1871. N°. 39. Vrijdag 31 Maart. 29 Jaargang. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. De Kaarten-Koning. BINNENLAND. De COMMISSARIS DES KONINGS fll 150, ili 0,1 5. kkeli en m en li lel ene In itoff 50, f orde f 2(i HELDERMHË U NIEUWEDIEPER COURANT, „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdaq namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. u franco per post - 1.65. Uitgever AA. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der AdvertentiënYan 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. firoote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. f-r 15 ;ing 'an I in k ïieldn lanl, luwb RW iring 0 in Enge getij aanlii edig fr.ll lil a 111 rrljda. den 31 Maart vertrekt van liler de West- Indische mail over Southainpton. per lantsten trein. Woensdag den 5 April vertrekt van hier de Oost Indische mail via Triest, per eersten trein. Vrijdag den 7 April vertrekt van hier de Oost- Indisclic mail via Brindisi, per eersten trein. in de provincie NOORDHOLLAND, Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat door het verwisselen der sluisdeuren in de schutsluis Willem 111 aan het Noordhollandsch Kanaal, de scheepvaart door sluis zal gestremd zijn van af 11 vermoedelijk tot en met 19 April e. k. Zullende gedurende dien tijd alleen door de schutsluis Willem 1 geschut kunnen worden. Haarlem, 25 Maart 1871. De Commissaris des Konings voornoemd, R O L L. E, en lo.ll 100, ■oonti BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter openbare kennis, dat de Militieraad van het 3de district in Noordholland de tweede zitting zal houden te Hoorn, tn wel voor zoo ver deze gemeente betreft op Woensdag den IJ den April e. k., des voormiddags ten half elf ure, tot het doen van uitspraak omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken en omtrent hen, die als Plaatsvervangers of Nummer- verwisselaars verlangen op te treden. Zij, die het voornemen hebben een Plaatsvervanger of Nummer- rawisselaar te stellen, worden, in hun belang, aangemaand, om zich tijdig ter Secretarie dezer gemeente te vervoegen, ten einde ontrent de benoodigde stukken inlichtingen te bekomen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. den 30 Maart 1871. L. VERHEY, Secretaris. vijl Aai ir bh n de iat lij alzo: en c Historische Novelle door L. Mühlbacii. Vervolg.) ngela Swerkof, getroffen door den deelnemenden toon van Raily, reikte hem de hand en drukte die hartelijk in de zijne. Luister. Men heeft mij gezegd dat spelen tot uwe hartstogten behoort. Gij zult rijk genoeg zijn, om liet tot vermaak, tot ver- alrooijing te kunnen doen, en ik geloof dat het van uw eigen wil afhangt om met het spel dadelijk op te houden en nooit weêr een 211 kaart in de hand te nemen. Maar anders is het met graaf Kutusof. Hij is een hartstogtelijk speler, die, vooral wanneer hij verliest, geen perk of paal kent en geen verstand, geen nadenken bezit. Ik heb hem maanden lang gadegeslagen en ik kan u zeggen dat, als hij verliest, alles voor hem verkoopbaar is en niets waarde heeft voor hem. Gij hebt gelijk, ook ik heb dien hartstogt, den ergsten voor een speler, in hem opgemerkt. Welaan dan, mijnheer, door dezen hartstogt hoop ik mijn vrijheid te herwinnen. Gij zijt een gelukkig speler, ik heb u bijna altijd, 'Is gij met graaf Kutusof speelde, zien winnen. Raily zag glimlagchende naar zijn cassette. Het is waar; ik moet hem voor eenige duizenden roebels aar zijn, Mijnheer, maak dat hij meer aan u verliest en ik zal u de ver loren duizenden met tienduizenden opwegen! Maar neen, ging hij jourt, /vergeef mij, ik geloof niet" dat het u om geld te doen gij bevredigt een luim als gij speelt, bevredig dan nu een edele luim door voor mij te spelen. Tracht den graaf steeds te doen 'erliezen, zoodat