STATEN-GENERAAL. Benoeming-en, enz Het Utreclitsche studentencorps heeft besloten dit jaar het studentenfeest, wegens de heerschende ziekte, niet te vieren. Door de militaire autoriteiten te Utrecht wordt de strengste controle gehouden op de militairen, wier bloed verwanten aan pokken lijdende zijnhet bezoek aan die lijders wordt allen toegestaan met een verlof van veertien dagen, waarna men een drietal weken in het hospitaal wordt opgenomen ter desinfectie. Deze strenge, maar doortastende maatregel heeft tot nog toe gunstig gewerkt. Dr. Bri 11, leeraar aan het Gymn. te Kampen, is 11. Dingsdag, toen een zevenjarig meisje op het punt was te verdrinken,, voor de oogen van een menigte nieuwsgierigen in het water gesprongen en heeft het kind gered; van den winter heeft dr. Brill een student van de tlieol. school uit het ijs gered. Twee-en-veertig gezamenlijk ontvlugte Fransche krijgs gevangen brengen dank aan den heer A. Burgers, steen fabrikant te Erlecum bij Nijmegen, die hun buitengewonen bijstand heeft verleend op hun reis per stoomboot Nijver heid naar Rotterdam. De heer J. ,T. U. Smits, veearts der 1ste klasse, waarschuwt ernstig in de Deventer Courant alle veehouders met het oog op de handel in rundvee, die vooral in ons land door het gebrek aan vee dat elders bestaat sterk zal toenemen, om niet eiken vreemden onbekenden handelaar onvoorwaardelijk op hunne stallen toe te laten, daar het buiten twijfel is dat de veepest door personen kan worden overgebragt. De schrijver acht het wenschelijk, dat of de regering of elk gemeentebestuur de veehouders verpligte den vrijen toegang tot hunne stallen of weiden te verbieden. In één dag zijn dezer dagen door visschers te Vollen hoven gevangen 21 last haring (1 last 10,000 stuks). De overvloed deed dit artikel dermate dalen, dat het bijna geen waarde had. Bedankt voor het beroep ten tweede male naar de Christ. Geief. gemeente te Leeuwarden door den heer J. W. A. Notten, pred. te Middelharnis. Sinds enkele weken is te Waddinxveen, eene fabriek in werking, waarin op Amerikaansche wijze kaas vervaar digd wordt. De eigenaar, de heer Wernink te Gouda, heeft haar op zulk eene schaal laten bouwen, dat daarin de melk van 600 koeijen te gelijk tot kaas verwerkt kan worden. De kazen worden ter zwaarte van ongeveer 30 kilo gemaakt, deze fabriek is tot dusverre de eenige van dien aard in ons vaderland. In de Haddigekazerne te Groningen, heeft zich een foerier der artillerie door een geweerschot van het leven beroofd. Tegenzin in de dienst schijnt de aanleiding tot deze treurige daad geweest te zijn. Te Frissingen in Luxemburg heeft een boerenknecht herhaalde malen de meiden schrik aangejaagd door een strik om den hals te slaan en zich opgehangen te vertoonende laatste maal is de strik digtgegaan en de grap met den dood bekocht. Een Fransch Kreool, met de dochter van een welgesteld neger uit Washington gehuwd, werd op zijn huwelijksreis door een restaurateur te Chicago om de kleur van het jeugdig echtpaar buiten de deur gezet. Hij sprak den restaurateur aan om schadevergoeding, op 2000 dollars getaxeerd en zag zijn eisch toegewezen met één cent schadevergoeding. *Elk zijn standis het opschrift van een artikel, waarin de Heraut den geest van onzen tijd schetst, een geest waarin ieder tracht grooter te zijn dan hij werkelijk is. Alom bestaat in onze maatschappij het verderfelijk streven naar standverhooging op verkeerde wijze. Niet gelijk de plant, van onderen naar boven groeijend, zoekt ieder zich, wel geworteld en goed gevoed, in eigen kring uit te bereiden. Neen, op eenmaal moet do boom volwassen zijn, en uit dit streven ontstaat maar al te vaak een zoo diep verval, dat men eindelijk veel lager op de maatschappelijke ladder daalt, dan wanneer men van meet aan begonnen ware. Men