Benoemingen, enz. STATEN-GENERAAL. B III Y E SV L A D. 276ste STAATS LOTERIJ. Marine-Ha ven INieuwediep. met Mge. :n en n de pport ra in zaakt 'voor toe- cking reken tegen u de uit- lemd, ngen, emie, d een iiiood gerde -dden I alle iraan eftzj door toon- ware aarbij eden, gods- ddeM teren, grond II en t een n het heeft tn di leval en ei scha| Ei adat, ranei lijkei mei lood- Mei ggei eaan ireei 3X1 cll sleur- .t he mpti order tegei in he u da ireidt foek; hevij lomdi dor| ivoni rijam allen «kuiken in feesten der Friezen, en der Scandinavische volken, 'oor geschiedenis en oudheidkunde van overwegend belang en tot leden geheel en al onbekend. De heer Ottema, die dit handschrift vertaald en daardoor aan de wetenschap een groote dienst liecft bewezen, houdt het er voor, dat dit geschrift is opgesteld in de zesde eeuw vóór onze jaartelling en dus op Homerus en Hescodus na, het oudste voortbrengsel der Europesche letterkunde. Onze geschiedenis, lot nog toe zeer nabij de geboorte van Christus aanvangende, wordt hier een tijdperk van meer dan twee duizend jaren vóór onze jaartelling ontsloten en overtreft op die wijze den grijzen leeftijd van Griekenland's historie en komt die van Israël nabij. De luit. ter zee 1ste kl. J. M. A. van Muiken, laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië, en van daar den 17 dezer in Nederland teruggekomen, is met dat tijdstip op non-activiteit gesteld. De off. van gez. 3de kl. A. VV. van Renterghem wordt, met in»ang van 1 Aug. a. s., bevorderd tot off. van gez. 2de kl bij de jjemngt, met bepaling, dat hij zal rang nemen tusschen de off. van z. 2de kl. J. VV. van Lilli Harrebomée en K. G. F. Sloos. Departement van Marine in Oost-Indië. Benoemd: Tot üden maehin. bij de gouverneinents-marine J. C. Th. Haosen tot 3den commies bij het havendepart. te Batavia, de 1ste klerk bij dat depart. A. P. Beckker. Ontslagen: Op verzoek, eervol, uit 's lands dienst, met behoud ran regt op pensioen, de 3de coinm. bij het havendepart. te Batavia L. V. Adamsz. IngetrokkenDe detacheering bij het depart. van marine in Oost- Indië van den luit. ter zee 1ste kl. E. F. Hanel von Cronentbal. GedetacheerdBij het depart. van marine in Oost-Indië, de luit. ter zee 1ste kl. J. A. Baart de la Faille. vaktfi bez: edeni daar in d« Je, ii tomei u dei a vet oui pidai boet papie imerl ïulait t jaai da o; hand mot aters e ovt :kenl a nai weli :en e groot c vei en d aard watt m ivi lat d d aai In (1 rol f :n dt boei instij Eerste Mniner. Zitting van Zaturdag 22 Julij. Aan de orde is het wetsontwerp tot regeling der bevoegdheid van de consulaire ambtenaren tot het opmaken van burgerlijke aelen en van de consulaire regtsmagt. De ministers van Buitenlandsche Zaken en van Justitie verdedigen deze wetsvoordragt, die ten slotte met 32 tegen 2 stemmen wordt aangenomen. Daarna worden met eenparige stemmen aangenomen: 1. het ontwerp van wet houdende bepalingen omtrent den accijns op bier eu azijn; 2. het ontwerp tot bekrachtiging van crcdieten, door den gouverneur-generaal van Ned. Oost-Indie geopend boven de begrooting voor 1869 en 3. het ontwerp betreffende den spoorweg Samarang-V orstenlanden De Kamer gaat daarop tot nadere bijeenroeping uiteen. Frankr ij k. In de Nationale Vergadering van 22 Julij waren de verzoekschriften, betreffende liet herstel van 's Pausen wereldlijke magt aan de orde. De heer Payot bragt rapport uit over de verzoekschriften der bisschoppen van Keimes, Rouaan, Quimper, Versailles; en zet het uiteen, waarom het wereldlijk gezag des Pausen onmisbaar is, om de vrij heid van de uitoefening van zijn geestelijk gezag te waar- horgen. Dat was hem ontroofd met verachting van Frankrijks wil door de regering van Italië, welke aan Frankrijk alles te danken heeft. Aan den anderen kant dagteekenen