hij als zijn baar geld verdwenen is, een kleine "rook lands, die hij aan den oever der Wolga bezit, als prijs inzet. Hot is een klein dorp van naauwelijks vijftig woningen, waar de lijfeigenen van den graaf leven en door het smeden van spijkers hun onderhoud vinden. In dit arme dorp ben ik geboren, daar li behoor ik thuis, als een gedeelte van den grond, die het eigendom "u mijnen meester is. Ik heb den graaf reeds dikwijls door tranen trachten te bewegen mij dit dorp voor millioenen te ver apen, maar hij heeft mij steeds afgewezen. Welaan dan, wat hij mij geweigerd heeft, zal hij u misschien in den hartstogt van het 11 'Pd toestaan. Ja, ik weet zeker dat hij het doen zaiIk zag P'teren nog hoe hij een kostbaren diamant, een oud erfstuk in de li kmilie, op de kaart plaatste en hem met een lach op het gelaat 5 'erloor. Raily hief zijn hand in de hoogte, waaraan die kostbare steen II schitterde. Ja, mijnheer, dat kostbare familiestuk heeft mij inder- huid vreugde veroorzaakt! Ik wil hem dezen avond dragen om ™a graaf toornig te maken, want ik weet dat hij, als hij toornig is, 'peelt hij zonder verstand. Ja, wek zijn toorn op, riep Swerkof, (o ontruk hem dit kleine dorp aan de Wolga. Ik geef u een pnbepaald crediet op mijn kantoor. Als gij verliest moet gij de ■Met verdubbelen! Ik betaal alles! Wint gij slechts voor mij het aarp eu het mag millioenen kosten. HELDER en NIEUWEDIEP, 30 Maart. De meening, als zou na den wederkeer des vredes er gebrek ontstaan aan belangrijk staatkundig nieuws, heeft zich niet bewaarheid. Integendeel, het ontbreekt deu ver- haler der staatkundige geschiedenis van den dag thans zoo min als tijdens den jongsten krijg aan overvloedige stof. Getuige daarvan onze rubriek //Ongeregeldheden te Parijs." Maar behalve die droevige gebeurtenissen in Frankrijk's hoofdstad, zijn er uit ons werelddeel tal van bijzonderheden te vermelden, allen van min of meer belang en velen daarvan ten bewijze verstrekkende, dat wij thans een zeer bewogen tijd beleven. In korte trekken willen wij hier slechts op enkele dier feiten de aandacht vestigen. In Rumanië is de toestand hoogst gespannen. Wel heeft Vorst Karei weder een nieuw bewind weten zamen te stellen, doch daarmede is de haast reddelooze positie der regering niet geholpen. Meer en meer ziet men in, dat de Donau-Vorstendommen nog niet vatbaar zijn voor een zelfstandig bestaan. De Sultan moet van plan zijn om Rumanië door zijne troepen te doen bezetten en als Vorst Karei dan nog niet de kroon heeft nedergelegd, zou die maatregel der Porte hem niet lang meer besluiteloos laten. Uit Italië meldt men, dat de Paus het plan heeft Rome te verlaten, onder protest tegen de handelwijze van het bewind te Florence, en dat Z. H. zich in Tyrol zal vestigen. De toestand van het koningrijk Italië is nog verre van benijdbaar. In de Romagna blijven de geheime genoot schappen in stand en woeden de vereenigingen van moor denaars steeds voort. De financiën des rijks zijn hoogst ongunstig en er is geen crediet. In 10 jaar tijds zijn 75000 hevelen tot inhechtenisneming onuitgevoerd gelaten. In Spanjè is het eveneens verre verwijderd van rozen geur en maneschijn. De Carlisten maken het niet minder lastig dan de republikeinen. De schoone provinciën in het zuiden des lands worden door oproerige tooneelen verontrust en ook in lis^t noorden heerscht gisting in de gemoederen. Te midden van deze en dergelijke gewigtige teekenen des tijds, treedt de arbeiders-kwestie steeds meer op den Raily zag hem met schitterende oogen aan; de wensch van den jongen man lachte hem toe. Het scheen hem bijna een eerezaak te zijn dezen hartstogtelijken speler onder zijn wil te buigen en hij zeide: ik wilde van daag reeds van hier reizen ep naar Duitsch- land, naar Weenen gaan. Maar