1
Benoeming-en, enz.
Door de Ned. Handelmaatschappij zijn voor Amsterdam
bevracht de schepen Bato en Java.
Omtrent de pokken-epidemie te Amsterdam en om
liggende gemeenten ontvangt het Vaderland ongunstige
berigten. Te Huizen in Gooiland zijn de pokken vrij
hevig uitgebroken, men telt er 6 en 7 gevallen daags.
Ook te Broek in Waterland en in de kleine gemeente
Eansdorp is de epidemie vrij hevig; in de laatste kleine
gemeente zijn in een maand tijds buiten de gewone sterf
gevallen 16 personen aan pokken overleden. Te Amsterdam
blijven, vooral in de buitenkant der stad de pokken
heerschen; intusschon is de ziekte door de geheele stad
verspreid, en uit het getal aangetasten blijkt, dat die ziekte
nog maanden lang kan blijven heerschen; 58 sterfgevallen
in de laatste week- Onder de 5000 gevallen ongeveer
die opgegeven zijn, is er een groot aantal, waarvan men
de bron der besmetting heeft kunnen aanwijzen.
De Amst. Crt. begint zijn algemeen overzigt met
de vermelding van een gerucht aan dat blad uit Londen
meÉgedeeld, doch dat hoewel gerucht, naar zij meent te
mogen veronderstellen, niet als zoodanig is te beschouwen,
althans niet een valsch gerucht zal blijken te zijn, daar de
bron waaruit het afkomstig is allezins de juistheid doet
vermoeden: Koningin Victoria is voornemens weldra afstand
van den troon te cloen, en men verwacht dat de Prins van
Wallis nog voor het einde dezes jaars Koning van Groot
Brittannië en Ierland zal zijn,
In het Amstel-Hötel te Amsterdam houden thans
verblijf de Russische Prins en Prinses de Paskewitch en de
Engelsche gravin Aberdeen, beiden met groot gevolg.
In de tweede zitting van het congres der Nederl.
Maatschappij van Nijverheid, in het Paviljoen te Haarlem
gehouden, werd verslag gedaan van hetgeen den vorigen
dag in de afdeelingen behandeld en besloten is. De rap
porteur van de. 1ste afd., dr. Coster, deelde mede wat daar
gesproken was over de beplanting der duinen, en over de
wenschelijkheid van de oprigting eener vereeniging voor
duinbeplanting. Het laatste werd niet wenschelijk geacht,
omdat de door het Rijk gesubsidieerde duinbeplanting mis
lukt was zonder dat men de oorzaken kende; vooral werd
ook geklaagd over den grooten vijand van beplanting: het
konijn. Uitvoerig had men beraadslaagd over de verbete
ring van veerassen, waaromtrent men het echter eens was,
dat men in Nederland het stelsel van verbetering in het
ras zelf vrij algemeen toepast. Nog is door de afdeeling
Landbouw uitgesproken, dat zich eene groote beboette doet
gevoelen aan landbouw-onderwijs, in den meest uitgebreiden
zin des woords, en de vraag is opgerezen, of de Maatschappij
niet door het doen houden van voorlezingen daarin eenig-
zins kan helpen voorzien.
Een onzer stadgenooten, zegt het Vaderland, de heer
S., moet te Berlijn bij den intogt van het leger het slagt
offer geworden zijn van zijn goed vertrouwen in een door
trapten schelm, met wien hij kennis gemaakt had, als een
voorkomend welgekleed en wellevend jong Duitscher, maar
die van eenige oogenblikken dat hij afwezig was, gebruik
gemaakt heeft, om met de bagage van den heer S. en
onder diens naam in een of ander hotel een kamer te
nemen, daar het valies van zijn Hollandschen vriend te
ontdoen van alle kostbaarheden, die hij veilig medenemen
kon, en verder spoorloos te verdwijnen.
In de jl. Donderdag te Rotterdam gehouden zitting
van den gemeenteraad is het voorstel van burgemeester en
wethouders, om de kermis gewijzigd te doen doorgaan,
aangenomen met 15 tegen 10 stemmen.
Te Utrecht overleed dezer dagen in bijna 79jarigen
ouderdom do heer Y. D. C. Suermondt, oud-muntmeester.
