Benoeming-en, enz BUITENLAND. In de vergadering door de Vereeniging tot oefening in het voeren van debatten," jl. Donderdag te Hellevoetsluis gehouden, is de volgende stelling van den heer C. A. Jeekel aangenomen „Een wet, welke straf bedreigt tegen de ouders, die hun kinderen geen voldoend schoolonderwijs doen genieten, is dringend noodzakelijk." Door Jacobus Krijger, tuinier en hovenier te Naaldwijk, zijn gisteren de eerste nieuwe aardappelen van den kouden grond aan Z. M. den Koning aangeboden. De gezagvoerder van de sleepschroefstoomboot Krimpen a/d IJssel is door het Prov. Geregtshof in Zuidholland met vernietiging van het vonnis der Arrondissements- Regtbank te Dordrecht, tot gelijke straf van 45 dagen eenzame opsluiting en eene geldboete van 25 veroordeeld, wegens het door zijne schuld doen overvaren van ge noemde boot. Ook te 's Hertogenbosch blijft de pokken-epidemie voortgaan. Het getal aangetasten is 396 en sterfgevallen 73. De graslanden te Capelle (Langstraat) hebben sedert de jongste acht dagen zulk een heerlijk aanzien gekregen, dat de veehouders hun vee algemeen de stallen hebben doen verlaten. Ook in het land van Heusden en Altena, waar de Langstraatsclie veehouders veel land in eigendom of in huur hebben, is thans ruim gras voorhanden. Thans worden de nog overgebleven partijtjes hooi tot 54 h 56 per 1000 kilo van de hand gedaan. Als een bijzonderheid wordt vermeld, dat zich te Middelburg een gezin bevindt, bestaande uit vier zusters en een broeder, die gezamenlijk 409 jaren tellen en waar van de jongste zuster jl. Donderdag haar tachtigsten ver jaardag heeft gevierd. Allen genieten een goede gezondheid. De elftvangst is in vollen gang en levert vrij gunstige uitkomsten op. Een paar dagen geleden, zoo wordt uit Doodewaard, aan de Waal, tusschen Tiel en Nijmegen, den 19 April gemeld, konden onze visschers, na afloop van hun nachtwerk, 32 a 50 stuks per schuit aan de opkoopers afstaan en ook zij maken goede prijzen. Een visscher te Haaften, over Zalt-Bommel, heeft met zijn zoon, in één dag met den zegen gevangen over de 900 elften en 3 zalmen. Te Amsterdam wordt thans voor de elft 50 tot 80 cents, soms hooger, per stuk betaald. De elft, die tot het geslacht der haringen behoort, bewoont de zeeën van Noordelijk Europa en Amerika, en komt in het voorjaar, even als de zalm in talrijke scharen de stroomen opzwemmendit is vooral het geval in den Rijn en de Elbe. In den Rijn zwemt hij niet hooger op dan tot Wezel. Te Zutphen is een artillerist bij het wegruimen van geschut half verpletterd onder een 12ponder, die van den wal afrolde. De Maatschappij van Landbouw, enz. te Zwolle heeft aan 225 personen uit den handwerkstand 1350 pakjes zaden uitgereikt, bevattende ruim 20 soorten van de meest geliefkoosde bloemen. In September worden deze personen opgeroepen, ten einde den uitslag hunner kweekerij te kunnen toonener zullen dan enkele prijzen uitgereikt worden. De heor J. F. Jansen, te Harlingen, de onvermoeide strijder voor de zoozeer gewenschte verbetering der schrale onderwijzers-tractementen, merkt op, dat zich dezer dagen, nog 5 sollicitanten aanmeldden om voor 425 'sjaars de jeugd te Zuilichem, onder het aanleeren van nuttige kundig heden, op te leiden tot alle Christelijke deugden. Hij verzekert van goederhand te hebben vernomen, dat de werklieden, in eene pannen-fabriek in zijne woonplaats ƒ14 per week verdienen, de sjouwerlieden aan de Engelsche stoombooten even zooveel en de polderwerkers niet minder dan 12 tot 18 's weeks. Daar tegenover plaatst hij de opmerking, dat het in Nederland gepermitteerd is den onder wijzer der jeugd met 400 'sjaars, d. i. met nog geen 8 per week af te schepen. De