29 Jaargang. Zondag 9 April. 1871. N°. 43. Uitgever KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. l\ 1 X \1T\L A De Kaar ten-Koning. A. A. BAKKER NOLENPLEIN, N°. 16:1. Cz. u HELDERSCHE IEUWEDIEPER COURANT, „Wij huldigen het goede.' Verschijnt Dingsdaq-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprij» per kwartaal1.30. tt franco per post - 1.65. Bureau: Prijs der a d vcrteu tiën Vau 1t regels fiO cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Zaturdag den 15 April vertrekt van hier de West Indische mail over Southampton, per laatstcn trein. Woensdag den 19 April vertrekt van hier de Oost-Indische mail via Triest, per eersten trein. Vrijdag den 81 April vertrekt van hier de Oost- Indische mail via Brindisi, per eersten trein. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter openbare kennis, dat de Militieraad van het 3de distriet in Noordholland de tweede zitting zal houden te Hoorn, en wel voor zoo ver deze gemeente betreft op Woensdag den 12de n April e. k., des voormiddags ten half elf ure, tot het doen van uitspraak omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken en omtrent hen, die als Plaatsvervangers of Nummer- verwisselaars verlangen op te treden. Zij, die het voornemen hebben een Plaatsvervanger of Nummer- terwisselaar te stellen, worden, in hun belang, aangemaand, om zich tijdig ter Secretarie dezer gemeente te vervoegen, ten einde omtrent de henoodigde stukken inlichtingen te bekomen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. den 30 Maart 1871. L. VERHEY, Secretaris. HELDER en NIEUWEDIEP, 8 April. In hoofdzaak bepaalt zich het staatkundig nieuws uit het buitenland tot de vermelding van interessante bijzonder heden ten aanzien van de gebeurtenissen te Parijs. De berigten, die wij hierachter mededeelen, doen genoegzaam uitkomen, dat de opstandelingen gedurig meer terrein ver liezen en dat binnen kort het einde te voorzien is van een opstand, die in groote mate de jammeren vermeerdert, door den jongsten krijg veroorzaakt. De aandacht is dezer dagen hijzónder gevestigd op den hopeloozen toestand der Donau-Vorstendommen, die de vernietiging hunner zelfstandigheid als met iederen dag tegemoet snellen. Ofschoon sommigen verzekeren, dat vorst Karei zich met geweld zal zoeken te handhaven, mag men veilig vertrouwen, dat hij zich weldra uit het gedrang zal redden, door een vrijwilliger: afstand van de regering. Wat het gevolg zal worden als de Porte en de andere Europesche mogendheden tusschenbeide moeten komen is moeijelijk te voor zien; maar zeker loopt de eenheid van Rumanië groot gevaar. Historische Novelle door L. Mïuilbacii. Vervolg.) Op hetzelfde oogenblik staat de schoone gravin Leonore von Morgenstern, bleek en toornig, in hare kamer en rondom haar eenige vrienden van den graaf Zibin, haar verloofde. Zij hebben haar de verschrikkelijke tijding van zijn verlies gebragt; zij hebben haar gezegd dat graaf Zibin een bedelaar geworden is en dadelijk Mar Rusland is gereisd om den toorn van Keizer Alexander te ontkomen. De vader van de gravin Morgenstern had het haar reeds een oor geleden geboodschapt en gezegd, dat het aanstaand huwelijk onmogelijk geworden is en de hand, die de vaders om hunne tinderen gelegd hadden, voor altijd verbroken is. Maar hierom is de sehoone gravin niet toornig; zij heeft den rijken millionair nooit bemindhaar hart was koud gebleven, maar rij wilde zijne, rijkdommen huwen. Hare familie is arm en zonder middelen en het trotsche hart van de gravin heeft veel geleden, wanneer