1871. N". 113. Woensdag 20 September. 29 Jaargang. fïï Uitgever A. A. BAKKER Cz. B 1 E L A D. Brieven uit het Noorderkwartier. avoj lie [S ilcl SE( rui naki IIELDERSrilE NIEUWEMEPER COURANT ;rool Mei op al „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. 15 ure au: M O L E IV 1» L E IIV, K°. 103. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. LOO inde Heli 381 Woensdag den 2© Scpt. vertrekt van hier de Just-IndUche innil via Triest, per eersten trein. Vrijdag den 83 Stept, vertrekt van hier ile öost- ndische mail via Brindisi, per trein vnn ti.SS 's av. p 21 torir Zaturdag den 30 Stept, vertrekt vanhier deWest- ndisclic mail over Southainpton, per Inatsten trein ;AK rfste etie 25 No HELDER en NIEUWEDIEP, 19 September. Twee verdienstelijke Turksche staatslieden hebben kort elkander het tooneel dezer wereld verlaten. Ali-Pacha El n Mehamed-Kybrisly-Paclia, beiden ook buiten liun land anstig bekend door bun aandeel in de plaats gehad hebbende U aatkundige hervormingen. Voor hun vaderland is hun leengaan zeker een treffend verlies, ingt hi Frankrijk is de overeenkomst betreffende den Elzas injn Lotharingen een gewigtig punt van bespreking. Aan nd Duitschers wordt daarbij deze voorwaarde gesteld: ont- Seipming van geheel het Fransche grondgebied. Met de i gr twapening der nationale garde wordt voortgegaan, zonder wal it zulks tot verzet of onrustige beweging aanleiding geeft, mal [De kwestie van den toekomstigen regeringsvorm is thans ■Tota>or schorsing der zitting van de Nationale Vergadering vooral door het besluit der verlenging van de magt des peren Thiers voor eenigen tijd op den achtergrond geschoven. i oordeelen naar onderscheidene verschijnselen op staat- ndig gebied, is het echter te wachten, dat te eenigen tijd ze aangelegenheid weder aan de orde zal komen en dat ?enoarbij de hartstogten wèl in beweging zullen komen. Velen ^ïlooven niet aan 't voortbestaan der republiek in Frankrijk hopen op eene herstelling der Julij-monarchie, maar 't elsltbreekt ook niet aan dezulken, die met een twijfelachtig •am j o houderophalen de woorden, door da Costa in 1847 ge- U[|enzigd, herhalen „Graaf van Parijs! zult gij uw grootvaars rte il nats bekleên f 1 Duitschland heeft na het ophouden des oorlogs onder- heidene vreugdefeesten beleefd. De reis des Keizers met 7 lal nen rijkskanselier draagt er niet weinig toe bij om op nieuw feesttoonen te doen schallen. In Zuid—Duitschland isde dier beide mannen zeer schitterend. Aan ont- lezemingen ter gunste van 't Duitsclie vaderland ontbreekt Et niet, terwijl ook hulde wordt gebragt aan de groote iden van het leger, waarbij de heldhaftige Beijerschen et worden vergeten. lmnl itvangst 13, ms. 0, (I 11,1 a 6,1 c. rm N'.r e wi ?en anvi oorl er er d vas IV. 1 Met recht mag van het Nederlandsch volkskarakter gezegd worden, het een bedaard volkskarakter is en hij ons, bewoners van Noorderkwartier, gaat die bedaardheid maar al te veel in ;ma over. Van nieuwigheden in het maatschappelijk leven houden niet, wij klemmen ons vast aan het eenmaal bestaande; iruiken, die door de gewoonte kracht van wet gekregen hebben ons lief en dierbaar en het vonnis der veroordeeliug treft la, die aan dat dierbare durft te tornen. Wat wij echter meer jllesten doen, is dit: denken aan en in toepassing brengen van I vaderlijk spreekwoordAls het tij verloopt, moeten de bakens rden verzet. Elke tijd heeft zijne eigene en eigenaardige behoeften; en als 4 I nu met alle bedaardheid, ons bewoners van het Noorderkwartier en, ons oog vestigen op de behoeften van onzen tijd, dan ont- [ken wij, dat het getij, zooals het in vroegere dagen liep, wel nigzins verloopen is en dat wij daarom dan ook met allen ernst 1 aan het verzetten der bakens mogen denken. Heeft elke tijd ne behoeften en gebreken, zijne genoegens en bezwaren, zoo is ook het geval met onzen tijd. Wij ontdekken, als wij de iranten lezen, dat bij al het goede en welvarende