1871. N°. 53. Woensdag 3 Mei. 29 Jaargang. AANBESTEDING. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BINNENLAIV DT~ HELDERSCHE EN N1EUWEDIEPER COURANT, ,W ij huldigen htl coode." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. H franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Adrertentiën: Vam 14 regels 10 oemt, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worde* *aar plaatsruimte berekeid. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel, bevattende: 1* Bekendmaking en Publicatie (Schutterij) van het Gemeente bestuur; 2°. Uittreksel uit het jaarverslag der gemeente Alkmaar. Woensdag den 3 Mei vertrekt van hier de Oost-Indische mail via Triest, per eersten trein. Vrijdag den 5 Mei vertrekt van hier de Oost- Indische mail via Brindisi, per trein van 6.Ï5 's av. Maandag den 15 Mei vertrekt van hier de West- Indische mail over Southnmpton, per Inatsten trein. Op Donderdag den llden Mei 1871, des namiddags ten half drie ure, zal aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur van Noord- holland te Haarlem, bij enkele inschrijving worden aanbesteed: Hat driejarig onderhoud van de haven beoosten het Oude Schild op Texel. De bestekken zijn, tegen betaling van 25 cents per exemplaar, verkrijgbaar aan het lokaal van het Provinciaal bestuur voornoemd, aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten op het Stadhuis te Amsterdam en ter Secretarie van de gemeente Texel. Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den Hoofd ingenieur van den Waterstaat te Haarlem en bij den Ingenieur J. M. P. WELLAN, te Alkmaar. HELDER en NIEUWEDIEP, 2 Mei. Zr. Ms. stoomschip Schouwen, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee C. T. Hackstrob, is jl. Zondag van hier naar Hellevoetsluis vertrokken en zal buiten dienst worden gesteld. Na afgelegd examen, is de beer F. F. Sonstral, benoemd tot proponent bij de Hersteld Evangelisch Luthersche Gemeente. Zaturdag 11. zijn te Rotterdam met goed gevolg als 'derde stuurman geëxamineerd de heeren W. Éllmer en L. de Jonge van Veendam en te Amsterdam als eerste stuurman voor de groote vaart de heer H. Dijker, allen leerlingen aan de school voor de zeevaartkunde van den onderwijzer A. J. Leijer, alhier. BESTE LEZISCi „TOT NUT VAN 'T ALGEMEEN." (Vervolg.) Om ten anderen tot de zaak zelve te komenwat is vervelen? Naar de afleiding van het woord veel, door aanhouden en vermeerderen iemand ontstemmen en kwellen. Zoo verveelt zeer spoedig het gezeur van de mensehendat is, hun bij herhaling aankomen met dezelfde onbeduidende praatjes, hetzelfde karakterloos geleuter; maar niet minder verveelt het gedurig gevraag en geklaag en gegrijns van de jeugd, die, wispelturig van aard, het eene oogenblik dit, het andere dat wenscht en om elke beuzeling ouder, meester of dienst maagd lastig valt. Dezelfde grondbeleekenis ligt in het eentonige; het aanhouden en hierdoor vermenigvuldigen van één en denzelfden toon, terwijl afwisseling alleen de aandacht kan wekken en trekken en boeien. Zoo is op het gebied der bouwkunst de stad Mannheim een type van verveling, precies een vierkant wafelijzer, waarvan al de quadraatjes de vierkante blokken huizen vertegenwoordigen, en de tussehenliggende kantjes de straten u voor den geest brengen, welke overal dezelfde breedte en dezelfde lengte hebben. Zoo wekt op het terrein der straatmuziek het te veel hooren van een en hetzelfde lied op een en denzelfdeD deun ten laatste tegenzin zelfs bij het volk, dat naar afwisseling haakt. Zoo kan het aardig zijn nu en dan het radbraken van vreemde woorden te hooren, sis de een van catarakt in de longen spreekt in plaats van catarrhe, of als de ander het klokje heeft hooren luiden van catarrhale koortsen en machtig wijs het klepeltje zoekt in eene cathedrual maar nauwelijks hoort men van zulke aardigheden te veel, of zij vervelen. Laat eene Mama, rijk in het bezit eener dochter, die als een beeldje wordt genoemd en geroemd, twee, driemaal