1871. N°. 46. Zondag 16 April. 29 Jaargang. Nieuwe Couranten, Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. PKOYIHCIAIE WATERSTAAT YAM KOORDHOLLMD. AANBESTEDING. BINNENLAND. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT, ,,W ij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatuedag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. tt franeo per post - 1.65. Prijs der AdvertentiënVan 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Woensdag den 19 April vertrekt van hier de Oost-Indische mail vla Triest, per eersten trein. Vrijdag den 81 April vertrekt van hier de Oost- Indische mail via Brindisi, per eersten trein. Zondag den 30 April vertrekt van hier de West- Indische mail over Southampton, per laatsten trein. De VOOBZITTEB van den BAAD der gemeente HELDEB brengt ter openbare kennis, dat DE RAAD ZAL VERGADEREN op Dingsdag den 18 April 1871, des avonds ten ZEVEN ure. Helder, De Voorzitter voornoemd, den 14 April 1871. STAKMAN BOSSE. fijnten ter behandeling: 1, Benoeming van Leden Stembureau. 2. Aanbieding van Jaarlijksche Verslagen 1870. 8. Financieële regeling voor het Weeshuis. 4. Adres om toelage aan het Artillerie-Vrijkorps. 6. Verzoek om gebruik eeuer School tot Zondagschool. 6. Financieële regeling Schutterij 1870. 7. Aangelegenheid van het Postkantoor. 8. Beraadslaging al of niet houden der Kermis. 9. Mededeeling van ingekomen stukken. Op Donderdag den 27sten April 1871, des namiddags ten half drie ure, zal aan het lokaal van het provinciaal bestuur van Noordholland te Haarlem, bij enkele inschrijving worden aanbesteed: a. De duinbeplanting en bet stellen van rietschut tingen op Texel en den vasten wal van Noordholland, in drie perceelen. b. Het leveren van zetsteen voor de Heldersche zeewering, het opruimen van de provinciale oever- werken aan het IJ, het vervoeren van de afkomende steen en brik naar en het bestorten van de Hel dersche zeewering, in twee perceelen. De bestekken zijn, tegen betaling van 20 cents per exemplaar, verkrijgbaar aan hel lokaal van het provinciaal bestuur voornoemd, «an het bureau voor buitenlandsche paspoorten op het stadhuis te Amsterdam en bij den Opzigter van den Waterstaat W. Ph. DE K1UFIJFF, te Helder. Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den Hoofd-' ingenieur van den Waterstaat te Haarlembij den Ingenieur j. M. F. WELLAN te Alkmaar en bij den Opzigter W. Ph. DE KRUIJFF te Helder. Wij worden met papier overstroomd; de tijd, dat alles wat gedrukt was, waar heette, is lang voorbijthans veeleer is het latere spreekwoord: vliegen alsof 't gedrukt was", een deel der volksovertuiging geworden. De kritiek ontziet piets, dit is haar regt; maar dikwerf gaat zij daarbuiten, zoo als ze doet wanneer ze de verdedigers eener bestredene meening als onwetenden, als lieden ter kwader trouw voorstelt. We willen onze tegenstanders, omdat zij iets drukken lieten, geen leugenaars heeten, inaar behoeven hen dan toch ook niet, alleen omdat zij den letterzetter werk gaven, als profeten der absolute waarheid te begroeten. Wij zullen trachten te blijven binnen de grenzen der kritiek, als wij spreken over een paar bladen, die de jongste weken op onze schrijftafel wierpen. Twee uitersten! «De Vrijheid", een orgaan voor het volk, op het aller ongelukkigst titelvignet zet een inisteekend mannetje zijn voet juist op het woord volk, dat is eene zeker toevallige ironie en «Ons Recht", weekblad gewijd aan opvoeding en onderwijs volgens den geest der R. C. kerk. 