dat we bemerken, de gansche maatschappijzoowel binnen als buiten ons g Ierland in een spanning verkeert, dat onze dagen' zwanger zijn, er zich barensweeën openbaren en dat er iets geboren staat worden. Wat het wezen zal, dat aan het licht komt, hangt lotendeels van onze werkzaamheden af. Vestigen wij ons oog op de geschiedenis, die leermeesteresse volken, dan zien wij, dat, zoo er waarachtige behoeften hij meusch ontstaan, die niet met geweld onderdrukt kunnen (den. Wordt dit gedaan, dan* ontstaan er beroerten, waaruit iik a olutica geboren worden, die de gansche maatschappij op zijne ust I '0('vcsten doen beven. Dit wordt ons, dunkt mij, duidelijk eerd uit de voorvallen van 1789 en volgende jaren. In dien begon de burger en boer zijne rechten als mensch te gevoelen, gevoelde den druk door de beide toen bestaande standen, den en de geestelijkheid, hem op de schouders gelegd; hij is panen te vragen eerbiediging zijner inenschelijke rechten en ge dezen hem geweigerd werden door het toen regerend bestuur, de revolutie, de revolutie bij uitnemendheid, uitgebroken, die 4. Berden stcind, worden. den burger- en boerenstand geboren heeft (In de jaren 1847 en 48 zien wij iets soortgelijks. De burger I den staat verlangde invloed uit te oefenen op de regering, die De feestelijke opening van den Mont-Cénis-tunnel verdient eene bijzondere vermelding, als eene gebeurtenis van groot gevvigt voor den handel en het verkeer der volken. Deze overwinning, door menschelijk vernuft en volharding behaald, mag voorzeker met oneindig meer belangstelling worden begroet, dan de zegepraal door moordtuigen bevochten. Koning Amadeus van Spanje gaat voort om de harten zijner onderdanen te winnen. Hij heeft een wandeling gedaan door de straten van Barcolona, slechts van den minister van Marine vergezeld. Zijn pad werd met bloemen bestrooid, en ook de geestelijkheid beijverde zich om den vorst hare hulde te brengen. Zaturdag jl. werd hier onder de hand door den heer Swets aangenomen, het bouwen van een oesterput, naast de hier reeds bestaande. Eenige aanzienlijke Amsterdammers hebben een flink kapitaal bijeengebragt, tot exploitering dezer industrie. Half November a. s. moet de put gereed zijn, tot ontvangst van een aanzienlijke hoeveelheid oesters, welke reeds in Schotland ter beschikking van de ondernemers liggen. De put wordt van grooter afmetingen dan die van den heer Vlaming, en uit alles blijkt dat men van plan is, die zaak op kolossalen voet te drijven. De directeur, de heer Prins, hier gunstig bekend, is van plan zich alhier met der woon te vestigen. Naar men verneemt zijn tot commis sarissen benoemd do heeren mr. Ch. Bosch Reitz, van der Vliet en van Lennep. Hopen wij dat het artikel, door deze concurentie wat in prijs moge dalen, opdat daardoor meerderen zich zullen kunnen vergasten aan dat gezonde zeebanket. Dat wij de onderneming alles goeds toewenschen, spreekt wel van zelve, ook, omdat die tak van industrie, bepaald eenige voordeelen voor enkele onzer ingezetenen zal afwerpen. B. R. de B. Meermalen is in dit blad de wensch uitgesproken, dat het zoo belangrijke eiland Texel in telegrafische gemeen schap mogt gebragt worden met den vasten wal. Men wees dan echter op de bezwaren van een kabel te leggen in een vaarwater, waar dagelijks schepen van zeer belang rijken diepgang moeten passeren. Is het juist noodig, dat Texel met Noordholland door den telegraaf wordt ver bonden? Zoo neen, en ik geloof niet dat dit noodzaak zij, waarom vraagt men dan geene verbinding met Friesland? Daar het eiland Vlieland door een kabel met Harlingen verbonden is, heeff men immers slechts eene verbinding tusschen die eilanden daar te stellen. Een telegraafkabel tusschen Texel en 't Vlie ligt daar naar onze meening zeer veilig. Een omweg per telegraaf beteekent niets. hem bestuurde; hij wensebte invloed te hebben op de wetten, die zijn burgerlijk leven leidden. Die behoefte was