Woensdag 28 Junij. 1871. W 28 Jaargang. AANBESTEDING. oonte r af- f212 erin? iets ?elde f45 5 a kken f4 HELDERSCHE M iVIEUWEDIEPER COURANT, ,,W ij huldigen het goodo." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Pl-ijs der Advertantiën: Van 14 regeU 60 c«nt, elke regel meer 15 cent. Grootc letters of Ti'gnetten worden naar plaatsruimte berekend Woensdag den 28 Junij vertrekt van kier de Oost-Indische inail via Triest, per eersten trein. Vrijdag den 30 Junij vertrekt van hier de flost- Indische inail via Urindisi, per trein van 6.25 's av. Vrijdag den 30 Junij 4'ertrckt van hier de West- Indische mail over iSouthainpton, per laatsten trein. Op Vrijdag den 7 Julij 1871, des avonds ten zeven ure, zal, aan het Raadhuis der gemeente, in liet openbaar, alleen bij inschrijving, worden aanbesteed a. Het verlengen van het HOOFDSIIOOF, in de Sficuwstad met het ophoogen van den weg. 5. Het leggen van een VOET8TBAAT achter langs den Meldersehen Zeedijk, van af de 1'oststceg tot het Westplcin. c. Het leggen van een VOETSTKAAT langs de huizen op den Hijk en de ijk straat. Het bestek met de voorwaarden ligt ter lezing aan de Secretarie der gemeente. Exemplaren zijn aldaar tegen 50 cents verkrijgbaar. Inlichtingen zijn te bekome!» bij den Gemeente-Bouw meester, den Heer G. SCHOLTEN, door wien op Woensdag den 5 Julijdes voormiddags ten 101 ure, aanwijzing in loco zal worden gedaan, te beginnen, in de Nieuwstad. Helder, den 26 Junij 1871. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. B I E X L A HELDER en NIEUWEDIEP, 27 Junij. Alweder beeft Tliiers de wapenschouwing moeten uit stellen, alweder zijn de zware regens, die in Frankrijk gevallen zijn, opgegeven als de reden van het uitstel, en Brieven uit het Noorderkwartier. II. Gelukkig, de 13de Junij is achter den rug, de verkiezingen voor onze Volksvertegenwoordiging zijn afgeloopen (in een paar districten moeten nog herstemmingen en in één een nieuwe keuze geschieden, maar overwegend gewigt kunnen die niet uitoefenen), de stembussen zijn allen geopend en het Ncderlandsche volk heeft uitspraak gedaan in welke rigting het bestuurd verlangt worden. Wat is er in de dagen, die den 13den dezer zijn voorafgegaan, veel geschreven en gewreven, gewoeld en gewroet, gelogen cn gelasterd. Waarlijk, velen zullen wegens den overspannen toestand, waarin ze verkeerd hebben, wel achter adem zijn. Nu echter kunneD we weer op adem komen. Rustiger dagen zijn weder aangebroken. Daarom laten we nu een blik terug werpen op hetgeen in ons Noorder kwartier, vooral in het kiesdistrict Alkmaar, waartoe we behooren, is voorgevallen. Dat ons Noorderkwartier in de algemeen heerschende spanning, waarin ons gansch vaderland verkeerde, heeft gedeeld, dit wordt overtuigend bewezen uit den stroom van nieuwsbladen, waarmede wij overstroomd zijn geworden. Creabonneerden en niet-geabonneerden, elk kiezer bijna ontving de couranten uit onze omgeving. Die bladen lezende en over het gelezene nadenkende, dan zal het anderen wel gegaan zijn als het mij gegaan is, een menigte van gedachten vloog ons door het hoofd. In alles kon men merken: ons Noorder kwartier verkeert in spanning en de strijd zal hevig zijn. Zoo was het ook bij ons plattelandbewoners. Zijn er velen, die zulke dagen van spanning en strijd bedroevend vinden, omdat dan in den regel burgers tegen burgers worden opgezet en er menigmaal scherpe woorden en harde slagen vallen, zoo vind ook ik zulke tijden wel bedroevend, maar waarlijk niet boven mate. Immers uit dc gansche geschiedenis weten wij, dat strijd de eerste en eenige voorwaarde tot ontwikkeling is. „Stilstaande wateren worden slinkende poelen," zegt het voor- vaderlijk spreekwoord, „en onweer en stormen zuiveren de lucht." In onze maatschappij is dan ook nimmer iels goeds, iets weldadigs, iets dat tot ontwikkeling van het algemeen dienen kan tot stand gekomen, of het .heeft met tegenstand, soms