Frankrijks nederlagen van het oogenblik, dat het zijne troepen uit Rome terugriep. De door de Itali- aansclie regering aan den Paus verleende waarborgen zijn onvoldoende, daar men die weder in kan trekken, en Italiaansche, opzettelijk daartoe zamengestelde regthanken, over het beroep op die waarborgen zullen oordeelen. De rapporteur eindigde met de volgende woorden//Wij kunnen geen beroep doen op de wapenen, in den toestand waarin wij verkeeren, maar wij kunnen een beroep doen op geheel Europa voor een algemeen belang. Wij moeten het vraag stuk in handen stellen onzer diplomatie, omdat wij niet anders kunnen, maar wij behouden ons volgens ons regt, de toekomst voor. De commissie stelt voor, de verzoek schriften te verzeilden aan den minister van Buitenlandsche Zaken." Daarna sprak Thiers. Ongaarne behandelde hij dit ernstige vraagstuk; niet omdat hij van meening ver anderd was; maar men kon ligt begrijpen, dat er gewigtige belangen zijn, die men heter door zwijgen dan door spreken dient. Vroeger werd door het politiek stelsel van het Europeescli evenwigt Frankrijk's belang gewaarborgd. Maar men had dat opgegeven voor de leer der nationaliteiten, en daaruit waren alle jammeren voortgevloeid. Italië kon men er geen verwijt van maken, dat het één staat wilde worden, maar het was een fout van Frankrijk om tot de vereeniging van die verschillende staten mede te werken. De eenheid van Italië moest de eenheid van Duitschland na zich slepen. Vervolgens moest de eenheid van Italië aan het godsdienstig bewustzijn, vertegenwoordigd door den H. Stoel, wel pijnlijke wonden toebrengen. Elke regering die zich schuldig maakt aan een aanslag op de vrijheid van geweten, is een slechte regering, zelfs uit wijsgeerig oogpunt. Het keizerrijk heeft Frankrijk zijne roeping doen veroorzakenwant, evenals Engeland de beschermer is van het protestantisme, is Frankrijk, sedert Karei V, de natuur lijke beschermer van het catholicisme." Omtrent den brief, die aan Thiers is toegeschreven, zeide deze: „Dien brief heb ik niet geschreven; ik zou mij niet veroorloven een raad aan het hoofd der Catholieke kerk te geven. Natuurlijk staat Frankrijk voor hem open. Maar ik zou hem niet willen roepen. Het is Frankrijk's pligt den H. Vader te beschermen, te verdedigen en zijn onafhankelijkheid in geestelijke zaken te handhaven." De aartsbisschop Dupanloup ondersteunde de verzoek schriften in den door Thiers aangegeven zin. Gambetta prees de flinke en opregte verklaring door Thiers afgelegd en betuigde zich met haar te vereenigen. Na een hevig bewogene woordenwisseling verwierp de vergadering met 403 tegen 264 stemmen het voorstel van Borthe, ondersteund door Gambetta, om tot de orde van den dag over te gaan, en nam zij het voorstel aan om de verzoekschriften terug te zenden aan den minister van buitenlandsche zaken. Naar aanleiding van het besluit der Nationale Vergadering tot liet in zijne handen stellen van het adres der bisschoppen, verzekert men dat Jules Favre stellig besloten heeft ontslag te nemen. De heer Gambetta, die gehoord is door de commissie van enquête naar de gebeurtenissen, die op 4 September gevolgd zijn, moet bewezen hebben, dat hij in de provinciën niet 700,000 soldaten op de been heeft gebragt, gelijk beweerd is, maar een millioen. Ook de heeren Jules Favre, Emmanuel Arago en Garnier-Pagès zijn dezer dagen voor de commissie verschenen. - Een dagorder van generaal Halna du Fretay, kom- mandant der 1ste divisie cavallerie, brengt openlijk lof toe aan den adjudant. Trocliet van het 7de bataillon jagers. Deze redde te Sédan de kas, zoowel tegen de plunderaars als de Pruissen en nam de 12,000 francs in goud, die zij bevatte, in zijn krijgsgevangenschap mede; hij wist het geld te verbergen en raakte het niet aan, hoeveel ontbering