Binnenlandsche Zaken een commissie benoemd tot liet
instellen van een onderzoek omtrent de bepalingen op den
ijk van de gasmeters.
Aan liet Prov. Gouvernement van Noordholland is
jl. Donderdag aanbesteed: het herstellen van de krib langs
het vaarwater het Krabbersgat te Enkhuizendaarvoor
was de minste inschrijver de heer P. Vos Az.. te Enkhuizen,
voor 747.
Men schrijft ons van Anna Paulowna dd. 17 dezer:
„Gepasseerde Maandag zijn aan het station Anna Paulowna
geladen 12 stuks schoone vier- en vijfjarige paarden, allen
afkomstig van den Butjadinger hengst Abd-el-kader, welke
hengst voor zes jaren in Hanover is aangekocht door eene
vereeniging tot verbetering van het paardenras in Noord
holland, gevestigd te Wieringerwaard en Anna Paulowna-
Polder. De prijzen waarvoor de paarden zijn verkocht
waren van 350 tot 500 per stuk.
Aangenaam is het voor die vereoniging te mogen onder
vinden en aan de bevooroordeelden te kunnen bewijzen, dat
dit ras in schoonheid uitmunt niet alleen, maar voor den
handel zeer gezocht is."
Op de jl. Woensdag te Hoorn gehouden paardenmarkt
werden aangevoerd 60 paarden, meest alle beste kwaliteit,
die ook tegen hooge prijzen werden verkocht.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft zich met 15
tegen 14 stemmen vereenigd met het voorstel van B. en W.,
tot het houden der kermis onder de bekende bepalingen.
De kolossale zee- en uitwateringsluizen voor de
werken van de doorgraving van Holland op zijn Smalst te
Scliellingwoude, zijn voltooid. Eerstdaags wordt het water
er ingelaten en met het opruimen der dammen aangevangen.
Een lOjarige knaap trok jl. Donderdag morgen op
de Heerengracht te 's Hage een der uit het land terug
komende paarden van den stalhouder Koens bij den staart.
Het dier schopte achteruit en sloeg den knaap dood.
Te Schoonrewoerd heersclit sinds eenigen tijd eene
ziekte onder de varkens, waaraan er dagelijks sterven,
zoodat de boeren zich genoodzaakt zien hunne nog over
geblevene gezonde varkens te verkoopen, en wel tegen den
gemiddelden prijs van 21 cents per kilo.
Jl. Dingsdag (Maria Hemelvaartsdag) had in de
Cathedraal van hetAartsbisdom te Utrecht, de wijding van
een 40tal priesters, diakenen en sub-diakenen plaats; deze
plegtigheid werd door den Aartsbisschop, mgr. Schaepman,
zeiven verrigt, (U. D.)
In Noordbrabant worden voortdurend paarden aange
kocht door Fransche koopliedeneen hunner -kocht binnen
acht dagen 110 stuks.
Jl. Woensdag namiddag verdronk in eene der grachten
nabij 's Hertogenbosch een oppassend 15 jarig jongeling,
die zich met zwemmen wilde gaan verfrisschen. Dit is nu
aldaar binnen eenige weken het vierde geval van dien aard.
Een staaltje van grove onzedelijkheid uit de hoofd
plaats der Meijerij, te tneer belangrijk om dat er een grooter
aantal personen in betrokken zijn geweest, is de sluiting der
Eindhovensche kermis, welke met een programma van het
gezelschap „Les Montagnards" heeft plaats gehad, waar
aan wij woordelijk de volgende nummers ontleenen:
5. Een triomfalen wagen, versierd met, bloemenkransen,
strikken, enz. waarop een buitengewoon zatten Montagnards
zal liggen.
7. Negen herderinnetjes, verschrikkelijk lief gedecoreerd,
costuum Blanc.
9. Eene ton vol bier, versierd met lauwerkransen,
disponibel voor drooge harten.
en onbezorgd bij den dag voortleefde. En toch was hij plotseling
een broeder voor mij geworden, toch ontwikkelde hij een deelneming,
een ijver om te helpen en een zorg, die mij tot in het diepst
mijner ziel roerden. Hoeveel goedheid, broederlijkheid, opofferende
hulpvaardigheid en warme deelneming sluimert niet voor ons in
de harten van duizenden, neen, in die van het meerendeel der
mensclien en is daar voortdurend aanwezig, al vertoont zij zich
ook alleen op dat oogenblik, waarin men ziet hoezeer wij die zaken
noodig hebben 1 En daar de oorlog (luizende zulke oogenblikkeu
oplevert, is hij, die ruw maakt en verwildert, ook weder een zeer
groote oorzaak van gemoedelijkheid, broederlijkheid en meusohenliefde,
zooals er geen tweede bestaat. Ik heb inderdaad nergens meer
gelegenheid gevonden aan zachte gemoedsindrukken toe te geven
dan onder soldaten.
