18 Alkmaar twee ziederijeu van zachte zeep. Buitendien is te linkliuizen eene dergelijke fabriek buiten werking. In gemelde fabrieken zijn over 1870 vervaardigd 2,108,311.5 kilogram zacbte en 63,604.5 kilogram harde zeep. In 12 bierbrouwerijen, waarvan 3 te Amsterdam, 3 te Haarlem, 1 te Hoorn, 2 te Alkmaar, 8 te Weesp en 1 te Bttssum, is, volgens den inhoud tier roerkuipen, bewerkt eene hoeveelheid van 36,934 hectoliter beslag. Er bestaan in dit gewest 27 azijnmakeaijen, allen der 3de klasse, waarvan 16 te Amsterdam, 3 te Haarlem, 1 te Hoorn, 1 te Alkmaar, 1 te Weesp, 3 te Beverwijk, 1 te Edam en 1 te Rijp. In 4 daarvan te Amster dam, 2 te Haarlem, te Hoorn en 2 te Beverwijk wordt rozijnaziju en in de overige 13 snelazijn vervaardigd. In die te Hoorn wordt met versnellingskuipen gewerkt. Gezamenlijk werden geproduceerd 35,496.715 hectoliters, waarvan 29,076.30 hectoliters in de snel- azijnmakerijen. Branderijen bestaante Amsterdam 1 en te Weesp 3; distcleerderijente Amsterdam 36, te Helder 1, te Haarlem 2, te 's Graveland 1 en te Rijp 1. Daaronder zijn niet begrepen die der apothekers en scheikundigen, welke ten getale van 258 aanwezig zijn. In 1870 werden ter veraccijusiug aange geven: 23,251 runderen, gemiddeld tegen f 156 per stuk; 4958 uit nood geslagte runderen, gemiddeld f 30,86 per stuk; 11,027 kalveren, gemiddeld f 39.S2J per stuk; 1173 uit. nood geslagte kalveren, gemiddeld f 9,16 per stuk; en bovendien nog 31,586 nuchtere kalveren, waarvan 181 uit nood geslagt moesten worden. De opbrengst der zegel-, registratie-, hypotheek- en successieregten in deze provincie was in 1870, met inbegrip der opeenten f 3,7 11,154.42, tegen f 3,850,465.78J in 1869. -- De regten van waarborg op de gouden en zilveren werken bedroegen in 1870 f 92,845.39), tegen f 95,051.21 J in 1869. De rijksdomeinen, die in 1869 opbragten f242,513,38, beliepen in 1870 f245,340.82. //Waterstaat" is het opschrift boven het Xldc lloofdssuk. Wij ontleenen daaraan het volgende: Het Groot Noordhollandsch Kanaal met zijne havens, sluizen, bruggen en verdere werken werd naar behooren onderhouden. Voor dat onderhoud, hetwelk voor 1870, 1871 en 1872 in zeven perceelen is aanbesteed voor f 333,360, werd uitbetaald f 111,244. De vaart werd door vorst gestremd van 10 tot en met 28 Februarij en van 27 tot en met 31 December dus te zamen 24 dagen. Ten aanzien van het llcldersch kanaal wordt medegedeeld, dat de voorziening der boorden van dat kanaal met steenglooijing, welk werk in de laatste jaren met kracht was aangevat, niet werd voortgezet en evenmin iets is gedaan tot ver dieping van dat kanaal. Het zesjarig onderhoud was in 1869 geëindigd. In 1870 heeft de gemeente dit onderhoud in eigen beheer genomen en de noodige herstellingen door een vasten arbeider doen uitvoeren. De toestand der haven het Nieuwediep wordt gunstig genoemd. Door de plaats gehad hebbende storm vloeden hadden de havenwerken niet geletien. Aan de haven te Kolhorn werd ter verbetering f 2360 ten koste gelegd door den polder Waard en Groet, die deze haven in onderhoud heeft. 