hij ook leed. Om naar zijn vaderland terug te keeren leende hij eene kleine som van anderen en bragt alzoo de kas in haar geheel bij den kolonel van zijn regiment terug. „Hij, die Napoleon III was," zegt de Correspondance Ilavas, „zal morgen Engeland verlaten om zich naar Zwitserland te begeven. Zijne vrouw, zijn zoon en eenige vrienden zullen hem vergezellen. Zij zullen zich op het kasteel Arenenberg vestigen, waar alles voor hunne ont vangst in gereedheid is gebragt." Engeland. De Times waarschuwt voor den vreeselijken vijand, die langs den gewonen weg nadert. Keeds voor eenigen tijd heeft de cholera zijne verwoestingen in Perzië aangerigt. Langzaam is zij door de steppen van Zuidelijk-Rusland voortgegaan, totdat zij Polen overweldigde en zelfs tot in Oostelijk-Pruissen doordrong. In de tropische gewesten van Azië, onder een bevolking, die van geen gezondheids- regelen weet, is de cholera voortdurend t'huis. In Indië is geen zuiver drinkwater huiten de steden te vinden. De kiemen van het kwaad worden nooit vernietigd; zij worden door water en wind verspreid en ontwikkelen zich onge stoord in de vuile, enge, donkere woningen der inboorlingen. Wanneer een ongezond jaar de cholera in Indië buiten gewoon sterk doet woeden, gaat de epidemie over de Himalaya, verbreidt zich onder de nomadische stammen van Midden-Azië, waar niets gedaan wordt om haar te stuiten. Vandaar baant zij zich een weg naar de oevers der Kaspische zee, waar zij bij de verwaarloosde bevolking nieuw voedsel vindt en dringt eindelijk over Polen en Pommeren tot aan de uiteinden der beschaafde wereld door. De cholera gaat echter zoo langzaam voort, dat men altijd tijd heeft, om de noodige voorzorgsmaatregelen te nemen. In de eerste plaats moet gezorgd worden, dat de uitwerp selen der eerste choleralijders onmiddelijk vernietigd worden. Hiertoe is een systeem van toezigt met strenge straf bepalingen noodig. Zoolang als de kiemen der besmetting door onze riolen in onze rivieren komen of in onzigtbare stofdeeltjes onze straten verpesten, helpen gewone maat regelen niet. Zindelijkheid, zuivere lucht en bovenal zuiver water, dat is, waarvoor bovenal moet gezorgd worden, wanneer eerst opname van de smetstof in de lucht, die wij inademen en in het water, dat wij drinken, tegengegaan is. Het drinkwater moet naauwkeurig onderzocht worden. Zoo als bekend is, is men in Engeland op het punt om een zeer ergerlijk misbruik af te schaffen, het ver- koopen namelijk van officiersrangen hij het leger. Is men daar eenmaal meê begonnen, dan is er meer te doen. In den Times van de vorige week komt eene advertentie voor van twee agenten in den handel in predikantsplaatsen, waarhij die heeren aankondigen, dat men naar volle keus bij hen teregt kan. Zij laten, als echte kooplui, niet na stalen van hunne waar onder de oogen der liefhebbers te brengen, b. v.„Te koop eene predikantsplaats, in de nabijheid van Bury St.-Edmunds, Suffolk, onmiddellijk aan een spoorwegstation. Zuiver inkomen 360 p. st., behalve eene kleine pastorie. De gemeente is klein. De prijs is 2400 pond. Eene predikantsplaats in het schoonste gedeelte van Glocester, twee en een halve mijl van eene groote stad en een spoorwegstation. De woning is lief, het inko men 350 pond. De kerk is een schoon gebouw. De gemeente telt 500 zielen. Er zijn goede scholen. Eene predikantsplaats op twee mijlen afstands van een spoorweg station, in een der beste streken in het oosten des lands. Uitstekende pastorie met bijbehoorenden grond. Zuiver inkomen 840 pond. Goede conversatie. De prijs is slechts 7000 pond." Of men nog openlijker simonie kan plegen of tot simonie uitlokken, staat zeer te betwijfelen. Het Londensche schoolbestuur heeft thans besloten, dat algebra en meetkunst op de lagere scholen niet tot de