Het 8ste nationale Zendingsfeest zal gehouden worden
op Woensdag 9 Aug. op Ilouderingen, nabij het station
de Bilt van den Centraal-spoorweg. Elf feesttreinen zullen
de reizigers aanvoeren van de uiterste einden des lands,
als b. v. van Amsterdam, den Helder, Harlingen, Leeu
warden, Enschedé, Kampen, Eindhoven, Breda, Rotterdam
en 's Ilage. Tot Zaturdag 5 Aug., 's namiddags ten 2
uur, kan men aan de respectieve stations en factorijen
plaatsbilletten (met programma' s) bekomen, altijd voor
zooveel deze dan nog beschikbaar zijn, daar voor eiken
trein slechts een bepaald aantal biüetten wordt uitgegeven.
De namen der sprekers, zoo als zij in volgorde op bet
programma voorkomen, zijn de volgende: prof. J. J. van
Oosterzee, ds. H. W. Witteveen, ds. J. J. A. Ploos van
Amstel, ds. J. II. Gravenstein, de heer T. de Bruin, de
heer T. M. Looman, ds. N. H. de Graaf, dr, A Capadose,
de zendelingleeraar A. O. Scliaafsma, ds. J. Kraijenbelt,
dr. J. A. Gerth van Wijk, ds. E Weiss, ds. C. S. Adama
van Scheltema, ds. K. F. Creutzberg, ds. H. C. Bervoets,
de zendelingleeraar W. F. Betz, ds. J, Scharten, de heer
J. Esser, dr. Ph. J. Hoedemaker en de heer A. Brummel-
kamp, leeraar aan de theol. school te kampen.
De soldaat, in wiens bajonet onlangs des nacht te
's Hertogenbosch een brigadier der huzaren geloopen is, is
door den krijgsraad vrijgesproken van den dood van dien
brigadier door onvoorzigtigheid veroorzaakt te hebben. De
advocaat-fiskaal is echter in hooger beroep gekomen.
Jl. Maandag is in het kadetten-kamp op de Tete-
ringsche heide het groote jaarlijksche feest gevierd, dat het
kadetten-corps gewoon is, de Bredasche familiën, uit
erkentelijkheid voor de genoten beleefdheden, aan te bieden.
Het getal der gasten werd geschat op ongeveer 1200.
Van het bal der cadets geeft een correspondent der
Amst. Crt. de volgende beschrijving:
„Toen het oogenblik was genaderd dat in de daartoe
opgeslagen, met groen en vlaggen versierde en d la giorno
verlichte danszaal de Bredaséhe schoonen zich aan het
dansgenot zouden overgeven, begon het te regenen en
haastten de commissarissen van het feest zich het vuurwerk
te doen afsteken, uit vrees dat het vochtig worden en
derhalve mislukken zou. Alle nummers slaagden uitmuntend,
ondanks den met steeds feller woede nedervallenden regen.
Het bal nam nu een aanvang, maar daar de zaal niet
voorzien was van een plafond, was 't een potsierlijk gezigt
die paren, die cavaliers met hoeden en jassen en een para-
pluie houdende boven het hoofd hunner dame, en de dames
met mantels en hoeden, enz. Men begreep dat het een
wanhopende onderneming zou zijn om het bal te doen
doorgaan in zulke omstandigheden. Onder een stortregen
zochten dan ook velen der gasten hunne rijtuigen op.
Anderen bleven in de tenten, die digtgemaakt werden,
terwijl daarbinnen licht brandde, tengevolge waarvan de
voorbijganger vaak moest meenen op een voorstelling van
een Chineesche schim of iets dergelijks onthaald te worden,
want de silhouetten der tijdelijke bewoners vertoonden zich
op het linnen."
Een kersenboomgaard bij Tiel, die in vorige jaren
1500 a 1800 opbragt, is dit jaar voor niet meer dan
32 verpacht.
Men heeft enkele verschijnselen van de bekende
aardappelziekte waargenomen in het voormalige 4de district
van Zeelandde thans vallende regen kan aan den voortgang
der ziekte zeer bevorderlijk zijn.
Jl. Zondagnacht is te Hoedekenskerke een paard in
de weide met twee gestoken wonden in de borst gevonden
te Baarland een koe met den staart van een andere
koe, die staartloos er bij stond, aan den haren geknoopt
baldadigen hadden den knoop gelegdde bloedige ontknooping
was het werk der onnoozele dieren geweest.
Bij Aduard heeft een schaap zich zoo dapper geweerd
tegen vier Duitsclie muzikanten, die het bij den staart
trekken, dat bij 't eind van 't gevecht één omvergeworpen
was, twee in een sloot gedrongen waren en de vierde
omgevallen was van 't lagchen.