minimuins-bepaling in de wet is de eenige bescherming togen de knibbelzucht en gierigheid van raadsleden, die zich bij de gemeentenaren den lof van zuinigheid in het beheer willen verwerven. In het noorden der provincie Groningen, waar de bodera ongetwijfeld tot de meest vruchtbare van Nederland behoort en akkerbouw de hoofd- of eigenlijk de eenige bron is van bestaan, gaf het bebouwen van de landerijen in dit voorjaar betrekkelijk zeer veel drukte. Niet alleen toch was van de wintervruchten de gerst bijna geheel maar ook het koolzaad en de witte of ZeeuwscHe tarwe ongeveer voor de helft door den winter verloren gegaan. Neemt men nu in aanmerking, dat met het eerste gewas ongeveer 20-, met het tweede 14- en met het laatste gemiddeld ongeveer 4 procent der landerijen bezaaid wordt, en dat p. m.,20 procent der velden in den herfst onbezaaid blijven, otn des voorjaars met zomervruchten beteeld te worden, dan is het duidelijk dat de voordeelige lente de landbouwers aldaar zeer welkom was. In eene weide te Voorschoten zijn vier koeijen plotseling gestorven zonder dat deskundigen de oorzaak konden nagaan; men denkt aan miltvuur. Op een uithangbord voor een herberg in eene gemeente dezer provincie leest men de volgende opschriften: lvuerezou, Perzikoo, Anniezette, Root op schillen, Pons, A. Nijs. Aaü het Kaapsche Volksblad van 18 Maart wordt het volgende ontleend: De opbrengst van de diamant-districten was in de afge- loopen maand iets minder in waarde dan in de vooraf gaande. Veertien dagen geleden werd er een van 92-{jt karaat zwaarte gevonden, van onberispelijken vorm en het allerzuiverste water, die 50,000 p. st. waard is. Kort daarna is er een opgegraven van riiet minder dan 107A karaat, de grootste, die tot nog toe gevonden is. De rijkdom der diamant-gronden aan de Vaal lokt reeds groote massa's gelukzoekers uit alle oorden der wereld. De veertiendaagsche mailbooten maken er goede zaken mede en ook met andere gelegenheden komen ze aanstroomen. Zelfs de dames beginnen diamanten te zoeken; de echtgenoot van den opperregter vanNatal, mevrouw Harding, heeft er een van 14| karaat gevonden. Een arm man heeft de «ster van diamand ia" gevonden, een steen van 107J karaat die, naar men schat, een waarde heeft van 300,000. Instinct. Twee jonge slagershonden waren dezer dagen te Milwaukee op het ijs aan het stoeijen; een viel door een gat, dat in het ijs was, in het water en spande alle krachten in om vasten grond te krijgen. Maar hoe hij ook spartelde, alles te vergeefs. Zijn natuurgenoot bemerkte spoedig dat hier gevaar was, kroop met overleg naar den rand van het gat, pakte zijn zich in het naauw bevindenden collega bij den nek, haalde hem met een ruk uit het water en nu vervolgden beiden hun speelzucht als ware er niets voorgevallen. Echt Engelsch. Bij een dezer dagen plaats gehad hebbend spoorwegongeluk verloren vijftig menschen het leven, waaronder de bediende van een Engelschman. Mylord, die zich in een waggon der 1ste klasse bevond, stak niettegenstaande den hevigen schok dood kalm zijn hoofd buiten het raam en bemerkende dat de waggon waarin hij zat geen schade had bekomen, nam hij weder plaats in een hoekje. Een conducteur komt doodsbleek naar hem toe en roept hem toe door het venster der waggon, sir! een vreeselijk ongeluk is gebeurd!