nu blijf ik hier en ik beloof u, dat ik inijn laatste guinjc op het spel zal zetten of dit kleine land goed te winnen. Maar ik zeg u vooraf, dat ik mij mijn verlies niet terug laat betalen. Ik moet op aarde veel weder goed maken, en ik geloof, dat, wanneer ik uwe ziel los koop, dit voor mij een gelegenheid zijn zal om mijne ziel van menigen last, die haar drukt, te bevrijden; maar ge moet geduld hebben, het kan zijn dat het heden noch morgen tot een beslissend spel komt. Men moet het gelukkige oogenblik afwachten en den gelukkigen dag kiezen. Vandaag zou ik niet rustig genoeg zijn om de kansen te wagen. Maar zoodra het beslissend oogenblik gekomen is, zal ik het u doen weten. Eerst moet men den graaf eenigzins voor bereiden. Reken evenwel op mij. IV. Aan de groene tafel. Twee dagen waren sedert verloopen en Raily had den graaf Kutosof steeds vermeden om hem aan de speeltafel te ontmoeten. Hij had minder dan anders gespeeld en zoo dikwijls hij den graaf in *de speelzaal of in de club zag binnentreden, was hij opgestaan en had gezegd: Van daag speel ik niet meer, het geluk is mij niet gunstig. En dan zag hij met verstoord gelaat den graaf aan. Maar dit ontwijken van den speler had dezen getergd. Als Raily zich verwijderde was Kutusof hem gevolgd en hoe meer hij het spel met den graaf schuwde, des te meer verlangde deze er naar. Nu zult gij mij niet meer ontwijken, zeide hij, toen hij op den derden dag Raily aan de deur van de zaal tegenkwam, gij gaat reeds weder heen nu ik kom. Dat moet ophouden Raily, gij zijt mij nog altijd revanche schuldig. De diamant aan uwe hand ergert mij en herinnert mij steeds aan de revanche! En juist daarom wil ik niet spelen, zeide Raily, ik vind hem zeer mooi en verlang hem te behoudenhij zal voortaan in onze familie blijven. De graaf lachte. Hebt ge familie, mijnheer? ik wist niet dat gij van adel zijt en familiegoederen bezit. Ik hoop ze aan u te danken te hebben, zeide Raily, terwijl bij hem met gloeijendeu blik aanzag. De spelers hadden elkaar verstaan en zij wisten dat het hier een strijd op leven of dood gold, dat wil zeggen, wie van hen beiden geruïneerd zou worden! Gij roept mij tot den strijd, riep de graaf op stouten toon, gij houdt dus eindelijk op met mij te vermijden? Gij geeft mij revanche Als het zoo zijn raoct, welaan dau, ik geef u revanche! Maar ik zeg u vooruit, dat het van daag voor mij een ongeluksdag is en het is wreed van u mij juist heden tot het spel te dwingen. De graaf glimlachte. Het was vroeger wel een ongeluksdag voor mij en tocli speelden wij 1 Kom, laten wij naar de speel tafel gaan voorgrond en vraagt in groote mate ieders belangstelling. Werkstakingen en vergaderingen van werklieden zijn aan de orde van den dag en reeds stelt, men ter bevrediging van gedane eischen, de oprigting voor van een pensioen fonds voor arbeiders, door den staat te grondvesten. Eindelijk valt op te merken, dat de zaak der vrouwen emancipatie niet ophoudt belangstelling op te wekken. Dezer dagen werd te Londen eene meeting gehouden met het doel om de zaak van het kiesregt der vrouwen te bevorderen. Onderscheidene parlementsleden (waarschijnlijk zitten ze wel onder den pantoffel!) spraken in het belang van het toestaan van dat regt aan de vrouw. Men drukte de hoop uit dat Engelands premier, die er niet tegen op ziet van meening te veranderen, ook in dezen wel tot over tuiging zal zijn te brengen van het nut om aan de vrouwen het regt toe te kennen om hen te verkiezen, die bestemd zijn om de wetten te maken, waaraan ook de vrouwen onderworpen zijn. Merkten we in de vorige week, hoe reeds twee onzer plaatselijke vereenigingen op feestelijke wijze een vaarwel aan den winter toeriepen, eergisteren avond gaf het gezel schap Ernst en Scherts zijn afscheid