den onbe kenden heer X hebben zien passeeren met een zeer beleefden groet; en niet onnatuurlijk is hare loftuiting tegenover de 18jarige Hcu- riëtte, „Kat is dat een vriendelijk menscli." Maar o hemel! dat passeeren en dat salueeren houden aan, op hetzelfde uur, van dag tot dag, week uit week in; en onuitstaanbaar vervelend wordt zulk eene beleefdheid voor Mama en.... de buren. Maar het aller vervelendste, in den zin van hoogst onaangenaam op die beteekenis kom ik later terug was, dat de heer X aan zijne dagelijksche wandeling op eenmaal eene andere richting gaf, bij de ontdekking, dat Mama wel rijk was in het bezit eener dochter, maar niet in het bezit eener rijke dochter, 'tgecn niet precies het zelfde is. Treffend zegt Adolphe Monod in het juweel, door hem geschreven, /,1a femme" o» demande plus ce qu'elle a que ce qu'elle est. In denzelfden geest der genoemde wandeling kunnen vele bezoeken vervelen, allermeest wanneer men plotseling van alle aanzoek afziet. Opmerkelijk, dat zelfs 'tgeen in kunst of literatuur, zonder over lading en voor een beperkten tijd genoten, hoofd en hart over meestert, hetzelfde harti ontstemt, hetzelfde hoofd bezwaard zoo dra men de onverbiddelijke waarheid „omne nimium nocet"„al Op 15 Mei aanstaande, zal van hier vertrekken, het stoomschip Willem III, van de maatschappij Nederland. Daarmede zal de dienst dier maatschappij, tussclien Java en Ned.rland, door het kanaal van Suez geopend worden. Hoogst belangrijk is die gebeurtenis voor onze gemeente, want het spreekt wel van zelve, dat die dienst, die geregeld met meerdere booten zal plaats hebben, voordeelen voor onze ingezetenen zal afwerpen. Het denkbeeld, om bij die gelegenheid een blijk van sympathie aan het bestuur dier maatschappij te geven, aan het hoofd waarvan Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden staat, is bij eenige inge zetenen opgekomen. Als gevolg daarvan, is eene commissie zamengesteld, aan wier hoofd staat mr. Ch. Bosch Reitz, die, bij gunstige medewerking van de zijde der ingezetenen, het voornemen heeft, om daags vóór het vertrek dier boot, en alzoo op den 14 Mei, een schitterend vuurwerk af te steken, opgeluisterd door muziek, en het feest in het lokaal Tivoli te vervolgen. Om dat doel te bereiken is er natuurlijk geld noodig. De commissie is bereids met een goed bedrag voorgegaan. De leden daarvan zullen met lijsten rondgaan en alzoo de gelegenheid openstellen voor de ingezetenen, om van hunne zijde tot den goeden uitslag van hun voor nemen mede te werken. Zij vleijen zich dat hun plan gunstig zal worden opgenomen, en Helder's burgerij het bewijs zal geven, van hunne ingenomenheid, met die voor onze gemeente zoo belangrijke gebeurtenis. Gisteren avond is geretourneerd van Hellevoetsluis de stoomsleepboot Stad Amsterdam, kapt. Bakker, op sleeptouw hebbende de afgekeurde oorlogsbrik de Pijl. De Russische Grootvorstin Maria Alexandrowna, die onze huwelijksplannen-makers voor de aanleiding honden tot de reis van den Prins van Oranje naar Petersburg, is 17 jaar oud; zij die naar bevestiging zoeken van dit huwelijksplan, verklaren, dat zij thans begrijpen, waarom Prins Gortschakolï hier is geweest, en waarom graaf van Ztiylen ieder oogenblik uit Rusland overkwam. (Het Vad.) Z. D. H. de Prins von Wied, is jl. Zaturdag in de residentie teruggekeerd van Stockholm. Eenige landbouwers onzer naburige gemeente Anna Paulowna hebben tegenwoordig zeer te lijden van de ritnaald. Vooral de zware gronden worden zeer geteisterd. wat te veel is schaadt" trotseert. Ik dweep bijv. met wat er schoons wordt gevonden in Milton's „Paradise lost", maar ver beeldt u, dat ik uwe aandacht voor eenige uren vroeg of liever meedoogenloos in beslag nam, bij de voordracht van het geheele epos, om u ook een weinigje ziek, ik bedoel dweepziek te maken voor den Eugelschen bard ik vrees, dat zoovelen gij het hoofd steeds rechtop hadt gehouden, gij reikhalzend zoudt uitzien naar den reddenden engel