't Is een teeken des tijds, dat die beide bladen ongeveer terzelfder tijd het licht zagen. Het democratisch-socialistisch repu- hlikeinsch blad, dat het heil des volks zoekt in onbeperkte vrijheid, en het katholieke orgaan, dat alleen heil verwacht van de absolute gehoorzaamheid der leeken aan de kerk Maar het is een goed teeken, een bewijs, dat in Nederland alle meeningen vrij zijn; mag men er aan de eene zijde oit afleiden, dat de titel van de «Vrijheid» niet gelukkig gekozen is, als zoude de redactie slechts willen verkrijgen, vat He Nederlandsche grondwet haar reeds toestaat, aan de andere zijde blijkt er uit, dat de mannen van het autoriteitsgeloof het niet altijd versmaden de wapenen hunner tegenstanders: openbaarheid, discussie en de pro paganda der drukpers, over hunne rusting aan te gorden en daarmede te strijden. Da «Vrijheid* stelt zich voor de sociale kwestie op te lossen. Jammer maar, dat zij daartoe ongeveer het eenige middel kiest, waarvan het bewezen is, dat het niet baten han. Zij schijnt het orgaan te zijn der Internationale. Voorloopig hebben de Utrechtsche werklieden over dien bond goede justitie gedaan, maar daarmede is de vraag niet opgelost. Die blijft bestaan. De toestand, waarin de meeste werklieden verkeeren, is ongunstig; hun loon is niet evenredig aan hunne behoeften, daaraan is niet veel te doenmaar het is tevens niet evenredig aan de waarde van den verrigten arbeid, dat kan en moet worden veranderd; maar hoe? De maatschappij is gegrond op eeuwige wetten, de wet van vraag en aanbod werpt geen weekblad omver, zelfs niet door de republiek te predikengeene revolutie zelfs niet, zoo als in Parijs, eene groote plunderpartij te organiseren, en de vermogenden te bestelen; natuurlijk wordt dat leelijke woord niet gebruikt, en daarvoor de een of andere communistische term gebezigd. Die wetten hebben de maatschappij gemaakt, zooals ze thans is. Ze staan dus de lotsverbetering van den werkman niet in den weg. Niemand mag toch ter goeder trouw ontkennen, dat deze in het algemeen genomen eisch elke eeuw belangrijk is vooruitgegaan. Van lijfeigenen spreken wij niet eens, maar hoe ellendig was niet tot voor deze eeuw het lot van den werkman, die geen geld genoeg had om zijne opname in een gild te betalenwaar zijn die vreeselijke ziekten, de zwarte pest, gebleven, die uit gebrek en onreinheid voortgekomen, als met regelmatige tusschenpoozen de armere bevolking van geheele steden wegmaaide? Waar nog heerscht in Europa bepaalde hongersnood, zoo als die voor twee eeuwen een gewoon verschijnsel was Die toestand is dus veel verbeterd, maar niet in dezelfde mate als die der meerbevoorregte klassen. Waarom niet en door wiens schuld? ziedaar de vragen, die moesten worden onderzochtmen moet toch eerst de kwaal grondig kennen, alvorens er sprake van kan zijn, om geneesmiddelen te vinden. Het komt ons voor, dat het nieuwe orgaan de «Vrijheid" tot die groote massa's van volksvrienden behoort, die een onderzoek naar die vraag overbodig achten, die hun antwoord reeds van te voren gereed hebben, die een voudig beweren, dat de vermogende standen den werkman uithongeren en uitzuigen, die zich van de moeijelijkheid afhelpen met een paar holle phrases over den strijd tus- schen kapitaal en arbeid, over uitputtende concurrentie, enz. Met zulke voor overtuiging onvatbare lieden is eigenlijk geen discusie mogelijk. Uitermate geschikt om de volks- hartstogten op te winden, reusachtige werkstakingen te organiseren en den strijd tegen de rijken te prediken, brengen zij het gewigtigste vraagstuk van deze eeuw, dat de hoofden en harten van alle staatslieden en weldenkende