Uit Harlingen meldt men, dat d« heer S., kassier
en wisselhandelaar aldaar, op jl. Maandag met de noorderzon
vertrokken en volgens jl. Donderdag, ontvangen telegram
uit Londen, aldaar was gearriveerd, de kapitale som van
anderhalve ton gouds met zich voerende. (U. D.)
Een jongentje van 13 jaar te Harlingen, die onge
noegen met een zijner broertjes had gehad, heeft aan zijne
vooraf gedane bedreiging, zich te zullen verdrinken, werkelijk
uitvoering gegeven.
Zijn lijk werd jl. Woensdag in de nabijheid dier stad
opgevisclït.
Te Zuid wending, in Groningen, is voor eene boerderij
een draaibrug ingezakt onder het rijtuig van de ouders
der bewoners, wier bezoek aldus min of meer in 't water viel.
Een Australisch blad, de Argus, te Melbourne, be
spreekt de aanstaande komst aldaar van den beer Ploos
van Amstel, consul-generaal der Nederlanden, met het
marine-stoomschip Curafao en zegt, na eenige opmerkingen
omtrent den handel van Nederl.-Indië, dat eene stoomboot-
lijn tusschen de Australische koloniën en Java tot weder-
keerige voordeelen zou leiden. Het blad verneemt, dat het
Nederl.-Indische gouvernement geneigd is zulk eene onder
neming door eene subsidie te ondersteunen.
Aan de in 't liclit verschenen „Mededeelingen over de pokken
epidemie te Utrecht 187071," van den officier van gezondheid
2de kl. dr. A. E. I'ost, ontleencn wij de volgende belangwekkende
bijzonderheden
„Dat onderzoek loopt van 1 Jan. 1870 lot 1 April 1871 en
heeft zich uitgestrekt over niet minder dan 2884 personen. Dit cijfer
is grooter dan men uit de opgaven ten stadhuize zou afleiden en
toch is het aantal aangetasten in werkelijkheid nog aanzienlijker.
Hieruit blijkt, dat deze epidemie eene der verschrikkelijkste was,
waardoor ooit ons werelddeel werd bezocht. Zij verschoonde noch
stand noch leeftijd. Kinderen van weinige dagen werden evenmin
door haar gespaard als tachtigjarigen. Vooral jonge kinderen
werden dikwerf aangetast, doch na het 5de jaar deed zich de
invloed der inenting gevoelen, voor hel schoolgaan geëischt. Het
bleek thans op nieuw, dat deze bepaling een gunstigen invloed uit
oefent. Wat het geslacht der patiënten betreft, zoo zijn ongeveer
evenveel mannen als vrouwen gestorven. Aangetast werden 1134
mannen, van welke 345 zijn overleden. Aangetast werden 1250
vrouwen, van welke 389 zijn overleden. Daar de bevolking van
Utrecht op 1 Jan. 1870 bestond uit 28683 mannen cn 31904
vrouwen, blijkt dus, dat 3,95 pCt. van de mannelijke en 3,91 pCt.
van de vrouwelijke bevolking werd aangetast.
In enkele gevallen heeft men de wijze van besmetting met vrij
groote zekerheid kunnen aangeven. Een zijdewerkér bijv. waakte
des nachts bij een vriend, lijdende aan de pokken, in een ander
gedeelte der stad woonachtig. Twaalf dagen later werd zijn kind
aangetast, en nu kwamen in de straat, waar nog geen geval was
voorgekomen, bijna huis aan huis gevallen van pokziekte voor.
Een vrouwelijke patiënt, die geene aanraking had gehad met hare
aan pokken lijdende buren, kreeg evenwel de ziekte. Naar de
aanleiding gevorscht wordende, bleek het, dat menigmaal de hond
der buren gewoon was, in haar bed te slapen. Een aantal keuken
meiden schijnt het slagtoffer der epidemie te zijn geworden. Als
mogelijke oorzaak zou men daarvoor o. a. kunnen opgeven de
omstandigheid, dat minder gegoede hoveniers somwijlen de gewoonte
hebben, de zoogenaamde suikerijlof tc teelen in hun woonkamer;
en er geen bezwaar in zagen hunne groenten aan den mau te
brengen, ook wanneer in datzelfde vertrek poklijders verpleegd
werden. Het gebeurde ten slotte niet zelden, dat herstellende pok
lijders, die het beroep van sigarenmaker uitoefenden, met het rollen
van sigaren voortgingen, niettegenstaande zij nog in het zoogenaamde
afschilferings-tijdperk verkeerden.