der kritiek, die voor goed mij verdrijven mocht uit het paradijs der lezingen. Pikant drukt de Hoogduitsche taal het op die wijze /,zieh ver velen" uit, met het bekende „Langweile haben", of „es langweilt mich." In onze taal hebben wij alleen het bijvoegelijk laugwijlig, als uitdrukking voor hetgeen uitgerekt, langdradig, sopperig is. Dat uitgerekte vaak te vinden in geschriften, in toespraken, in discussien, zelfs in parlementaire redevoeringen doet ons voorts denken aan eene soort van snoepgoed, waarnaar de jeugd kan watertanden, zoodra zij maar één enkelen cent rijk is. Nu wij toch laan de vreemde talen zijn: scherp licht de dicti- onnaire des dictionnaires het Fransche „s'ennuyer" toe; „den geest vermoeien door iets dat onbeteekenend of eentonig is, dat mishaagt of te lang duurt." Volgt hierop als eerste voorbeeld, „deze predikant verveelt al zijne hoorders," dan boude men hierbij in het oog, dat, moge al de leeraar zelf de schuld er van dragen, de gemeente haar met hem deelt, voor zoover in vroeger dagen en ook nu nog in sommige afdeelingen der kerk „de fraaiheid en stichte lijkheid eener leerrede moesten afgemeten worden naar de lengte, die zij had." En waar blijft ten anderen de tijd om met zorg een kort en pittig stuk te bewerken, zoo men bij den aanvang zijner loopbaan twee, driemalen 's weeks moet optreden Dan geldt liet: „ik heb geen tijd gehad om kort te zijn." Merkten wij op, T. dat al wat ééntonig is, op welk gebied ook, noodzakelijk verveelt, liet treurigst wordt deze waarheid bevestigd, indien de tijd van het leven voor de inenschen op die wijze voorbijgaat en zij, bij gemis aan verstandelijke, aesthetische en innerlijke ontwikkeling, aan verveling van zich zeiven lijden. Traag en slepend kruipen de uren om. Niet dat de omstandig heden in huiselijk en maatschappelijk leven voor die menschen juist altijd dezelfde zijn wisseling brengt het leven overal maar zij missen het oog om die wisseling te zien; zij missen ook de geestkracht om in haar een nieuwen prikkel tot werkzaamheid te vinden. En gaan er soins dagen en weken eentonig voorbij, dan hebben zij geen fonds van gedachten om zelf schakeering aan te brengen. Alleen zijnde, kunnen zij zich zeiven nog te veel zijn Waar zou het met al die ongelukkigen heen, bracht niet bij ontbijt en koffie de lezing eener courant van u tot z eene gezegende uit komst; verrezen niet de sociëteiten en bierhuizen als zoovele eldo rado's voor het dooden van den tijd; waren niet rooken en slenteren een welkom surrogaat voor denken en werkenhadden eindelijk niet een tal van vereenigingen en een legio leesgezelschappen juist zulke bestuurders noodig, die over machtig veel tijd hebben te be schikken en elke futiliteit met de meeste punctualiteit behandelen. De R. C. gemeente te Anna Paulowna, die zich tot dusver het gebruik van een Godshuis had moeten ontzeggen, is thans, door de goede zorgen van haren herder, den eerwaarden heer Philippona, en door de milde bijdragen van heinde en verre, in het bezit gekomen van een sierlijk, flink en keurig kerkgebouw, waarin Zondag 11. de eerste II. Mis is gecelebreerd door de zeer eerw. heeren Corbière, professor aan het seminarie te Hageveld, Philippona, pastoor te Anna Paulowna en H. DameD, kappellaan alhier. Te dier gelegenheid hebben, zoo als wij in ons vorig nommer reeds hebben medegedeeld, eenige heeren muziekliefhebbers eene schoone Mis van Verhuist ten gehoore gebragt. Beroepen bij de Herv. gemeente te Amsterdam de heer N. H. de Graaf, pred. te Rotterdam. Men schrijft ons uit Hoorn dd. 1 dezer: „Op de groote voorjaarskoemarkt alhier waren heden ongeveer 4000 stuks aangevoerd. De prijzen van het verkochte waren naar tijd en omstandigheden nog hoog, niettegenstaande de handel zeer stug was; tengevolge hiervan zijn vele koeijen weder ingescheept, eene zaak die zelden is voorgekomen.» Gedurende de afgeloopen week zijn te 's Hage 75 gevallen van pokziekte aangegeven, in de voorafgaande week was