1871. W. 90.
Vrijdag 28 Julij.
29 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
B 11\ i\ E N L A X B.
leiï
'ont
apet
HELRERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
M franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 80 ont,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsrnimte berekend.
Vrijdag den 38 Julij vertrekt van hier de Oost-
Indische mail via Brindisi, per trein van 6.35 's av.
Baandag den 31 Julij vertrekt van hier de West-
Indische inall over Southainpton, per Inntsten trein.
Woensdag den 9 Aug. vertrekt van] hier de
Oost-Indische mail via Triest, per eersten trein.
HELDER en NIEUWEDIEP, 27 Julij.
Z. K. H. Prins Hendrik is heden alhier aangekomen
en heeft zijn intrek genomen bij den scliout-bij-nacht en
commandant der marine J. van der Meerseli.
Gisteren zijn door de commissie van examen voor
leerling-apotheker te Meppel geëxamineerd en toegelaten
de jonge jufvrouwen M. Jelgersma en C. G. Snel, heide
uit deze gemeente, en A. Schrijf Best, van Hoorn:
Te Heerhugowaard werd jl. Zondag het nieuwgebouwde
kerkgebouw der Hervormde gemeente plegtig ingewijd.
Ofschoon deze polder reeds sedert derdehalve eeuw bestaat
en er 900 Hervormden wonen, miste men nog altijd een
bedehuis voor die gemeente. De heer Iv. Boon, pred. te
Berkhout, leidde de eerste godsdienstoefening in 't nieuwe
gebouw. De predikanten uit den omtrek zullen, in af
wachting dat er een leeraar zal worden beroepen, beurtelings
de predikdienst waarnemen.
De gemeenteraad van Hoorn heeft, op dringend ver
zoek van vele ingezetenen, bepaald, dat dit jaar de kermis
zal plaats hebben, gelijk in meer steden van ons vaderland,
doch onder beperkende bepalingen. Hij is dus teruggekomen
op zijn vroeger genomen besluit.
Jl. Zaturdag is bij Sparendam een zeilschuitje met
vier Haarlemsche jongeheeren, die zicli lieten jagen, omge
slagen, doordien liet touw boven aan den mast bevestigd
was, en het jagerspaard een plotselingen sprong vooruit deed.
Een schipper heeft de vier drenkelingen gered.
De gisteren te Haarlem gehouden zomer-paarden-
markt was buitengewoon druk bezocht. Er waren aange-
Brieven uit het Noorderkwartier.
III.
Wat vallen er in het menschelijk leven veel gebeurtenissen voor,
die diepen indruk op den enkelen mensch en de geheele mensch-
heid maken. Vestigen wij ons oog op de laatst verloopen twaalf
maanden, hoe rijk is dat tijdperk aan diep ingrijpende gebeurtenissen
voor het maatschappelijk leven, die zich voorzeker nog in de
voorvallen, die staan te gebeuren, zullen laten bemerkendie
gevolgen zullen hebben, welke jaren, misschien eeuwen, door het
geslacht dat na ons komt zullen worden waargenomen. Nu eens
maakten de berichten, die van het oorlogstooneel tot ons kwamen,
later de woelingen der Commune en Internationale een diepen
indruk op ons. Zijn dit groote gebeurtenissen, die reeds menig
hoofd tot denken, en menige pen tot schrijven heeft gebracht, en
nog jaren lang in beweging zullen houden; ook in ons kleiner
kringetje, in ons Noorderkwartier, is in die twaalf maanden veel
voorgevallen en valt nog veel voor, dat onze opmerking over-
waardig is; dat wij niet mogen laten voorbijgaan zonder er onze
aandacht op te vestigen, en waaruit wij veel tot verlichting en
onderwijzing, tot beschaving en verbetering voor onze omgeving
kunnen ontleenen. Dat wij daarom de groote wereldgebeurtenissen
laten rusten, en ons oog vestigen op de kleinere wereld, die ons
omringt en waarin wij werkzaam zijn, en dat het ons zoeken zij
daarin verbeteringen te brengen.
Wij allen weten, in ons vaderland is en dat wel in den
winter, in een saizoen, zooals ik wel eens gehoord heb, waarin
huidziekten niet te buis behooren een pokken-epidemie uitge
broken. Volgens de berichten, die daarvan in de nieuwsbladen tot
ons zijn gekomen, heeft die epidemie in sommige steden en oorden
van ons vaderland reeds zwaar geheerseht en nog heeft deze ver
schrikkelijke ziekte niet uitgewoed. Volgens zeggen van sommigen,
van velen misschien, schijnt het Roode Kruis de drager van dit
kruis in ons vaderland te zijn geweest. De Fransch-Rmisische
oorlog moet dus de schuld dragen, dat wij met dit kruis bezocht
worden.
