tt
1871. N°. 30.
Vrijdag 10 Maart.
29 Jaargang.
HELDERSCHE
EN NSELWEDIEPER (01RAM,
,,W ij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdaq-, Donderdag- en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 16a.
Prijs der AdrertentiënVan 14 'regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of signetten worden naar plaatsruimte berekend.
Vrijdnf» den ÏO Maart vertrekt van hier de Oost-
Indisclie mail via Brindisi,*per eersten trein.
Woensdag den 15 Maart vertrekt van hier de West-
Indische mail over Southainpton, per laatsten trein.
Woensdag den 22 Maart vertrekt van hier de
Oost-Indische mail via Triest, per eersten trein.
!|J
BINNENLAND.
I,
last.
Olie
a li
f3.
7,1
idfl
e fl
10,i
oaii
HELDER en NIEUWEDIEP, 9 Maart.
Opregtheid en goede trouw worden in den regel zeldzaam
gevonden op het gebied der diplomatie. Deze waarheid
stond bij den diplomaat Talleyrand zoo boven allen twijfel
verheven, dat hij in de spraak het middel meende te zien,
den mensch gegeven om zijne gedachten te verbergen.
Thans, nu het afschuwelijk bloedvergieten, waardoor zich
aiij de FranschDuitsche oorlog zoozeer kenmerkte, geëindigd
is, en men weer een weinig tot bezinning komt na zooveel
ellende en wee, schijnt het dat de vraag meer op den voor
grond treedtop welke wijze is die vreeselijke oorlog toch
voorbereid? Men meent het er voor te mogen houden,
dat de diplomatie in dezen een rol heeft gespeeld, die o. a.
verklaard wordt door de wederzijdsche vriendschap der
Keizers van Duitschland en Rusland en die in het Britsche
Lagerhuis reeds de opmerkzaamheid heeft gaande gemaakt
Men wil, dat Wilhelm en Alexander reeds eenigen tijd
fOi vóór den oorlog hadden afgesproken hoedanig hunne
houding zou zijn, bijaldien de strijd losbrak. Zelfs wordt
verzekerd, dat, indien Oostenrijk ter hulp van Frankrijk
mre toegesneld, Rusland de Öostenrijksche grenzen zou
zijn overgetrokken en Galliciê als loon zich zou hebben
toegeëigend.
Het état-major van Zr. Ms. stoomschip Citadel van
Antwerpen, welke bodem gereed ligt om naar de Kust
van Guinea te vertrekken, is zamengesteld als volgt:
J. A. H. Hugenholtz, kapt.-luit. ter zee, kommandant
H. Dyserinclt, luit. ter zee 1ste kb, 1ste officier; H. A. de
Smit van den Broecke, H. van der Meer, J. A. Willink
Ketjen en W. E. Hazenberg, luits. ter zee 2de kl.J. D.
baron van Wassenaer tot Catwijck, J. M. Steen, G. de
Fremerey, J. C. Jeeckel en A. W. T. C. van "Vloerden,
adelborsten 1ste kl.; D. Mutak Fontein, off. van gez.
2de kl.; W. Hanegraaff, off. van adm. 2de kl.; F. H.
Verheggen, scheepsklerk.
Eergisteren heeft op het Noordhollandsclie Kanaal
eene aanvaring plaats gehad. Het schip Aylestone, kapt.
James, van Amsterdam naar Londen bestemd, is in aan
raking gekomen met de Engelsche stoomboot Newsky, en
heeft daardoor schade beloopen.
reit
do
pri:
dinii
:4a!
3jinl
hand
[lgM
J. VI'.
Een onstuimige vergadering.
Mm
5!
6J'
82
30j
30
25j
25j
321
93}
'761
911
821
661
831
123)
1281
111
101}
$1
123
«4
464
68Ü
534
160
.15}
401
964
964
Nadat de Nationale Vergadering van Frankrijk op den 2Ssten
ïebr. 11. had kennis genomen van de harde vredesvoorwaarden,
door de Duitschers voorgeschreven, en nadat aan den avond van
dien dag een onderzoek in de afdeelingen had plaats gehad, vingen
op Woensdag den 1 Maart de discussiën aan over de vraagvrede
of oorlog? Er waren onderscheidene protesten tegen afstand van
grondgebied ingekomen, die op 't bureau waren gedeponeerd.