268 vaartuigen, waarvan 110 met turf geladen, werden door de sluis aldaar naar binnen geschut, en 200 vaartuigen, waarvan 46 met vlas geladen, naar buiten. Aan de havenwerken te Terschelling werden in 1870 onderscheidene verbeteringen aangebragt. Van deze haven werd gebruik gemaakt door 18 rijksvaartuigen, 2 buitenschepen, metende te zamen 676j tonnen, 62 binnenvaartuigen, metende te zamen 2639 tonnen en 631 vissohersvaartuigen. Aan havengeld is ontvangen f 405.064 dat is f 4.65 minder dan in 1869. Ook de havenwerken en zeeweringen te Vlieland werden, onder houden en verbeterd. 35 binnenvaartuigen en 24 visschersvaartuigen maakten van deze haven gebruik. Het havengeld beliep f 84.46, dat is f 2.07) minder dan het jaar te voren. De haven te Texel werd behoorlijk onderhouden en door uit baggering van het ingestroomde wier en slib, op eene diepte van 2,55 meters onder volzee gehouden. Voorts werden 13 meters nieuwe besehoeijiugen gemaakt, 250 vierk. meter van den havenberm begrind en de steenbedekking op het binnenbeloop van het westelijk havenhoofd over de volle breedte van 6 meters verlegd. Stormschaden zijn nan deze haven niet ontstaan. Zij verkeert in goeden staat. De haven te Oude Schild werd bezocht door 261 binnenlands varende schepen, die het havengeld per reis betaalden, bovendien dagelijks door de post-stoomboot „Ada van Holland," door 21 tjalken, 12 kaagschepen, 10 visschersvaartuigen, 78 haringschuiten en 1 vlet, waarvan de eigenaars of schippers allen op Texel wonen en die daarom voor het havengeld zijn geabonneerd. Omtrent Wieringen wordt gemeld, dat het plan voor eene haven aldaar in behandeling is. Behalve de hierboven vermelde herstellingen en verbeteringen _aau de havenwerken en zeeweringen, zijn nog aan dijken, hoofden en paalwerken van rijkswege onderscheidene werken uitgevoerd. Inzonderheid had zulks plaats op Vlieland, waar krachtige maat regelen ter beteugeling van den waterwolf en ter beveiliging van 't land noodig waren. Niet minder dan f 184,562 is daaraan ten koste gelegd. Bovendien is nog 60,000 bos stroo tot duinbeplan ting aangebragt, dat met de verwerking eene uitgaaf vorderde van f 2550. Dc zeewering op het strand benoorden Potten werd onderhouden en de stormschaden van October en December 1869 werden in 1S70 hersteld. Een en ander vorderde eene uitgaaf van ruim f 1100. Verbeteringen, aan die zeewering aangebragt, ver oorzaakten nog eene uitgaaf van f 14,674. De lleldersche zeewering vorderde ook in dit jaar voor het gewoon onderhoud eene uitgaaf van f 7365. Behalve deze gewone uitgaaf werd nog uitgegeven de som van f 10,104 voor het leveren en verwerken van 600 kub. meter brik, 328 ton zetsteen en 1200 ton stortsteen, ter verbetering van de steenglooijing. De peilingen, voor deze zeewering gedaan, leverden geenc belangrijke verschillen op met die van 1869. Stormschade is aan deze zeewering niet geweest en zij verkeert in goeden staat. De hoogste vloed werd waargenomen den 21 Februarij 1870 ten 11 u. 12 m. des namiddags, en wel 1,329 meter boven A. P. De laagste ebbe had plaats den 8 Febr. 1870 ten 6 u. 10 m. des namiddags, zijnde 1,975 meter onder A. 1'. De grootste winddruk, waargenomen met de zelfregistrerende werktuigen van het Meteorologisch Observatorium te Helder, had plaats den 8 Jauuarij 1870 ten 5 u. 50 m. des namiddags uit het Z.W.t.Z., 76 kilogram op den vierk. meter. De gemiddelde wind druk