De brug over de Langereisvaart, die de gemeente
Nieuwc-Niedorp en Hoogwoud aan elkander verbindt, cisclit
noodig voorziening. Niet zonder gevaar kan men die brug
met een wagen passeren. De diligence, die van Medemblik
naar bet station Noordscharwoude rijdt en vroeger deze
brug passeerde, gaat dan ook reeds een anderen weg. En
wat is nu de reden dat in de herstelling van die brug niet
voorzien wordt? Omdat Hoorn het oud contract niet meer
verlangt na te komen om in het onderhoud te voldoen.
Eenige belanghebbenden hebben zich ten deze tot de Prov.
Staten gewend.
Een discipel van de ambachtschool te Leiden, die
liet beroep van goudsmid uitoefent, heeft dezer dagen te
's Ilage eene acte als onderwijzer in de wiskunde verkregen.
In de Ilerv. kerk te Hellevoetsluis deed zich jl.
Zondag, bij de morgen-gousdienstoefening, het zonderlinge
geval voor, dat bij de bediening van het Heilig Avondmaal
op het driemaal herhaalde verzoek van don leeraar, niemand
der leden opgewektheid gevoelde om aan tafel te gaan.
Toen de predikant dit bemerkte, ging hij tot het gebed over
en kondigde den slotzang af Tot groote verwondering echter
van den geestelijke verlieten de kerkgangers onder het
zingen bij groepjes, het bedehuis, zonder den zegen af te
wachten.
In het Westland zijn sommigen van meening, dat de
druivenoogst totaal zal mislukken.
Jl. Zaturdag had in het gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen te Utrecht de eerste algemeene vergadering
plaats der Nederlandsche vereeniging tot verstrekking van
dadelijke hulp aan minbezoldigde onderwijzers en ter be
vordering van voortdurende verbetering der onderwijzers—
tractementen. De voorzitter, de heer J. Sehoonderinark,
opende de bijeenkomst met eene korte, gepaste toespraak,
en de secretaris gaf verslag van hetgeen bet voorloopig
hoofdbestuur in het afgeloopen jaar heeft verrigt. Tot
leden van het hoofdbestuur werden gekozende heeren J.
van den Berg, G. W. van Drimmelen, L. Laan, A. A.
van Gooi, mr. D. J. baron Mackay, N. Gouwentak, W.
Haamstra, prof. de Goeije.
De heer J. F. Jansen, van Harlingen, sprak vervolgens
over de wenschelijkheid, dat eene beweging in het leven
worde geroepen tot het verkrijgen van een hooger cijfer
der minimum-tractementen, b. v. van 400 tot 700.
Na discussie is bepaald, dat deze zaak een punt van behan
deling voor de eerstvolgende algemeene vergadering zal
uitmaken.
Tamelijk algemeen scheen men het wenschelijk te achten,
dat de openbare onderwijzers tot Rijks ambtenaren worden
verklaard.
Van tijd tot tijd wordt te Gorinchem de botermarkt
door politie-agenten afgezet en worden de aanwezige stukken
nagewogen. Ook verleden week had dit weder plaats en
werden bij die gelegenheid vier vrouwen naar het stadhuis
gebragt, om daar wegens te ligt bevonden stukken de
gewone boete te betalen.
Jl. Dingsdag heeft het hof van Gelderland de 9
boerenjongens uit Soest, die de vorige week teregt stonden,
overeenkomstig het requisitoir van den advocaat-generaal,
schuldig verklaard aan moedwillige verwonding, waaruit
voor den verwonde een beletsel om te werken van meer
dan 20 dagen was ontstaan, en hen veroordeeld ieder tot
een gevangenisstraf van 3 jaar, met vrijspraak van den
eersten beklaagde van de hem ten laste gelegde verbreking
van afsluiting.
Te Zevenaar overleed dezer dagen de heer C. II.