Wij bereikten het einde van het rotsdal en kwamen in het
breedere dal van den Oiguon. Het koude water had de pijn van
mijn wond doen bedaren, ik trachtte dus mijn vermoeidheid te
beheerschen en zoo gingen wij al verder. Het ging echter zeer
langzaam en hoe dichter wij bij Ohateau-Giron kwamen, des te
langzamer ging het. Maar wij naderden het, en bereikten het einde
lijk gelukkig. Ik voelde mij verlicht en haalde wederom ruimer
adem, toen ik een mat en dof licht door het venster van mijn
kumer zag schemeren.
„Glauroth is op zijn post gebleven," riep ik uit, „Goddankik
had 't nauwelijks kunnen denken."
Kort daarna ontvingen wij een nieuw bewijs van Glauroth's
dienstijver en van zijne omzichtigheid. Hij had een patrouille van
twee man uitgezonden om ons te zoeken, die ons dan ook in de
laan van het slot ontmoette, waarop zij met ons terugkeerde. Toeu
ik mijn kamer binnentrad, vond ik Glauroth evenwel in mijn
bed in de armen van Morpheus, als men namelijk veronderstelt,
dat zijn verschrikkelijk snorken den god reeds lang bewogen had,
zijn ambt aan een andere ongelukkige ondergodheid over te dragen.
Op de nachttafel brandde 'een flikkerende Iniap. I)e ridder van
Faublas lag van het bed afgegleden op het tapijt. Glauroth, die,
nadat wij hem goed heen en weder geschud hadden, eindelijk tot
bewustheid kwam, beweerde geen oogenblik geslapen te hebben.
Ik zeide hem, dat ik het zeer goed wilde gelooven, en verzocht
hem mij mijn bed wederom in te ruimen. Tien minuten later
lag ik, mij met een gevoel van diepe dankbaarheid jegens mijn
Schepper op de kussens uitstrekkeudc, te bed, had den toestand
waarin ik mij bevond, in het kort anu Glauroth verklaard en zond
hem weg, alle hulpbetooningen afwijzende. Ik had nergens anders
behoefte aan en mijn natuur vcreischte niets anders, dun rust,
ongestoorde rust; mijn natuur verlangde niets anders dan dit
groote geneesmiddel... slaap. (Wordt vercolgd.J
10. Vuurwerk van stroo en takkebossen.
11. Algemeene kermispret, vergezeld van ongangbare
stuivers, leege beurzen, bedorven portemonaies, bedorven
kindertjes, beste, goede en kwade jongens, zwierbollen en
pretmakers.
12. Algemeene zuiperij, uit te voeren door al de leden
van liet gezelschap. De Directie.
Jl. Zondag avond woonde men te Vegliel een aller
zonderlingst verschijnsel bij, een feestvierders—grèt-c! Er
was koning geschoten en den ganschen dag feest gevierd,
's avonds om negen uur zou dt koning worden gekroond
en aan de andere prijswinners de prijzen feestelijk worden
uitgereikt. Een groot getal personen, ook dames die geïn
viteerd waren om tegenwoordig te zijn, waren in de scliut-
terstent vereenigd, maar wie er verscheende schutters-
koning en de andere prijswinners niet. Toen men hen
opzocht, verklaarden ze niet te zullen komen, wanneer de
„vrouwen" niet vertrokken. Dit kloosterachtig antwoord
dat trouwens op Brabantsche wijze doelt, waarbij het
aansteken van het licht in de herbergen als couvre-feu,
voor alles wat rokken draagt geldt, een gewoonte die de
geestelijken „om derzelver eerwaardigheid" in stand willen
gehouden zien, had echter het gewenscht gevolg niet.
De keuze tusschen den lceuning met zijn kornuiten en de
dames om feest mee te vieren was niet nioeijelijk; de muziek
der huzaren uit den Bosch, die de eer der vrouwenhatende
overwinnaren moest uitbazuinen in fanfares, werd voor de
dansmuziek geprest en, niettegenstaande het „eerwaardig
gebruik" werd er wakker gedanst, terwijl de lceuning niets
anders had om zich te kroonen dan.... zijn slaapmuts. (V.)