Namens de commissie, die de onderhandelaars had ter zijde gestaan,
bragt de heer Lefranc verslag uit. I)e conclusie van zijn rapport,
met algeineene stemmen door de leden der commissie genomen,
strekt tot aanneming der voorwaarden. In zijn rapport wijst hij
op den toestand van 't land en van de hoofdstad, een toestand,
die iedere gedachte aan volharding in den weerstand doet verdrij
ven. Zijne verzekeringen, dat Frankrijk's eer gered, Belfort behouden
en de toekomst des lands niet verloren is, worden met protesten
en ironische uitroepen beantwoord.
Aan de discussiën, die nu volgden, ontleenen we de volgende
mededeelingen, welke de keuze van bovenstaanden titel voorzeker
ten volle regtvaardigen.
De heer Bamberger, afgevaardigde van de Moezel, bezweert zijne
medeledeu het traetaat te verwerpenhet is een doodvonnis. Eén
man alleen had het kunnen teekenenNapoleon III, wiens naam
voor eeuwig aan den schandpaal der historie is gekluisterd.
Hevige agitatie. De heer Conti wil protesterenmen wil het
hem belettende president vermaant tot kalmte. Bamberger staat
het woord af aan Conti.
«De woorden, die ik ga spreken," zegt hij, «zullen niet in ieders
'maak vallen, maar ik zal ze moedig uitspreken en zij zullen in
de wereld weerklinken. In een zoo smartelijk, zoo hartverscheurend
debat had ik niet gewacht, dat er plaats zou zijn voor hartstogte-
hjke twisten, voor kwetsende toespelingen op een verleden, waaraan
'ommigen uwer, die even als ik den eed aan het keizerrijk hebben
gedaan, zijn verbonden...."
Langlois en Roehefort willen naar de tribune snellen, maar
worden door hunne vrienden tegengehouden. «Laat ons geen tijd
verliezen met over Napoleon te praten," wordt er geroepen. Conti
vervolgt:
»Ik geloof, dat het oogenblik voor den vrede gekomen is. Maar
waarom dwingt gij mij, tegenover zulk eene ernstige handeling,
m'jne innigste overtuiging te komen verdedigen?"
Hier werd het tumult zoo groot, dat Conti zich niet langer kon
De minister van Binnenl. Zaken heeft de volgende
circulaire gerigt aan de commissarissen des Konings in de
provinciën: «Mijn ambtgenoot van Financiën acht het
wenschelijk, dat de burgemeesters in de provinciën, waar
de longziekte onder het rundvee voorkomt, opmerkzaam
worden gemaakt, dat bij verkoop van gedeelten van ont
eigend vee daarvan de accijns op het geslagt verschuldigd
is. De accijns is te berekenen tegen tien percent der
onzuivere opbrengst van den verkoop, en daarenboven de
geraeente-opcenten, waar die geheven worden. Het ver
schuldigde bedrag moet binnen drie dagen na den verkoop
met eene gewaarmerkte nota, tegen kwitantie, worden
gestort bij den betrokken ontvanger der accijnsen."
Naar men verzekert, zal door prof. van Oosterzee
gevolg worden gegeven aan de hem gedane uitnoodiging
door het bestuur van het Nederlandsch Nationaal zendings-
feest, tot het houden der feestrede.
De naar Frankrijk vertrokken officieren hebben den
last niet alleen de fortificatiën te Parijs, maar ook aljp
andere plaatsen te bezoeken, waar de oorlog gevoerd is.
Men schrijft ons van Texel, dd. 8 dezer:
«De laatste vergadering van de afdeeling der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen alhier voor dit wintersaizoen had
gisteren aan den Burg plaats. Toen de vergadering met
een kort woord door den president de heer J. Ensing was
geopend, trad de heer D. C. Loman als spreker op, en
hield op populaire wijze eene voordragt over electriciteit,
hare scheikundige verbindingen en de toepassing daarvan
op de telegraphie. Door een groot aantal proeven, die
meerendeels uitmuntend slaagden, werd deze voordragt
belangrijk toegelicht en verschafte aan het talrijk publiek,
een hoogst aangenamen en nuttigen avond. Vervolgens werd
door ds. Buisman eene bijdrage geleverd, bestaande in
een fragment uit ten Kate's Schepping.
Nadat de heer Vriesendorp ten slotte nog had voorge
dragen «Op den Nieuwjaarsdag" uit de overdrukjes van
Pierson, werd de vergadering ten bijna elf ure gesloten."
Men schrijft uit Callantsoog, dd. 8 dezer:
«Wordt in andere gemeenten van ons vaderland veel
gedaan ter bevordering van het volksonderwijs en tot ver
betering van het lot der onderwijzers, ook onze gemeente
blijft niet achter. Dit blijkt o. a. ook daaruit, dat de
Gemeenteraad, in zijne vergadering van heden heeft besloten,
het tractement van den hoofdonderwijzer der openbare
school met honderd gulden 's jaars te verhoogen.