Pelgrom van Enghuizen, vroeger kapellaan te Dellt en te
Haarlem en pastoor in den Briel; hij moest deze bediening
echter wegens zwakken gezondheidstoestand vaarwel zeggen,
waarna hij stil leefde te Zevenaar. Nu heeft hij 60,000
bestemd tot stichting van een verplegingsinrigting voor oude
mensclien uit die gemeente.
In de gemeente Opsterland zijn in ééne week drie
personen overleden tengevolge van 't misbruik van sterken
drank; zij waren allen in do kracht van hun leven en
gehuwd.
De landbouwer K. Vorring, te Garminge, was in 't
bezit van een schaap dat aan hondsdolheid leed, en wist
geen beter middel om het dier onschadelijk te maken dan
door het levend te begraven.
Te Maastricht is jl. Maandag morgen de bus voor
drukwerken aan het postkantoor gevuld gevonden met vuilnis
van de ergste soort
De Koning van Denemarken zal na afloop van een
jagtpartij met den Koning van Zweden, naar Griekenland
vertrekken om een bezoek te brengen aan zijn zoon.
Alweek de zeeslang! Volgens de Limerick Chronicle, heeft
ze zich te Kilkee, een badplaats aan de Iersclie kust, iu levenden
lijve vertoond. Een partij dames en heeren waaronder zicli een
„welbekend predikant uit het noorden des eilands" bevond
werd, op een wandeling aan het zeestrand, verrast door het op
duiken van een onmetelijke» kop, eenigzins gelijkende op dien van een
paard maar die dadelijk door de verschrikte badgasten verklaard
werd toe te beliooren aan den zeeslang. Achter aan den. kop was
een soort chignon bevestigd: een bos zeegrasgroene haren die
gelijk de Chronicle liet beschrijft met de beweging der
golven rees en daalde. liet laat zich denken, dat de ver
schijning van 't gedrocht, met zijn glazige oogen vlak op de toe
schouwers starend, bij dezen juist geen gewaarwordingen van genot
opwekte. Een dame viel flaauw; cn al de overigen voelden hun
zenuwen merkbaar geschokt. De „welbekende predikant" echter,
yerloor zijne tegenwoordigheid van geest niet; manmoedig 'en
vol zelfvertrouwen bleef hij het leclijke beest tixeerrn met het
verblijdend gevolg, dat het weldra in de dieptp verdween.
Zóó luidt het waarachtig verhaal van de Limerick Croniele.
En de I'all Mali Gazelle voegt er een paar opmerkingen bij.
Het schijnt zegt de Gazelle thans buiten twijfel, dat de
zeeslang die tot dusver zedig genoeg was oin zich slechts aan
eenzaam ronddolende schepelingen te ontdekken een nieuw
levenstijdperk is ingetreden, en voortaan zich cp verschillende bad
plaatsen zal gaan thuis maken. Ze zijn er welkom! Kiels ware
ongepaster, dan haar den rug toe te draaijeu of, aan den anderen
kant, haar te kwellen door onkieschc nieuwsgierigheid. Ze is blijk
baar een schepstl van reusachtige afmetingenen men zal verstandig
doen nu ze een trek naar gezellig verkeer begint aan den dag
te leggen haar eerbiedig, doch met waardigheid, te bejegenen.
Het is waar ze heeft haar uiterlijk ietwat tegendoch voor
zoover we weten kan haar aard beminnelijk wezen. In afwachting
bestaat voor dames geen reden om bij hare nadering te bezwijmen.
Vetleer is liet te vreezen, dat de zeeslang in flaauwte zal vallen,
wanneer ze cenigszins begint kennis te maken met de fraaije kijkjes,
die, vooral van de zeezijde, aan hot strand van onze fashionable
badplaatsen te genieten zijn. (X. Eott. Crt.)
lingen zijner meerderen en over militaire aangelegenheden in hi
openbaar een oordeel uit te spreken. De Kamer besluit om hi
rapport te doen drukken en ronddeelen en om den dag der beraai
slaging over de conclusie van het rapport nader te bepalen.
