1871. N°. 69. Vrijdag 9 Junij. 29 Jaargang.
NATIONALE MILITIE.
B I \\E\LA X D.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Jf HELDERSCHE 1
E\ NIEUWEDIEPER COURANT.
„Wij huldigen hat goede."
Verschijnt Dingsdag-, Dondekdag- eu Zatubdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Woensdag den 14 Junij vertrekt van hier de
Oost-Indische mail via Triest, per eersten trein.
Donderdag den 15 Junij vertrekt van hier de West-
Indische mail over Southampton, per iaatsten trein.
Vrijdag den 16 Junij vertrekt van hier de Oost-
Indische mail vin Drindisi, per trein van 6.15 's av.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen
ter openbare kennis:
Dat het ONDERZOEK OVER DE VERLOFGANGERS van de Militie te
land, bedoeld bij art. 138 der wet op de Nationale Militie, voor deze gemeente
is bepaald op Woensdag den 14 Junij 1871, des voormiddags ten tien ure, in
het Lokaal achter het Gebouw voor Gemeentewerken naast het Weeshuis alhier.
Aan dat onderzoek moeten deelnemen de VERLOFGANGERS der Militie te
land, behooiende tot de ligtingen van 1867, 1868, 1869 en 1870, voor zooverre
zij vóór den 1 April 1871 iri het genot van onbepaald verlof waren gesteld.
De belanghebbenden worden herinnerd aan de volgende wetsbepalingen
Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het onderzoek in uniform gekleed,
en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met
verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas.
Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee
tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij
zijnde huis van bewaring of arrest, door den militie-commissaris worden
opgelegd aan deu verlofganger:
1. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt; 2. die
daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien is van de in
het voorgaand artikel vermelde voorwerpen; 3. wiens kleeding- of uitrusting
stukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden4. die
kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander toebeboorende, als de zijue vertoont.
Art. 142. Is dc verlofganger, wien krachtens het voorgaand artikel arrest
is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan bij dadelijk ouder verze
kerd geleide in arrest worden gebragt.
Is hij niet tegenwoordig cn onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde
straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage van den militie-commissaris, te
rigten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden
en onder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij
zijnde huis van bewaring of arrest overgebragt.
Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld, is de verlofganger
verpligt, op den daartoe door den militie-commissaris te bepalen tijd en plaats,
en op de in art. 140 voorgeschreven-wijze, voor hein te verschijnen om te
worden onderzocht.
Art. 144. De Verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan het
feit sub 4. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den
militie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde, in het geval ver
eert, sub 2 .en 3 van art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en
▼an 3 tot 6 maanden gehouden.
Art. 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aan eene oproeping
voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld.
Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van krijgstucht voor
het krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der militie te land, die zich
onder de wapenen bevinden, van toepassing en met opzigt tot de verschillende
gevallen van desertie op al de bij de militie te land ingelijfdeu.
Die manschappen wordeu geacht onder de wapenen te zijD
1. zoolaDg zij zich bij huu corps bevinden 2. gedurende den tijd, dien het
in art. 138 bedoeld onderzoek duurt; 3. in het algemeen, wanneer zij in
nniform zijn gekleed.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder,
Helder, STAKMAN 130SSE, Burgemeester,
den 23 Mei 1871. L. VERHEY, Secretari».
HELDER en NIEUWEDIEP, 8 Junij.
In Engeland en inzonderheid te Londen is men niet
geheel gerust ten aanzien van de woelingen der Commu
nisten. Men erkent, dat er eenige aanleiding is om te
vree«en voor eene herhaling der droevige gebeurtenissen,
die Parijs zoozeer hebben beroerd. Het is echter te hopen,
dat het gezond verstand der Britsehe natie, zoo lang reeds
haar ten schild tegen revolutionaire woelingen, ook nu
krachtig zal bijdragen om het streven van onruststokers in
voortgang te stuiten.
Victor Hugo heeft een brief van dankbetuiging gezonden
aan die leden der Belgische Kamer van Afgevaardigden,
die zich tegen zijne verwijdering uit België hebben verklaard.