over het jaar 1S70 bedroeg 5.81 kilogram op den vierk. meter, dat is 1.29 kilogram onder den normalen winddruk te Helder. Zoolang de waarnemingen voor winddruk aan den Helder gedaan zijn, dat is van 1851 af, was de gemiddelde druk per jaar maar éénmaal lager, en wel in 1865, 5.70 kilogram In 1864 was de gemiddelde winddruk gelijk aan die van 1870. De hoogste barometerstand werd waargenomen op den 1 October ten 0 u. 24 m. des namiddags, 779 millimeter en de laagste in diezelfde maand op den 9dcn ten 4 u. 6 m. des namiddags, 730.8 millimeter. De gemiddelde barometerstand bedroeg over dit jaar 760.89 millimeter, dat is 0.73 mM. boven den normalen stand te Helder. De hoogste thermometerstand werd waargenomen den 25 Julij ten 5 u. 12 in. des namiddags 28° 0" Celsius, de laagste op den 9 Febr. ten 6 u. 30 m. des voorraiddags u- 10° 2' G. De gemiddelde thermometerstand gedurende het jaar 1S70 bedroeg 9° C., dat is 1° 15' onder den normalen stand te Helder. De gevallen regen bedroeg 795.4 millimeter, de uitdamping 695-7 millimeter. De Voor de hoogte van den gevallen regen is een nieuwe normaal berekend uit de waarnemingen 1845-1870, zijnde 675.2 millimeter. Aan de Hondsbossche zeewering zijn in 1870 weder belangrijke werken tot onderhoud en verbetering verrigt, gezamenlijk tot een bedrag van f 733,000, terwijl voorts nog voor 't leveren van bnzaltsleen, brik, golfbrekers, perkoenen en rijsinaterialen eene som van f 15,100 werd besteed. Op een verzoek van het bestuur \an den Hondsbossche en Duinen tot Petten, dat de Hondsbossche zeewering in beheer en onderhoud door het Rijk inogt worden overgenomen, werd te kennen gegeven, dat daartoe geene voldoende aanleiding gevonden is. Een nader verzoek van het dijksbestuur om rijks- en provinciale subsidiën voor de uitvoering van een door dat bestuur vastgesteld plan tot verbetering der gehcule zeewering, was bij 't einde van 1870 nog in onderzoek. Itet onderhouden der zeedijken van den Anna Patdowna-Polder, voornamelijk bestaande in het doen van verzetwerken aan de steen- glooijingen, het verlengen van een vangdam en het onderhouden van den havendam der van Ewijcksluis, vorderde in 1870 eene uitgaaf van f 9100. Aan de zeeweringen van de 29 gemeen schappelijke polders op Texel werd in IS70 besteed f 12,056, voor aankoop van steen en verzetwerken aan de steenglooijingen. Aan de zeeweringen van de overige polders van dat eiland is niet veel meer gedaan dan het noodzakelijkste onderhoud en eenige kleine verbeteringen. De kosten, die door het rijk, de provincie en de waterschaps besturen gezamenlijk aan de zeewaterkeeringen zijn besteed, hebben in 1870 bedragen: f 814,842.13, tegen f 553.208.60) in 1869. De zrewerende duinen op Texel en den vasten wal werden onderhouden door het planten van helm en stroo en het stellen van rietschuttingen. Op Texel hebben de duinen geen schade geleden; alleen is door den stormvloed van 29 Augustus het zand- profil weer vlak geslecht, dat was aangewonnen vóór de koppen der zanddainmen op het strand, bij de beste slufters. Deze en andere schade werd in de laatste maanden van 1870 door ver nieuwde stroobeplanting hersteld, zoodat de buitenhelling der duinen op het einde des jaars in zóó gunstigen toestand verkeerde, als