plaatselijke reglementen goedgekeurd, die in Noordholland moesten gewijzigd worden. Met belangstelling verbeidt men een uitspraak van het algemeen collegie van toezigt. De stemgeregtigde leden der Hervormde Gemeente te Aartswoud, hebben met 42 tegen 5 stemmen besloten het kiescollegie te behouden. Te Amsterdam zal, te beginnen met 1 Julij a. s., in werking komen, een speciale omnibusdienst voor de brieven bestellers, die, ter bespoediging van het bezorgen der brieven, per as zullen gebragt worden van het postkantoor naar eenige der van daar meest verwijderde punten om vervolgens hunne wijken te doorloopen. Ook zullen, naar men zegt, de beambten belast met het ledigen der brievenbussen hunne dienst voortaan niet meer te voet verrigten, maar heen en terug rijden. Jl. Zaturdag is in den omtrek van Haarlem het lijk gevonden van een jongmensch, student aan een onzer hooge- scholen, die zich door een pistoolschot van het leven had beroofd. Door de vereoniging tot verbetering der volksgezond heid te Leiden is een blaadje uitgegeven, waarin zij eenige bijzonderheden mededeelt omtrent de aldaar heerschende pokken-epidemie. Van de 214 ge vaccineerden stierven er elf, dus omstreeks vijf van elke honderd; van de 155 niet ge vaccineerden bezweken er zeventig, dus vijf-en-veertig van de honderd. Gedurende de vorige week zijn te 's Hage 56 gevallen van pokziekte aangegeven; de vorige week waren er 75; het aantal gevallen is dus weer met 19 verminderd. De vereeniging tot onderzoek naar de middelen tot verbetering van den gezondheidstoestand van 's Hage, heeft onlangs eene circulaire gerigt aan de onderscheidene gezond- heidsvereenigingen in Nederland, strekkende om zich te wenden tot den minister van Buitenl. Zaken, met verzoek, dat door de Nederlandsclie regering het initiatief worde genomen tot het uitlokken van maatregelen tot ontsmetting der slagvelden van Frankrijk. Ds. Ilugenholtz, emeritus-predikant bij de Iïerv. gemeente te Rotterdam, is jl. Zondag nacht aan eene sle pende ziekte overleden. Volgens de N. R. Crt. heeft de heer Jules Favre aan den Franschen consul te Rotterdam opgedragen, den dank van het Fransche gouvernement te betuigen voor de deelneming en vriendelijkheid, waarmede de Fransche krijgsgevangenen overal hier te lande zijn bejegend. Te Siegerswoude dompelde een treffend ongeluk een achtingswaardig huisgezin in diepen rouw. De vrouw van G. de V. verrigtte des morgens, zooals gewoonlijk, haar huiswerk, terwijl haar jongste kindje, IJ jaar oud, bij haar speelde. Toen de vrouw zich kort daarna naar de vaart begaf, om een dweil uit te spoelen, is het kind, zoo het schijnt, naar eene tobbe, gevuld met water, geloopen, heeft het evenwigt verloren en is met het hoofd voorover in het water gevallen en zoo jammerlijk verdronken. Wie be schrijft de radeloosheid der moeder, toen zij haar kind in dien toestand vond(N. R. Crt.) Het Utr. Dagb. verneemt, dat het plan om het dragen van burgerkleeding aan de officieren te verbieden, wel verre van opgegeven te zijn, weder ernstig ter sprake is, en de minister van Oorlog reeds eene circulaire aan de verschillende korps-kommandanten gerigt heeft, om hunne onderhoorige officieren er eenigszins op voor te bereiden. Op eert boerenerf te Voorstonden (gemeente Brummen), zijn onlangs vier overjarige kalveren neergevallen en ge- doekjes om te winden. Gij wilt de autoriteit iu plaats zien gesteld van het steeds meer veldwinnend individualisme. Gij noemt dat gezag: de kroon; wij heeten het: de kerk. Maar beiden wenschen wij de bevestiging der gestelde magten. Beiden zien wij in de radicale theoriën van 's menschcn vrijheid en zelfbestemming den ondergang der wereld. Voor ons is de Parijsche Commune het consequente gevolg van de liberale leer, die de hoogste wet zoekt in eene individueele nuttigheids-theorie, maar dat weet ge net zoo goed als ik; geef het gezag den naam dien gij