Zitting van Woensdag 11 October. De discussie over
voorste 's Jacob is in deze zitting gesloten, na vele re- en duplieken
nadat clc heeren Stieltjes en 's Jacob hun voorstel breedvoeri i
hadden verdedigd, is ten slotte artikel 1 verworpen met 41 tegi
22 stemmen, waarna de voorstellers hun voorstel hebben ingetrokki
Heden zijn eenige kleine wetsontwerpen aan de orde.
In
n
Weelde, misdrijf of eene noodzakelijkheid des levens?
De Arnh. Crt. wijst in het hoofdartikel „Het nut der ongelijkheid"
op een stuk over weelde door genoemd blad voor een twintigtal
jaren geplaatst en waarin betoogd wordt dat weelde, in een gezonden
zin genomen, een noodzakelijkheid des levens en zoowel eene
natuurlijke als eene maatschappelijke behoefte is De volgende regelen
outleencn wij daaraan:
„De natuur, werd daarin o. a gezegd, heeft in den mensch den
trek gelegd om, nadat in zijne eerste levensbehoeften voorzien is,
te streven naar hooger genot en meer verfijnde, meer aan zijn
begrip van smaak, kunst en schoonheid beantwoordende genoegens.
Wanneer nu de natuur daarenboven, nevens de zucht, de middelen
geeft om dien trek te bevredigen, moeten wij dan niet de gevolg
trekking maken, dat de natuur gewild heeft, dat wij dien trek
bevredigen zouden, en dat hij in hot wezen van den mensch ligt
Waarom rigtte de natuur hare onderaardsche magazijnen van goud,
van zilver, van marmer, van edelgesteenten in, zoo liet niet was
om le dienen nis stollen ter bevrediging van des mensclien kunst
en schoonheidszin? Wij zonden de weelde willen buitensluiten en
wij zijn van weelde omringd, die voor ons zelfs liet begrip van
weelde niet meer heeft. Wij eten en drinken uit zilver, uit por-
eclein, uit de sierlijkst bewerkte en zuiverst geblazen glazenwij
treden op de zachtste, veelkleurig bewerkte tapijtenbijna geene
kunst, bijna geen ambacht blijft er vreemd aan onze woningen op
te luisteren en ze fraaijer en gemakkelijker in te rigten wij begeven
ons ter rust op donzen bedden, in mahoniehouten ledikanten inet
sitsen spreijen gedekt, achter fraai gebloemde gordijnen; wij ver
lichten onze huizen met kostbare en kunstig bewerkte lampen en
caudelabres, enz. Waartoe dit alles? Waarom drinken wij niet uit
een bouten nap en eten wij niet uit een grove aarden pan? Waarom
verkiezen wij satijn en fluweel boven graauw linnen en koffijbalen-
stof? Om te voldoen aan onze behoeften is de ijzeren vork eren
voldoende als de zilveren, en uit den nap cn de aarden pan zullen
wij onzen honger en dorst even goed bevredigen als uit den beker
van Eolieemseh glas en uit het supra fijne Saksisch en Chinecsch
porselein.