De uitspraak van Jenner, wien wij, zooals bekend is de inenting
te danken hebben, dat de met koepokstof ingeënten voor hun
geheele leven voor het ontstaan van pokken waren gevrijwaard,
heeft sedert veel tegenspraak uitgelokt. Hartstogtelijk werd zij
bestreden, o. a. door Verde de Lisle: „De inenting, schrijft hij,
heeft het menscbelijk geslacht zoo ontaard, dat er in Frankrijk geen
Voltaires of Beaumarchais, in Engeland geen Sheridans of Drydens
meer bestaan kunnen; dat Engelands parlementaire welsprekendheid
met Palmerston ophoudt; dat Duitschland bij Jean Paul is staan
gebleven, dat de muziek in Glück, Mozart en Boieldieu, de schilder
kunst in Rubens en van Dijk, hare laatste vertegenwoordigers vindt."
Ook geeft deze Fransche schrijver op, dat nagenoeg alle ziekten,
waaronder typhus, kanker, krankzinnigheid, zelfmoord, enz. in de
inenting haar oorzaak vinden. Zoo verre als deze bestrijder van
Jenner's methode zijn gelukkig slechts weinigen gegaan, doch te
ontkennen valt het niet, dat het vooroordeel tegen de inenting nog
bij velen bestaat. Wij betreuren het, dat niet reeds voor jan
van overheidswege, de inenting verpligtend werd gesteld,
daartegen bezwaren bestaan, valt niet te betwisten, doch nu wett
schap en ervaring haar groot nut hebben bewezen, kan men tege
over de onkundigen, die dit betwisten, of de onverschilligen, 4
door hunne zorgeloosheid hunne medeburgers aan groot gevai
blootstellen, slechts een heroiek middel aanwenden; dat van inenting;
pligtigheid. In een tijdsverloop van 15 maanden bedroeg h
aantal niet ingeënte poklijders 83'? en niet minder dan 486 ti
deze zijn aan de ziekte bezweken. Op 666 lijders met meer;
minder duidelijke inentings littcekens kwamen slechts 49 sta
gevallen voor.
Deze cijfers zijn welsprekend, en het is wenschelijk daar thai
de aandacht op te vestigen. Zij bewijzen meer dan lange redk
neeringen of wetenschappelijke betoogen. Zij bewijzen niet, *4
ten onregte vroeger werd beweerd, dat wie ingeënt was, voor u
kinderziekte gevrijwaard was, doch zij leeren Ons, dat de kans, oi
aangetast te worden, veel geringer is voor den met goed
ingeente dan voor den niet ingeënte.
lini
Hi
in£
teg
zie
vrt
Pr
s
elk
De 2de luit. der mariniers H. A. J. Batteké wordt met 1 Aug. a.s
van hier naar Rotterdam verplaatst en vervangen door den 2den luit!
van dat corps N. van de Roemer.
Met den 1 Sept. a. s. zijn benoemd tot adelborsten 3de kl,
het Kon. Instituut voor de Marine te Willemsoord de navolgend!
jongelingen, in alphabetische orde gesteld, als: A. L. Boelsi
jhr. G. S. Boreel, H. M. la Chapelle, H. van Assendelft de Coninsk
J. C. Cramer, W. B. J. van Eyk, J. P. M. Kluppel!, A. W. A
Löning, J. M. Noorduyn, L. A. T. J. F. van Oijen, J. M. 11
Pfeill, J. B. Snethlagc, K. F. Steinmetz, T. C. W. Vandevelde,
Weijers, M. E. de Wildt, P. C. de Winter en F. C. V. Zwaanshals
Benoemd zijn tot heemraad in het heemraadschap van den Amsfe
en Nicuwer-Amstel L. Rendorp en tot heemraad van den Terschei
linger polder G. W. Kooijman.
Tot surnumerair der reg. en domeinen is o. a. benoemd de hes
A. J. Kolff, te Medembliik.
Tot plaatsvervangend kantonregter te Beverwijk is benoem:
de heer C. II, Moens, candidaat-notaris aldaar en burgemeester dt
gemeente Castricum.
dei
hel
bet
hoi
Od
boe
aar
de
ooi
in
lin{
zie,
vai
in
me
het
cel,
Enj
STATEN-GEiVERAAL.
Tweede Kmner.
Bij bet onderzoek van het wetsontwerp tot afkoopbaarstelling de
tienden in de afdeelingen der Kamer, werd ook nu weder algemett
aangenomen, dat opheffing van den last der tienden in het belanj
van den landbouw wenschelijk is, ofschoon er leden waren dii
meenden, dat de druk, daardoor op onzen landbouw gelegd, veelal
overdreven wordt voorgesteld.