wilt, kerk of staat, maar het gezag moet de basis zijn van het maatschappelijk gebouwwerkelijk, Bastiaans, onze belangen zijn dezelfde, ons streven is een!" „Ja, daarin is veel waar's, maar ik begrijp niet".... „Waar ik heen wil? Dat zal ik u zeggen. Onze vereeniging „Virtus et Eides" heeft gisteren candidaten gesteld, ik dacht dat uw bestuur daar pok mede gereed was, wij hadden dan stellig elkaar bestreden, maar toen ik van u hoorde dat uwe vereeniging nog geen personen had gekozen, dacht ik".... „Wat?" Dat het jammer was, dat het geval zich niet omgekeerd voordeed; wij zouden, overtuigd van de eenstemmigheid onzer beginselen, uwe candidaten hebben over genomen. Nu is het echter te Iaat 1 Adieu, ik beu mijn huis tri voorbjjgeloopen." „Maar," zeide Bastiaans, „waarom zouden wij dan uwe candidaten niet stellen, dat komt op hetzelfde neer!" Bloemers keek Bastiaans spottend aan; „beste jongen, ik heb veel idee van je bekwaamheid, en die historie met dat proces was aardig, maar dat kunt gij evenmin gedaan krijgen, als met dezen wind een waslucifer aansteken!" „Maar ik zie niet in" „Jongenlief, vergeef mij, dat ik tweemaal die uitdrukking gebruik, maar dit is toch al te naïf! Gij kunt het voorstel niet doen, want men heeft ons van morgen te zamen zien praten, en men zoude natuurlijk zeggen, dat ik het u had ingeblazen!" „Maar gij weet Bloemers! dat ik er mede voor den dag ben gekomen, gij hebt alleen over de overeenstemming onzer beginselen gesproken, en het wordt tijd te toonen, dat ik zelfstandig kan en wil handelen! Gij kent mij nog niet, maar ik zoude het haast doen, alleen om te toonen, dat ik mij aan geen priuitjes stoor." „Zooals dat andere! nu ja! hoor eens, onder ons, alles weet ge toch niet; of hebt ge al gehoord, dat de vrienden van uwen president den .oude zelf candidaat willen stellen 1 Met al uwe zelfstandigheid kunt gij daar niet tegen op! Ik raad het je af; je wilt dat nu stellig doen, maar gij krijgt geen drie stemmen voor de candidaten van Fides 1 Wedden wilt ge niet, he? Nu, smakelijk eten." Toen Bloemers in zijne woonkamer kwam, wreef hij in zijne handen en zeide bij zichzelf, „als die jongman van avond niet een voorstel doet, waarvan iedereen verbaasd zal staan, wil ik veroordeeld worden om miju halve fortuin te verliezen." Wordt vervolgd). storven, tengevolge van het afvreten van een omgehouwen taxis-struik. De hoogleeraar Miquel hoeft vroeger gewaar schuwd tegen het vreten van taxisloof, dat den plotselingen dood van paarden, rundvee, schapen en geiten veelal ver oorzaakt. Tengevolge van de strenge nachtvorsten hebben de te Wijhe in vollen bloei staande vruchlboornen zeer veel geleden. Het vette vee wordt op de stallen te Wijhe thans tot 70 en 75 cents per kilo opgekocht. Men schrijft die duurte toe aan de buitengewoon ltooge prijzen van het hooi en der andere voedingsmiddelen, aan den hoogen waterstand en aan het schrale weder. Te Ouderkerk aan den IJssel is bij den veehouder F. Gottdriaan op eene hevige wijze de longziekte onder het rundvee uitgebroken. Als een treurig bewijs van verregaande baldadigheid, welligt wraakzucht, dient het feit, dat in den nacht van den 6 dezer in een land nabij Harlingen een paard de beide oogen zijn uitgestoken. Het is te wenschen dat de dader van die wreedaardige handeling aan do ijverige naspo ringen van de politie niet zal ontloopen. (D.) In Friesland heeft een notaris uit de gemeente A. tegen een doctor uit de gemeente K. wegens laster een eisch van 3000 schadevergoeding ingesteld, omdat de doctor gezegd had, dat de notaris buitengewoon'veel van de schoone sekse houdt. 