Marine-Haven Nieuwediep. ALKMA ARSCHE MARKT VAN GISTEREN. ALKMAARSCHE MARKT VAN HEDEN. Sprekende over de door den heer Bruce ontworpen Licensing Bill, geeft de Pall Mali Gazette hare voldoening er over te kennen, dat zoo strenge maatregelen zijn voorgesteld tegen het vervalschen van dranken. Indien zegt de Gazette de Bill geen andere strekking had dan om dit misdrijf te belemmeron, dan reeds zou zij veel bijdra gen om het aantal dronkaards en de jammeren van de dronkenschap te verminderen. De mindere inan zou niet langer bedwelmd worden door een hoeveelheid drank, die zuiver zijnde, geen dusdanige uitwerking zou hebben; hij zou niet vergiftigd worden door inmeugsels, die hem dorstig maken, en hem nopen tot meer drinken; hij zou, in zijn dronkenschap, niet zoo razend wezen, en zijn gezondheid niet zoozeer benadeelen. TV Middleborough vindt men één bierkroeg voor elke zeventig zielen. Het spreekt van zelf, dat een tapper dddr, wil hij bij zulk een concurrentie rekening maken, iet* goedkooper dan bier tegen den prijs van bier moet slijten. Onder de nieuwe Bill nu zullen dergelijke tapperijen onmogelijk kunnen voortbestaan. Tegen de aangegeven uren van sluiting koestert de Gazette bezwaren vooral tegen de bepaling, dat herbergen des Zondags eerst om zeven mogen geopend zijn. Juist in den vooravond heeft de burgerman meer behoefte aan zijn glas bier, en kan hij het onschuldiger gebruiken, dan op zijn namiddag wandeling. Liever wenschte de Gazette, dat alle kroegen des Zaterdagsavonds reeds om tien uur gesloten werden, opdat den werkman minder gelegenheid zou overblijven tot het verbrassen van zijn pas ontvangen weekgeld. Dnitsclilanil. Prins Bismarck heeft op den lsten April 11., zijn 56ste~n verjaardag, zulk een stapel adressen, kaartjes en brieven van gelukwensching ontvangen, dat hij van de Duitsche kanselarij drie ambtenaren heeft laten komen, om die stukken en brieven te rangschikken. Het zal eenige dagen duren eer die mannen met hunnen arbeid gereed zijn, en dan moeten zij aan het beantwoorden. Tusschen Biesenthal en Neustadt is jl. Vrijdag de trein, die ten 7 ure van Berlijn vertrok, uit het spoor geraakt. Vier reizigers werden gedood, 14 tot 20 gekwetst. Treffend was het te zien hoe een landwehrman en zijne vrouw dood in elkanders armen gevonden werden, in welke houding zij in de eerste vreugde van het wederzien waarschijnlijk gezeten hadden. Zij waren verpletterd ge worden. De vrouw was den terugkeerenden echtgenoot tot Berlijn tegemoet gereisd en vond nu den dood aan de zijde van hem, voor wiens leven zij gedurende den oorlog Toorzeker vaak genoeg gesidderd had. De vice-admiraal Tegethof is gisteren morgen te Weenen na eene korte ongesteldheid overleden. Ongeregeldheden te Parijs. De verleden Zondag aangevangen krijg tusschen het in Parijs heerschende bewind en 's lands gouvernement is Dingsdag voort gezet; doch, te oordeelen naar onderscheidene berigten, heeft hij dien dag evenmin als op de vorige eene gunstige uitkomst voor de commune van Parijs opgeleverd. Te Yersailles vleit men zich met de gedachte dat elke dag strijdens onder zulke omstandigheden den moed van het krijgsvolk der commune verminderen, en daaren tegen het leger in zijne verknochtheid aan de zaak van orde en wet sterken zal. De heer Thiers heeft aan de prefecten, procureurs-generaal en andere autoriterten eene dépêche gezonden, waarin hij de nederlaag der opstandelingen ter hunner kennis brengt. Aan het slot van dat stuk zegt hij: Tiet gevecht is geëindigd met de overhaaste vlugt der oproerlingen in de rigting der redoute van Chatillon. Aan hunne verstrooijing en wilde vlugt is het te danken, dat het aantal dooden grooter is dan dat der krijgsgevangenen. Dit gevecht, hetwelk deze door boosdoeners aangevoerde verblinden op een groot verlies is te staan gekomen, zal beslissend zijn voor het lot van den opstand. Alles doet hopen, dat deze zijne onnragt weldra zal gevoelen en Parijs