wil zich verheffen boven den maatschappolijken toestand, waarin men door God geplaatst werd, en tot eiken prijs meer schijnen dan men is. Let op do volkskleederdragtalleen in enkele dorpen en zeer kleine steden hield zij nog stand. Over het algemeen is de Parijsche mode in Nederland even onver biddelijk, als in Frankrijks hoofdstad zelve. Een kleermaker of naaister van eenige reputatie kan liet maar noode van zich verkrijgen, op uw dringend verzoek te werken naar een ander model. En het getal dergenen, die eenvoud begeeren, wordt telkens kleiner. Vroeger toen de gilden nog bestond, schaamde zich niemand voor zijn ambacht, en bij den stand behoorde het pak. Thans is oogenschijnlijk alle standverschil uitgewischt, en vooral des Zondags kunt ge uit de kleeding onmogelijk opmaken, wie uw deur voorbij wandelt. Sociëteiten en koffijhuizen worden gelijkelijk door alle standen bezocht. De arme dienstmaagd, die in vroeger jaren allereerst voor een behoorlijke uitrusting in linnen-goed zorgde, geeft nu al haar loon uit voor zwierigen opschik, en is in vele gevallen, buiten de werkuren, van hare meesteres niet te onderscheiden. Burgermeisjes, die met haar niet gelijk willen staan, omdat zij niet «behoeven ta dienen," willen zich op haar beurt weer onderscheiden door voiles en parasols. De kleêrmaker wil marchand-taiileur zijn, de hulp onderwijzer noemt zich het liefst secondant. De school meester wil minstens instituteur lieeten, do timmerman wordt te gelijkertijd architect, en waar zouden wij eindigen wilden wij aldus voortgaan. De huismoeders die hare dochters te fatsoenlijk vinden voor gewone dienstboden, maken er winkeldochters of modisten van. En wat is het gevolg van al die zucht naar verheffing? Dat ieder, omdat hij meer wil schijnen dan hij is, ook meer moet uitgeven en deze noodzakelijkheid leidt tot andere onzedelijke hande lingen op elk gebied. Valseh goud en valsche edel gesteenten vervangen de echte, en zijn wel veel goedkooper, maar goed beschouwd veel te duur. De kleedingstoffcn zijn van minder allooi dan vroeger, al blinken ze thans met dubbelen glans. En daar de winkelkast en winkelhuis zoo bij uitstek sierlijk moeten zijn, kunnen de koopwaren ook de eetbare, haar deugdelijkheid niet behouden. De logementen zijn sierlijker en gemakkelijker ingerigt dan ooit, maar men moet er ook zelfs het licht, dat men gebruikt om te bed te gaan, als waslicht betalen, al is het van de minste compositie en voor geen twintigste deel gebruikt. Wat zeggen ons al deze dingen? Eerst dit: Dat de geheele maatschappij hoe langer zoo meer een leugen wordt; want de zucht om voornamer te schijnen dan men is, is niets anders dan het gebrek aan innerlijke waarheid, tot schade van het hart, de beurs en het levensgenoegen naar buiten zich openbarende. Vergeten we, vooral in deze dagen, waarin het geroep om vrijheid, gelijkheid en broederschap bij vernieuwing opgaat, ook niet, dat zij, die telkens op de hoogere standen schimpen, de aristocratie met al hare voorregten het krachtigst erkennen, door hun treurige zucht om hun eigen stand te verloochenen en zich hooger te verheffen. Geduchte lessen dienaangaande geeft Parijs ons heden ten dage. Paulus zegt: «Tracht niet naar de hooge dingen, maar voegt u tot de nederige." Neteliqe vraaq, ouder dezen titel leest men het volgende in het N. v. d. D.: «Het schijnt dat er bij het college voor de Ilondbossche zeewering, die wondeplek van Holland, die jaarlijks zoo veel zalven aan pleisters verslindt, een plan bestaat, dat in uitvoering gebragt 13 k 14 tonnen gouds zou moeten kosten. Men zou op do kunstwerken, de paalwerken en dijken die vroeger in ééne lijn met de kust, door het afslaan van deze, thans reeds, als een bastion, 50 k 60 el in zee uit steken, eene zware steenglooijing met ver-uitstekende