Met belangstelling wordt in de laatste dagen gadegeslagen
hetgeen aanleiding geeft om den toekomstigen regeringsvorm
in Frankrijk te bepalen. Ten aanzien van de geldigheid
der verkiezing van de Prinsen van Orleans tot leden der
Nationale Vergadering zou in de zitting van beden worden
beslisttegelijk daarmede zal een besluit worden genomen
ten aanzien van de bestendiging der verbannings-besluiten,
tegen de familie Orleans in der tijd uitgevaardigd. Dooi
den beer Thiers wordt, blijkens zijne rede, jl. Maandag
gehouden, nog al groot gewigt gehecht aan het te nemen
besluit. Inmiddels schijnt een deel der Nationale Vergadering
ijverig gezind om aan den heer Thiers het Uitvoerend
Bewind gedurende twee jaren op te dragen. Te Parijs
is het rustig en ter verzekering van die rust wordt de
stad bestendig door patrouilles doorkruist. Het ministerie
is door de benoeming der heeren Lainbrecht, Lefranc en
Cissey gewijzigd tot het volbrengen der grootsche taak:
hervorming, opbeuring, het doen herleven der volkswelvaart.
In Rumanië wordt de staatkundige toestand aanmerkelijk
beter en men twijfelt er thans niet aan, of Vorst Karei
zal zijne betrekking blijven bekleeden. Dezer dagen opende
hij in persoon de zittingen der Kamer van Afgevaardigden
en werd bij bij zijc binnentreden der zaal met gejuich i
«III ILlf I lui■WliBaMBBOBP—an
Prijs der AdvertentiënYaa 14 regels 19 «sit,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten wordea naar plaatsruimte bersksii.
begroet, terwijl zijne troonrede herhaaldelijk door bijvals
betuigingen werd afgebroken. Voor de rust in 't oosten
van ods werelddeel is deze verhouding tusschen Vorst en
volk zeker van veel gewigt.
Heden is bij de Directie der Marine alhier aanbesteed
de levering van: 4000 hectoliters Gas-Coaks. Er was
een inschrijvingsbillet ingekomen, als van den heer C. Beig-
huijs, tegen den prijs van 0.61 per hectoliter.
De commissie door den raad van bestuur, nitgenoo-
digd tot bet installen van een onderzoek naar de oorzaak
van den brand der Willem III, bestaat, uit de volgende
leden, de bh. Julius G. Bunge, president, J. E. Cornelissen,
secretaris, P. Buys, expert van de Nederl. vereeniging van
AssuradeurenA. R. J. Cramerus, mr. C. A. Crommelin,
M. M. J. Kroeff, kapt.-Iuit. ter zee, en mr. C. J. A.
den Tex. Bovendien is er nog sprake van bet benoemen
eener commissie vanwege den minister van Koloniën.
Het Prov. geregtshof in Noordholland heeft, over
eenkomstig de conclusie van den advocaat-generaal, jhr.
mr. C. H. Backer, eene beslissing genomen in eene zaak
waarover reeds jaren lang proces gevoerd werd. In het
jaar 1676 overleed te Hamburg P. Wirtz of Wartz, in
leven baron van Ornholro, veldmaarschalk van de voor
malige republiek der vereenigde Zeven Provinciën. Zijn
lijk was van Hamburg naar Amsterdam gevoerd en begraven,
terwijl de toenmalige weeskamer dier stad het beheer over
zijne nalatenschap aanvaardde. De erfgenamen beweerden
dat testament-vervalscbing had plaats gehader was 50,000
aan hen uitgekeerd, doch men beweerde dat de erfenis
veel aanzienlijker was. In 1848 werd door eene vereeniging,
bestaande deels uit afstammelingen, deels uit concessiona
rissen van erfgenamen bij versterf, eene vordering ingesteld
tegen de algemeene commissie tot liquidatie der zaken van
de voormalige wees- en momboirkamers tot rekening en
verantwoording van haar beheer en tot uitkeering van het
saldo van voormelde nalatenschap en tegen de gemeente
Amsterdam, als aansprakelijk voor do handelingen harer
voormalige weeskamer, tot schadevergoeding, ingeval van
niet voldoening.