spoedig verlost zal zijn. De minister van Binnenl. Zaken heeft zijnerzijds den 4 dezer de volgende dépêche aan de prefecten gerigt: De opstandelingen van Parijs zijn gisteren ochtend in grooten getale uitgetrokken, en hebben zich in verscheidene kolonnes, met artillerie, op weg begeven naaT Yersailles. Zij zijn op alle punten geslagen en hebben een aanzienlijk verlies geleden. Flourens is in het gevecht gedood. Het leger is vol geestdrift. Het heeft zich bewonderenswaardig gedragen en wenscht niets liever dan voor goed af te rekenen met de oproerlingen, wier streven, dat thans aan het licht is gekomen, alle eerlijke lieden tegen de borst stuit. De volgeude officiële dépêches zijn uit Versailles verzonden: „3 April 9 ure 's avonds, Opgewonden door den strijd van gisteren, hebben de opstandelingen op de nederlaag van Courbevoie revanche willen nemen en zijn zij op Nanterre, Rueil en Bougival opgerukt. Tegelijkertijd rukte een kolonne uit het noorden op Bezons, Chiiton en Croissy aan. l)e Mont-Yalérieu opende reeds bij het krieken van den dag zijn vuur op de kolonnes en iedere kogel, die op hen neerkwam, joeg de troepen die geraakt werden op de vlugt. De opstandelingen hebben een wijkplaats gezocht in Nanterre, Rueil en Bougival en getracht onze positiën aan te tasten. De brigades Garnier, Dandel en Dument, met tfree reserve- batterijen, hebben levendig gevuurd en hen genoodzaakt te wijken. Daar generaal Vinoy, die mede aangerukt was en regts door de cavallerie van generaal Depreuil werd geflankeerd, de opstandelingen dreigde in te sluiten, hebben dezen zich in wanorde verspreid en het terrein, met hunne dooden en gekwetsten bedekt, ontruimd. Het was een verschrikkelijke nederlaag. Op hetzelfde oogenblik en aan het tegenovergestelde uiterste van het slagveld, vielen de opstandelingen, in de rigting van Sèvres, Mcudou en Petit-Bicêtre in groote getalsterkste aan. Op die punten ontmoetten zij de brigade la Mariouze en de infanterie van het gendarme-corps. Deze laatsten zijn Meudon binnengerukt en hebben zich met bewonderenswaardige dapperheid gedragen. Zij hebben de insurgenten verjaagd, die een groot aantal dooden in de straten van Meudon hebben achtergelaten. Regts hebben de troepen van generaal Bruat en de brigade Roerat van de divisie Faron, Petit-Bicêtre genomen onder de oogen van admiraal Pothuau, die zich derwaarts had begeven en ben leidde De dag is geëindigd met de verwarde vlugt van de opstandelingen naar de redoute van Chatillon. Door hun uiteendrijving en over. ijlde vlijgt zijn er meer dooden dan gevangeucn. Deze dag, die groote verliezen zal hebben berokkend aan die door boosdoeners geleide verblinden, zal beslissend zijn voor het lot van den opstand. Alles doet hopeu, dat hij weldra zijn onmagt zal gevoelen en Parijs van zijn tegenwoordigheid zal verlossen. A. Thiers." 2°. Van den minister van Binnenl. Zaken aan de prefecten „De Parijsche opstandelingen zijn heden ochtend in grooten getale uitgetrokken en hebben zicli in onderscheidene kolonnes, met artillerie, naar Yersailles begeven. Zij zijn op alle punten op de vlugt geslagen en hebben ernstige verliezen geleden. Flotirens werd in den strijd gedood. Het leger is vol geestdrift, het heeft zich bewonderenswaardig oed gedragen cn geeft zijn plan te kennen om het voor goed met die partijgangers klaar te spelen, wier thans ontmaskerd gedrag alle fatsoenlijke Heden tegen de borst stuit. Ernest Picard.,, Men schat het getal gedoode en gewonde nationale garden in de gevechten bij Neuilly, Courbevoie en Piteaux op 1000. Zij hebben zich zeer laf gedragen. Een chirurgijn-majoor, Pasquier, die ongewapend gewonden verpleegde, is door hen vermoord. De bekende Lnllier, die door zijne mede-oproerlingen als reac tionair gevangen is genomen, geeft in den Rappel verslag van zijn gedrag, tijdeus hij kominandant was van alle beschikbare strijd krachten der nationale garde, waartoe hij door het Centraal Comité was