dijken willen aanleggen. Dat vele belanghebbenden, eigenaars van landerijen die thans reeds voor de Hondbossche zeewering bijna tweemaal zooveel per bunder bijdragen als vroeger, niet onverschillig zijn voor dat deel van het plan, dat hunne beurzen dreigt te raken, is niet onnatuurlijk. Een geacht inzender, wiens gevoelen wij zoo kort en duidelijk mogelijk mededeelen, zou wenschen, dat men in elk geval, alvorens tot het reuzenwerk over te gaan, de proef nam mef een eenvoudig middel tot herstel, dat weinig uitgaven zou vorderen. Hij zou natuur-zelve aan het werk willen zetten. Zee en winden, die in de laatste jaren als met boos aardig vermaak het zwakke Hondsbos hebben afgeknaagd, zou hij willen laten aankruijen hetgeen zij hebben vernield en de zwakke, wondeplek met een nieuwen gordel van duinen doen bevestigen. Eens waren daar ter plaatse duinen ter breedte van 80 tot 100 el. Hij zou gebruik willen maken van de natuurlijke drift onzer duinen om zich door verstuiving steeds van het zuid-westen naar het noord-oosten te varplaatsen en van het feit, dat zee en winden twintig dagen zand aandragen, tegen één dag dat zij het wegnemen. Door middel van beplanting en rietschermen zou hij de vluchtige massa binnenwaarts in het duin vast willen leggen, om haar langs het strand yrij spel te laten tot natuurlijke versterking van het zoo zeer bedreigde punt. Wij matigen ons geen oordeel aan over het dure zoo min als over het goedkoope plan. Wij zijn geen des kundigen. Indien het goedkoope plan inderdatid kans van slagen biedt, dan verwonderen wij ons, met inzender, dat het, wegens zijn natuurlijkheid en zijn eenvoud sints niet lang bij het college zelf is opgekomen en. dit zou ons haast doen vermoeden, dat er groote-bezwaren aan verbonden moeten zijn. Wie herinneren intusschen, dat de zee die voor jaren Ameland in tweeën dreigde te scheuren en bij hoog water over een onbeschermd deel van het eiland in de Wadden spoelde, door kunstmatige zandverstuiving en duinvorming «binnen" of liever «buiten de grenzen" gehouden is." Plegtige begrafenis van H. M. be Koningin van Zweden op den 21 April. Ofschoon het den geheelen morgen hud gesneeuw, waren toch de .straten, overal waar de lijkstoet moest passeren, door een digte menigte bezet. Alle kantoren en winkels waren gesloten. Aan boord van alle schepen in de haven waren de vlaggen op halfstok geheschen. Ten 10£ ure, toen hetklokkeu- spel der Duitsche kerk eene kerkelijke melodie deed hooren, werden van het koninklijk paleis tot bij de Riddarholms-kerk de troepen opgesteld. Ten 11 ure begonnen al de klokken te luiden en een half uur daarna ging de stoet op weg. Voor bijna alle ramen zag men dames in rouwkleeding, die bloemen en kransen op de lijk koets wierpen, terwijl de troepen, met de in rouwfloers gehulde vaandels en verder op de gebruikelijke wijze het lijk de militaire eer bewezen. Het muziekkorps speelde onderwijl een treurmarsch, die voor deze gelegenheid door den directeur Kosbeck was ge componeerd. Bij de aankomst in het kerkgebouw, alwaar inmiddels een tal rijke stoet dames had plaats genomen, werd het lijk ontvangen onder de toonen van een treurmarsch, gecomponeerd door Södemann. Zoodra de koninklijke en andere vorstelijke personen vervolgens hunne plaatsen hadden ingenomen en het lijk bij den grafkelder was geplaatst, werd de eerste afdeeling eener treurcantate (woorden van Sandberg, muziek van Normann) uitgevoerd. Nadat vervolgens een der kerkelijke liederen was gezongen, hield de hofprediker dr. Rundgreen eene lijkrede, naar aanleiding van 1 Cor. 13 vs. 12 en 13, waarin hij, na eene herinnering aan 11. M. levensloop, deed uit komen hoe alles wat hier beneden voor den mensch nog duister is, daar boven tot klaarheid wordt gebragt. Daarop volgde de uit voering van