De vordering werd, na vijftien jaren procederens, bij
vonnis van 30 Dec. 1863, aan de eischers ontzegd. Het
Hof heeft thans bijna 7i jaar na het vonnis der
regtbank dat vonnis bevestigd.
Tot secretaris der gemeente Schagen is benoemd de
heer Ph. A. H. van Bevervoorden, ambtenaar ter secre
tarie te Purmerende.
Men schrijft ons van Oudkarspel dd. 5 Junij:
//Eene treurige gebeurtenis verwekte heden alhier alge
meene verslagenheid. Een veel geacht jongeling, oud 27
jaar, ging des morgens omstreeks 7 uur naar het land, om,
als naar gewoonte, naar het vee zijns vaders te zien en
was des namiddags ten 6 uur nog niet wedergekeerdna
lang en angstig zoeken vond men den ongelukkige in het
water liggen, waaruit bij levenloos werd opgehaald en als
lijk bij de diepbedroefde ouders in buis gebragt.»
Den 3 dezer is te Purmerend in den ouderdom van
77 jaren overleden, de beer G. van Sandwijk, oud-hoofd
onderwijzer aldaar; een man, die zich door zijne veelvuldige
geschriften algemeen in ons vaderland een naam ver
worven heeft.
Aan de Maatschappij voor Grondcrediet is door de
arrond.-regtbank te Amsterdam de gevraagde provisioneele
surséance van betaling toegestaan. Op de jl. Maandag
gehouden comparitie van crediteuren bleek, dat de voor-
loopig daartegen geopperde tegenstand op dit oogenblik
werd opgegeven. Tot bewindvoerders zijn benoemd mrs.
M. J. Pijnappel, L. Wolterbeek en A. F. K. Hartogh.
De talentvolle hoofdredacteur van het N. v. d. Dag,
de heer Simon Gorter, is jl. Maandag op nog geen 40jarigen
ouderdom overleden.
Als een bijzonderheid verdient zeker te worden ver
meld, dat jl. Dingsdag te 's Hage een milicien, die reeds
ingelijfd was, voor de militaire dienst is afgekeurd, »omdat
zijn hart niet op de regte plaats zat.»
Het is inderdaad geen aardigheidhet hart van dien
jongeling bevond zich niet aan de linker, maar was meer
naar de regterzijde van zijn ligebaam verplaatst. (D.)
Op de gisteren te Delft gehouden paardenmarkt
waren aangevoerd 460 paarden. Goede exemplaren waren
prijshoudend en gingen vlug van de hand voor ƒ250 a 500,
ook aan vreemde kooplieden. Van miudere kwaliteiten
was niet veel omzet, door de schaarschte aan het voeder.
De zaak van v. d. W., van Arnhem, beschuldigd van
verregaande mishandeling zijner dochter en echtgenoot,
diende jl. Dingsdag voor het Hof te Utrecht, daartoe door den
Hoogen Raad aangewezen.
Moeder en dochter verschenen thans ter teregtzitting als
door den procureur-generaal gedagvaarde getuigen, doch het
Hof weigerde haar te hooren.
De hoofdbeschuldiging liet de procureur-generaal los,
als t«n eenenmale onbewezen, doch mishandeling van moeder
en dochter had plaats gehad en daarvoor eischte Z.E.A.
twee jaren correctioneele gevangenisstraf. De verdediger
betreurde het besluit van 't Hof om moeder en dochter
niet te hooren en concludeerde tot geheele vrijspraak.
Dingsdag a. s. uitspraak.
Een merkwaardige zaak heeft voor de arrond.-regtbank
te Zutphen gediend. Een man uit Borkulo werd een paar
jaren geleden tot 3 maanden gevangenisstraf veroordeeld,
wegens het toebrengen van slagen aan een ander. Deze
geschiedenis rakelde hij gedurig weder op, er bijvoegende,
dat een der getuigen een valschen eed zou gedaan hebben.