aangesteld'. Met 12 nationale gardeD en 3 ordonnans-officieren vertrok hij van de plaats waar het Comité zitting hield en schaarde alle bataillons, die hij op zijn weg vond, aan zijne zijde. Met gevaar van zijn leven maakte hij zich van 18 op 19 Maart meester van het stadhuis, de prefectuur van politie en het plein der Tuileriën. Het stadhuis werd door hem in een verschanst kamp veranderd. Toen hij echter een voorzigtige staatkunde had aangeraden, en tot vier malen toe op de vrijlating van generaal Chanzy had aangedrongen, werd hij verraderlijk gevangen genomen. Karakteristiek is zijn verklaring, dat hij in de vijf eerste dagen van den opstand in het geheel uur geslapen, 3 maal gegeten, 28 uren te paard gezeten heeft, en niet minder dan 25,000 militaire orders heeft uitgevaardigd. Lullier schrijft over zijne ontvlugting uit de gevangenis aan Rochefort, wiens trouwe vriend hij zich noemt: „Van welken laaghartigen aanslag ik het slagtoffer ben geweest, weet gij. Eigendunkelijk op last van het comité gearresteerd, werd ik in de gevangenis van de prefectuur van politie geworpen en buiten toegang gesteld, op hetzelfde oogenblik, dat Parijs zoozeer behoefte had aan mannen, die weten te handelen, en aan militaire specialiteiten. (Lullier is namelijk van ex-luitenant ter zee, met een enkele pennestreek van het comité of van hem zeiven, tot generaal benoemd). De bewaarplaats in de prefectuur van politie wordt veranderd in een staatsgevangenis, en de strengste voorzorgsmaatregelen worden er jegens de gearresteerden genomen. In weerwil hiervan heb ik, gevolgd door mijn secretaris, gelegen heid gevonden om ongemoeid den drempel mijner cel, waar ik in het oog gehouden werd, te overschrijden, twee binnenplaatsen, die door een twaalftal opzigters bewaakt werden, over te gaan, drie gegrendelde deuren voor mij te doen ontsluiten, en mij door alle ambtenaren der prefectuur militaire eer te doen bewijzen. Op dit oogenblik heb ik twee honderd vastberaden mannen, die mij tot wacht dienen, ter mijner beschikking, en drie geladen revolvers in den zak. Al te lang reeds ben ik onnoozel genoeg geweest, om zonder wapens en zonder vrienden te reizen. Thans heb ik mij vast voor genomen, om den eersten den besten, die mij zou willen gevangen nemen, een of meer kogels door het hoofd te jagen. Ik verberg mij niet. Ik wandel openlijk op de Boulevards." Woensdag morgens 11 ure). Het Journal Officiel behelst de volgende proclamatie aan het volk van Parijs „Burgers! De commune van Parijs twijfelt niet aan de over winning. Krachtige maatregelen zijn genomen. De dienst was wel een korten tijd in verwarring tengevolge van afval en verraad, maar zij is thans georganiseerd. De uren zijn nuttig besteed voor uwe aanstaande zegepraal. De commune rekent op u, zooals gij op baar kunt rekenen. Weldra zal den royalisten te Versailles niets overblijven dan de schande hunner misdaden; aan u zal de onver gankelijke eer belmoren Frankrijk en de republiek te hebben gered. Nationale garde, de commune wenscht u geluk en verklaart, dat gij u verdienstelijk hebt gemaakt jegens het vaderland." De heer Cluseret kondigt aan in eene proclamatie van 4 April, dat de marsch-compagnien onmiddellijk gereorganiseerd zullen worden. De officieren, onderofficieren en soldaten, die soldij ontvangen, zullen uittrekken op den 7den April. In het Ohamp de Mars zal een revue gehouden worden door de leden der commune. Alle ongehuwde burgers van 17 tot 35 jaren, de verlof hebbende mobile garde en alle militaire of burgerlijke vrijwilligers zullen gevoegd worden bij de bataillons, die ten krijg zullen uittrekken. ('s morgens 11 n. 30 m.) Het plateau van Chatillon is heden ochtend nog altijd in handen der troepen van Yersailles, die er batterijen hebben opgeworpen, waarmede zij onophoudelijk schieten op de forten Issy, Vanvres en Meudon. Het beschieten begon heden ochtend ten 2 ure en wordt nog steeds voortgezet. Gisteren na den middag heerschte de grootste verwarring in liet fort Issy. Het Comité zendt steeds versterkingen naar het terrein van den strijd. In het gevecht, dat gisteren plaats had, waren de insurgenten verpligt de batterij van Val Fleury prijs te geven; zij hebben zich teruggetrokken en in de huizen van Vanvres en Issy verschanst. De troepen van Yersailles hebben vervolgens een batterij bij Chalets opgeworpen. Sedert gisteren heeft tusschen Meudon en Courbevoie geen enkele botsing plaats gehad. 