Moge dit voorbeeld alom navolging vinden!"
De typhus is te Egmond aan Zee nog lang niet
geweken. Circa 100 gezinnen zijn aangetast, 150 is het
doen verstaan. Victor Hugo en Bamberger willen de tribune be
stijgen, die nog altijd door Conti wordt ingenomen. Daar doen
zich stemmen liooven, die de vervallen-verklaring van Napoleon III
eischen. De heer Bethmont maakt er een bepaald voorstel vau.
Conti verlaat eindelijk de tribune. De president schorst de zitting
voor een kwartier, dat intusschen tot anderhalf uur aanhoudt.
Bij de heropening stelt de heer Targé deze motie voor:
«De Nationale Vergadering sluit het incident en bevestigt, in
de smartelijke omstandigheden waarin het vaderland verkeert, en
tegenover onverwachte protesten en reserves, de vervallen-verklaring
van Napoleon III en zijne dynastie, alreeds door het algemeen
stemregt uitgesproken, en verklaart hem verantwoordelijk voor den
ondergang, de bezetting en de versnippering van Frankrijk.'
Over die motie, met eenstemmige en daverende toejuiching ont
vangen, wordt eigenlijk niet gediscussieerd. Wel vermaant de heer
Thiers om hun, die het verleden zouden durven verdedigen, het
woord te laten, maar van alle kanten wordt aangedrongen op de
sluiting der discussie. De voorzitter brengt de motie-Targó in
stemming. Al de afgevaardigden rijzen op. Van alle kanten barsten
de toejuichingen los. Bij de tegenproef staan slechts vier of vijf
afgevaardigden op, hetgeen tot een nieuwe uitbarsting van toejui
chingen aanleiding geeft.
Nu wordt het lioofddebat hervat. De heer Bamberger voltooit
zijn pleidooi voor den Elzas, dien Frankrijk, zegt hij, niet kan
afstaan. Na hem neemt Viotor Hugo het woord
„Het keizerrijk," zegt hij, „heeft een dubbelen vadermoord be
gaan, in 1851 en in 1871. Negentien jaren lang heeft Frankrijk
de schande geduld der keizerlijke regering; maar te midden van
onze smartelijke beproevingen was ons eene nog smartelijker be
spaard, die van de verdediging des keizerrijks in deze vergadering
te hooren stamelen."
De spreker neemt acte van de eenstemmigheid der vergadering
en vervolgt:
„Parijs is op het oogenblik onder het Pruissisehe kanon. Niets
is beslist en Parijs wacht af, en wij, zijn vertegenwoordigers, wij,
die gedurende de vijf laatste maanden zijn leven hebben meege
leefd, wij hebben het regt u zijn wil over te brengen. Het
strijdende Parijs heeft vijf maanden lang de wereld verbaasd.- In
vijf maanden republiek heeft het meer eer verworven, dan het in
negentien jaren keizerrijk had verloren. Parijs alleen heeft der
invasie het hoofd geboden.
Driemaal honderdduizend vaders van huisgezinnen zijn soldaten
geworden, hebben de wallen bewaakt, den honger en de koude,
aantal der zieken, waaronder ook geneesheer Schröder en
de ziekenvader ambulance. Wekelijks is meer dan 700
noodig en dagelijks vraagt men nog om bessennat, vuur
en licht, enz. zoodat de behoeften de vele gaven nog
altijd overtreffen.
Op de vergadering van jl. Maandag der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw, afdeeling Medemblik en
omstreken, werden na toepasselijke aanspraak van den
voorzitter, de prijzen en getuigschriften uitgereikt voor de
bekroonde voorwerpen, ingezonden op de tentoonstelling,
I aldaar gehouden den 14, 15 en 16 September 1870.
Kenmerkte deze bijeenkomst zich door opgeruimdheid en
vreugde, niet minder deed zij dit door een offer te brengen
op het altaar der liefde. Eene inzameling ten behoeve der
noodlijdenden te Egmond aan zee bragt ruim 40 op.
Na afloop der werkzaamheden namen verscheidene leden
deel aan een gemeenschappelijk diner, dat ruimschoots
werd gekruid door gullen scherts en gepaste vrolijkheid.