Alles wat op de wereld is en voorvalt staat met elkander in
verband. De oorlog heeft het Roode Kruis, het Witte Kruis, het
Blauwe Kruis, ja wie weet welke kruisen al meer in het leven
geroepen, maar onder al die meerderen ook het pokken-kruis. De
ontstane pokken-epidemie heeft de inentings-epidemie geboren doen
worden. Met kracht van woorden, gestaafd door onwederlegbare
cijfers, wij leven thans in een eeuw van cijfers is aan den
eenen kant gepleit om de ingezetenen in den lande op te wekken
z'ch te laten vaccineren of revaccinerenopdat toch de kracht van
die vreeselijke ziekte gebroken zou worden. Maar zooals het altijd
gegaan is, en ook nu nog gaat, het is zoo moeielijk alle hoofden
'u één zak te krijgen, actie werkt reactie, vooruitgang roept een
behoudspartij in het leven; en zoo is het ook in deze zaak.
Waarlijk, de voorstanders van de koepokinënting zijn in de laatste
dagen niet minder weersproken, dan de liberale richting op politiek
gebied door de mannen des bebouds is aangevallen. Er' zijn in ons
vaderland mannen, begaafd dit woord mag ik waarlijk wel
gebruiken, want zij zeiven zeggen bet, dat zij de door Gods genade
voerd 630 paarden en 3 veulens. De prijzen verschilden:
voor de paarden van 800 tot 100, voor de veulens van
70 tot 60. De handel was zeer levendig en er zijn
vele paarden door Fransche kooplieden opgekocht.
Men meldt uit Bloemoord bij Velsen, dat Zaturdag jl.
de eerste paal is geheid voor de draaibrug over het kanaal
aldaar. De plek, waar voor ongeveer zes weken nog water
stond, is thans zoover bearbeid, dat zulks kon geschieden.
De toevloed van vreemdelingen, om de kanaalwerken te
zien, is dit jaar zeer groot; elke week komen te Velsen
stoombooten met familiën, die evenzeer den snellen voor
uitgang van het werk bewonderen, als de bereidwilligheid
prijzen van de directie, om het bezigtigen aangenaam en
gemakkelijk te maken.
Het huishoudelijk feest der zeil- en roeivereeniging
de Hoop te Amsterdam, wedstrijden, muziek en vuur
werk, is jl. Dingsdag in de beste orde afgeloopen. De
Buiten-Amstel bood het vrolijkste tafereel aan dat zich
denken laat; de Jagthaven en environs, waaronder het
sierlijke gebouw der vereeniging, waren rijk met vlaggen
getooid en duizenden bij duizenden verdrongen zich op de
Hoogesluis en de Buitensingels om het vuurwerk te zien.
Volgens kenners, was dit laatste schouwspel uitmuntend
in vergelijking met vroeger; tegen de donkere lucht (de
maan was uit bescheidenheid of jalousie schuil gegaan)
teekenden de vuurpijlen bij hun toomelooze vaart in het
luchtruim zich schitterend af en ook de lager geplaatste
stukken kwamen goed uit, terwijl ver in het ronde het
gedonder, geknap en geknetter zich hooren deed. (V.)
Omtrent den staat der veldgewassen en boomvruchten
meldt men aan de L. Ct. o. a.Onafgebroken verzending
van aardappelen wordt overal waargenomen; het rooijen
heeft, betreffende de hoeveelheid, met gunstig gevolg plaats,
hoewel vele akkers duidelijk genoeg, door ziekte zijn aan
getast. Het voor goed ophouden dier ziekte zal wel tot de
vrome wenschen blijven behooren. Knollen toch, gewonnen van
moederplanten, die ziekte bevatten, dragen, hoe schijnbaar
gezond ook, kiem tot ziekte-ontwikkeling. Als de oogsttijd
voor de granen zal aangebroken zijn, zullen de onrustbarende,
uitverkorenen zijn boven anderen, en ze zien dus niet laag en
nederig bij zich zei ven op met zulk een nauw en eng geweten,
dat er niets schijnt door te kunnen, alles blijft stuiten voor dat
geweten, behalve eenige vleeschelijke zwakheden. Deze mannen
nu aan den anderen kant komen voor den dag met hunne zooge
naamde gemoedsbezwaren tegen de inenting; zij willen de ziekte
laten voortwoekeren tot ze heeft uitgewoed; alle middelen, die de
werenschap tot voorbehoeding en wering aanbeveelt en aangewend
verlangt te zien, worden door hun nauw en eng gewetenvooruit
looping van de Voorzienigheid genoemd. In den laatsten tijd is
veel vóór en tegen de inenting gepraat en geschreven, de winter
en bet voorjaar zijn wel voorbijgegaan, maar de pokken-epidemie
is nog niet geweken, zij blijft in ons land op de eene plaats meer,
op de andere minder voortwoeden, al naar dat de menschen met
een enger geweten begaafd, of met een ruimer geweten bezwaard
zijn, en een pokdalig geslacht staat eerlang in de maatschappij op
te treden. De tijd echter spoedt voort, en de vermakelijkheden,
die winter en voorjaar aanbieden, worden opgevolgd door de
zomergenoegens. De zomerpret, wij bewoners van het Noorder
kwartier weten bet, bestaat bij ons vooral in het kermishouden.