verpligte vakken zullen gerekend worden, en dat de leer lingen, die daarin onderwijs wenschen te ontvangen, extra zullen te betalen hebben. Gelijk zich denken laat, vindt dit besluit niet weinig afkeuring. De Times meent teregt, dat de studie van genoemde wetenschappen, al leidt ze niet direct tot practische ontwikkeling van het kind, toch onmisbaar is tot zijne hoogere vorming. Eveneens laakt het City-blad 't, dat aan de meisjes op de scholen geen kookkunst en wasclikunst zullen worden geleerd. Men acht 't voldoende haar in lezen, schrijven en cijferen te oefenen. Doch buitendien behoorde gezorgd te worden, dat de toe komstige huisvrouw zicli in haren kring gemakkelijk en nuttig kan bewegen. In de eerste plaats is daartoe noodig, dat zij goedkoop en smakelijk voedsel wete te bereiden, 't Zou kostbaar zijn, een cursus van kookkunst op de school te geven. Maar dit bezwaar is gemakkelijk te overkomen en mag in geen geval een beletsel wezen. Italië. La Perseveran^a van Milaan houdt eene beschouwing over het blijven van den Paus te Kome. In de geheele geschiedenis der Pausen is een dergelijk verschijnsel niet aan te wijzen. Voorheen was het geringste oproer voldoende, om den Paus Kome te doen verlaten. En thans? De tegenwoordige Paus lieeft de Porta Pia door de kanonnen zien openen; soldaten, die hij zijne vijanden noemt, bezetten Komehij ziet den zoon van den vorst, die hem onttroonde, binnenrukken en later den vader er zich vestigenhij heeft de volksstem gehoord en de vreugdekreten, die zij vol geestdrift over liet gebeurde aanheffen, terwijl hij zelf van gezag en magt ontzet wordt. En niettegenstaande dit alles blijft hij in Rome. Portugal. De Koning heeft de zitting der Cortes geopend met eene troonrede, waarin hij zijne tevredenheid betuigd heeft over de ontvangst, die hier te lande aan den Keizer en de Keizerin van Brazilië bereid is. Z. M. heeft voorts gezegd, dat de staat der geldmiddelen tengevolge van onvermoeide krachtsinspanning veel verbeterd is, maar dat tocli steeds groote zuinigheid vereischt wordt. EERSTE K.LA.SSE. Prijzen van f 100 en daarboven. eeüste lijst: No. 721 20,000; No. 18537 2000; No. 2083, 9450, 10351, 16141 en 17774 ieder 1000 No. 08449 400; No. 10168, 11108 en 15293 ieder ƒ100. Zeilklaar liggendo en vertrokken Schepen Groote Vaart Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 12 Julij. Prins van Oranje. J. C. Braat. Batavia via Suez. 20 NicoIaasFrans.W. de Groot. Messina. 20 Giacinto. G. S. d'Aniello. Genua. 21 PadangPacket. J. Mondt. Batavia viaNewcastle 23 II. IV. M. A.G.M.Bruijn?. Batavia. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 22 Julij. Cort Adelaer. J. Sorensen.* van Vliet Co. Galvcston. 22 W'illiamShillito. R. Roope.* Mohile. 22 Thomas Dryden. J. Noble.* Duinker&Goedk. Galveston. 23 Nederland. E. van Ingen. H. J. Tvveehuijs. Batavia. 25 Ebor. Brackit. Duinker&Goedk. Galatz. *Hebben vijf dagen quarantaine ter reede gelegen. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in do Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. John&lsabella. R. Younger. Newcastle. Cargadoor. Steenk. Duinker&Goedk. Jane. J. Lonsdale. Seaham. Fly. J.H.Jamieson. Norval. W. A. Saxby. Pero. J. Wilson. Newcastle. Malta. A. Purvis. Castor. P. A. de Boer. Palermo. Stukgoed. C. Berghuijs. ZurMühlen&Co. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). *3 s-a Uren. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh.! procent. Toestand ran de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 23 12 zw. 7k. 754.46 - 5.56 17.5 - 2.2 0.83 Golvend. 24 12 wzw. 8„ 752.15 - 7.91 16.8 - 2.9 0.91 25 8 z. 5„ 744.91 -15.19 14.0 - 4.0 0.91 25 12 zw. 10„ 743.07 -17.03 16.0 - 3.8 0.89 iCUUUIJLJ L tv u. ïitiuoi, iiiiiuoiig) n IjVjI 24Julij 12 u. Bewolkt, helder, winderig. 