Het dagelijks bestuur van Amsterdam heeft het plan
tot reorganisatie der brandweer opgemaakt, hetwelk rust
op de volgende grondslagen. Voortdurende bewaking der
stad, door het vestigen en bezetten van posten op ver
schillende plaatsen. Telegrafische verbinding van die
posten met een centraal punt. - Oprigting van een
betrekkelijk klein korps vaste brandweer. Verbetering
van het materiëel, door vervanging van een gedeelte van
het bestaande door betere brandbluschmiddelen. Afschaf
fing van de geheele bestaande organisatie en, in verband
daarmede, ontslag van het thans dienstdoende personeel.
De kosten van inrigting zijn geraamd op 102,350 en de
jaarlijksche kosten op 88,000.
Door het gezelschap onder directie van Victor Dries-
sens, zal heden avond te Amsterdam ten tooneele worden
gevoerd: Max Iiavelaar, levensbeeld in 2 afdeelingen of
5 tafereelen, met vrije gebruikmaking van Multatuli's
Max Iiavelaar, bewerkt door Henri Baton.
De heer mr. J. T. Buis, te Leiden, lid van den
gemeenteraad aldaar, heeft een voorstel ingediend om aan
de redactiën der dag- en weekbladen aldaar inzage te
verleenen van de stukken, die voor de raadsleden ter
lezing liggen.
De Gemeenteraad te 's Hage heeft, na korte discussie,
met algemeene stemmen besloten, dit jaar, met het oog op
de heerschende epidemie, de kermis niet te houden.
Eene zaak, die gelukkig hoogst zeldzaam voorkomt,
werd jl. Dingsdag ter correctionele regtbank te Rotterdam
behandeld. Een ongehuwde moeder had haar kind, waar
alle ellenden gebraveerd. Moet ik ze opsommen? Parijs aan zijn
krnis genageld, bloedt uit vier ledematen. Die stad, fier als Rome,
stoïcijnsch als Sparta, die de Pruissen niet genomen hebben, heeft
ons een mandaat gegeven, dat haar roem nog verhoogt. Zij heeft
ons gelast tegen de versnippering des vaderlands te stemmen.
Parijs berust in zijn eigen verminking, niet in die des lands.
Parijs berust in den dood, maar niet in de schande. Het geeft
ons dus liet mandaat om Frankrijk in de achting van Europa te
herstellen
Voor Europa geldt het de vraag, of het op nieuw feodaal,
theocratisch, militair zal worden. Want in dit noodlottige jaar
vau concilie en moord...." (Protesten en toejuichingen.) De redenaar
spreekt van den gothischen Paus, die tracht te herleven. (Protesten,
kreten: tot de orde.)
„Als het werk des gewelds, de vrede zonder genade, tot stand
komt, is het met Europa gedaan. Voortaan zullen er slechts twee
volken te duchten zijn: het eene omdat het overwinnend, het
andere omdat het overwonnen is. Van die twee natiën zal de
eerste de heerschappij hebben, d. i. de dienstbaarheid, het solda
teske juk, de verdierlijking der kazerne, discipline overal; een
parlement, getemperd door de gevangenneming des sprekers; een
Keizer van militair maaksel en goddelijk regt, de Byzantijnsche
Gesar en de Germaansche Gesar; het vrije woord gemuilband, ge
kneveld; geen licht, niets dan duisternis. Het andere volk zal het
licht, de vrijheid, de republiek, met het goddelijk regt, maar de
vrije tribune, de vrije pers. het vrije geweten hebben, die weg
wijzers tot eiken vooruitgang; voorts de cliëntéle der verdrukte
rassen, en terwijl Duitschland het hoofd zal buigen onder den
despotischen helm, zal Frankrijk het zijne sieren met de kroon
van het souvereine volk....
Neen, Frankrijk zal niet vergaan, hoe groot de lafheid van
Europa moge zijn.... Vóór alles moet de eer des lands gered
worden. Een schandelijke vrede is een vreeselijke vrede. Wat zal
er uit voortkomen? De haat, niet tegen de volken, maar tegen de
koningen, die zullen oogsten wat zij gezaaid hebben.... Wat
Frankrijk verliest, wordt door de revolutie herwonnen.... Van
morgen af heeft Frankrijk slechts ééne gedachte, die van zich te
reconstitueren.... Weder het groote Frankrijk, het Frankrijk van
1792, het Frankrijk van het denkbeeld en van het zwaard te
worden 1 En dan verrijst het eenmaal, onoverwinnelijk. Het her
neemt Lotharingen en den Elzas, den Rijn, Maintz, Keulen
(Protest en gemor.) Met welk regt protesteert eene Fransche ver
gadering tegen vaderlandsliefde....?"