dit 44dus in de laatste week weder 31 gevallen meer. Te Monster werden in den laatsten tijd verscheidene schapen vermist; de schuldige is thans gevat; acht schapen en eenige lammeren had hij nog bij zich. In deze week hebben zich de kinderpokkeu te Delft in 38 gezinnen geopenbaard, en zijn 19 personen er aan overleden. Jl. Zondag morgen omstreeks 12 ure heeft zich een, te Rotterdam tijdelijk verblijf houdende hofmeester der marine in eene tapperij aan de Pelikaanstraat door een pistoolschot van het leven beroofd. Zijn vermoedelijk ontslag en bekrompen geldelijke omstandigheden schijnen aanleiding tot die wanhopige daad te hebben gegeven. (N. R.C.) Het plan schijnt nu ernstig opgevat te zijn om de gevangenis te Woerden op te heffen en te verplaatsen. De werkzaamheden tot onderhond en verbetering zullen, naar men wil, gestaakt worden. Waar zon het heen? Elke week telt toch zeven dagen,elke dag vier en twintig uren! Hoe komen ze allen om! Ie het niet den hemel geklaagd, zooveel schatten van den tijd als er op die wijze ongebruikt blijven liggen; schatten, waarover niemand naar willekeur of luim beschikken mocht; schatten, die Gode en der menschheid toebehooren en eene rijke winst konden en moesten afwerpen „tot nut van 't algemeen!" Wel een treurig verschijnsel, dat er in zoo menig gezin uit den beschaafden stand zoo weinig liefhebberij voor literatuur, muziek of kunst wordt gevonden. Mij verwondert het niet, dat ouders zich later wel eens beklagen over de gelden, voor de kinderen besteed aan de lessen op het klavier of met de teekenstift. Of wordt het zelf studeeren", waarin het geheim van alle vordering ligt, bij velen niet verschoven juist van week tot week, anders uitgedrukt, van de eene les tot de andere? En hoe dubbel welkom is ieder pretje, dat op een lesuur valt, én om de zaak zelve én om het noodzakelijk uitstellen, dat is, afstellen van de les. Of men tusschen muziek- of teekenmeester in dit geval voor niet laat loopen of behoorlijk afzegt, hangt samen met den trap van beschaving, waarop men staat. Wat wordt er dan ook later van een gezellig avondje aan muziek of kunst gewijd? Van de 10 wel 9 maal krijgt de gastheer op zijn verzoek aan de 18 tot 23jarigen om iets ten beste te geven ten antwoord„ach, ik ken niete uil mijn hoofdof „ik heb juist in den laatsten tijd weinig gespeeld." Gaat gij met haar tot de kunst over, tot de in onze dagen zoo rijk geïllustreerde boeken, de zoo goedkoope verzamelingen van photographicn, dan kunnen zij die zien en omslaan, als wijlen Bamberg de bladen van zijn goochelboek. Eindelijk de literatuur. Ligt het onderwijs eenmaal achter den rug, dan ligt liet voor de meesten ook op zijnen rug. Hoevele volwassen meisjes, die, na het volbrengen van de vereischte bezig heden ten nutle van het huisgezin, al hare overige uren zoek brengen met handwerken of wandelen. Is voor het laatste het weder niet gunstig, dan hoort men wel tienmaal „wat is het triestig", en ook wel tienmaal „'t is toch saai, dat ik niet kan uitgaan." Heeft men eens bij geval geen werk bij de hand, dan luidt de klacht „hé, ik verveel me zoo." Vooral de zevende dag, de dag der rust, kan in dit opzicht een dag van groote onrust zijn! Slecht» weinigen, die op hunne verkregen kennis der nieuwe talen voort bouwen met de lezing van de onsterfelijke geschriften der Duiteche, Fransche of Engelsche classisi! Toch stellen de uitgevers onzer dagen bijna ieder in staat, om voor den prijs van weinige stuivers jaarlijks ten minste een paar dier werken zich aan te schaffen! Mochten sommigen om de gemaakte opmerkingen over kunst, muziek en literatuur mjj een weinigje vervelend vinden, dan zou dit wel in harmonie met mijn onderwerp zijn, maar met den geest mijner lezing allerminst. Want die lezing wil waarheid, waarheid bij ontdekking van gebreken, waarheid tot bevordering van alles wat goed is en welluidt. Dn de waarheid verveelt immers nooitf Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1