aan den winterkoning. Afscheid nemen is in den regel een bezigheid, waarbij tranen vloeijen en droevige gezigten niet tot de zeldzaam heden behooren. Ernst en Scherts weet dit anders te doen en wel op eene wijze, dat vooral de lachspieren in bewe ging worden gebragt. De opvoering van 't blijspel: Wie is 't? voorafgegaan door een viertal voordragten van dichtstukken, was zeer geschikt om den aanwezigen een aangenamen avond te doen doorbrengen, die met den aan vang van het hal nog geenszins geëindigd was. De berigten nopens den toestand der Koningin van Zweden <jn Noorwegen luiden niet gunstiger. Er is bevel gegeven om in de kerken gebeden voor liet herstel der Koningin op te zenden. Volgens de laatste berigten wordt de toestand erger en is bijna hopeloos. Men verzekert ons, dat Z. K. H. Prins Hendrik met de eerste boot der Maatschappij I/Nederland"welke 15 Mei Hij riep eenige heereu om zicli heen en zij plaatsten zich rond de groene tafel. Raily trok den ring van zijn vinger en legde dien op een kaart, terwijl graaf Kutusof tweeduizend goudstukken op de zijne plaatste. Laat ons spelenRasumowsky, keer de kaarten Deze nam de kaarten, en nu heerschte er een diepe stilte; men boorde slechts het zachte neervallen der kaarten naar regts en links en het langzame afroepen; op harten koning had Raily den diamant gezet en harten koning won. Graaf Kutusof verbleekte en bad reeds plan het geld naar zich toe te schuiven. Raily wenkte afwijzend. Graaf Kutusof glim lachte en legde het dubbele bedrag op de kaart. "Verder spelen, riep hjjj De spelers stonden rondom om den loop van liet spel te volgen. Ten tweeden male viel de koning ten gunste van Raily. Hij glimlachte, maakte een buiging en de graaf legde twee nieuwe rollen goudstukken op de kaart. Verder het spel! En het spel werd voortgezet, langzaam vielen de kaarten naar regts en links, en even langzaam werden zij afgeroepen. Een kreet klonk van de lippen van den graaf, een woeste kreetRaily had verloren, graaf Kutusof had zijn ring en zijn goud teruggewonnen Ja, ik heb hem weder en hoop, dat hij mij niet weder ontnomen worde, maar laten wij het spel vervolgen, mijnheer Neen, ik heb het gezegd en het moet daarbij blijven! Ik zal met u slechts ongeluk hebben! En daar ik niet gaarne uw vriend schap zou willen verliezen, sta mij daarom toe dat ik zeg, nooit meer met u te zullen spelen 1 Hij maakte een buiging, verliet haastig de elub en keerde ook den volgenden dag daar niet weder terug. Maar hoe meer hij den graaf ontweek, des te meer gaf deze zich moeite om hem op te zoeken. Het was een koorts die den graaf aangreep en hem dwong om altijd Raily te volgen, die hem zoo duidelijk vermeed. In alle gezelschappen en salons waar Raily kwam, daar kon men ook den graaf vinden. Welaan dan, mijnheer, zeide Raily, na vier dagen onophoudelijk vervolgen, welaan, gij wilt dan volstrekt spelen, laat ons spelen ofschoon het niet grootmoedig van u is, want ik gevoel dat ik verliezen zal De oogen van deu graaf vonkelden van genoegen. Gij bedriegt u misschien, mijn waarde; ik zal verliezen! Heden nog kom ik in den Engelschen club, zeide Raily, daar zullen wij den strijd beginnen. Slechts ëene zaak moet gij mij beloven: In geval ik alles verlies, moet gij mij een som geven die groot genoeg is om, al is het dan ook bekrompen, naar mijn geboorteplaats terug te keeren. Ik zal duizend roebels voor u gereed houden als gij alles verliest Gij zijt mijne getuigen, mijne heeren! Wij zijn getuigen! riepen de aanwezige heeren en wij zullen ook in den club getuigen zijn. Waarom in den club? riep graaf Kutusof, laten wij in mijn hotel den wedstrijd aangaanMijne heeren en vrienden, ik noodig u allen tegen heden avond in mijn paleis. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1