met geweldigen tegen stand, te worstelen gehad, het heeft moeten strijde*! om tot gevcstigden staat te geraken. Nooit is het anders geweest, en nimmer zal het anders worden op welk gebied des meuscheliiken levens men zich ook bewege; er heeft bestaan, er bestaat, en er zal blijven bestaan strijd lusschen behoud en vooruitgang. Dezen strijd hebben wij ook kunnen ontdekken in onze maatschappij bij de plaats gehad hebbende verkiezing. Er is ern partij die vooruit wil; die zoekt cn streeft naar liet betere, en er is een partij die staan wil blijven, die rusten wil en verlangt te behouden wat door de vaderen tot stand is gebragt, omdat zij er wel bij vaart, liet is waar, strijd heeft veel bedroevends en sleept een menigte ongc- lukkigen na, zoo hij op zinnelijk gebied wordt gevoerd; maar in de gevolgen beeft liij ook zijne groote verblijdende zijde, want door alweder wordt verzekerd, dat niet de regens, maar de vrees voor aanslagen of vijandige demonstratiën de werkelijke oorzaak van het uitstel is. Reeds meermalen is er sprake geweest van de ineen smelting der belangen van de beide takken der Bourbons; tot lieden toe schijnt die aaneensluiting nog geen feit te zijn. Volgens niededeelingen uit Frankrijk moet door de Prinsen op den uitslag der te houden verkiezingen worden gewacht, om eerst daarna meer handelend op te treden. Mogt het blijken, dat de natie een Koning begeert volgens het oude stelsel van onvervreemdbaar goddelijk regt, dan zou de graaf van Cliambord als Idenri V de aangewezene persoon zijn om Frankrijk te besturen, doch wordt det door de verkiezingen duidelijk, dat het volk een constitu- tionelen Koning wil, dan zou de graaf van Parijs op den voorgrond treden en de kroon aanvaarden uit de handen der vertegenwoordigers des volks. Het liandelstractaat tusschen Engeland en Frankrijk wordt bij voortduring druk besproken. In eerstgenoemd rijk betreurt men het dat Tbiers, wien men overigens zoo groote achting toedraagt., blijkbaar afkeerig zich betoont van het vrijhandelstelsel en voor Frankrijk meerder heil meent te zien in besehermende bepalingen. De Britsche minister Granville behandelde dezer dagen op een gastmaal dit onderwerp; hij vond overvloedige aanleiding om op Cobdens streven naar steeds meerdere handelsvrijheid te wijzen en zeide niet te gelooven, dat die groote liberaal ooit zijn toestemming zou hebben verleend aan de onderhandeling over een nieuw tractaat, waarin de achteruitgang moest worden gehuldigd. In Belgie wordt in den laatsten tijd veel gesproken en geschreven over de reorganisatie des legers, zoowel met het oog op de doode als de levende strijdkrachten. Yan veel belang wordt daar te lande geacht de verbetering der wettelijke bepalingen op de nationale militie. Ver scheidene stemmen gaan op ter gunste van de algemeene dienstpligtigheid en de afschaffing van het voor 't leger verderfelijke stelsel' der plaatsvervanging. Thans wordt'er bijzonder op gewezen, hoe de invloed der Internationale op de soldaten die uit den werkmanstand voortkomen een belangrijk tegenwigt zou ontvangen onder de militairen strijd worden zoowel de krachten geoefend, als de wapenen, waarvan men zich bedient, gekend, en hij is dus der menschelijke ontwikkeling bevorderlijk. In den strijd ook wordt de hartstogt geprikkeld en daardoor ons meermalen een blik achter de schermen gegund meermalen komt door hem aan bet licht, wat zonder hem verborgen zon blijven. Zoo is het ook geweest in de dagen, die den 13den .Tunij zijn voorafgegaan. De strijdende partijen hebben bare krachten geopen baard en de wapenen leereu kennen waarmede zij den strijd voerden. Wij weten nu wat zij in haar schild voeren. Lezen wij de inge zonden stukken van W. v. d. K. in de in dit district uitkomende bladen, dan worden wij daar op een open veld geplaatst, waar wij onzen blik vrij kunnen rondslaan, de voorwerpen, die ziolt vertonnen, kunnen wij aanschouwen