De bestaande pokken-epidemie nu heeft ook een kermis-afschaffing-
epidemie doen ontstaanen is de koepokinenting een zaak die
weersproken wordt, de afschaffing der kermis niet minder, vooral
in ons Noorderkwartier.
Aardig is het (altijd indien onkunde en domheid aardig genoemd
mogen worden) als men de menschen in onze omgeving over de kermis-
afschaffing boort praten. Terstond ontdekt men, dat er een Baby
lonische spraakverwarring ontstaat, dat de menschen er niets van
begrijpen. Afschaffing van de kermis wordt hier altijd verstaan in
den zinAlle zinnelijke genoegens, die de geringere maatschappelijke
standde arbeidende stand, geniet den lcop inknijpen. Ik geloof niet,
dat er één redelijk mensch bestaat of hij moet behooren tot de
catbegorie van de engeu en nauwen van geweten die er zulk
een beteekenis aan hechten zal. Deze beteekenis is dan ook onwaar
en valscb. Wie redelijk denkt en als mensch leeft, die zal zeggen;
wij hebben zinnelijke genoegens noodig om te leven, want geheel
ons leven is zinnelijk. Wanneer men dus spreekt van; kermis-
afschaffing, dan verstaat de ware mensch daaronder niet; de ont
houding van alle zinnelijke genoegens; maar men veroordeelt de
kermissen, zooals ze thans in onze omgeving gehouden worden;
de vorm, waarin het zinnelijk genot op de kermissen genoten
wordt, deugt niet, het ontaart en vernedert den mensch, het ver
zinnelijkt en verdierlijkt hem; de vorm, waarin wij ons zingenot
moeten smaken, behoort dus veranderd, gewijzigd, verbeterd te
worden. Dit wordt er onder verstaan, en ik verlang, dat dit onder
het oog gehouden wordt, opdat de spraakverwarring worde voor
komen. En dat de kermissen ontzenuwend op de lagere klasse
des volks werken, is gemakkelijk aan te toonen.
„Een arm mensch", zoo hoort men in de tegenwoordige
dagen velen praten, als er over de afschaffing der kermis gesproken
wordt „een arm mensch mag thans ook niets meer hebben,
alles wordt hem ontnomen." Dit zeggen is een onwaarheid en
een zeer groote ook. Het is onkunde, die de menschen zoo spreken
doet. Vestigt het oog op hetgeen in de steden, zelfs in platteland-
daaromtrent in liet voorjaar gerezen vermoedens worden
gelogenstraft door een bevredigenden oogst. De halmen
toch van tarwe en rogge, haver en gerst huigen, met
tarwe bevracht. Ook de hooibouw, die zich zoo ongunstig
liet aanzien, doet naar liet algemeen gevoelen eene goede
uitkomst verwachten. De voor hooigewin bestemde stukken
land komen zwaar in het gras, dat op de weilanden zich
tevens jeugdig ontwikkelt en ruimschoots voedsel voor het
vee aanbiedt.
Jl. Dingsdag is door de Rotterdamsche regtbank in
liooger beroep behandeld de zaak van den winkelier Bik,
te Gouda, die geen aangifte had gedaan van de oorzaak
van den dood zijner vrouw naar het algemeen ge
rucht wilde: de pokken ook niet voor zijne woning
geplaatst eene kaart, waaruit bleek, dat iemand ten zijnen
huize aan kinderziekte leed, zoo als de verordening te
Gouda voorschrijft. Voor het kantongeregt te Gouda ge
roepen, ontkende hij, dat zijne vrouw aan de pokken was
overleden; het kantongeregt sprak hem vrij, omdat het
tegendeel van zijne opgave niet bewezen was. Van dit
vonnis kwam het Openbaar Ministerie in hooger beroep.
Even als voor het kantongeregt, weigerde ook thans
voor de arrondissements-regtbank te Rotterdam de eerste
getuige, de geneesheer die de overledene gedurende haar
laatste ziekte had bijgestaan, de regtbank mede te deelen
aan welke ziekte de vrouw gestorven was, omdat hij beloofd
had dit te zullen geheim houden. De offic. van justitie
requireerde op grond van artt. 177 en 179 van het wet
boek van strafvordering, dat de getuige onmiddelijk in
gijzeling zou worden gesteld wegens weigering om getuigenis
at te leggen.