Deze laatste nam die praatjes voor notificatie aan en daar
door werd de wraak van den vroeger veroordeelde heviger.
Op jl. Paasch-Maandag ontmoetten zij elkander op straat.
De wraaklustige greep den getuige aan, verweet hem op
nieuw den valschen eed en wilde hem noodzaken dien te
bekennen. De aangevallene weigerde pertinent dit te doen;
maar toen zijn aanrander hem erg mishandelde, bekende
hij, om los te komen uit de handen van zijn vijand, dat
hij een valschen eed had gezworen. Eenige menschen, die
op het geschreeuw waren toegesneld, werden bij den
regter te Lochem als getuigen aangewezen. Er was een
dubbele klagt ingediend, t. w. door den aanvaller, dat die
getuige bekend had een valsche eed gedaan te hebben, en
door dezen laatste, dat hij mishandeld was geworden. De
regtbank aldaar, van oordeel zijnde, dat een afgeperste
bekentenis een valschen eed gedaan te hebben, onder dus
danige omstandigheden niet is toe te rekenen, heeft eerst
genoemde veroordeeld tot één jaar cellulaire gevangenisstraf.
Het hooi is te Deventer thans zoo hoog in prijs, dat
reeds 40 i 45 per 500 kilogr. besteed is.
De grasverpachtingen nemen in de omstreken van
Deventer een aanvang. Niettegenstaande er zeer weinig
gras op de landen staat, brengt het veel meer geld op dan
in vorige jaren.
Pinkstermaandag hebben 104 gevangenen nit de
gevangenis voor jeugdige veroordeelden, op den Kruisberg
(gemeente Ambt-Doetichem.) onder geleide van drie be
waarders, eene wandeling door de gemeente Hummelo en
Keppel gedaan. Het rustpunt was aan het logement de
Gouden Leeuw te Laag-Keppel, waar die jeugdige knapen
door een der zich aldaar bevindende heeren werden ont
haald op bier.
Jl. Zaturdag morgen heeft men getracht de stoomboot
Willem III in de haven van Portsmouth te slepen. Met
laag water fis de stoompomp van Londen met nog andere
pompen bezig geweest het schip ledig te pompen. Drie
stoombooten hebben al het mogelijke gedaan het schip af
te slepen, doch vruchteloos; het is niet vlot gekomen. De
platen in de midscheeps zijn tot onder water ontzet.
Te Egadin, in Zwitserland, heeft het Zaturdag den
geheelen dag gesneeuwd; op sommige plaatsen ligt de
sneeuw 1| voet hoog.
Uit Hongkong wordt van 26 Mei gemeld, dat het
schip Dollarse Ugard, van Macao naar Callao, is verbrand
met 600 inboorlingen aan boord. De berigten, houdende
bijzonderheden betreffende deze ramp, zijn onderling iu strijd.
In de Vereenigde Staten is, volgens the Jurist, eene
monsterprocedure aan den gang. Zij betreft gronden in
San-Franeisco, welke aan ruim 1000 gedaagden betwist
worden. Het getal advocaten, die in de zaak werkzaam
zijn, bedraagt 270.
Zoo als bekend is, lijdt de beroemde Dawison, ontegen
zeggelijk een der grootste tooneelspelers van onzen tijd,
aan hersenverweeking. Voor zijn kunst geheel verloren,
werd in den Iaatsten tijd weinig meer van hem vernomen.
Wij treffen thans in het Dresdener Neue Fr. BI. een
partikulieren brief aan, welke inhoud wij hier laten vol
gen, overtuigd dat Dawisons talrijke bewonderaars ook
hier te lande, waar hij door den heer van Lier op het
Duitsch tooneel geïntroduceerd werd, met de levendigste
deelneming iels naders vernemen zullen omtrent deu
genialen kunstenaar, wiens zeldzaam talent op ieder ont
vankelijk gemoed een zoo ouuitwischbaren indruk maakte
en die overal waar hij optrad de schoonste herinneringen
achterliet.
De briefschrijver, van een bezoek bij Dawison terug-