het tweede deel der cantate, waarna de koninklijke kroon van de kist werd genomen en de gebruikelijke godsdienstige plegtigheden door den aartsbisschop met zijne assistenten werden verrigt. Op hetzelfde oogenblik werden op het Admiraliteits-eiland en de Kouigsholmbrug de kanonnen gelost. Na het daarop gevolgd gebed en kerkgezang begon het derde gedeelte der cantate, gedurende hetwelk de kist door de hiertoe aangewezen ridders, generaals, admiraals en hooge civiele ambte naren naar het grafgewelf werd gedragen, hetwelk geheel in het zwart gedrapeerd en met candelabres verlicht was. Aldaar werd de kist, in tegenwoordigheid van den Kroonprins van Denemarken, de hertogen van Oostgothland en Dalarne, benevens den Prins von Wied, op eene prachtige katafalk geplaatst. Onmiddelijk daarop kwamen de vorstelijke personen in het kerkgebouw terug en werd vervolgens in stilte gebeden, waarna de stoet onder het luiden der klokken en de toonen van een treurmarsch het gebouw verliet. Kort daarna werden de deuren voor de talrijke volksmenigte geopend en bleef de toegang tot de kerk van 2 tot 5 ure voor het publiek vrij. De Stockholmer correspondent der Nord-Deutsche Alg. Zeitung, aau wiens verslag men deze bijzonderheden ontleend, voegt er nog bij, dat de overledene, die wegens hare voortreffelijke eigenschappen als gade, moeder en weldoenster algemeen ten hoogste werd vereerd, in hare laatste ure, als het ware bij de laatste opflikkering der levensvonk, deze woorden sprak „Ik heb mijn vaderland innig lief gehad. Alleen de dood kan de banden verbreken, waardoor ik aan Zweden en Noorwegen ver bonden was! Mijn dank aan de geheele natie! Twintig gelukkige jaren heb ik hier doorgebragt. De volkeren van het noorden zullen één en sterk zijn; sterk tot heil van Europa!" Een Engelsche hondenkoopman te Parijs. Geen prettiger man om een uurtje mee te praten, zegt de correspondent van Daily News, dan mr. Robert Buil, eeu Engelschman te Parijs, die een mooi fortuin bijeen heeft gekregen als hondenkoopman. Hjj kan over bulhonden en hun standvastige onverzettelijke natuur medespreken, want hij heeft de schoonste verzameling bulhondea van geheel Frankrijk gehad. Vóór het begin van den oorlog verkocht hij gemiddeld 1500 honden per jaar. Hij heeft een huis en tuin in de Avenue de la Grande Armee, en een boerderij voor jagthonden te Puteaux. De correspondent zocht hem dikwijls op en zegt geen aardige, levendiger tooneel was denkbaar dan de plaats waar zijne hondeu waren. Groote en kleine honden, jonge zonder tal, een ekster die deftig tusschen al de honden rondstapte, een papegaai die domine kon spelen en een poney, een harddraver die 12 Engelsche mijlen in het uur aflegt. Eens bezocht ik hem met eenige vrienden, die ik kennis wilde doen maken met hem, zijn vroljjk aardig vrouwtje, zijn honden, papegaai en poney. Een van zijn bulhonden had een paar dagen geleden de wereld verrijkt met een groot getal aller liefste bulhondjes. De jongen werden uitgebragt en wij zagen een zestal kleine diertjes, zoo zacht en zijig als mollen. Oh! riep de dame die met mij was, „ik moet een van die kleintjes hebbenwat een grappig snoetje heeft hij. Hoe veel vraagt gij er voor, mijnheer Bult?" „Vijfhonderd franken!,, was het antwoord, en toen wij ons ver wonderden over dien prijs, verhaalde hij ons, dat de Franschen zoo verzot waren op bulldogs van het echte ras, dat elk dezer diertjes over drie maanden 40 p. st. (1000 francs) zou opbrengen, Helaas! de heer Bult kreeg die som voor geen zijner bulldogs. Het beleg om Parijs geslagen, en de koude kwamen. In Januarij werden zijn poney en hondjes van 500 francs opgeëischt en door de hongerige Parijzenaars opgegeten. De hokken werden voor brandhout gebruikt. Eenige der lieden die zijne bulldogs gegeten hadden zonden hem