-«Oh!" Drie waggons zijn verbrijzeld. «Oh!" Vijftig menschen zijn gedood." «Oh!" Waaronder uw bediende, sir! Hij is in zes stukken verscheurd! «Oh!" Wat moeten wij met hem doen, sir? «Breng mij het stuk waarbij zich bevindt de sleutel van mijn koffer." De llaagsche correspondent van het Handelsblad schrijft o. a. het volgende: «De eene kermis volgt de andere in het graf; geen dag gaat er om, dat niet een of andere stad besluit dat feest voor dit jaar op te heffen. Het meerendeel stemt stilzwijgend in met die schorsing en bekommert zich niet om de hartverscheurende wee- klagten en wanhoopskreten van zoovelen. Men ziet het treffend handenwringen niet der profetessen met haar spiegel des geheims; men hoort de krachtige verwenschingen niet van zoovele broedertjes- kraamheeren en vrouwen, op wier vergulden inboedel nu misschien beslag zal moeten gelegd worden, omdat zij met hun hooggeroemd beslag geen weg weten. Men bespeurt de dreigende gebaren niet van die akiobaten en kunstrijderessen, wier vlugheid en lenigheid door te weinige oefening nu gevaar loopt. Naar men echter van welonderrigte zijde verneemt geheiligde formule zouden tooneelspeiers, akrobaten en rijderessen, gedreven door menschlievend gevoel en een ledige maag besloten zijn, zich voorloopig tot zieken oppassers te hervormen. Daarvan kan men wezenlijk een heilzame uitwerking verwachten. Welk een verkwikking kan het niet voor den zieke zijn, wien het spreken verboden is en die zich verveelt, als zijn oppasser of oppasster, om het ligchaam lenig te houden, op de handen door de kamer dreutelt, op drie stoelen balanceert, of door hoepels springt! Dit plan is wezenlijk niet verwerpelijk voor hen, die nu moedeloos het hoofd laten hangen en alles prijs gevenzelfs in zulk een mate, dat de heer Arnoldts de advertentie der broedertjeskraam ongestraft geplunderd heeft en van zijne kiezers verzoekt «de gunst en recommandatie, belovende eene prompte en civiele bediening." En verder„Voor den draaitoestel van het postkantoor te 's Hage heeft men soms de allerzonderlingste conversatie. Men komt daar toevallig op hetzelfde oogenblik als eene jonge dame aan. De heer grijpt galant den draaitoestel en vraagt beleefd aan de dame „Wil u mee doordraaien, of verkiest u alleen door te draaijen?" Het leger der Commune. Een Franschman, die in een inge zonden stuk in de Times het wensehelijk betoogt van een tusschen- komst der Pruissen in den tegenwoordigen burgefoorlog, geeft de volgende schets van de organisatie van het leger der Commune. In den vroegen morgen hoort men rom, domdom gevolgd door toettetoe, en die mooije muziek verkondigt u de aankomst van een generaal met zijn leger-afdeeling. De generaal, die stellig een verloopen kruidenier is geweest, heeft een théatrale houding aan genomen, zijn bewegingen, zijn gezigt, tot zelfs het uitstrekken van zijn arm is bestudeerd. Op den generaal volgt het leger en zulk een leger heeft stellig nog nooit iemand gezien. Als er geroepen wordt: „Leelijkerts nummer je!" dan weet men waarlijk niet wie nommer ecu moet hebben. Zes jongens van nog geen 17 jaar vormen het eerste gelid en deze zijn voor hun leeftijd zeer slecht uit de kluiten gewassen. Dan volgt een mauk oud man, een kreupele, een bogchel, een vent, die veel op een spinrag gelijkt en stellig een voddezoeker is geweest, die braaf lappen aan zijn haak heeft gepikt. Waar men al die leelijkerts vandaan heeft gehaald, magdeHemel weten. Voegt men nu hier nog bij, dpt de een zijn deken over zijn uniform heeft getrokken, de ander een brood aan de bajonet heeft gestoken, een derde met een brood van een el lengte over zijn rug marcheert en dat geen hunner den pas kan houden, dat zij elkander op de hielen trappen en in het gelid braaf kakelen, dan kan men zich een flaauw denkbeeld van een communistische bende vormen. STATE.