in vele jaren niet het geval was. Ter bescherming der stranden en duinen op Terschelling en Vlieland werden in 1870 weder verschillende werkzaamheden verrigt. De toestand van 't duin op Vlieland verbetert, die te Terschelling roept luide om verbetering; de duinvoet aan het noorderstrand op Vlieland is aanmerkelijk achteruitgegaanop Terschelling was daarentegen eenige vooruitgang te bespeuren. De strandmetingen, die er hebben plaats gehad, hebben inzonderheid omtrent het eiland Terschelling gunstige uitkomsten opgeleverd. liet aantal konijnen in de duinen van Texel is weder sterk verminderd. Zij worden alleen nog aangetroffen in de duinen van het Horntje, de Eijerlandsche duinen en den grooten Zanddijk. In de duinen gelegen tusschen de lleldersche zeewering en de grens der heerlijkheid Callantsoog, zijn de konijnen insgelijks weinig in getal. Zij worden aldaar door de inwoners van den Helder en Huisduinen gevangen, of door het schijfschieten van de garnizoens troepen der stelling Helder, verjaagd. In de duinen echter van die heerlijkheid en die onder de gemeente Petten, worden de konijnen nog overvloedig gevonden en nemen aldaar eer toe dan af. Van de polder-werken vermelden wc, dat door en ten koste van het heemraadschap der strijkmolens van de Schngerkogge een der schepradmolens, staande in de gemeente Barsingerhorn, tot vijzel molen is verbouwd, hetgeen eene uitgaaf heeft gevorderd van ongeveer f 3700; alsmede de door en ten koste van den polder Schagen veranderden schepradmolen, die in een vijzelmolen is her schapen, hetgeen eene uitgaaf vorderde van f 4696; en eindelijk de verbetering eener vaarsloot en van eene uitwatering aldaar, hetwelk f 2355 heeft gekost. In Hoofdstuk XII (Wegen) wordt ouder de uitgaven voor gewoon onderhoud genoemd: voor den grooten rijksweg van Alkmaar naar het Nieuwediep f 11,547. Onder de buitengewone werken wordt genoemd het vervangen der houten brug bij de Texelsche barrière te Alkmaar in eene brug met gemetselde landhoofden en ijzeren liggers, wijd 7.15 meters. Onder de gemeente-wegen, die ver betering ondergingen, wordt genoemd de Wijzenderweg onder St. Maarten, die voor een gedeelte werd begrind, ter lengte van 480 en ter breedte van 2.25 meter. De kosten hiervan beliepen ongeveer f 300. Onder 't opschrift: „Straten, pleinen, bruggen, riolen, kaai muren, enz." worden vermeld: de gemeente Helder, die f 9075.21 aan vernieuwing van straten en riolen besteedde; de gemeente Schagen, die f 2250 ten koste legde aan de vernieuwing en uit breiding der bestrating in het dorp; de gemeente Alkmaar, die ter demping van een gracht f 50,800, voor 't aanleggen eener straat f 10,171 en ter vernieuwing van straten en bruggen f 3444 be steedde; de gemeente Nieuwe-Niedorp, die een gedeelte van den hoofdweg ter lengte van 170 meters binnen de kom van het dorp liet bestraten. Hoofdstuk XIII (Landbouw en Veeteelt) vangt, ter kenschetsing van den algemeenen toestand, aldus aan: „Het jaar 1870 was voor landbouw en veeteelt een gunstig jaar. Wel had het koude en schrale voorjaar de ontwikkeling der gewassen vertraagd, maar het warme en regenachtige zomerweder oefende een wcldadigen invloed uit, zoodat vele gewassen een ruimen oogst gaven. In den nazomer