zooals ze zijn, en de minder dttidelijken worden ons verklaard. In die stukken zegt W. v. d. K. ons, wie onze afgevaardigde sedert 1867 is geweest; uit de onderscheidene geschriften, door mr. de Bruyn Kops aan de maatschappij gegeven, en die door de openbare pers aan ieder geschonken zijl), wordt ons duidelijk gefbaakt, wat die volksvertegenwoordiger voor ons vaderland en onze maatschappij heeft gedaan, en laat aan het onbevangen oordeel van de kiezers over uitspraak te doen, of zijne handelingen als volksvertegenwoordiger en zijne uitgegevcne ge schriften gevaarlijk of zegenend voor het sociale leven zijn. De toon in de stukken van W. v. d. K. is kalm en waardig, de redetiering overtuigend, de bewijsvoering onwederlegbaarmaar de politieke rigting van den candidaat der tegenpartij ontgaat het veroordeeleud vonnis niet, het vonnis echter is gemotiveerd, het heeft gronden. En heeft het hier en daar den schijn, dat zijne woorden scherp zijn, bitter en beleedigend zijn ze nimmer; verontwaardiging doet hem spreken, gelijk hij spreekt, omdat hij gelukkig zooveel eerlijkheidsgevoel heeft, dat hij niet verdragen kan dat zijne politieke overtuiging, waarvoor hij reeds zooveel strijd heeft gestreden en zich zooveel opofferingen heeft getroost, door liet slijk wordt gesleurd en onze waardige vprtegenwoordiger in de Tweede Kamer verdacht wordt gemaakt. Vestigen wij daarentegen ons oog op de Nieuwe Alkuiaarsche en Nieuwe Noord-Hollandsche Couranten, in welk een gansch andere atmosfeer bewegen we ons daar. Met groote woorden en holle klanken worden in die bladen de tot dusverre door ons ongekende verdiensten van den gewezen minister van Financiën uitgebazuind; overtuigende bewijzen voor ons worden niet geleverd, maar dat kan ook niet, want geschriften, waaruit wij den persoon graaf Scliimmelpenninek kunnen leeren' kennen, heeft hij ons nog niet gegeven. Onze maatschappij bezit nog niets, waaruit wij, bewouers van liet Noorderkwartier, zijne verdiensten kunnen beoor- deelen. Wij weten slechts, dat hij ons onderscheidene malen naar de stembus heeft gejaagd, door zijne kamerontbindingen. Kr scheen pik aan zijn ministeriëien zetel te zitten, hij had het land aan ruimen. Later zullen wij zijne groote verdiensten misschien leeren kennen, maar nu is hij voor ons oog nog maar graaf. En hoe handelt nu de Nieuwe Alkmaarsche tegenover haren politieken tegenstander? Lees het extra nummer van 11 Junij 11. Hare door de aanwezigheid van personen uit de meer beschaafde meer ontwikkelde klassen der maatschappij. Als men zich herinnert, hoe hst in den jongsten oorlog gebleken, op de overtuigendste wijze gebleken is, hoeveel er in tijd van oorlog van het gehalte der soldaten afhangt, dan zal men moeten toestemmen, dat de stemmen, die thans in Belgie worden vernomen, verdienen gehoord en opgemerkt te worden ook buiten de grenzen van dat land. De rekening der Hervormde Gemeente alhier, die dezer dagen voor de leden der gemeente ter inzage heeft gelegen, sluit met de volgende balans: Ontvangsten ƒ5910. Uitgaven - 5413.25| Batig saldo f 496.741 Deze rekening is door hh. notabelen in de vergadering van 14 dezer goedgekeurd. In de jongst gelioudene vergadering van het depar tement Helder, der maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, is o. a. besloten, dat de volksvoorlezingen, die vroeger van wege dit departement in het bekende gebouw op de Vischmarkt plaats hadden, voortaan in eeno meer voor dit doel geschikte zaal zullen worden gehouden; dat die lezingen voortaan zullen gesplitst worden in de zoodanige die meer bijzonder geschikt zijn voor mannen alleen en in die voor mannen en vrouwen te zanten. Er zal getracht worden om de bedoelde lezingen te doen afwisselen door voordragten van dichtstukken, verder door zang-en muziek uitvoeringen en tooneelvoorstellingen. Naar het plan der commissie, wier voorstellen ten deze de goedkeuring der