\-C« E X E U AA L Tweede Mmner. Zitting van Donderdag 27 April. De beraadslagingen over de staatsbegrooting voor 1871 worden voortgezet. De heer pleijdenrijck wijst op het programma der regering, dat hij afleidt uit de goed keuring en instemming, door den heer Thorbecke aan de woorden van den heer van Eek geschonken. Spr. zegt, dat dit programma daarstelt een soort van proselitismus, een soort van religie, door zeer velen met de edelste bedoelingen voorgestaaneen ideaal van een geheel absoluut geëmancipeerde menschheid, waarmede men dweept, zoodat het eene vaste overtuiging wordt. Die religie moet dan aan het volk worden opgedrongen; de kerkgenootschappen moeten worden particuliere corporatiënde pers, de kansel, de doodstraf afgeschaft; het neutraal onderwijs als het hoogste goed bevorderd. De heer ltutgers, die daarna het woord voerde, verklaarde, dat zijne meening van die des vorigen sprekers afwijkt, nog verder dan het eene zonnestelsel van het andere. Spreker noemt zich een tevreden-liberaal, niet in den zin van altijd ver zadigd, maar van vertrouwend en toeziend. Onder de volgende sprekers behoort de heer de Brauw, die de meening voorstond, als zou de regering ontrouw zijn aan het voorschrift der, wet, dat het onderwijs moet gegeven worden met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen. Zitting van Vrijdag 28 April. Voortzetting der beraadslagingen over de begrooting. Daarbij werd o. a. door den heer van Eek het woord gevoerd en twijfel geopperd omtrent de medewerkin» der regering ten aanzien van den aan te leggen Ooster-spoorweg. Blijkens het aan de Kamer voorgelegde wetsontwerp tot over. dragt van de Kust van Guinea, bestaat deze: 1. in de overdrsgt van alle regten van souvereiuiteit, jurisdictie en eigendom op die Kust door den Koning der Nederlanden aan Engeland, tegen betaling eener later te taxeeren som, niet hooger dan f 288,000 voor de voor overdragt vatbare eigendommen der Nederl. regering. Aan personen, die zich binnen zes jaar na de uitwisseling van het tractaat, hetzij naar eene andere Nederl. bezitting, hetzij naar eene vreemde plaats weuschen te begeven, zal de Britsche regering geen hinderpalen in den weg leggenverder zullen de Nederl. onderdanen en Nederl. schepen ter Kuste van Guinea in alle opzigteu op gelijken voet met de Engelschen behandeld worden. 2. in een afzien van de Britsche regering van alle vertoogen tegen de uitbreiding der Nederl. souvereiniteit over het Kijk van Saix Srie Indrapora en onderhoorigheden (Sumatra). Departement van marine in Oost-Indië. Benoemd: Tot opz., chef van den repar. winkel bij het mar. établ. te Onrust, B. N. Keuvekamp Gille, thans met de waarn. dier betrekkin» belast; tot lsten mach. bij de Gouv. mar., de 2de mach. bij die marine M. van der Meer; tot mach. bij het mar.-établ. te Soera- baija, de met de waarn. van die betrekk. belaste vuurstoker lste kl, bij de Kon. Nederl. marine J. Kideé; bij de gouv.-marinetot gezagh. lste kl. de gezagh. 2de kl. J. H. Meijer; tot gezagh. 3de klasse de lste stuurman B. A. Smits. Belast: Met het gezag over 's gouvernements stoomschip Tjinrana, de benoemde gezagh. 3de kl. B. A. Smits; met het gezag over 's gouvernements stoomschip Sailoos, de lste stuurm. W. J. Benard. Tijdelijk belast: Met de waarn. der betrekk. van chef der vijfde afd. van het dep. der marine in Neêrl. Indië, de off. van gez. lstfe kl. bij de Kon. Ned. marine W. Dammann. GedetacheerdBij het depart. der marine in Neêrl. Indië, de luit. ter zee 2de kl. jhr. H. M. van der Wijck. Verleend: Een tweejarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den admin. bij het marine-etabl. te Soerabaya F. G. de Bie en aan den gezagh. 2de kl. bij de gouvern. marine H. C. Burmeister. IngetrokkenDe detach. bij het depart. der marine in Ned.-Indiê van den dirigcerenden offic. van gezondh. bij de Kon. Ned. marine J. D. Sachse, als chef der 5de afdeeling; de detach. bij het depart. der marine in Ned.