burgers moest bezighouden, geene schrede verder. Hunne pogingen hebben reeds dadelijk dit groote nadeel, dat zij beginnen met de finantiën der werklieden te verminderen, met de contributiën hunner vereenigingen, de reiskosten van presidenten, secretarissen en allerlei nuttelooze zelf geschapene autoriteiten, zonder dat er eenig ander nut van te verwachten is, dan dat een deel der opgebragte penningen bij de eene of andere bevolene werkstaking als karige uitkeering in de zakken der leden terugkeert. Wij voor ons gelooven, dat er voor de sociale vraag geen universeel geneesmiddel bestaat, wij stellen geen de minste vertrouwen in de malz-excract-republiek van het «Vrijheid» en consorten. Wij zien voor de toekomst alleen' heil in het behoud van het bestaande, mits dat zorgvuldig en onafgebroken verbeterd worde; verbeteringen in ons belastingstelsel, in ons strafregt, in ons dienstbodenregt, in de toepassing van liet beginsel, orn den arbeider behalve zijn loon, aandeel in de winsten des ondernemers te geven, in goedkoop en goed, theoretisch en professioneel onderwijs, in de beginselen van associatie en coöperatie; in andere verbeteringen tegelijkertijd, die van den werkman zelf moeten uitgaan; of hebben, om een enkel voorbeeld te noemen, dominees, hulponderwijzers en arbeiders een wettig privilegie om te trouwen en een huishouden te hebben voor zij dat behoorlijk in de toekomst kunnen onderhouden, al hebben zij voorloopig dan ook voor twee personen eten en drinken? Zooals onze maatschappij is ingerigt, is er voor alle standen, de zoon van den minister staat daarin gelijk met den zoon van den arbeider, maar ééne keus, of landverhuizer, of tot het dertigste levensjaar sparen en kennis vergaderen, alvorens een huwelijk aan te gaan. Dat is jammer, misschien treurig voor verliefde harten, maar aan die noodzakelijkheid zijn wij allen onderworpen, en die zich daaraan onttrekt, en de arbeider doet het in den regel, heeft geen regt de gevolgen zijner onvoorzigtigheid op de maatschappij tq werpen. Voorzeker er moet veel voor den arbeider gedaan worden, en hij zelf moet veel doen, en ieder die een steen wil aandragen tot het fundament waarop eens 's mans welvaart rusten zal, begroeten wij met warmte. Maar voor de school der Internationale, de uitvinders der onfeilbaarheid des volks, en van het antagonisme der belangen van de verschillende standen, voor de politieke revalenta-verkoopers met hun universele republiek, voor de speculanten op de ijdelheid en begeerlijkheid der menschen, voor hen hebben wij geen enkel woord van sympathie, en van harte verheugt het ons te zien, dat de verstandige Nederlandsche werkman er over denkt, zoo als wij, en hij alvorens zijne meeningen uit Parijs en Londen te laten komen, de handen uit den mouw wil steken om eens te beproeven of op Nederlandschen bodem niets beters kan groeijen dan communistische droomerijen, die toch nimmer kunnen voeren tot datgene, waarom het ons allen te doen is: goed loon voor goed werk! Meer sympathie hebben wij voor het tweede blad, dat wij in den aanvang noemden. Toch zal het geen onzer lezers twijfelachtig voorkomen, dat wij ons met geen enkele regel behalve misschien in de advertentiën der twee nu uitgekomene nummers zouden kunnen vereenigen. Maar met de openhartigheid, waarmede dat blad zijne eischen ten opzigte der neutrale scholen verklaart, hebben wij van harte vrede. Wij achten zulk een blad noodig in den tegenwoordigen toestand onzer politiek. Een blad, dat de 48ste stelling van den syllabus aan het hoofd draagt als motto, dat