen leide men thans den stroom der wel
dadigheid. De liefde kent geen grens van taal en volk,
het is waar, maar er is ook geen wet, die voorschrijft,
om het leed in de verte, dat in de nabijheid te vergeten.
Aan het Blaauwe Kruis, vrucht van onberaden ijver,
wenschen wij dus, in Nederland, een spoedige uitvaart toe,
en aan onze armen een stroom van weldaden, zoo breed,
alsof er aan het Roode Kruis en voor de noodlijdenden
in Frankrijk nog niets gegeven ware."
De heer Schuld, bekend door zijn jarenlangen strijd
tegen de dronkenschap, wenscht die vo'kskwaal te ver
helpen door wettelijke strafbepalingen. Op nieuw verkondigt
hij dit denkbeeld in de N. Rott. Ct. Het A. D. v. N.
is het volstrekt niet eens met den hr. Schuld. Volgens dat
blad is de dronkenschap eene ziekte, en zieken straft men
niet, maar men geneest ze. De staat heeft het regt niet, het
individu in zijne vrijheid te belemmeren, door het op straffe
voor te schrijven, welke drank het al dan niet mag gebruiken.
Dat zou toch inderdaad wat al te ver gaan! Alleen dan,
wanneer een burger in dronkenschap zich aan de maatschappij
in welk opzigt dan ook, vergrijpt, mag deze maatregelen