en het najaar leden vooral de weilanden van de aanhou dende regenbuijeu, zoodat van het nahooi weinig tcregt kwatn en het vee vroeg moest worden gestald. Tegenover de goede uitkomst der meeste landbouwproducten stond echter een slechte oogst van den aardappel, die nog al van de ziekte te lijden had. Overigeus was de tegenspoed, dien de landbouwer ondervond, meer van localen aard. Over het geheel had de landbouwer niet te klagen, evenmin als de veehouder. De veestapel bloeide; er was veel hooi van het vorige jaar overgehouden, zoodat er bij den goeden stand van het wei- en hooiland in den zomer, overvloed van voedsel was. Order het rundvee werden geene buitengewoon veelvuldige ziektegevallen waargenomen. Wel kwam op verschillende plaatsen longziekte voor, maar zij verkreeg geene onrustbarende uitbreiding en eischte slechts weinig offers. 11e zuivelproductie was voortref felijk en het kaasgeinaak groot. De varkensziekte rigtte echter nog al schade aan, Onder de schapen heerschteii de pokken alleen in 't Gooi, maar daar dan ook in zeer hevige mate. De handel in vee en land- en tuinbouwproducten was over het algemeen leven dig totdat de oorlog uitbrak, die op den prijs van onderscheidene artikelen sterk drukte. Vooral de bloembollenhandel leed er onder." Een uitgebreide staat vermeldt den koopprijs der landerijen, die in 't vorige jaar van de eene in de andere hand zijn overgegaan. Dit deel van 't verslag is voorzeker voor hh. landbouwers, enz. van zeer groot belang, doch ons bestek gedoogt niet, dat wij dien staat in zijn geheel opnemen, en een uittreksel is in dit geval van weinig of geen waarde. Onder de opgaven van ingevoerde verbeteringen op 't gebied van landbouw en veeteelt wordt o. a. gemeld, dat het kruisen van schapen met Engelsche, vooral Leicester-rammen, steeds met goed gevolg wordt voortgezet; en dat vele veefokkers op Texel zorg dragen, dat eene zuivere stamkudde van Texelsch ras afgezonderd wordt gehouden. Wat betreft liet oude Texelsche paardenras, dat Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz. Nieuwediep 7 Abc 91 dat het bijna geheel door Friesche en Noordhollandscke pai is verdrongen. Het gebruik van nieuwe werktuigen neemt toe. Wel was i te Barsingerhorn alsnog weinig ingenomen met het aangesckl stoomdorschwerktuig en werd door sommigen aan de vroeg manier van dorsehen de voorkeur gegevenmaar op Texel i diarentegen weder Amerikaansche hooiharken ingevoerd, die t muntend voldeden, ook nieuwe karntoestellen. De kleine Amt kuunsche karn werd aldaar met zeer veel vrucht gebruikt. Bemesting. De oude wijze van bemesting bleef op dc mee plaatsen gevolgd. Te Beemster werd het ieren meer in toepassi gebragt; te Alkmaar werden er gunstige gevolgen van ondervond] de meeste landlieden zien daar echter tegen de hooge kosten i transport op. Proeven met guano-bemesting, door 3 landbouw! te St. Pancras genomen, schenen goed geslaagd te zijnte Brof op Langedijk daarentegen, waar evenzeer enkele perceelen hete met guano waren bemest geworden, waren de resultaten niet gunstl Men wijt dit aan de onbekendheid met die slof. Een proef t zeesterren, te Anna Paulowna genomen, voldeed matig. Op Tei werd wederom met goed gevolg mest van den vasten wal ar gevoerd. De kosten