-Indië van den luit. ter zee 2de kl. H. J. Klein. Door den vice-admiraal, adjudant des Konings in buitengewone dienst, komm. der zeemagt en chef van het depart. der marine in Ned.-Indië, benoemd: tot loodsleerl. bij het loodsw. te Soerabaija F. F. Lapré, particulier zeevarende; tot loodsleerl. bij het loodsw. te Soerabaije A. F. Barendse; belast met de waarneming der betrekking van vice-commandeur bij het vak van scheepsbouw aan het marine-établissem. te Soerabaija, de 2de timmerman bij de Koninkl. Nederl. marine H. M. Maas. Engeland. De reden waarom de Londensche politie zulk een uiterst strenge houding heeft aangenomen tegen de demon strerende mannen en vrouwen van het lucifers-vak, geeft der dagbladpers veel stof tot schrijven. De processie droeg een vreedzaam, ja een vrolijk en ver makelijk karakter. Met muziek trokken de demonstranten, meest meisjes van 12 tot 20 jaar en aanvankelijk ongeveer 3000 in aantal later werd het 10,000 door de straten van Londen. Ze droegen vlaggen, voorzien van opschriften in vers, of wel gekleed in den vorm van een vraag, b. v.: waarom moeten wij geruïneerd worden? Is het soms om de schadeloosstelling voor de officieren op te brengen? enz. Het eenige wat aan do politie ergernis kon geven was misschien het zingen van een lied, een nieuw lied, waarin de vrouwen van Londen als haar voornemen te kennen gaven om Bob Lowe gelijk men den eerzamen kanselier Robert familaar noemde aan een appelboom en wel aan een zuren appelboom op te hangen, waarvan echter natuurlijk zou worden afgezien wanneer de lucifer-belasting werd ingetrokken. De politie vond echter goed, op hoog bevel zonder twijfel, pogingen aan te wenden om de processie te „breken," het geen haar niet zonder moeite gelukte, wijl de stoet zeer groot was. Vuistslagen werden van beide zijden uitgedeeld, er werd met steenen geworpen, een van de dienaren der geregtigheid kreeg een bierflesch op het hoofd, een ander werd bijna in de Theems gedrongen. Voor het overige gebeurde er niets van ernstigen aard. Volgens Daily News heeft een Belg, dezer dagen uit Parijs te Brussel teruggekeerd, medegedeeld dat burger Assy niet in hechtenis was genomen als verdacht van hoog verraad, zoo als men verspreid heeft, maar dood eenvoudig omdat hij 600,000 francs van do kas der Inter nationale onder zich hield. Zijne collega's hebben hem toen gepakt, het geld vermeesterd en hem daarna weder laten loopen. It u i t s c h 1 a n d. Aan de Ivöln. Ztg. wordt uit Londen verzekerd, dat Mac Malton met Napoleon in onafgebroken briefwisseling staat: evenals generaal markies de Galiifet en anderen, die in het leger van Versailles dienen. Wanneer men aan hunne berigten geloof mag slaan, zou er veel kans op eene Keizerlijke restauratie zijn. De ex-Keizer flaneerde in de laatste dagen herhaaldelijk in Piccadilly en Pall Mali. Bij Versailles zouden reeds ongeveer 140,000 slagvaardige soldaten staan, die volgens markies Galiifet woedend op de Commune en in hun hart aan den Keizer verknocht zijn. In het leger rekent men er op, dat als eens de troepen op een paar punten in de stad gedrongen zijn, de straatgevechten niet veel te beduiden zullen hebben. De Kreuz-Zeitung meldt, dat de aartsbisschop van Gnesen en Pozen, op aansporing van den aartsbisschop van Westminster, Prins Bismarck verzocht heeft om zich in de bres te stellen voor het bedreigde leven van den aartsbisschop van Parijs. Prins Bismarck heeft daarop een gunstig antwoord gegeven, en aan den baron von Fabrice is per telegraaf opgedragen om tot de Commune vertoogen te rigten en haar er opmerkzaam op te maken, dat, ingeval eene misdaad als de bedoelde gepleegd werd, de veront-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 2