17 getuigen zijn in deze zaak gedagvaard. De te Waddinxveen nieuw opgerigte fabriek om op Amerikaansche wijze kaas te vervaardigen, vindt zulk een steun bij de landlieden aldaar, dat reeds meer dan 200 hunner hun melk naar de fabriek brengen. Als een bewijs hoe goed het sommige boeren te stade komt, dat zij hun vee in de weide kunnen sturen, wordt uit Gaasterland (Friesland) meegedeeld, dat een boer aldaar, die voor zijne 80 koeijen dagelijks 100 voor hooi en 25 voor lijnkoeken moest uitgeven en wekelijks slechts ruim 150 voor zijne boter maakte, op die wijze een verlies leed van ongeveer 100 per dag. Op een dorp in Drenthe heeft men een vos moeten afmaken, die kippen ving, terwijl hij aan den ketting lag. Hij nam uit zijn etensbak een aardappel, legde dien afzon derlijk neder, trok zich dan in zijn hok terug en begon een klokkend geluid te maken, waarop werkelijk dikwijls een domme kip dén aardappel kwam bezoeken en zoo in Heintjes klaauwen viel. Omtrent de aankomst van Z. M. den eersten Koning van Siam te Batavia, wordt dd. 31 Maart van daar het volgende gemeld: „Zoodra dat gedeelte der flotille, waarop Z. M. en gevolg zich bevonden, in aantogt was, begaf zich de commissie tot ontvangst van Z. M. met het stoomvaartuig Tjiliwong naar de reede, ten einde den hoogen bezoeker uit naam van Z. Exc. den gouverneur-generaal geluk te wenschen met zijn behouden aankomst in deze gewesten. Den morgen van den volgenden dag, 27 Maart, werd Z. M. door genoemde commissie van boord afgehaald, waarop Z. M. en gevolg zich ten ongeveer half acht ure in statigen optogt begaven naar het gouvernements-hötel te Rijswijk, alwaar hij door den gouverneur-generaal werd verwelkomd. Vervolgens werden de aanwezige autoriteiten, civiele en militaire, en andere personen aan den Koning voorgesteld. Daarna begaf Z. M., vergezeld door Z. Exc. den gouv.- generaal, zich naar het paleis te Weltevreden, alwaar Z. M. de groote zaal van dat paleis, welke met de por tretten van HH. MM. de Koningen Willem I, II en III, én van de voormalige landvoogden van Nederl. Indië ver sierd is, met zigtbare belangstelling in oogenschouw nam. Des namiddags werd door Z. M. een wandclrid gedaan. Des avonds werd aan de hooge gasten en aan de commis- siën, welke den Koning hebben gecomplimenteerd, een diner aangeboden aan het gouvernements-hótel, waarna ten half tien uur de heeren en dames werden gerecipieerd, die aan Z. M. hunne opwachting wenschten te maken. Als een bewijs welk eene onbegrijpelijke hoeveelheid water de bomnen aan den dampkring toevoeren en aan den grond onttrekken kan dienen, dat blijkens onderzoekingen, één eikenboom van 18 Mei tot 24 October, en dus in 160 dagen, 120.062 kilogrammen water heeft verdampt. Vroeger had Vaillant gevonden, dat een eik van 20 meters hoogte en 2.63 meters omtrek van den stam, op een schoonen dag 2000 kilogrammen water verdampte. De Nederl. consul in Bolivia waarschuwt ten ernstige tegen deelneming aan het plan tot aanleg der Foruaansche spoorweglijn van Tacua naar de Boliviaansche grenzen, en betwijfelt zelfs de mogelijkheid van uitvoering. In landbouwkundige tijdschriften wordt den dobbel- steenvorm der kazen aanbevolen boven den ronden. De kaas vereischt minder ruimte bij het inpakken, droogt gemak kelijker en blijft op den duur beter. Bij het droogen worden de dobbelsteenvormige stukken niet geheel omgekeerd, maar op de naast bijgelegen zijde gelegd. In liet Bat. IlaDdelsbl. leest men een schets van Sumatra's westkust: „De palmwijn speelt een voorname rol bij de Balaqsche kannibalenfeesten, waarbij een nlensch wordt opgegeten. Het menscheneten, dus vertelde mij de Kadja, terwijl wij eens teParit- debebata waren, het menscheneten is sinds lang bij de beschaafde Bataqs afgeschaft, doch is nog altijd iu zwang bij de Bataqs van I'angriboean. Wanneer daar een krijgsgevangene moet opgegeten worden, dan wordt de^e aan een paal gebonden. Vóór hem brandt een groot vuur en duar naast staan bamboes, gevuld met palmwijn in welken drank men een mengsel van fijn gestooten zwarte peper en het sap van zekere boombast gestort heeft. Op het bepaalde oogenblik begeeft zich een der feestgenooten naar den krijgsgevangene een snijdt