bijna algemeen in Europa. In landen waar aan die volksbehoefte niet in tijds voldoening is gegeven, waar men waande haar gemakkelijk door kracht van wapenen te kunnen onderdrukken, zijn omwentelingen uitgebarsten, maar in ons vaderland is die crisis zonder groote schokken doorleefd, niettegenstaande de geest tot opstand door Hydra, Calydosooop en Zierikzeesche Courant genoegzaam voedsel heeft ontvangen. Onze Grondwet is herzien en de directe volks verkiezingen zijn in ons land geboren geworden. De bedaardheid, maar tevens de wezenlijke ernst van het Nederlandsck volkskarakter heeft dus, door het verzetten van de bakens toen het getij verliep, veel maatschappelijk kwaad voorkomen. l)e tijd staat niet stil en de mensehheid gaat steeds voorwaarts. De eene behoefte is nauwelijks vervuld bij den mensch, of eene nieuwe laat zich reeds gevoelen. Zoo is dan ook onze lijd weder zwanger en veel staat er geboren te worden. Wat onzen tijd vooral in beweging brengt is de kwestie van de arbeiders. De vierde stand in de maatschappij begint zijne krachten te gevoelen, ontdekt dat zijne rechten niet altijd worden geëerbiedigd en treedt daarom dan ook met zijne eischen op. Nu kunnen wij, evenals de adel en de geestelijkheid dit in 1789 gedaan hebben tegenover den burger- en boerenstand, die krachten, rechten en eischen negeeren, wij kunnen onwillig zijn en blijven aan billijke begeerten toe te geven, maar waarlijk, daardoor wordt het kwaad niet verholpen, integendeel een geest van morren, onwil, verzet en opstand wordt er door geboren. De arbeiders-kwestie betreft de loonen en als wij rekenen geleerd hebben, eenigzins boekhouden van onze huiselijke benoodigdheden, niet van den hoogen boom af leven en nagaan wat wij met onze gezinnen aan voeding en kleeding dringend noodig hebben, dan moeten wij zeggende arbeidsloonen van onze arbeiders moeten noodzakelijk verhoogd worden. Ik weet wel, wij werkgevers, wij willen niet erkennen dat in dit opzicht het getij verloopen is en dat de bakens verzet behooren te worden; ik weet wel, om een uitdrukking in ons Noorderkwartier gangbaar, te gebruiken „wij kwatten tegen de koogere arbeidsloonen op;" maar nolens volens, d. i. tegen wil en dank, zullen we toch met dien stroom mede worden gesleept; dien tijdstroom dood roeijen gaat boven het menschelijk vermogen. Wat we wel kunnen, is: den tijdstroom leiden en dat moeten we en wenden we daartoe onze pogingen aan, dan zullen wij zoowel ons zeiven als de maatschappij voor groote schade bewaren. Wij, bewoners van het Noorderkwartier, die uitsluitend van landbouw en boerderij leven, waarvan de prijzen der producten in de laatste jaren zoo enorm zijn gestegen, die door den arbeid onzer arbeiders den grond meer productief Van Texel zal men schier- even spoedig langs Harlingen als langs Nieüwediep zijne telegrammen naar Amsterdam en door het geheele land, even als naar het buitenland, kunnen verzenden. Wanneer het den Texelaren dus ernst is, in tclegraphisclie gemeenschap met den vasten wal te geraken, moeten zij een anderen koers gaan als zij tot hiertoe gestuurd hebben, en bij het ministerie van Finan ciën aankloppen om eene telegraphische gemeenschap langs 't Vlie met Friesland. De heeren A. A. Lammers en P. Bommel hebben met gunstig gevolg examen afgelegd voor de betrekking van opzigter van den Waterstaat in Nederlandsch Indië. Naar men verzekert, is de officiëele kennisgeving der verplaatsing van de gevangenis voor veroordeelde vrouwen naar 's Hertogenbosch, tegen Mei a. s., te Woerden ontvangen. De heer A. Prins, heeft zijne benoeming tot lid van de Eerste Kamer aangenomen. Te Middelburg is bij de Ilerv. gemeente het volgende viertal predikanten geformeerd: dd. C. J. G. van Hoog straten, te Veessen; P. van Son, te Nijmegen; W. Vliegenhart te Vreeland en I). Rijnders, te Alkmaar. Bedankt voor het beroep naar Delft bij de Remon- strantsehe Broederschap, door dr. Tiedeman