Een kuiper te Tilburg heeft zijn 23ste kind bij den
burgerlijken stand aldaar aangegeven.
Jl. Woensdag is de eerste locomotief over den dam
van het Sloe gereden; Walcheren is dus, even als Zuid-
Beveland sedert 1868, geen eiland meer.
De Haagsche correspondent van de Arnh.-Courant
vindt iets ziekelijks in 't geen hij de „doodsbeenderen-eomedie
van 22 Augustus" noemt. In dien theatralen toestel, die
treurigheid op hoog bevel en volgens het vastgestelde pro
gramma, ligt iets stuitends voor zijn gevoel.
Verder keurt hij o. a. ook af, dat de koloniale militairen,
die aan boord van de Willem III zijn geweest, nu volstrekt
beloond moeten worden, omdat zij hunnen plïgt hebben
gedaan. Zulk eene getarifeerde deugd gehoorzaamheid
1, een mensch gered 2,50, nuchter gebleven 0,75!
enz. verliest al Hare waarde.
Ook ergert de schrijver zich aan den minister van
Buitenlandsche Zaken, die berust in het antwoord van
den consul van Portsmouth, 't welk niets opheldert of
verklaart.
Men meldt uit Diepenveen aan de Arnh. Crt.
„Reeds sedert eenige maanden zijn twee hoofdonderwij
zers alhier zonder het bij de wet vereisclite hulppersoneel.
Tot tweemalen toe heeft het gemeentebestuur in de dag
bladen eene oproeping van hulponderwijzers gedaan, die
genegen waren, op het vastgestelde salaris van 270 per-
jaar, naar de vacerende betrekkingen te dingen, doch geen
liefhebber heeft zich opgedaan. Een voorstel van de
schoolcommissie, om het salaris der hulponderwijzers te
verhoogen en, zoo mogelijk, hun aantal te vermeerderen,
is gewezen van de hand. Ziedaar feiten, het maken van
conclusiën laten wij aan den lezer over.
Het gemeentebestuur van Harlingen heeft bij de
twee bestaande een derde filtreermachine besteld, waaruit
do ingezetenen achtmaal daags kosteloos goed gefiltreerd
water kunnen bekomen.
Jl. Woensdag werd te Sneek de gewone jaarlijksclie
hardzeilpartij gehouden, die begunstigd werd door prachtig
weder en eene flinke koelte, en opgeluisterd door het
muziekcorps van den heer Wedemeijer, uit Leeuwarden.
Een fraai vuurwerk heeft het feest besloten.
Dat de hooilanden dit jaar een goede rente opleveren,
kan uit het volgende blijken. Gepasseerde voorjaar werd
in de omstreken van Assen een stuk land verkocht voor
ruim 4500. Het op dit land gewonnen hooi bragt nage
noeg 1200 op en nu volgt de naweide nog, die ook niet
zonder waarde is.
Volgens het thans uitgegeven programma, zal het
zendingsfeest in 't Asser bosch op 30 dezer te half tien
ure geopend worden door ds. Segers van Groningen;
de Groningsche professor Valeton houdt daarna de feest
rede, waarop van drie verschillende spreekplaatsen het
woord zullen voeren de predikanten II. Smeding van Neder-
horst den Berg, W. Vliegenthart van Vreeland, J. II.
Gunning Jr. van 's Hage, II. W. Creutzberg van Vlis-
singen, T. van Andel van Zutplien, C. S. Adama van
Seheltema van Amsterdam, L. J. van Rhijn van Wassenaer,
G. H. Bleeker van Tjamsweer, de zendelingen C. Weisz,
IV. E. Betz en D. J. van der Linden en de onderwijzer
J. van 't Lindenhout.
Ter afwisseling dezer voordragten zullen drie zanggezel
schappen, onder leiding van Christelijke hoofdonderwijzers
uit Groningen, Bedum en Assen, zangstukken, uitvoeren,
terwijl het hoofdbestuur ter verkwikking van den inwen-
digen mensch een tarief van ververschingen vastgesteld
heeft, uit eenvoudige eetwaren bier, spuitwater, koffij, thee
en „candidaatjes"-wijn bestaande, waarvan de prijzen billijk
zijn te noemen.
Het Engelsche gouvernement heeft, onder dagteekening
van den 10 dezer, aan het publiek mcdedeeling gedaan van
voorzorgsmaatregelen tegen de verspreiding van do Aziatische
cholera. Bij die aanwijzing wordt uitgegaan van de leer,
dat de cholera niet besmettelijk is in den zin, waarin de
kinderpokken en de roodvonk besmettelijk genoemd worden,
maar dat zij enkel langs organischen weg, door de lucht,
het water of voedsel, van een cholera-lijder op andere wordt
overgebragt.