met goedkeuring der hoogere geestelijkheid wordt geredigeerd, dat reeds in haar tweede nummer ronduit zegt: «Men is katholiek of men is het niet. Is men katholiek, dan neemt men ook zonder eenig voorbe houd alle leerstellingen, beginselen en uitspraken der katholieke kerk aan», zal er zeer veel toe bijdragen om op dat tweeslachtig gebied, het kerkelijk-politieke, nu eindelijk eens licht te brengen. Wij, niet-ingewijde cou ranten-lezers, weten toch niet, waaraan wij ons te houden hebben, wat er is van de geprezene eenheid der katholieke kerk; wij, die zien hoe Döllinger, Hyacinthe, en pater Gratry door duizenden worden gevierd, die Willem de Vrij lezen in de «Nieuwe Rotterdammer», Hugenpoth's schoone arbeid in de «Gids» bestuderen, en daarnaast leggen de uitspraak, die zoo even werd aangehaald, waardoor al zulke mannen buiten de Katholieke gemeenschap worden gesloten, wij zijn vol verwachting dat ons thans de elementen tot een zelfstandig oordeel zullen worden verschaft. Wij ver- meenen, dat de wijze waarop «Ons Recht» zijne beginselen stelt, velen in den lande tot nadenken dwingen, en noodzaken zal om partij te kiezen, al ontveinzen wij ons niet, dat de reactie tegen deze ultra-consequente theoriën niet kan uitblijven, en het nieuwe blad niet zal toebrengen om de polemiek over de schoolkwestie aangenamer van toon te maken HELDER en NIEUWEDIEP, 15 April. In Duitschland is men niet blind voor de groote gevolgen, die de versnelde gemeenschapsweg naar China en Indië door het Suez-Kanaal hebben zal voor den wereldhandel ook daar poogt men er partij van te trekken. Door groot handelaars te Hamburg is het plan ontworpen om een stoomvaart van daar op China te openen, en reeds is men zoover met de uitvoering er van gevorderd, dat weldra een stoomboot de nieuwe dienst openen zal. Dit stoomschip is in Engeland gebouwd, het draagt den naam Sédan, het heeft eene laadruimte van 1000 ton en als dag van vertrek is voorloopig 15 Mei vastgesteld. In eene der Duitsche bladen werd dezer dagen de lof trompet opgestoken over de Duitsch-gezindheid van den Elzas en Lotharingen, volgens dat orgaan, een landstreek van den echten Duitschen stempel, waar de bevolking, ondanks de vreemde overheersching, nog den echten Duitschen geest toont te bezitten, die onder gunstige omstandigheden wel tot volle levenskracht ontwaken zal. Op alle punten tegelijk heeft het leger van Versailles de Fransche hoofdstad aangetast; de muiters hebben aan een zwaren aanval blootgestaan; maar tegen de straatge vechten, tegen de verdediging der barricaden binnen Parijs wordt, en niet ten onregte, door de generaals der regerings-troepen opgezien. Cver de puinhoopen der stad en de lijken harer burgers zou men alzoo moeten komen tot de onderdrukking van dezen dwazen en verachtelijken opstand. Inmiddels wordt het met iederen dag voor de welgezinde burgers van Parijs steeds moeijelijker om het verblijf binnen de belegerde veste te ontkomen. En, zijn er reeds tal van familiën aan het dreigend gevaar ontsnapt, voor de overblijvenden wordt het steeds moeijelijker om zich door krachtige zamenwerking staande te houden tegenover het gepeupel, dat het gezag in handen heeft. De opstand in Algerië schijnt zoo goed als gedempt daar is men dus gelukkiger dan in Frankrijk. Door de betreurenswaardige gebeurtenissen in Parijs, ziet de regering te Versailles zich niet in de mogelijkheid om op den bepaalden tijd gereed te zijn met de betaling der oorlog-schatting. Pruissen had op de ontvangst dier gelden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1