„Er zijn," werd nog gezegd, „mensclien die het goddeloos zou
den vinden, wanneer iemand zich een paleis van marmer liet
bouwen, zijne vertrekken, in plaats van met behangselpapier, met
kostbare tapijten bekleedde en geene andere metalen dan goud en
zilver .voor zijn huisgereedschap bezigde. In zooverre deze weelde
niet tot doel beeft, meerder gemak of voldoening van kunstgenot
of verfijnden smaak, geven wij toe, dat zulke uitgaven zouden ge
tuigen niet van goddeloosheid, maar van wansmaak of
bi itensporigheid; doch zoodra zij inderdaad strekken tot meerder
gemak des levens of ter bevrediging van schoonheidszin en kunst
genot, vragen wij, op onze beurt, of zelfs de kostbaarste, de edelste
stof, te kostbaar en te edel is orn door den mensch gebruikt te
worden? I)e waarde welke de mensch aan die stoffen hecht, is
eene waarde die hij zelf er aan geeft. Hare waarde is geheel
afhankelijk van haar vermogen om tot des mensclien nut of ge
noegen aangewend te worden, en wij zien volstrekt niet in, waarom
b. v. de.mensch, als ware het heiligschennis, er voor zou moeten
terugdeinzen marmeren blokken cn zuilen voor zijne woning te
bezigen, terwijl hij, zonder eenige wroeging, een huis van plebeï-
schen hardsteen of gemcene baksteentjes opbouwt. Wanneer wij
van oordeel zijn, dat stcarine-kaarsen in keurig bewerkte gouden
eandelabrcs fraaijer staan dan vetkaarsen in blikken kandelaars,
zouden wij dan gewetenspijn belmoren te gevoelen orer een zoo-
oneerbiedig verbruik van een zoo edel metaal? zijn satijn en fluweel
te adellijk om onze burgerlijke leden te dekken? Wij hebben zoo
groot ontzag en zoo grooten eerbied voor de materie meestal
de vrucht van onzen eigen arbeid niet. De stof is om door
den mensch gebruikt te worden, en eerst dan, wanneer zij gebruikt
wordt, voldoet zij aan hare bestemming. Alle aanwending van
edeler en kostbaarder stof tot dagelijksch gebruik is, in onze oogen,
een wezenlijke vooruitgang, ook al heeft zij uitsluitend meerder
gemak of bevrediging van fijneren smaak, hoogere uitdrukking van
schoonheid en knust ten doel. Dit zijn intellectuele levensbehoeften,
die, zoowel als de materiële, noodig hebben bevredigd te worden.
Indien men de weelde nis een misdrijf of eene ondeugd, of zelfs
slechts als een gebrek, beschouwt, in liet belang der zedelijkheid
zoo snel mogelijk uit te roeijen, zal men in de eerste plaats moeten
beginnen, de kunst in al hare vertakkingen te vervolgen en als
eene staatsmisdaad te straffen, want alles wat alleen ten doel heeft"
kunst- en schoonheidszin te bevredigen, is weelde. Men rnoct dan
echter nog een stap verder gaan. De natuur zelve pleegt het mis
drijf van weelde. Al die prachtige en welriekende bloemen en
kruiden en heesters, al die met de schoonste kleuren uitgedoste of
fraai zingende vogels, het zijn, helaas! kinderen van weelde!
Tulpen cn nachtegalen, welk praktisch nut doen zij ia de burger
maatschappij? Welke huishoudelijke behoefte bevredigen zij? Zij
zijn niet eens goed om gegeten te worden. In eene praktische en
eenvoudige maatschappij passen slechts nuttige kippen en nuttige
aardappelen."
0 U l T E i\ L A N I).
i vu
itaill
app«
Ci
he
Lu
elienstl
ei erzaa
xeeg
ijn na
In
oor
men
er
België.
De grève der lantaarnopstekers te Brussel heeft ti
geene rustverstoring aanleiding gegeven en alleen ten gt !inep
volge gehad dat de lantaarns een goed half uur later da61
gewoonlijk opgestoken zijn geworden; hetgeen jl. Maanda
avond door de pompiers en door de aan de gasfabrie
verbonden werklieden is verrigt. Tegen acht ure liebbevcmV
de in verzet verkeerenden wier aantal nog geen liondei
bedraagt een optogt gehouden, waarbij een hunner eta.n.
banier of een bord droeg met het opschrift: „de wai i
vrienden", en een ander een driekleurig vaandel zwaaidi al!