een stukje van diens vleesch af, dat hij, na eeuigen tijd boven het vuur gehouden te hebben, verslindt. Ter bevorderiug van de spijsverteering neemt de eter een ferme teug palmwijn. Dun begint een ander op dezelfde wijze feest te vieren. Dit duurt soms zeer lang. En onder al die martelingen geeft de krijgsge vangene geen het minste geluid; dat zou schande zijn, een schande die zijn volkstam eveneens besmet. Kent gij een dapperder volk dan de Bataqs, mijnheer? Neen! zeide ik. Wat schrijft gij daar? vroeg de verteller, toen hij zag dat ik eenige aanteekeningen in mijn dagboek maakte. Ik houd aanteekening van hetgeen gij mij verteld hebt over het menscheneten in het landschap Pan- griboean. Maar moet gij zoo een kleinigheid nog opschrijven? Dat is geeu kleinigheid, want het menscheneten is een eigen aardigheid van de Bataqsche natie. Ik zal dit boek aan alle menschen laten lezen, Kadja, en hun daarbij zeggen, dat gij een knappe verteller zijt. Inanghoi! (Inanghoi, o, moeder 1, is een in den mond der Bataqs van Porbirahón bestorven woord en geeft een gevoel van verrassing of schrik te kennen.) En ik zal ook zeggen, dat gij mij op heerlijken palmwijn onthaald hebt. Inanghoi, neem nog een teug, mijnheer! De Asser Crt. bevat eeu fragment uit een onuitgegeven reisje door Drenthe; men ontleent daaraan het volgende: „Wat de school kan doen, wat verdere leiding vermag wij zien en hooren het nu en dan in onze Drentsche dorpen en ge huchten. Als daar de 17 en lSjarige dorpelingen, in de school van „'t loeg", bij een winteravond, wanneer de duisternis en de Stilte er als het ware met de handen te grijpen zijn, voor ouders, vrienden en bekenden optreden en dichtstukken voordragen, als dan de landman genoegelijk zit te luisteren, met een sierlijk gedrukt programma in de hand, welgevallig met het hoofd knikt, en, als eeu rederijker, vrij met vuur een vers reciteert, denkt: „wat duurt dat jonge volkien toch beter as toe ik jonk was!" en de pauze in scherts en lach voorbijvliegt, danmoge ook de keus van de voor gedragen stukken iets te wenschen overlaten zeggen wij„ziedaar eene generatie, die, het leven intredende, het min goede, het ver sleten oude in het voorportaal des levens zal afleggen en het nieuwe scherp, maar niet wantrouwend, onder de oogen zal zien. Als een gezelschap Peizer jongelieden van beider sexe, een rijtoertje makende, te Assen stil houdt om hetgeen er belangrijks is te bezigtigen, het schoon der natuur te genieten en, op verzoek, met gepaste vrijmoedigheid in de societeitstent eenige zangstukjes zóó uitvoert, dat het zelfs svandelaars tot luisteren lokt en een hartelijk bravozich laat hooren is dat niet de triomf voor de school en voor de beschaving! „Zingen te Assen en voor het publiek" men moest 20 jaar geleden aan jonge lieden in onze dorpen dat voorstel eens gedaan hebben 1 Het zou gekwetste dorps-majesteit zijn geweest en wie zou den moed hebben gehad om dat waagstuk te ondernemen? Die er nog geene vernedering in zou hebben gezien, had het toch met alle kracht aan zijne dorpsgenooten ontraden, want hoe zouden zij, gedachtig aan het. „de bijen storten daar het eêlste dat zij lezen! voor het aaggezigt van „'s werelds hoogheid" durven verschijnen en zingen. Zie, dat de Peizers dat deden en zóó als zij het deden is het niet wij vragen het nog eens de triumf voor de school en voor de beschaving! Er zijn meer onderwijzers in Drenthe, die eer zouden inoogsten voor hun ijver om beweging en leven te brengen in het anders zoo eentoonig dorpsleven, maar zelden een woord van aanmoediging mogen hooren en waarlijk dat is wel noodig om op het platteland ijver en moed te behouden totdat de gewigtigste taak is afgewerkt. Over de stembus vinden we deze ontboezeming in het N. v. d. D,: „Het is Mei, de boomen bloeijen. De wildzang klinkt door het bosch. Alle brave menscheu zingen mee. Zelfs de leeperts onder de booze brengen