Volgens officiële berigten van het Russische gouvi
nement neemt de cholera aldaar in hevigheid af. Van 1
tot 27 Julij zijn 238 personen aangetast. Het tot 8
der aangetasten is 443; 190 zijn genezen en 83 gestorv:
Uit Washington wordt dd. 1 dezer berigt dat i 1
President Grant aldaar -dien dag o. a. de geloofsbrief E'
heeft aangenomen van den nieuwen Nederlandschen gezai J
Bij die gelegenheid heeft eene wisseling van vriendscha] e
betuigingen plaats gehad.
!f
regtszaken. Het jl. Woensdag voor het Prov. Geregtsl 8
te Amsterdam in zake Johannes Egly, gehouden getuigenverho8
bragt behalve de vroeger reeds medegedeelde feiten r.og de volgen,
bijzonderheden aan het licht:
De getuige N. S. de Groot verklaarde dat hij er niet aan t F
getwijfeld of de beschuldigde was werkelijk de Baron von Liebe
stein, waarvoor hij zich uitgaf. Hij had hem dus op zijn verlangi
den toegang tot zijn huiselijken kring verleend, en hem nu en di
gelden ter leen gegeven, daar de solvabiliteit van den zoogenaamd:
baron, hem boven allen twijfel verheven voorkwam toen deze hti
een pakket met 2500 francs aan goudgeld in bewaring had g:
laten. Op de vraag des voorzitters of de quasi-baron niet een rit
met juweelen steen over zijn handschoen droeg, antwoordde 1
bevestigend. Op de vraag waarom zulk een hier te lande ni: u
gebruikelijke ostentatie hem geen wantrouwen inboezemde, ai
woorde getuige dat de besch. hem had gezegd dat zulks Hongaars:
gebruik was. Getuige ontkende dat besch. met een zijner dochtei
geëngageerd was geweest. Hij had wel vragen in dien zin gedaa:
zonder dat evenwel daarop was geantwoord. Getuige S. de Gr«
geb. Fuldauer, bevestigde in hoofdzaak de verklaringen van ha:
echtgenoot, speciaal ten aanzien van het beweerde engagement va
hare dochter met den beschuldigde. Het kind zou, volgens haa
zoo'n ouden man nooit genomen hebben. Naar aanleiding va
eenige vragen van den verdediger erkenden de beide getuig:
dat zij cadeaux van den beschuldigde hadden aangenomen o.
een gouden ketting en een gouden anker-horologie en dat huinr;
dochters ook cadeaux in goud van hem hadden ontvangen; wat ff
meubelen betrof die zij, tegen betaling van de aan den logemenl'i
houder Halm uit de Doelen door von Liebenstein verschuldigd ij
rekening van f 722- hadden overgenomen, konden zij de waari.
daarvan niet precies opgeven. Ze hadden gestrekt om de door hei
in dat hotel ongemeubeld gehuurde kamers te meubeleeren, e a
bestonden o. a. uit een aantal fraaije zaken, als een spiegel v>
Venetiaansch glas, een ingelegde secretaire, damasten gordijnei
enz. Ook waren er ruim 200 boeken. Getuige erkende bovendit 0
op de vraag van den advocaat, 6 obligatien der stad Parijs n;l
de^. leening van 1865 van beschuldigde te hebben ontvangen, di !l
niet waren terugegeven en welker waarde niet van het volgens hi t
door hem verschuldigd saldo van ruim f 3800 evenmin was afg
trokken als het bedrag der voormelde meubelen.
Op een overgelegd photografisch portret van besch. schenen twi
ridderlinten in het knoopsgat te zijn. Besch. beweerde dat 1
roosjes waren. De tweede getuige meende, dat de quasi-baro n
zich nu eu dan met een ridderlint in hunne woning had vertoom
De getuige dr. Sanders verklaarde o. a. dat de besch. hem aai.'