25Julij 8 u. Betrokken, regen, wind. 25 Julij 12 u. Bewolkt, winderig. Uit het dagboek van een ouden vrijer. 16 jaar. Zijn hartje begint te kloppen als hij slechts van verre de jonge juffertjes ziet aankomen, wanneer ze met de schooljufvrouw een middag wandeling doen. 17 jaar. Hij loopt de meisjes na en bloost toch als hij met ze spreekt, al is 't zelfs over onderwerpen die niets beteekenen. 18 jaar. Hij volgt hen nog altijd, maar nu is hij moedig, ja somwijlen „vrij brutaal" in 't gesprek. 19 jaar. Hoe meer hij het gezelschap van de dametjes frequenteren kan, des te liever; maar hij wordt nu ernstig boos als hij ziet dat men hem nog als een kind behandelt. 20 jaar. Nu begint hij zich op zijn persoontje te laten voorstaan en hij denkt al over zijn toekomstige plannetjes. 21 jaar. Hij heeft een spiegel noodig om zijn tronie te bewonderen en vooral om zijn krullen op te maken als hij in 't vooruitzigt is dametjes te ontmoeten. 22 jaar. Arme jongen! Hij is een onuitstaanbare fat geworden, met paille handschoentjes eü blaauwe dasjes bij een grijs pakje. 23 jaar. Geen vrouw die hem zijner waardig schijnt eu helaas! juist het omgekeerde is 't geval. 24 jaar. In een noodlottig oogenblik laat hij zich in de armen der liefde vallen tot 25 jaar, zijn fatterigheid den band bijna los doet scheuren dien hij pas heeft aangeknoopt. 26 jaar. Hij bejegent het voorwerp zijner liefde zóózeer uit de hoogte, dat 't al den schijn heeft, alsof hij de vaste overtuiging met zich omdraagt dat zijn meisje trotsch op zijn bezit moet zijn en nu gaat het voor goed af. 27 jaar. Ilij tracht vriendschap aan te knoopeji met een andere dame, met de éénige bedoeling, die bepaalt faalt, dat hij daardoor zijn vroegere geliefde zal doodmartelen. 28 jaar. Hij loopt bij die dame een blaauwtje, hetgeen hem even hard grieft als boos maakt. 29 jaar. Hij wantrouw alle vrouwen; niet één, zegt hij, die opregt bemintde menschen gaan tegenwoordig allen met listen om. 30 jaar. Als hij van huwelijken hoort spreken wordt hij ontstemd en vervelend; dat is hij trouwens gewoonlijk. 31 jaar. Hij begint het huwelijk thans uit een geheel ander oog punt te beschouwen als vroeger; toen was het poëzy: twee zielen en één gedachte; thans is het proza: een vrouw, die het huishouden waarneemt en den man een huiselijk leven bereidt. 32 jaar. Hij ziet dan ook niet meer zoo bepaald naar een mooije vrouw uit, zooals vroeger; maar hij moet een degelijke, huishoudelijke echt- genoote hebben. 33 jaar. Hij gelooft toch waarlijk nog wel een vrouw te kunnen krijgen. 34 jaar. Ja zelfs, hij meent nog wel een jong, allerliefst wijfje te kunnen huwen en wat erger is! 35 jaar, hij wordt opregt en dol verliefd op een aanvallig meisje, een schoonheid van 17 jaar! 36 jaar. Zij wijst hem echter kortaf van de hand; hij is wanhopig! 37 jaar. Hij zoekt nu zijn vermaak in jagen en visschen, maar niets geeft hem afleiding. 38 jaar. Hij wil met geen fatsoenlijke vrouw meer in aanraking komen. 39 jaar. Maar zulk een leven begint hem toch ook onhoudbaar te worden. 40 jaar. Er komen weder huwelijksplannen in zijn hoofd op evenwel zij ontwikkelen zich niet. 41 jaar. Een jong en aan vallig weeuwtje houdt zijn aandacht onafgebroken bezig. 42 jaar. Hij denkt er wel lang over na, maar eindelijk voorziet hij zich van een dosis moed en doet een aanzoek naar haar hand. 43 jaar. Hij begint, door eigenbelang gedreven, allerlei inlichtingen te vragen omtrent de middelen zijner aanstaande, die nog al geld verteerd. 44 jaar. Hij had wél gelijk, de lieve, schoone weduwe teerde op zijn kosten en laat hem, zoodra hij het bemerkt, in den steek. 45 jaar. Nu stijgt zijn afschuw, voor al wat maar vrouw heet, eerst ten top! 46 jaar. Hij wordt een weinig rhumatisch en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 3