zij dacht hoe zij onder den sluijer van weelde veel ont bering en geheim verdriet verbergen moest. Daarom heeft zij toegestemd om de bruid en echtgenoote van Jen rijken graaf Zibin te worden en daarom kwetst het haar diep, Jat ze nu deze verwachting moet opgeven. Mijn vrienden, zoo spreekt zij tegen de heeren, en als de godin der wrake staat zij daar, met van toorn vlammende blikken; mijne 'rienden, nu is het oogenblik daar om mij te bewijzen, dat al verzekeringen en eeden van vriendschap werkelijk waar zijn. Ik eisch van u, dat gij mij en den graaf Zibin wreekt aan Jen ellendeling, die hem tot eenen bedelaar gemaakt heeft. Ik leg het wrekende zwaard in uwe handen, straft die Thomas Mly, die het zelf gewaagd heeft zijn oogen naar mij op te slaan, en die mij gisteren een brief heeft durven schrijven, waarin de ellendige speler mij zijn liefde en zijn hand aanbiedt. Gij moet mij wreken, vrienden, gij allen, en gij zult het, met waar? En de heeren, vol verrukking over hare betooverende schoonheid, 'woeren een duren eed, dat zij de wraak van de gravin op zich wilden nemen. Maar hoe en wat moeten wij doen? Wij allen zijn bereid, eveel en wij zullen gehoorzamen! rij zag hen aan met een trotschen lach. Gaat heen, vrienden, en ontneemt hein zijn geheel vermogen, t'jn schatten en jnweelcn waarmee hij pronkt en dat toch niets Onder de Mormonen in Utah heersclit in den laatsten tijd eene andere dan aangename stemming. De heeren regters der Vereen. Staten passen de landswetten in alle gestrengheid toe en brengen daardoor een zwaren slag toe aan het bestaan der veelwijverij. Menige Mormoon heeft thans aan tafel over zich de bedroefde gezigten zijner ver schillende wederhelften, die bemerken, dat het rijk van j het Mormonisme welligt spoedig ten einde loopt. Zr. Ms. scliroefstoomschip Vice-Admiraal Koopman, i kommandant kapt. luit. ter zee B. D. van Troijen, is heden i middag van hier vertrokken, met bestemming naar Oost-Indië. De Goede Vrijdag is gisteren bij de Herv. Gemeente alhier als een kerkelijke feestdag gevierd. Des voormiddags had onder de leiding van ds. Bron de bevestiging van lid maten plaats en des avonds werd het avondmaal in beide kerken bediend. Ook te Huisduinen werden in de voormiddag godsdienstoefening nieuwe lidmaten bevestigd. De heer Kindermann heeft ons verzocht mede te deelen, dat ook op den Tweeden Paa^chdag godsdienst oefening zal gehouden worden in de Evang. Luth. Kerk, des voormiddags ten 10 ure. De 47ste verjaardag van Prinses Sophia, weduwe van den erf-groothertog Karei Alexander August Jan van Saxen-Weimar-Eisenach, zuster des Konings, wordt heden I alhier op de gebruikelijke wijze gevierd. Het Vaderland van Donderdag jl. vermeldt, dat de heer A. L. II. Ising in het begin dezer week in den Ilaag eene voordragt hield. Hij behandelde eene episode uit het leven van den luitenant-generaal der Zeeuw6che admiraliteit Jan Evertsen. Zoowel om haren inhoud als om haren fraaijen vorm, werd deze lezing zeer geroemd. Wij vernemen dat de heer Ising Dingsdag 18 April de vierde leesbeurt in Musis Sacrum alhier zal vervullen en dan hetzelfde onderwerp zal behandelen. Na de pauze zal hij eene kleine novelle van komischen aard voordragen. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft bij circulaire van den 5 dezer, uitgevaardigd aan de commis sarissen des Konings, gewezen op het uitbreken van de veepest nabij Tongeren, in Belgisch Limburg. Hij verzoekt daarin de burgemeesters op het dreigend gevaar te wijzen en hen gereed te doen zijn, om bij onverhoopte vertooning der ziekte in hunne gemeente dadelijk volledig in staat te zijn met spoed te handelen. De toepassing der wet wordt met den meest mogelijken spoed aanbevolen. is dan geroofd goed, ontneemt hem alles! De een na den ander moet tot hem gaan en spelen; straft den geesel van het mensehdom Wij willen het! riepen allen. Vandaag nog zal het gebeuren! Hij heeft ons op een de déjeuner genoodigd. Zij gaf allen de hand. Gaat, vrienden gaat, en eere dengenen die hij mij komt en zegt De straf der wrake is voltrokken, Thomas Raily is een bedelaar! Eu de heeren, aangespoord, bezield door haar woord, kusten haar de hand en snelden toen heen om de taak te ondernemen. De rijke graaf Dolgoratzky bleef een oogenblik achter. Leonore, als het mij gelukt den graaf Zibin te redden, zult gij dan uw hand, die nu vrij is, in de mijne leggen. Een licht rood kleurde de hleeke wangen van de gravin, haar oogen schitterden. Ja, graaf Dolgorutzky, wreekt mij en keer dan terug om mijne liefde te vragen. Gij weet dat deze reeds lang aan u behoort. De jongman snelde de deur uit met van vreugde stralend gelaat en vol hoop. Eenige oogenblikken later waren de heeren hij Raily. Een overvloedig déjeuner, met de zeldzaamste spijzen en duurste wijnen, wachtte hen. Na het maal begon het spel. Glimlagchende bood graaf Dolgorutzky zich aan om liet eerste spel met den beroemden Raily te mogen spelen. Ik smeek u, vrienden, geef mij den voorrang. Een partij Pliarao, sir Thomas Raily, als gij het goedvindt. Hij gaf een genadig knikje, als was het een groote gunst. Ik doe u opmerken, graaf, dat ik nog altijd gelukkig hen. Ik heb tot middernacht gespeeld en gewonnen; het geluk blijft mij dus den geheelen dag gunstig. Laten wij zien of het geluk u niet den rug toekeert, hernam lagchendc de graaf. Kom, een partij Pharao 1 En nu begon het spel. In 't begin rustig, maar hoe meer graaf Dolgorutzky verloor, des te hartstogtelijker werd hij. Ernstig stonden de heeren om hen heen, zagen dreigend naar Thomas Raily, den glimlagchenden speler en naar graaf Dolgorutzky, den bevenden, bleeken jongen man, die duizenden na duizenden verloor. Houd op, graaf, houd op met spelen! riepen de vrienden hem toe. Laten wij de partij overnemen. Neen, dat nooit! Ik wil of geluk en vreugde winnen of sten-en! Verder, Thomas Raily! ik hen u nu mijn vermogen schuldig. Maar hier zijn mijn ringen en mijn horloge. Neem ze, neem ze en speel verder! En zij speelden verder! De Nederlandsclie gezant in Spanje heeft den Koning een schrijven zijner Regering overhandigd, waarin deze Z. M. met diens troonsbeklimming geluk wenscht en den gezant in zijne betrekking bij het hof te Madrid bevestigt. Volgens den thans verschenen staat, telt het Neder- landsch Onderwijzers-Genootschap in Noordholland 33 afdeelingen, 58 honoraire, 44algemeene en 502 gewone leden. Naar aanleiding van de staking der uitgave van het Noorden, roept de Tijd uitZoo rust dan eindelijk het ruwe Noorden De heer van.Manen, tli. dr. te Winkel, komt voor op het twaalftal te Zwolle. Aangenomen het beroep naar Enschedé door den heer F. W. Smits, pred. te Ilellevoetsluis. Jl. Woensdag heeft te Beverwijk het grasgewas langs den Hollandschen ijzeren spoorweg in publieke veiling 95 pCt. meer opgehragt 'dan in het voorgaande jaar. Op de drukkerij van de heeren C. A. Spin en Zoon, te Amsterdam, werd jl. Donderdag een zeldzaam feest gevierd. Een der gezellen, L. Schouwenburg, viel het voorregt te beurt, dat hij gedurende 50 jaren aldaar werkzaam is geweest. Als een bijzonderheid