in een gehuicheld vrolijk gelaat hun tol aan de feestelijke stemming des heelals. Er zijn grasbloemen in het veld. Er is grasboter op onze ontbijttafels. Er begint leven te komen 'op den akker. De stroeve geleerde legt zijn rustelooze stalen pen neer en maakt een plannetje voor de Hartz of het Thuringerwald. Jonge, verliefde vogels bouwen kunstige nestjes, en glimlagchende paartjes stappen met ouders eu getuigen naar het raadhuis, om de welsprekendheid van den ambtenaar voor den burgelijken stand te bewonderen. Zieke menschen beginnen vleijend aan hun doctor te vragen, of ze niet eens eventjes naar buiten zouden mogen gedragen worden. Treurende weduwen en weezen brengen hun eerste offer van verschgeplukte bloemen naar het graf hunner dierbaren. Overal prijst men den zoeten zuidenwind en de goedheid van den schepper, die op nieuw alle gierigaards beschaamt ja, een verkwister zou wezen, als hij niet zoo oneindig rijk en zoo oneindig liefdevol was. Iu dit verrukkelijkste tijdperk barst de grond ook open, om een doorgang te verleenen aan de dikke bloemknoppen van de nationale stembus. Weldra als Juuij in het land is, zal deze groene sierplant van ons Batava Terape zich geheel ontsloten hebben en in elk gemeentehuis op de tafel staan. Dan zullen burgers en buitenlui toesnellen, om haar raadselachtigen wasdom te bewonderen. Dau zal twóe dagen lang de zon aau den hemel wegkruipen en zullen wij niets van haar warmte voelen, al staat de thermometer op 80 gr. Er zullen dan angstige hartkloppingen worden geteld onder menig kaudidatenkleed en kleine schietgebedjes worden opgezonden door menschen, die op andere dagen van het jaar hun soep wel zonder bidden durven eten. Er zullen dan twijfelmoedige vragen worden gedaan door ervaren diplomaten, tot wie wij, eenvoudiger stervelingen, gewoonlijk als tot eeu rots opkijken cn benaauwde kansrekeningen gemaakt worden door lieden, die nog voor veertien dagen om de mogelijkheid van een nederlaag lachten. Liefhebbende huisvrouwen zullen zich met de politiek gaan bemoeijen en hare dierbare echtgenooten verzekeren, dat zij hun toch getrouw zullen blijven, al bleek het soms, dat de kiezers niet meer van hen hielden. Er zal een gerommel in de lucht worden gehoord, alsof alle bijbladen van alle eeuwen en volken door de geesten van lang gestorven raadpensionarissen en griffiers wierden voortgerold over de ruggen van de politieke tinnegieters van vroeger en later tijden. Als wij eenzaam op onze kamer zitten, zal ons oor het gegons van duizend parlementaire debatten meenen te hooren. Als wij doodelijk vermoeid in bed stappen, zullen we wegzinken als scheurpapier. Zoo zal het in Juuij zijn en het is misschien goed, dat het zoo zal wezen. Het is immers een teeken van opgewekt staatkundig leven, als de verkiezingsstrijd een zaak van heiligen ernst en hoog gewigt is; als de burgers van een land met warme belangstelling gebruik maken vau hunne regten, en de algemeene afkeuring de onverschilligen brandmerkt? Indien de stembus het punt vau ver eeniging voor alle gelijkgezinden wordt en regtmatige grieven daar naar het hart leercu luchten, zonder bloedstorting en zonder nabe rouw, dan rijst de zedelijke waai'de van een volk ver boven het vriespunt, dan is er hoop, dat zelfs de hardnekkigste behoudsman eenmaal zal inzien, hoe de regering van het volk door het volk geen uitvinding van de slang uit het paradijs, maar een zegen des hemels is. Tegen dien prijs kan de strijd der politieke mee ningen niet te warm en te levendig zijn. Op het erf van vrij geborenen en vrijheidlievenden maakt dan de stembus geen ongunstig figuur, al staat zij midden tusschen de bloemen van de Junij-maand en de hoop van den naderenden zomer. Ook het constitutionalisme heeft zijn kleurenpracht en ademt zijne verkwikkende geuren door de geopende vensters in iedere woning."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 2