1871. N°. 123. 29 Jaargang. Vrijdag 13 October. Cz. Naar aanleiding van een ingezonden stuk in de Arnhemsche Courant. B I N i\ E i\ L A i\ D. vasU wit hand f 20 c. z. >9,20 5. Ai 5, Ni a 2a Varka EN HELDERSCHE NIEUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede.' lUcht^ Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1-30. franco per post 1.65. Uitgever Bureau: A. A. BAKKER MOLENPLEIN, N°. 163. Van regels 60 cent, Prijs der Advertentiën: elke regel meer 15 cent. Groots letters of vignetten worden naar plaatsruimt. berekend. nuch r kilo 7, 1 Karn ie f 1 e f 1 lies n Pei en f a 1 Zeug Kipp am VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN Naar Oost-Indiëvia Triest Dingsdag 17 Oct. 's av. 6 u. 30 m. Brindisi, Vrijdag 13 Oct. 's av. 6 u. 30 m. West-lndie: \ia.St.Nazaire, Zondag 5 Nov. 'sav. 6 u. 30m. Sont/iampton Zondag 150ct. 's m. 6 u. 25 m. de Kust van Guinea: Zondag 15 Oct 's m. 6 u. 25 m. Kaap de Goede Hoop: Zondag 22 Oct. 's m. 6 u. 25 m. over Frankrijk en Maandag 23 Oct. 's m. 6 u. 25 m. De uit 's lands dienst ontslagen kapitein der infanterie P. A. Janssen heeft in de Arnhemsche Courant een stuk geplaatst, dat de verontwaardiging van ieder, die prijs stelt op regt en regtvaardigheid, in hooge mate opwekt. i Of de medegedeelde feiten zijn waar, óf ze zijn het niet. u"° In het eerste geval is de behandeling, die de heer Janssen heeft ondergaan, schandelijk, Nederland onwaardig; in het andere geval mag de blaam, die door deze openlijke aan- klagt is geworpen op de officieren, die mede hebben gewerkt tot de veroordeeling voor den Raad van eer en het daarop a 1 gevolgde ontslag van den heer J., niet op die mannen blijven kleven. van den heer J., zoo als dat is op te aangehaalde stuk, en een ander eenigen het Dagblad geplaatst, komt in 't kort ikk liaan l a 1 kilog nieui 25 a ■f f206 Va ust aieun ouilin kwaï mooi i gee N. va Het beweren maken uit het tijd vroeger in 'küc#ieroP neêr: In April jl. plaatst de heer J. een stukje in het Utrechtsch s 7j8lDagblad over het gedwongene kerkgaan van militairen. Een stuk matig van toon, een grondwettig verschilpunt behandelende, de vraag namelijk: of het gedwongene kerk gaan van militairen niet in strijd is met de in Nederland bestaande godsdienstvrijheid? Voor dat stuk en eene latere repliek heeft de heer J. met elkaar honderd twaalf dagen in arrest doorgebragt, is hij „gescholden en belasterd" door den majoor Gisser, is hij gebragt voor een Raad van eer, die hem heeft veroordeeld o. a. op een anoniem stuk, door hem niet geschreven, door den luitenant-adjudant Keijzer onder bedriegelijke voorgevens ontfutseld aan de redactie van het Dagblad van 's Gravenhage, en op beschuldigingen van majoor Gisser, „die bij onderzoek bleken onwaar te zijn." Om deze redenen en op zulke gronden is kapitein Janssen niet eervol, zonder pensioen weggejaagd uit 's lands dienst, zoodat de man, die negentien jaar den mili tairen rok droeg, thans aan 't publiek moet komen vragen: geef mij werk! Het is inderdaad ongeloofelijkVrijheid van drukpers :n van meeningen verkondigt de Grondwet, en deze kost- i Ka are regten zouden den militair tegen alle regt in door 6/!idministrative pressie worden ontnomen! Zelfs in Pruissen s men in den ergsten tijd van het militairisme niet zoover egaan. Toen in 1840 de Pruissische luitenant von Corvin- Vierbitsky in een humoristisch tijdschrift zijne superieuren in de militaire tucht had bespottelijk gemaakt, kreeg hij Irie maanden vestingarrest, maar werd niet onteerd weg- !ejaagd! En in Nederland, de bakermat der vrijheid, zoude een ifficier, die een bescheiden gebruik maakt van het regt