600 zouaven en gendarmes te paard bezetten Bougival. De loopende geruchten luiden eenstemmig, dat de dag van gisteren minstens even noodlottig was voor de insurgenten als Maandag. 6 ure 's avonds. Het Journal Officiel der Commune behelst eene proclamatie, waarin gezegd wordt, dat de bandieten van Versailles de krijgsgevangenen vermoorden. Geen uur gaat voorbij, of er worden berigten van soortgelijke gruweldaden ontvangen. Wie de schuldigen zijn, is bekend; het zijn de gendarmes van hel keizer rijk, liet zijn de koningsgezinden. Het gouvernement van Ver sailles stelt zich op die wijze buiten de wet. Indien het zoo voortgaat, dan zullen represailles worden genomen. Indien de vijanden der republiek dc gebruiken met voeten blijven treden, die tusschen beschaafde volken in oorlogstijd worden in acht genomen, indien nog een enkele soldaat der Commune, na in handen des vijands te zijn gevallen, wordt vermoord, dan zal een gelijk of een dubbel getal krijgsgevangenen der Commune worden gefusilleerd. Het volk, edelmoedig en regtvaardig zelfs dau wanneer het in woede ontsteekt, heeft een afschuw van het plengen van bloed, heeft een afschuw van den oorlog. Maar op de Commune rust de pligt hare verdedigers in bescherming te nemen tegen de woeste aanslagen harer vijanden. Hoe ongaarne dan ook, het zal voortaan zijn: oog om oog, tand om tand! De Times behelst de volgende dépêche dd. 5 dezer, van haren Parijschen correspondent: Het gevecht is den ganschen nacht aan de voorposten voortgezet. De troepen der commune, die gisteren van Chatillon verjaagd zijn, hebben de stelling niet kunnen hernemen. Heden ochtend is het vuur uit de forten Issy en Vanvres tegen Chatillon weer begonnen. De strijd is hervat en onophoudelijk wordt appèl geslagen. Doch de opkomst van de troepen der commune is niet groot. Er is eene ligting van alle manschappen tusschen 17 en 35 jaren uitgeschreven. Een opgewonden proclamatie is aan de muren der hoofdstad aan geplakt. Zij heeft een slechten indruk teweeggebragt. Aan de gemeenschap tusschen Parijs en Versailles is niet meer te denken. De kerken la Madaleine en Assoinption zijn geplunderd. De commune heeft de paarden van den internationalen ambulance dienst opgeëischt; maar deze zijn haar geweigerd. De aartsbisschop van Parijs is gearresteerd. De manschappen beneden 45 jaren mogen Parijs niet verlaten. Dit is openlijk afgekondigd. De Commune, die reeds de onhandigheid heeft gehad van door rekwisitiëu de vischvrouwen tegen zich in te nemen, heeft nu ook de Compagnie des pompes funèbres 100,000 francs laten betalen. Nog een stap verder op dien weg en de dooden komen aan de beurt! Bij een boekverkooper is op last van de Commune voor 2000 francs aan werken over strategie en andere militaire vakken in beslag genomen. Die boeken moeten dienen om de geïmprovi seerde generaals, als den drukker Bergeret, den machinist Duval en den journalist Flourens bekend te maken met de kunst van oorlogvoeren. De zwakheid der commune als het op daden aankomt, blijkt ten duidelijkste uit de hevige taal, die hare proclamatiën en officieuse organen voeren. In een proclamatie aan de nationale garde zegt zij „De royalistische z.amenzweerders hebben ons aangevallen. In weerwil van onze gematigde houding, hebben zij ons aangevallen. Daar zij niet meer op het Frauscjie leger kunnen rekenen, hebben zij den aanval beproefd met de Pauselijke zouaven en de Keizer lijke politie. „Niet tevreden met de gemeenschap