vankelijk wantrouwen had ingeboezemd, maar dat diens kennis va'e
vele zaken cn zijn schijnbaar wetenschappelijk streven dat bij he
hadden weggenomen. Getuige had dan ook een onderzoek ingesttl P
naar de beweerde uitvinding van een hydrometer ter vervangii e
van den stoom. Het kwam hem toen voor dat zij onuitvoerba 'v
was. Op zijne bedenkingen had besch. geantwoord, dat er geheim: j,
bij waren die hij hem niet rnogt zeggen. Getuige was op zij j
verlangen met hem en den mede voor dat doel hem voorgestelde
Italiaanschen iugehieur Cavanna naar Parijs gereisd waar over de zaal
met het Fransche gouvernement zou onderhandeld worden, nadat d
Nederlandsche minister van Marine zich daartoe ongenegen ha e
betoond. Toen getuige op reis tot de conclusie kwam, dat l B
waren er vijfentwintig geheimen bij, de zaak onuitvoerbaar wa t
beweerde besch. dat hij Cavanna voor zulk een bedrog onvatbai
achtte. Te Parijs beweerde hij intusschen werkelijk door Cavanm j(
te zijn bedrogeu en verlaten. Getuige nam die bewering ooi
daarom aan, omdat hij o. a. had gezien dat besch. 5000 francsaai
dien Cavanna had ter hand gesteld. Eerst later kwam hem de zaa 1
vreemd voor, en dat te meer toen, in strijd met zijn beweren, bleeU
dat hij geene papieren bij het ministerie van Marine had gedepo
ncerd. Op ziju telegram uit Keulen, inhoudende verzoek om liet a
te komen behandelen ter zake van een hem aldaar getrotfe
apoplexie, had hij zich echter derwaarts begeven. Besch. had di
apoplexie werkelijk gehad cn in een delirium dingen gezegd di: J
zijn argwaan moesten opwekkeu, zooals: dat hij in de gevangen;
zou komen, dat hij de bovengemelde obligatien der stad Parij
gestolen had, enz. Weder thuis gekomeu werd weldra tot de rein
naar Weenen en 1'esth besloten, waartoe f 300 door getuige dl
Groot werd voorgeschoteu. Getuige deed die reis met besch. tci
einde onderzoek te doen naar identiteit en beweringen betreffend; (c
■zijne tante von Tettendorf, zijne inkomsten, enz. Te Weenen ont1
snapte hij hem. Met behulp der politie gevat, volgde weldra dG
instructie en de uitlevering. De dr. beweerde van besch., wegem 'i
uitschotten en reiskosten nog f 700 te moeten ontvangen, behalvi n
zijne declaratie wegens hem bewezen geneeskundige diensten.
In de jl. Donderdag gehouden teregtzitting van het Prov. Geregts
hof heeft de advocaat-generaal jhr. mr. C. H. Backer de schulc
van Johannes Egly aan de meeste der hem ten laste gelegde feite:
volgehouden en o. a. ontkend de bewering dat de winkelier d:
Groot den beschuldigde geld zou schuldig zijn. Indien al het saldo
der rekening niet zoo groot mogt zijn als die getuige had opge
geven door verzuim van aftrekking vau sommige posten, er bleet;
een saldo over, waarvoor beschuldigde den getuige had opgeligt.
door het aannemen van den valschen naam van Alfred baron vod
Liebenstein en de daarmede in verband staande bedriegelijke voor
wendsels. ZEG.A. achtte den beschuldigde mede schuldig aan dril
hier te lande gepleegde valschheden in onderhandsch geschrift, dooi
het teekenen eener schuldbekentenis jegens voormelden wiukeliei
met de hierboven genoemden valschen naam en aan het zesmaal
des bewust gebruik maken van valsche stukken. Hij requireerdi
derhalve tegen hem een tuchthuisstraf van zes jaren, twee geldboeten
a f 25 (ter zake van twee opligtingen) en negen geldboeten a f 50.
De advocaat mr. A. F. K. Hartogh bestreed dit requisitoir in f
den breede, trachtte o. a. duidelijk te maken dat van het dooi
de Groot opgegeven saldo van ruim f 3800 vooreerst nog moesten
afgetrokken worden de waarde van G obligatien der stad Parijs
van 18G5, groot ieder minstens 400 francs, de waarde der dool
de Groot overgenomen meubelen, het bedrag der door beschuldigd!
aan de Groot, echtgenoot en dochters geschonken kostbare cadeau:
en nog enkele andere posten. Pleiter kwam door die aftrekking
tot de conclusie, dat besch. niet aan de Groot, maar deze aan
besch. geld schuldig was. De aftrekking der waarde van de cadeau:
achtte hij geoorloofd, omdat de Groot eveneens cadeaux in rekening o
had gebragt alsmede vigelanten, fooijen en andere zaken, waarvan
zijne familie evenzeer had genoten als de beschuldigde, die volgen!
pleiter werkelijk met eeu zijner dochters had verkeerd. Pleiter
meeude verder dat ook de opligting ten nadeele van dr. Sanden