van vervoer liepen daar nog al hoog, data men de haven van Cocksdorp moeijelijk met volgeladen vaartuig!'"' kan bereiken. De geheele tot bouwland gebezigde oppervlakte was in 1870 c dc volgende wijze met verschillende gewassen bezet: Tarwe 385^ hectaren, spelt 2,5, rogge 2981, wintergarst 886, zomergarst 154 haver 5285, boekweit 965, erwten 1297, boouen 875, stamboonlji 228, aardappelen 4130, winterkoolzaad 540, mosterdzaad l44S^dl andere zomer-oliezaden 48,5, karweizaad 854, andere specerijzadi 30, kanariezaad 42,5, meekrap 373, vlas 4027, suikerbiet 2!, tuinvruchten in Westfriesland 727, mangelwortelen 727, andei1" voedergewassen 151,5, braak 494 hectares. De uitgestrektheid daVi klaver-cultuur te Anna Paulowna wordt geschat op ruim 600 H. Ajji terwijl wordt medegedeeld, dat de bouw van klaver ieder jat, toeneemt. In het geheel werden in 1870 31,679 II.A.daarmede beteelj- tegen 31,449 in 1369. In Anna Paulowna was de oppervlak) J bouwland in 1870 circa 300 H. A. meer dan in 1869. Op Ten was de verbouw van winterkoolzaad minder dan vroeger, doch i de zeepolders Waard en Groet en Anna Panlowna, waar dit gewi Br in het vooige jaar zoo goed als niet verbouwd werd, waren er iijrw dit jaar ruim 70 H. A. mede bezet. Met zomergarst werd ii^t Anna Paulowna ook meer oppervlakte bezet 'dun in 1869. T j o Schagen, waar eene vlasinrigting voor minvermogenden bestaat, g;:. de II. A. 800 kilogram vlas en 8 II. L. lijnzaad. De 100 kilogi deden f 70, de H. L. f 12. De pachtprijs van den hectare word opgegeven als volgt: te Texel f 225, op Wieringen van f 280 tol f 330, te Anna Paulowna van f 250 tot 350, te Wieringerwaari f 360, te Barsingerhorn van f 100 tot 260, te St. Maarten va: f 260 tot 300, te Schagen f 315, in den Heerhugowaard f 250 ei te Buiksloot f 300. Aau den Langedijk werden in 1870 529 H.A bezet met tuinvruchten, in de Streek (bij Enkhuizen) 198 H. A. als hoofdgewas en 72 II. A. als tweede vrucht. Aan den Langedijl breidt zich de teelt van tuingewassen belangrijk uit; de gunstig! ligging aan den Noordhollandschen spoorweg heeft daarop onge twijfeld gunstig gewerkt. Te Alkmaar leverden de groenten ei peulvruchten een rijk gewas op en was de uitvoer naar Schagen ec Helder weder vrij belangrijk. Als veefondsen worden genoemd Bi o 't Beemster veefonds, veefonds „de Duinkavel" te Alkmaar ei p d Bergen, veefonds „de Eendragt" te Beverwijk; veefonds te Groote eid broek, „Drechterla'nd" te Iloogkarspel, veefonds te Oude-Niedorp te Warder, te Andijk, te Barsingerhorn, te Beets, te Hoogwoud te St. Maarten, te Zwaag en te Broek in Waterland. De sterkte van den veestapel in deze provincie op het einde van 1S70 wordt opgegeven als volgt.: paarden 20947, runderen 147161, schapen 212711, varkens 25223, bokken en geiten 5647. Bovendicc 111 v werden door 121 houders van kudden schapen op de gemeeni S® weiden gedreven (in 't Gooiland), liet aantal schapen was op Mg Texel in 1870 belangrijk minder dan in het jaar te voren, makende ten een verschil van ruim 4000 stuks; men schrijft dit toe aan dei buitengewoon belangrijken afzet. Aan de waag te Alkmaar werden gewogen 13740 kilogr. wol Volgens raming der gemeentebesturen worden in Noordhollanil gevonden: 113,000 kippen, 600 kalkoenen, 