ijne meening te uiten, behandeld worden als Janssen! Terwijl de militaire stand de hoogste waarde heet te eggen op eer en onbevlekte ridderlijkheid, en tot nog oe meenden wij met volle regt, is er in dat ligchaam en majoor, die zijn inferieuren in rang scheldt, die de iroceduren der inquisitie hernieuwt, die liegt, namelijk als etuige voor een Raad van eerIs daarin een individu ls die meneer Keijzer, die zich uitgeeft voor den schrijver 'an een stuk, dat hij niet geschreven heeft, die de redactie 'an een dagblad bedriegt, en tot verderf van zijn krijgs- aakker middelen gebruikt, waarvoor de ellendigste advocaat 'an kwade zaken zich schamen zou! Is dit alles mogelijk? s het mogelijk, dat die meneeren Keijzer en Gisser nog lannen vinden, die hun de hand drukken; mogelijk, dat terwijl hun slagtoffer om werk vraagt tot zijn levens- nderhoud, nog het hoofd verheffen, en hunne namen rijken in de ranglijst der Nederlandsche officieren? Wij, burgers, staan hier voor een raadsel, een raadsel, at echter de per» verpligt is op te lossen; de eer des igers is er mede gemoeid, en meer dan dat, de vrijheid an den Nederlandschen burger! Zonder bewijs mogen wij evenmin tegen den heer J. annemen, dat zijn verhaal van het gebeurde is in strijd liet de waarheid, als wij op het getuigenis van een enkel ersoon mogen gelooven, dat een gelieele Raad van eer, p bevel van den minister van Oorlog te zamen geroepen, estaande uit Nederlandsche officieren, een vonnis zoude ebben gewezen, welks motiven even onhoudbaar zijn, als e gevolgen onregtvaardig en verschrikkelijk. Men moge deze zaak niet ligt tellen, niet degeen die Oct, 31 31 5 Si Li ii i 1 i i i rk t i i dezelve bespreken en daarover schrijven verdenken van lust tot schandalen. Er liggen zeer gewigtige vragen in het gebeurde verscholen, die op antwoord wachten. De minister roept een Raad van eer te zamen (waarom de leden niet bij loting verkozen, zoo als dit bij de Marine geschiedt?) de Raad van eer oordeelt, de minister ontslaat den beschuldigde zonder pensioen. De regtvaardigheid van het vonnis nog geheel daargelaten (wij kunnen hij gebrek aan de noodige gegevens die niet beoordeelen), wat is dat voor eene middeneeuwsche regtspleging? De Nederlandsche Grondwet stelt onafhankelijke regters aan, omringt de beschuldigden met alle waarborgen van openbaarheid en geeft hem de uitgebreidste regten van verdediging, bepaalt dat niemand mag afgetrokken worden van zijn natuurlijken regter, en met voorbijgang van den duidelijken geest der wet, vindt men een kunstje uit om den militair te brengen voor reg ters zonder duidelijk omschrevene bevoegdheid, regters geheel afhankelijk van de uitvoerende magt, die ze kan verplaatsen, Ruïneren en begunstigen, en de minister zelf spreekt eene straf uit zonder mogelijkheid van appèl, revisie, zonder eenigen waarborg voor regterlijke dwalingen. Eene middeneeuwsche regtspleging noemden wij dat niet zonder opzet! De Raad van eer moet, dat is het doel zijner instelling, uitspraak doen over misdrijven, die eigen lijk geene misdrijven zijn; hij oordeelt naar het geheel subjectief gevoel van eer, dat zijne leden bezielt. Zoo wordt het groote beginsel geschonden, waarop de moderne vrijheid .rust, geen daad is strafbaar dan die waarop bij positive wetten straf wordt bedreigd. Een Baad van eer, ook al zijn alle leden mannen van eer, is een even dwaas en zinneloos ding, als een raad van regt zoude zijn, een regtbank waardoor niet volgens de wet, maar naar het subjective gevoel van regt en billijkheid, dat de regters bezielt, zoude worden geoordeeld. In alle tijden heeft, wat men de „eer" van eenen be