vergadering verwierven, zullen, te beginnen met het eerstvolgend wintersaizpen, zes zulke lezingen plaats hebben, die voor mannen op Vrijdag, die voor mannen en vrouwen op Zondag avond. Bij de zamenstelling van dit plan is rekening gemaakt op de medewerking der bier ter plaatse bestaande gezelschappen, die zeker het hoogst nuttige doel, dat beoogd wordt, zullen erkennen en gezind zullen zijn het te schragen. De stoomboot Burgemeester Zijlstra heelt jl. Zaturdag middag op de rei3 van hier naar Harlinge.n, nabij laatst- waarsehuwende stem wordt tegen mr. de Bruyn Kops verheven; die man heeft geen verdiensten jegens de maatschappij, hij moge een man van wetenschap zijn, zijn wetenschap is niet bruikbaar voor bet sociale leven. Daarom wordt bij dan ook door de Nieuwe Alkmaarsche naar de studeerkamer verbannen, in de maatschappij behoort hij niet, hoogstens mag hij eenige lichtstralen van uit zijn studeervertrek op het practiselte leven laten vallen; hij is een man van theoricn, die weinig goede (dus zeker veel slechte) vruchten opleveren Toor het leven. De wetenschap van mr. de Bruyn Kops wordt niet alleen verdacht gemaakt, maar zelfs door de N. Alkm. veroordeeld, gevonnist!, gegeeseld en gebrandmerkt, als schadelijk voor het levenimmers die courant belieft in hare hooge wijsheid te zeggenZijne staathuishoudkundige wijsheid levert een onmiddelijk gevaar op voor dit district. Zoo holt de N. Alkm. door. Als wij. die zoo stilletjes en bedaard op liet platteland leven, nu de stukken van W. v. d. K., uit de couranten van onze rigting ons bekend geworden, vergelijken met het stuk „De verkiezing" in de Nieuwe Alkmaarsche, wat moeten wij dan zeggen? Zijn de wapenen, waarmede tle N. Alkm. den strijd tegen zijn politieken vijand voert, eerlijk en regtvaardig? Zijn ze bestaanbaar voor de regtbank en met de eischeu der humaniteit? Wat inij betreft, ik verfoei, ik veracht zulke wapenen! en verheug mij van harte dat W. v. d. K. zoo gansch anders heeft gehandeld. W. v. d. K. heeft orts de openbaring gegeven, dat hij voor ons een vertrouwd leidsman bij de verkiezingen zijn kan. Bewoners van ons Noorderkwartier! wat dunkt u, is de gestreden strijd van de laatste dagen in het politieke leven voor ons niet bijzonder leerzaam? Toen ik den 11 Jnnij 11. de Nieuwe Alkmaarsche Courant las, meende ik op een boerenkermis verplaatst te zijn. Nu eens waande ik een kwakzalver te zien, die een boerenwagen tot zijn zetel had gekozen en met een groot geschreeuw en niet weinig gesticulatiën de boeren trachtte wijs te maken, dat hij kiezen kon trekken zonder pijn; dan meende ik een horoacooptrekkter te zien, die de jongelingen en jonge dochters bijeenriep om hun mede te declen of ze in hun volgend leven gelukkig of ongelukkig zouden zijn, die hun hun toekomstigen man of aanstaande vrouw zou laten zien en die hun net vertellen zou hoeveel kinderen ze krijgen zouden dan wederom meende ik ecu noten- en inangelenwijf te hooren: hier motje wezen! hier motje wezen! mangelen met dubbele pitten In den beginne vond ik dat geschreeuw heel aardig en vermaakte er mij meè, en dacht zoo bij mij zeivenWat ben ik blij, dut partij zicli zoo bloot geelt, nu is do kans om mr. de Bruyn Kops uit den zadel te ligten geheel voorbij, nu zijn de oagen van de kiezers van ons Noorderkwartier wel zóó geopend, dat elk ziet wat achter de schermen verborgen is; nu ziet een ieder de oneerlijkheid en schandelijkheid der wapenen, waarmede partij den strijd voert. Bij nadenken echter kwam ik voor mij tot de overtuiging, dat er gespeculeerd werd. En waarop was de speculatie gemunt? Wel op de onwetendheid der kiezers. Gelukkig echter, bewoners van ons Noorderkwartier! dat gij niet zoo onwetend zijt als de N. Alkm. vermoedt. De N. Alkm. heelt gespeculeerd op uwe domheid, bij geloof en achterdocht, daarom heeft zij u spookgestalten en schrik-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1