uit dankbaarheid de vellen zijner gunstelingen doch dit troostte hem niet. Tweede Hamer. Zitting van Zaturdag 29 April. De algemeene beraadslagingen over de defiuitive staatsbegrooting voor 1871 worden voortgezet en ten einde gebragt. Behalve de ministers van F'inanciën, van Binnenl. Zaken, van Oorlog en van Koloniën, voerden nog onder scheidene leden het woord. De minister van Binnenl. Zaken besprak de hoofdbedenkingen, die tegen de begrooting en tegen het regerings programma zijn ingebragt. Ter zake van het lager onderwijs ant woordde de heer Thorbeeke, dat hij gaarne wil medewerken tot verbetering der bestaande regeling, mits dat het belang van allen niet door het bijzonder belang worde geschaad. Hij deed den voorstanders van eene herziening der wet op het lager onderwijs opmerken, dat eeu voorstel tot wijziging van hen diende uit ie gaan en verzekerde, dat de regering zich daardoor volstrekt niet gekrenkt zal gevoelen. Nadat de algemeene beraadslagingen gesloten waren, is de behan deling der afzonderlijke Hoofdstukken aangevangen. Hoofdstuk I is aangenomen. In de zitting van Maandag I Mei is Hoofdstuk II der Staats begrooting, na eenige discussie over den werkkring van den Raad van State, aangenomen met algemeene stemmen. Ingekomen is het ontwerp tot intrekking der artikelen 414416 Code Pènal en vervanging door andere bepalingen. De beraadslagingen over Hoofdstuk Buitenlandsche Zaken zijn aangevangen. De beer Dumbav drong aan op de afschaffing der missie te Rome, althans bij de volgende begrooting. De Commissie van de Tweede Kamer tot onderzoek naar de zaak van den heer S. E. W. Roorda van Eysinga heeft verslag uitge bragt; zij vermeent dat de ontzegging van verblijf, waairover geklaagd wordt, niet inag worden afgekeurd. Aan zijn verzoek om „herstel van eer," „herstel van zijne vrijheid," anders gezegd, ontheffing van de ontzegging van verblijf, en om „pensioen" kan geen gevolg gegeven worden. Bij Zr. Ms. besluit van den 28 April jl. is bepaald, dat in dit jaar, de bij art. 29 van liet reglement voor het Kon. Instituut voor de Marine te Willemsoord bedoelde commissie tot het afnemen van het eindexamen van de adelborsten 2de kl. bij het Instituut zal bestaan uit: den heer J. M. Obreen, president der commissie tot het examineren der zee-officieren enz., als voorzitter; den kapt. ter zee F. L. Geerling, non-act.de kapt.-luits. ter zee G. H. Bakker, kommanderende het transportschip Java en A. N. L. Koops, lste off. op het wachtschip te Willemsoord en de luit. ter zee lste kl. H. van Goens, lid der commissie tot het examineren der zee-officieren, enz., als leden. Bij het wapen der artillerie zijn o. a. benoemdbij den staf van het wapen, tot generaal-majoor, directeur voor het materieel der artillerie, den kolonel F. A. T. Dêlprat, commandant vad het lste reg. vesting-artillerietot majoor, toegevoegd aan den directeur voornoemd, den kapt. F. K. H. M. van der Vugt, van het 2de reg. vest.—art.; tot majoor, de kapt. A. E. Reuther, van genoemden staf, voor zitter der commissie van proefneming en J. H. Lux, magazijnmeester der artillerie te Grave. De kapt. van Kesteren en de lste luit. Halderiet, beiden van het 3de bat. 7de reg. inf., zijn naar 's Hage vertrokken, wegens detachering bij de normaal-schietschool. De off. van adm. 3de kl. A. Vermeulen, dienende op het wacht schip te Willemsoord, wordt met den 15 dezer op non-activiteit gesteld, en met den 16 dezer vervangen door den off. van adm. 3de kl. J. C. Kluit. De lste luit. der infanterie V. A. F. Helms, alhier in garnizoen wordt met 1 Junij a. s. verplaatst naar Amsterdam. Tot directeur van het postkantoor te Purmerend is benoemd de heer W. C. Wijnmalen, thans directeur van het postkantoor te Oud-Beijerland.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 2