paalden stand noemde, voor een goed deel bestaan uit gewoonten, gebruiken en oude vooroordeelen. Menig koop man vindt er geen bezwaar in winsten te behalen door goederen af te zetten boven de waarde, maar zoude zijn eer gekrenkt achten, als een wissel een uur te laat werd ge honoreerd. Een hoogleeraar onderwerpt de handelingen van enkele leden der regterlijke magt aan de kritiek, onniidde- lijk verheffen zich stemmen f), die vermeenen, dat de „eer" der magistratuur door elke heoordeeling wordt gekrenkt! Uit dergelijke vooroordeelen, gewoonten en herkomen bestaat voor een deel ook de „eer" des militairen stands (wel te onderscheiden van de eer van ieder militair). Zou niet een raad van eer een officier veroordeelen, die een duel weigerde? niet iemand, die als militair eene scherpe kritiek zich veroorloofde van ons krijgswezen? Herinnert men zich niet de grappigste Kamer-discussiën, die wij in jaren hebben genoten, waaruit bleek, dat het beneden de „eer" was van het corps officieren, als een hunner huwde met eene hakkersdochter, terwijl diezelfde „eer" wel ver gunt, dat bakkerszoons epauletten dragen. Toch is iemand niet eerloos, die om eene onbeduidende twist, een woord in opgewondenheid, niet wil duelleren (doodgeschoten wor den of doodschieten, of anders een laf comediespel), niet eerloos hij, die uit vaderlandsliefde bestaande gebreken aan den dag brengt; toch zijn de bakkerszoons niet van ander vleesch en bloed als hunne roodwangige zustertjes! Zoolang er dingen in de wereld zijn, als raden van eer, loopt ieder baanbreker, ieder die iets nieuws en iets uit stekends wil, gevaar van op schandelijke wijze te worden weggejaagd, want juist omdat zijn streven nieuw is, wijkt het af van de gewone vormen, ook van die, waarin aan vankelijk werkelijk eene eervolle bedoeling stak, en die behouden zijn gebleven, nadat nadere omstandigheden er de ziel aan ontnomen hadden. Zoo was 't in vroeger jaren eervol, dat de officier over alles zweeg wat de krijgszaken betrof. De krijgszaken waren de geheimen van den vorst, en het was onwaardig diens vertrouwen te misbruiken. Thans, nu de landsverdediging eene volkszaak is geworden, nu de vorst niet meer ten strijde trekt met gehuurde legers en vrijwilligers, maar het volk zelf opstaat om zijn grond te verdedigen, nu is voor de ooren van het volk bestemd, wat vroeger alleen de vorst mogt hooren. Nu is spreken pligt. Maar toch leeft nog de oude vorm: de militair zwijgt over zaken van oorlog en maakt een deel uit van 't onbeschreven wetboek van eer, hoewel de be- teekenis van dien vorm lang is verdwenen. Zoo is de zaak van den heer Janssen niet alleen van belang, omdat zij personen betreft, die een zekeren rang bekleeden, maar omdat het geheele schandaal want wie ook gelijk liebbe en wie de schuldige zij, dien naam verdient De hoogleeraar Goudsmit op Juriaten-Vereeniging. f) De heer Lohman en anderen. de laatste vergadering der het gebeurde onmogelijk zoude geweest zijn, indien niet voor militairen bestond die exceptioneele regtspraak, die men een Raad van eer noemt. HELDER en NIEUWEDIEP, 12 October. Eerstdaags zal Zr. Ms. transportschip Java, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee G. H. Bakker, van hier naar Newcastle vertrekken, ter afhaling van eenige Armstrong- kanonnen. Uit het want van genoemden bodem viel gisteren een matroos, met het ongelukkig gevolg, dat hij spoedig een lijk was. Met de mailboot Prins Hendrik, waarvan het vertrek naar Batavia op medio November is bepaald, zal worden overgevoerd een detachement suppletietroepen, sterk 125 man. In de op gisteren gehouden vergadering der kies- vereeniging