maar deze demonstratie heeft, naar het schijnt, weini 6
indruk verwekt. De administratie had in tijds gezorgi =er
dat de ladders, waarvan de lantaarnopstekers zich bediende;
door de onwilligen niet in beslag genomen konden worde:
Vele gievisten hebben jl. Dingsdag gevraagd om de gestaak T~
dienst te mogen hervatten. c!enc
ploss
Frankrijk, h Je
Volgens onderscheidene herigten uit Parijs is het toezi ez0n<
der regering op het drukwerk en het plaatwerk, hetwe )n J
door marskramers aan de woningen te koop geboden i dllioe
onder de bevolking ten platten lande verspreid wordt, isr
nieuw m werking gebragt, na geruime» tijd verwaarlooi elleu
te zijn. Dat bij eene wet ingestelde toezigt werd onder 3raaii
keizerlijke regering bovenal dienstbaar gemaakt aan politiel et ni
doeleindenthans moet het enkel dienen om de verspreidii
van onzedelijke en ongodsdienstige begrippen tegen te houde erwe
-- Aan ds Siècle wordt uit Yevey, aan het meer va .n
Genève, geschreven, dat zij, die niet aan eene Bonaparti »)jorc
tische zamenzwering willen gelooven, èf slecht onderrij ,anst
zijn, èf er belang bij hebben om het publiek in slaap tg d
wiegen. Het brandpunt der intrigue is echter niet t eersc
Cliislehurst, maar aan het meer van Genève, waar Pril Nas
Napoleon verblijf houdt.. Hij geeft zich den schijn van a ch
een vergeten burger te leven, maar in werkelijkheid co eeft
respondeeren de aanzienlijkste Bonapartisten met hem ondi itev:
't adres van zijn kamerdienaar, die alle dagen brieven ;êr\\
Lausanne komt halen. Tusschen den Prins en den es ronk
Keizer is eene merkbare verkoeling ontstaan. Beiden willi
voor eigen rekening de voordeelige zaak, die te Sédan
gronde ging, weder exploiteeren. Verder verzekert
correspondent, dat de Bonapartisten gedurende de Commui
beproefd hebben om Bistnarck te bewegen ten hunw
behoeve den opstand te onderdrukken. Het is echter hoog ^jjg]
onwaarschijnlijk, dat een persoonlijkheid als Prins Napoleo g
De
elioi
j yj"ii'--.j.-
de sympathie der Franschen wint, en wat Napoleon I
betreft, zegt de Teinps teregt„Men komt niet uit Chi
- dc
lehurst terug als uit Elba; er is een onderscheid tussclit
den veldtogt in Frankrijk van 1814 en dien van Sédan
1870; tusschen het afscheid te Fontainebleau en den bri .Clv
aan den Koning van Pruissen; tusschen den eerstf -
lerk
.gei
illa,
aar
iet
STATEN-GENEilML.
Tweede Kamer.
Ziltinjr van Dingsdag 10 October. De beraadslaging over 't
voorstel 's Jacob c. s. betreflende eene stoomvaartdienst tusschen
Vlissingen en New-York wordt voortgezet. De beer Rntgers
van Rozenburg bestreed 't verzoek om subsidie cn wees er o. a.
op, dat op die wijze Xicuwediep en Harlingen ook om eene subsidie
zouden komen vragen, ten einde een brug over den Oceaan te
verkrijgen. Deze spreker verklaarde z.ich ongezind om 0 millioen
in den Oceaan te werpen. De heer Viruly Verbrugge bestrijdt
mede het voorstel en verdedigt de zonder subsidie ontworpen
Rotterdamsche stoombootvaart op kleine schaal. De minister
van Financiën zegt, dat de schatkist zulk een offer niet kan brengen.
De heeren Tak cn de Iiruvn Kop3 (mede-voorstellers) verdedigen
de gedane voordragt cn wijzen op 't algemeen belang van deze
gewigtige zaak. Laatstgenoemde verdedigt bet voorstel ook door
't bijbrengen van wetenschappelijke, staathuishoudkundige gronden.
lil den loop der zitting heeft de heer Storm van 's Gravesande,
namens de commissie ad hoe, rapport uitgebragt over de in hare
handen gestelde stukken in zake den voormaligeu kapitein Janssen.