De verdediger van den beklaagde verzette zich tegen
dit requisitoir en meende dat door eischen, als nu gedaan
werden, een geneesheer gestadig tusschen twee vuren zit,
dn den eenen kant een requisitoir van het officie en aan
aen anderen kant, bij openbaarmaking van geheimen, vrees
voor eene aanklagt ingevolge art. 378 Code Pénal, dat
gevangenisstraf bedreigt tegen geneeslieeren die geheimen
openbaren. Hiervoor bestond geen vrees, meende daaren
tegen de officier; zeker kunnen er klagten van dergelijken
gemeenten geschiedt, om volksvermakelijkheden te regelen. Tracht
te leeren kennen de pogingen, die volksbeschavers aanwenden om
bet volk aangename, maar tevens nuttige uitspanningen te bezorgen.
Let op de spoorwegmaatschappijen, hoe zij de gelegenheid openen,
dat juist den minderen man voor een kleinigheid uitspanningen
worden aangeboden, die in vroegere dagen voor goed gezeten
burgers niet te verkrijgen waren. Dat die gelegenheden tot ont
spanning niet in den smaak van de geringere klasse in onze
omgeving vallen, dat is de schuld van hen niet door wie de gele
genheid wordt aangeboden, maar wel van den arbeidenden stand
zeiven, die zoo laag nog staat, dat hij liever uitspat, dan zich
uitspant; maar vooral ook van hen, die de pogingen, aangewend
om den arbeidenden stand op te heffen, tegenwerken en er zich
op schijnen toe te leggen, dat die stand in het niet wegzinkt.
„Ja," dus praat men alles moet naar de steden gesleept
worden. Hoeveel menschen op het platteland, die door de kermis
hun brood verdienen, en als men nu de kermissen afschaft, wat
wordt er dan van de kramers, van de speellui, bovenal van de
kasteleins, die een groot gedeelte van hun bestaan juist van de
kermisdagen moeten hebben?" Deze argumenten zijn van nul
en geene waarde. Wat de twee eerste soorten van menschen betreft,
de kramers en de speellui, laten die het werk lezen, bestuderen en
in toepassing brengenArbeid adelt. Die menschen bezitten werk
krachten, die ze aan de maatschappij onttrekken. Er komen in
ons Noorderkwartier nog al eenige Duitschers en Gelderschen om
een stuk brood te verdienen, welnu, laten de kramers en speellui
zoo naarstig en vlijtig zijn, dat deze menschen verdrongen worden;
waarlijk dan kunnen zij door de macht van hun arm zeer goed op
een andere wijze in hun levensonderhoud voorzien, dan door dat
luie en lamme leven, dat ze op de kermissen en in de herbergen
doorbrengen. En wat de kasteleins aangaat, ja, bij de afschaffing
of wijziging der kermisvermakelijkheden zullen zij gevoelige, zeer
gevoelige schade lijden, het zou een groote kluif uit hun soep
zijn. Maar mag dat nu een hinderpaal wezen om een kwade zaak
af te schaffen en een goede in het leren te roepen? Ik geloof
het niet. In rroegeren tijd was de trekschuit een voornaam middel
van vervoer, later diligences en stoombooten, eindelijk zijn de
spoorwegen ontstaan. Toen de diligences en stoombooten ontston
den, raakten de trekschuiten op hun oor, gelijk later de diligences
en stoombooten door de spoorwegen op den achterzolder zijn
gebracht. Moest bij het ontstaan der spoorwegen nu ook maar
gezegd geweest zijn: „O, vooral toch geen spoorwegen, want onze
dierbare .trekschuiten, enz. geraken anders te niet? Dat zou immers
groote dwaasheid wezenEu toch door die spoorwegen zijn de
beste ondernemingen te gronde gegaan en gansche bloeiende ge
meenten, vroeger aan den grooten weg gelegen, zijn doode plaatsjes
geworden, voorname logementen en herbergen zijn te niet gegaan.
Wat moet boven drijven: algemeen of bijzonder belangt En wat is
het algemeen belang? Behoud van trekschuiten, enz. of het aan
leggen van spoorwegen? Voorzeker, niemand zal thans om te reizen
de stille en rustige, maar tevens ook allervervelendste trekschuit
boven den spoorwagen verkiezen. En zoo nu ook vraagt, ja eischt
het algemeen belang afschaffing van de kermis, al is het dat de
kasteleins er schade door lijden. (Slot volgt.)