69000 eenden, 8400 ganzen, 2300 zwanen. Op de wekelijksche markt te Alkmaar werden aangevoerd 2915 kippen en 2535 eenden, de eerste tegel f 0,60 a 1,20, de laatste f 0,80 per stuk. Te Schagen was aanvoer ter markt 168,000 kip-eijeren en 73,000 eend-eijeren, de eerste deden f 2,80, de laatste f 3 de 100 stuks. Onder Nijverheid, Handel en Scheepvaart (Hoofdstuk XV) vinden we eene opgave omtrent de Kamers van Koophandel en Fabrieken, te Alkmaar uit 7, te Amsterdam uit 18, te Haarlem uit 9 en te Helder uit. 5 leden bestaande. Het aantal kiezers is in die gemeenten respectivelijk 281, 1308, 316 en 297. Bij de gehoudene stemmingen kwamen daarvan op te Alkmaar 58, te Amsterdam 161, te Haarlem 37 en te Helder 12 kiezers. Aan eene herstemming te Haarlem namen 27 kiezers deel. De gemeenten aan de Zaan vormen één Kamer, uit 18 leden bestaande. Het getal kiezers aldaar bedraagt 296. Aan de stemming namen deel 98 kiezers. Zeevisscherij. liet getal schepen, waarmede deze visscherij wordt uitgeoefend, wordt opgegeven als volgt: van Edam voeren 131 schuiten, van Enkhuizeu 42, van Urk 145 ter visscherij in de Noord- en Zuiderzee. De bemanning der schepen van Edara bestond uit 2 man voor de Zuiderzee, uit 4 man voor de Noordzee. De schepen van Enkhuizen en Urk waren met 3 of 4 koppen bemand. Uit Wieringen voeren 69 en uit Kolhorn 7 vaartuigen, ieder met 2 man, ter palingvisscherij. Ter vischvangst op de Noordzee voeren nog 19 bomschuiten van Egmond aan Zee, ieder met 6 man en 15 kleine schuiten, ieder met 5 man; 2 vaar- vaartuigen van Texel en 16 van Terschelling ieder met 3 mail. Juiste cijfers omtrent den opbrengst kunnen niet geleverd worden De erst ude ijn eve litzii ich eer lOOg rob »B ist en tij t igee at d ij b lok iide ilde oed at d Itijd „II ijn 1 »j, Te Enkhuizen werd afgeslagen: 370 stuks kabeljaauw, 8751 stuks sehelvisch, 351 stuks tarbot, 3102 stuks tong, 100250 kilogramL". groote schol, 1420 tal haring en 147 koopen visch, te zamen tot eene waarde van f 22464. Te Medemblik werd van elders aan gebragt: 40 stuks kabeljaauw, 1000 stuks levende sehelvisch, 3000 stuks doode sehelvisch, 10 stuks tarbot, 4600 stuks tong, 200 stuks rog, 96 korven groote schol en 240 korven kleine schol, te zamen tot een bedrag van f 2565,50. De prijzen waren hoog, zoo als zich bij de ongunstige uitkomst der visscherij liet verwachten. Aan de oestervisscherij te Texel werd door 50 schuiten, elk met 2 koppen bemand, deelgenomen; 500.000 oesters werden op de waarden gevischt, die verkocht werden gemiddeld voor f 35 de 1000 stuks. Naar alikruiken, mosselen, enz. is op Texel door 4 man met 2 schuiten gevischt. 270,000 kilogram wier werd door bewoners van Texel gemaaid, en na geverscht en gedroogd te zijn, afgeleverd tegen f 4,50 de 100 kilogram. Nog werden aldaar opgevischt ongeveer 200,000 kilogram drijvend wier, verkocht voor f 2,25 de 100 kilogram. De schelpvisscherij leverde op Texel 25,000 kub. meter; te Huisduinen 50, te Feiten 40, te Castricum 2500 en teVelsen388 kub. M., al welke uitkomsten minder zijn dan die van 1869. 'Slot volgt.) mjni Borg igge iet |ron< «gin leliat ijn, oort tant lier ;enoi ;an I i lijn loed Dinar in i ie wei lorg, Dc Berk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 6