De rapporteur bepaalde zich tot het voorlezen van de conclusie,
die aldus luidt: „De commissie stejt voor: 1. dit haar verslag te
doen drukken cn ronddeelen; 2. de bedoelde stukken ter griffie te
deponeeren, ter kennisneming voor de leden3. aan den minister
viUr Oorlog te vragen nadere inlichtingen nopens een indertijd aan
I den kapitein Janss.u kenbaar gemankt verbod om over de ltande-
Bonaparte, omringd van zijne grenadiers, den genera 1
Petit omhelzende, en den laatsten Bonaparte, zijn cigareti
rookend, uitgestrekt in zijn kales en omringd van Pruiss i
sche kurassiers.
Te Parijs zal eene belasting op de katten worde r,
geheven, en wel van drie francs.
De hertog de Penthièvre, een kleinzoon van wijle
Koning Lodewijk Philips, is, op verzoek van zijn vade
den Prins van Joinville, tot luitenant bij de Franscl
zeemagt aangesteld, doch om te dienen zonder bezoldigin i
en zonder aanspraak op bevordering in de Fransche zei
dienst te verkrijgen. Hij was laatstelijk officier bij J
zeemagt der Vereenigde Staten. V<
In den avond van den 3 dezer heeft in eene d<;om£
straten van de stad Dyon eene vechtpartij plaats geha re<li
tusschen een Franschman cn een officier van de Duitse!) an
bezettingstroepen, wien de Franschman, hetzij al of nifemc
opzettelijk tegen het lijf geloopen was. De officier hee:;oml
daarbij een messteek en de Franschman heeft eenige sabe 'er''
houwen ontvangen. De generaal von Gröben, bevelhebbfForc
der bezettingstroepen te Dyon, heeft eene proclamati
uitgevaardigd, inhoudende dat, naar aanleiding van dez H
gebeurtenis, alle koftijhuizen, tapperijen, enz. te Dyoi ;oni
behalve die, welke door Duitschers bezocht worden, te acl mde
ure des avonds zullen moeten gesloten zijn, en dat zie V;
tusschen het genoemde uur en 5 ure in den ochten imn
niemand op de straat zal mogen vertoonen. De municipa cliri
liteit van Dyon heeft eene kennisgeving openbaar gemaak ot
waarin zij het feit betreurt, en zegt, dat zij pogingen za nam
aanwenden om intrekking van den door den generaal vo: ot
Gröben genomen maatregel te verkrijgen, maar de burger ;ar(]
intusschen aanmaant om alles te vermijden wat de vorlengin
van denzelven zou kunnen regtvaardigen. .jnrr
De Commune heeft zonderlinge kostgangers gehad jjjy
b. v.Gengis Khan, een gewezen tapijtkoopman ui |o
Perzië, geboortig van Teheran. Om eene ter dood-verooi resl
deeling te ontgaan, ontvlugtte hij zijn vaderland. Vier jarei iel;
geleden kwam hij te Parijs, als kamerdienaar van eei
attaché der Russische ambassade, die hem in den Kaukasu J0„
had lecren kennen, maar hem eindelijk wegens oneerlijk Jen
beid en misbruik van vertrouwen wegjoeg. Gengis Khaijchr
stond op straat en was aan de bitterste ellende ter prooi liet
Hij had verder twaalf ambachten en dertien ongelukken Ier
en was achtereenvolgens saltimbanque, kolporceur, vente: nar
van verboden zedekwetsende prentjes, totdat de revolutiifls
van 18 Maart voor hem en zooveel andere vagebondei onv
een gouden tijdperk deed aanbreken. Hij sloot zich daderters
lijk bij de Commune aan en de magthebbers op het Hêuilnu