Evangelie en Vrijheid, die door 27 leden werd bijgewoond, werden eandidaten gekozen voor de eerlang te houden verkiezing van leden van 't kiescollegie hij de Hervormde gemeente alhier. Tot leden van het bestuur dezer kiesvereeniging werden herkozen do heeren van Varik en Scholten. Door het zoontje van J. Harms werd heden morgen uit het kanaal langs de Hoofdgracht een jongentje gered, die veel kans had te verdrinken. De tuchthuisstraf van Klaas Pel, den wegens kneve larij veroordeelden ontvanger van Bellingwolde, is door Z. M. in een jaar cellulair veranderd. Eene commissie van officieren, bestaande uit de heeren Kromhout, kapt. bij den generalcn staf, den off. van gez. lste kl. Timmerman van het 7de reg. infanterie en den off. van gez. Carsten van de marine, vertrekt Donderdag a. s. tot het doen eener buitenlandsclie reis, vooreerst naar Leipzig, om de voornaamste militaire hospitalen in oogenschouw te nemen en daarover rapport uit te brengen aan liet ministerie van Oorlog. (U. D.) Het Dagblad zegt van goederhand vernomen te hebben, dat mr. C. Fock, oud-minister van Binnenlandsche Zaken, den heer Loudon als Commissaris des Konings in de provincie Zuidholland zal opvolgen. Aan het departement van marine werd jl. Dingsdag aanbesteed de levering van IJzerkramerij, ten behoeve van de directie der marine te Willemsoord. Vier billetten van inschrijving waren er ingekomen; de laagste inschrijvers waren de heeren Meijer en Hovelis te Amsterdam voor 1667.23. In het district Tiel is tot lid der Tweede Kamer gekozen de heer van Lijnden, met 1210 stemmen. De heer Sloet verkreeg 896 stemmen. Aangenomen het beroep naar Almelo, door den heer C. J. G. van Hoogstraten, pred. te Veessen. De commissie, belast met het afnemen der examens voor het lager onderwijs in Noordholland, heeft de acte van hoofdonderwijzer toegekend aan den heer P. Muis, hulponderwijzer te Burgerhrug in de Zijpe. Te Brielle is tot hoofdonderwijzer benoemd de lieer G. Overeem, van Oost-Voorne. De heer H. van den Berg, hulponderwijzer te Alkmaar, stond No. 1 op de voordragt. De heer Jan Klant, vroeger hoofdonderwijzer te Enkhuizen, thans gepensioneerd en wonende te Schoorldam, viert op 18 Oct. a. s. zijn gouden bruiloft met zijne echt- genoote mejufvrouw Aaltje Roomboer Hoogschagen; ware hij in het vorig jaar niet afgetreden, dan zou hij in den loop van dit jaar te Enkhuizen 50 jaren onderwijzer zijn geweest. Een gelukkigen ouderdom zij hun toegewenscht! De Hooge Raad lieeft jl. Dingsdag uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van den Amsterdamschen klerk ter secretarie, die door liet Prov. Hof in Noordholland veroordeeld wegens valscliheid in een onderliandsch certifi caat, en, met verbetering van liet vonnis, gelijke straf uitgesproken. Sedert de laatste opgave zijn te Texel drie poklijders bijgekomen; de andere zijn geheel hersteld. Een commissionair werd dezer dagen te Amsterdam aangehouden, die bij de Kas-Vereenigiug een valschen wissel had gepresenteerd. Bij de verkiezing van een lid der Prov. Staten van Noordholland te Zaandam, zullen tussclien Westzaan en de stembus kostelooze omnibussen vice-versa loopen. Jl. Vrijdag is te Beverwijk in de Luthersche kerk eene vergadering gehouden tot oprigting eener afdeeling van den Protestantenbond. De zaak zelve, ingeleid door ds. Domela Nieuwenhuis, lieeft eenige discussiën uitgelokt, doch bij het aanzienlijk getal toehoorders zoo weinig sympathie gevonden, dat niet eens of ter naauwernood het vereischte aantal leden (20) om eene afdeeling van dien bond te vestigen, is kunnen gevonden worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1