der departementen af te snijden en vergeefsehe pogingen te doen om ons door den honger te bedwingen, hebben zij tot het uiterste toe de Pruissen willen navolgen en de hoofdstad gebombardeerd. Heden morgen hebben de struikroovers van Charelte, de Ven- déeërs van Cathelineau, de Bretagners van Trocliu, ondersteund door de gendarmen van Valentin, het weerlooze dorp Neuilly met schrootvuur en granaten vernield en den burgeroorlog aan onze nationale garden ingeleid. Er zijn dooden en gewonden gevallen. Gekozen door de bevolking van Parijs, is het onze pligt de groote stad te verdedigen tegen de schuldige aanvallers. Met uwe hulp zullen wij haar verdedigen." De Cri du Peuple rigt zich tot de vrouwen :T „Laat ons aan Versailles gaan zeggen, zoo wakkert Jules Vallés de dames de la halle aan „dat de vergadering het regt te buiten is gegaan en Parijs niet." Het hevigste misschien van allen laat zich Henri Rochefort uit in de Mot d'Ordre: „Thiers," schrijft hij, „de medepligtigen van alle monarchale schandalen, die sedert veertig jaren plaats vonden, droomde er van op zijn ouden dag moordenaar te worden. De regering heeft hiertoe de gelegenheid geschonken. Eigendommen zijn de in asch gelegd, kinderen in stukken geschoten door zijne bommen. Het spreekt van zelf dat van het eerste kanonschot af, dat hij op Parijs heeft gelost, deze schurk vogelvrij is verklaard. Ziehier hoe Flourens aan zijn einde is gekomen: Hij had met zijne mannen des morgens het stadje Rueil bezet, waar hij zich trachtte af te sluiten. Maar een patrouille van gendarmen, belast met een verkenning, wist de Seine over te trekken en vertoonde zich onverwacht voor het station waar Flourens, door onderscheidene officieren begeleid, van een inspectie terugkeenle. Zich nu plotseling voor den vijand geplaatst ziende, trok Flourens ziju revolver en bragt bij een der gendarmen een vrij ernstige wonde toe. Dadelijk werd hij door zijn adjudanten omgeven. Er ontstond een gevecht met de blanke sabel en Flourens viel spoedig neêr, doodelijk in den nek getroffen door twee sabelhouwen. De officier die de patrouille kommandeerde, had hem gedood.,, Op den dag van de afkondiging der commune te Parijs hebben 50 der benoemde regeringsleden op het stadhuis aan een feestmaal deel genomen. De spijzen werden opgediend in zilveren schotels, door bedienden in livrei gekleed. Een aardig begin voor socia- listïsch-democratische werklieden, die gelijkheid prediken. LAATSTE UHiHtiTEV. Parijs, 7 April, {des ochtends). De nacht is rustig voorbijgegaan; het artillerievuur is gestaakt. Gezagvoerder. Bestemming. S.S.Tresling. Batavia. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart Aankomst. Vertrek. Schip. 2 April. Otto. 3 7 April. PrincessWoronzoff. G.G.Scoporrieh. Middell.Zee. 5 6 Antje. C. Julius. Batavia via Cardiff. 5 6 Bastiaan Pott. L.vanRooseudaal. Binnengokomon Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor Herkomst. 7 April. Ondine.' J. A. Takes. Zur Miihlen S: Co. Bordeaux. Binnengekomen Schepen bestemd hunno lading in de Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Carbon. G. Reston. Newcastle. Steenk. Zur Mühlen 8i Co. St. Mattliew. J. Watson. Seaham. Duinker&Goedk. Aangevoerd 63 stapels Kaas, wegende 11832 kilogrammen. Prijzen: Kleine f 33, Commissie f 28,50. Middelbare f 28,50. Laagste prijs f 20, Ter Graanmarkt bedroeg de aanvoer ruim 1000 hectol., waar onder 120 Tarwe, 50 Rogge, 320 Gerst, 500 Haver en 30 Boonen. Bij lustelooze markt is gedaan: Tarwe f 11,50, Rogge f 8,50, Gerst f 6,75 a 7,75, Haver f 4,60 a 5,50, Paardenboonen f 9. 7 Paarden bov.'tjaar f 30a 80 Veulens - a 2 Koeijen -175al85 Vette Kalveren - -a 78 Nuchtere dito - 3^a 9 j 603 Schapen - 15a 32 Lammeren - a YctteVarkens.pK.G.f a 110 Magere dito - 10a 25 260 Biggen ben. 10 w.- 5a 9 12 Bokken en Geiten - 4a 6 4 Kleine dito c 70a 90 1 Ezel f 24a Boter, per 0.630 K.G. c 85a 90

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 3