verdient melding, dat 28 gezellen meer dan 25 jaren in dienst van genoemde firma zijn. De Nieuwe Rott. Cour. behelst een eerste artikel over de vraag: ,/Is Nederland nog te verdedigen?» Naar hare vaste overtuiging, is er alle grond voor het vertrouwen, dat wij, zonder verloochening van onzen burgerlijken zin, zonder bovenmatige opofferingen, de noodige kracht kunnen ontwikkelen om onze onafhankelijkheid, ons vrijzinnig staatsleven, onze rijkdommen voldoende te kunnen bescher men. Noch de herinneringen aan de gebeurtenissen, in de jaren 1864, 1866 en 1870 in Deneraarken, Hannover en Frankrijk voorgevallen, nocli een onderzoek naar onze strijdkrachten, zoowel levende als doode, noch een terug blik op onze eigene krijgsgeschiedenis behoeft ons, naar het oordeel der N. R. Ct., één oogenblik aan de regtma- tigheid van dat vertrouwen te doen twijfelen. Zij gaat daartoe de zoo even genoemde gebeurtenissen na, en zij komt, aan het einde van dit eerste artikel, tot de slotsom, dat, oppervlakkig beschouwd, die gebeurtenissen niet veel bemoedigends voor de uitkomst eener verdediging van Nederland opleveren, maar dat zij toch in de onderdeelen nagespeurd, in verhand beschouwd met de weermiddelen, Graaf Dolgorutzky verloor steeds, verloor wat hij op zijn kasteel in de Ukraine aan kostbaarheden en meubelen had, verloor het kasteel en dan ook nog het laatste dat hij bezatr zijn mooije equipage, die voor de deur slond en ook het vierspan schimmels, die eerst gisteren uit Petersburg aangekomen waren. Raily zat steeds met rustig lagchend gelaat. Graaf Dolgorutzky is 'bleek als een lijk geworden en als een stervende verheft hij zich van zijn zitplaats. Alles verloren, gij hebt mij alles ontnomen, Raily, en meer dan ge denkt, mijn geluk en mijn toekomst. Ik ga heen als een bedelaar! Eensklaps verhelderde zijn gelaat. Ik heb nog iets! Gij hebt mij mijn rijtuig, mijn paarden afge wonnen, maar om het tuig en het gebit hebben wij nog niet gespeeldWij spelen om het 'gebit der paarden 1 Hij zonk op zijn stoel neer. Welaan, het zij zoo, zegt Raily met een grootmoedig lachje. Wij zullen spelen om het gebit der paarden. En het spel begon op nieuw. Gewonnen! riepen de heeren. Graaf Dolgorutzky heeft gewonnen' Verder, verderDe paarden en de equipage zijn gewonnen 1 Fortuna keert weer haar aangezigt naar mij toe, ziet gij het Thomas Raily Eu voort, voort gaat het spel, en geen uur is verloopen of graaf Dolgorutzky heeft alles wéér gewonnen, wat hij aan Thomas Raily verloven had. Voort met spelen! voort! Thomas Raily vertoont nog zijn lachje en zijn voorhoofd is onbewolkt. Het geluk is met mij! Hemel, wreek mij aan Raily voor deze benaauwde uren Zoo spreekt graaf Dolgorutzky bij zichzelven, terwijl hij steeds het spel voortzet. Ja, het geluk is met hem, het wreekt hem op Thomas Raily, hem en allen, die hij verleid heeft en uit wier oogen hij tranen heeft doen vloeijen. Het spel gaat steeds voort. Thomas Raily verliest millioenen! hij glimlacht niet meer, op zijn voorhoofd liggen zware wolken. Mijne heeren! ik geloof dat de partij lang genoeg geduurd heeft en als gij het goedvindt, zullen wij nu ophouden, zeide hij. Maar de heeren antwoordden liem met luiden, smadelijkcn lach. Hebben wij u gevraagd om met de party op te houden toen gij den graaf Dolgorutzky alles afgewonnen lmd, behalve het gebit zyner paarden? Verder gespeeld, Raily, verder! liet is een twecstryd tusschen Dolgorutzky tn u! Gij hebt hem tot bedelaar gemaakt, laten wij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1