Jz., pred. te Hoorn. Ds. C. J, van Vledder, te Waal en Koog op Texel, heeft het beroep naar Loenen op de Veluwe aangenomen. -Door het hoofdbestuur van het Nederl. Bijbelgenootschap worden geldelijke bijdragen gevraagd ten behoeve van het Protestantsche Bijbelgenootschap te Parijs, dat door de jongste gebeurtenissen in Frankrijk veel heeft geleden. De gewone jaarlijksche bijdragen kunnen niet ingezameld, de collecten niet gehouden worden. Verschillende dagbladen melden, dat de handelingen van den luitenant der husaren des Tombes, bij gelegenheid der ongeregeldheden, die onlangs te Zaandam hebben plaats gehad, aan een onderzoek van den krijgsraad zouden worden onderworpen. Te Wormerveer heeft zich, blijkens een aan B. en W. ingediend rapport van den geneesheer Doncan, een geval van cholera nostras voorgedaan, met doodelijken afloop. Onmiddellijk zijn door B. en W. de noodige maatregelen genomen tot onteigening van kleeding en beddegocd, ten einde de verdere verspreiding dier ziekte zooveel mogelijk te beletten. weten te maken, wij kunnen en behooren aan den billijken eisch der arbeiders te voldoen. Iloe bet bij industrieële zaken gelegen is weet ik niet, daar zwijg ik dus over; maar landbouw en boerderij ken ik, en spreek daarover alleen. Als wij nu vragen: Wat heeft de arbeider noodig, wil hij een krachtig mensch en een waardig burger worden? dan is bet antwoord, dunkt mijgoed voedsel en onderwijs. Ik plaats goed voedsel voorop en niet zooals velen doen onderwijs. Denk niet, dat ik behoor tot die mannen, die denken en spreken: een boer moet maar dom blijven, als hij ploegen, bouwen en koeien melken kan, dan weet hij genoeg; en zoo ook een arbeider, als hij maar werken kan en krachtige spieren heeft, heeft hij niet meer noodig. Neen, een arbeider is bij mij iets meer dan een ploegpaard en een boer behoort ook tot het menschen- geslaeht, beiden dus hebben dringend behoefte aan onderwijs om tot mensehen gevormd te worden. Maar ik doe niet zooals velen in onze dagen, die van het onderwijs alles voor de maatschappij verwachten. De zoodanigeu vergelijk ik met die mannen, die alles van den godsdienst verwachten en den honger met traktaatjes en gebedenboekjes schijnen te willen stillen. Beiden zijn in mijn oog dweepers. Ze maken scheiding wat tot een en denzelfden mensch behoort. Hoe hoog het ouderwijs bij mij ook aangeschreven staat in de menschelijke opvoeding, zoo komt het mij voor, kan het nooit de eerste, maar behoort het de tweede plaats in te nemen. Elk kind wordt eerst lichamelijk ontwikkeld vóór men met eenig onderwijs begint. De plaats van een kind is aan moeders borst, maar niet op school of catechisatie. Wat vraagt de maatschappij en dat met recht van den arbeider? Een krachtige arrü. En zoo de maatschappij krachtige armen verkrijgen zal, wat voedsel moet dan voor den arbeider en den aankomenden arbeider te verkrijgen zijn? Waarlijk iets anders dan aardappelen en zuurwaipent. Het dierlijk voedsel is zoo lekker en krachtgevend. Dat de arbeiders geen krentebollen en beschuit, ongare wegjes en regeltjes kunnen krijgen, ware dit het geval, daarin zijn ze niet beklagenmaar ik vind het zoo bedroevend, dat ze nooit het lekkere koevleesch kunnen proeven, zelden spek deelachtig kunnen worden, of daar ze dit nu eenmaal moeten missen, geen vergoeding daarvoor vinden, door hunne boterhammen, bij ons boeren stikken genoemd, wat dikker te kunnen smeeren of jonge zoetemelks-kaas kunnen erlangen. „De paarden die de haver verdienen krijgen haar niet altoos," zegt het spreekwoord en zoo is het. En wat de arbeiders, naar het mij voorkomt, bijzonder grievend moet wezen en wat bij hunne lichamelijke behoeften en geringe redelijke ontwikkeling, licht aanleiding tot verkeerde stappen kan geven, is dit. Zagen ze ons eenvoudig en zuinig leven, met hen hard werken, dan zouden ze misschien denken: de boeren hebben

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1