Verre de meeste leden waren het met den minister van Justitii
eens, dat bij een wet als de tegenwoordige liet stelsel van weder
keerigheid onoverkomelijke bezwaren met zich brengt. Evcnzot
kwam het geleverd betoog tegen het toestaan van een waardeerinp-
regt overtuigend voor. Ook voor zoover men, wat deze beid:
punten aangaat, niet geheel met den minister instemde en gewigt
hechtte aan hetgeen daarover, ook nog laatstelijk, in openban
geschriften is aangevoerd, toonde men zich geneigd in het gedam
voorstel te berusten, in de hoop, dat ook de Eerste Kamer daar
omtrent thans van hetzelfde gevoelen zou zijn.
De verwachting, dat dit onderwerp aau het doel zou beantwoorden,
was echter niet hoog gespannen. Op nieuw werd daarom bet
denkbeeld geopperd tot verwisseling van den tiend in eene af koopban
grondrente. Veel meer weerklank vond dan oolc in al de afdeelingen
het denkbeeld van afkoop of onteigening der tienden door dei
staal, op het voorbeeld van verscheidene andere landen, met name
Engeland.
Ook voor zoover de regering, hetzij omdat zij tegen het sluiten
eener aanzienlijke geldleening voor den afkoop der tienden opziet,
hetzij om andere redenen, vooralsnog voor dergelijken radikalen
maatregel terugdeinst, wilden verscheidene leden de tegenwoordige
wet beschouwd hebben als een eerste stap tot een groot doel.
Bleek na eenigen tijd, dat dit doel niet werd bereikt, dan konden
meer afdoende maatregelen genomen worden. Andere leden intusschen
zagen juist eenig bezwaar in de aanneming der wet, omdat deze,
eenmasl vastgesteld, het ter hand nemen van die afdoende maat
regelen voor een reeks van jaren zou kunnen tegenhouden.
voe
ton
var
ook
haa
beti
van
geit
den
dat
de
alle
12
dot
wa
we
eer
om
ag<
sta
B D 1 T E L A D.
F r a n k r ij k.
In de jl. Donderdag gehouden zitting der Nationale
Vergadering heeft de heer Larey, in antwoord op eene
interpellatie betreffende de moeijelijkheden van het openbaar
vervoer, in herinnering gebragt, dat het vervoer op de
spoorwegen thans bovenal onder een tweeledig bezwaar
gebukt gaat; ten eerste het terugbrengen van de krijgs
gevangenen; ten tweede het transport naar Duitschland,
o. a. van 50,000 paarden, een ontzaggelijk oorlogsmaterieel
en 148 millioen aan specie. De Oosterspoorweg heeft
16,000 waggons van andere maatschappijen in bruikleen;
14,000 waggons zijn gedurende den oorlog vernield. De
heer Larey wijst op de verschillende oorzaken, waardoor
eene ophooping in al de stations, voornamelijk te Parijs,
wordt teweeggebragt en zegt, dat niettegenstaande het be
perkte materieel, de spoorweg-maatschappijen evenveel
hebben vervoerd [als verleden jaar, op gelijk tijdstip. De
spreker geeft de hoop te kennen, dat de bestaande moeije
lijkheden reeds zijn of binnen kort zullen worden te boven
gekomen. Op 20 Julij, zegt hij, zullen wij weder in het
bezit zijn van de 500 waggons, die voor het terugvoeren
der krijgsgevangenen zijn gebruikt. Hij hoopt, dat de
stappen van den heer Jules Favre, ten doel hebbende om
10,000 waggons, welke de Pruissen zich hebben toegeëi
gend, terug te bekomen, met een gunstigen uitslag zullen
bekroond worden. Hij besluit zijne rede met de schuld
van al liet bestaande onheil op de schouders te werpen
van hen, die als de aanleggers van Frankrijk's rampen
kunnen beschouwd worden.
De bisschop Dupanloup heeft den hem aangeboden
aartsbisschoppelijken zetel van Parijs van de hand gewezen.
De Caurrier de Meurthe et de Moselle deelt de
volgende copie mede van een briefje, dezer dagen in het
fort Saint-Privat bij Metz gevonden en waarin een franc
was gewikkeld„Ik kan Napoleon niet genoeg vervloeken,
maar hij die het kan, zal dezen franc hebben en door mij
gezegend worden, viant ik voel, dat ik sterf van honger.
i
wei
dn
D.
wei
An
gel
Re
Scl
V.
c.
Ze
Ai
10
12
13
14
14
14
14
14
Bi
14
El
El
O
Ji
Si
D