Benoemingen, enz. STATEX-GENEIIAAL. B i T E X L A X I). g'j altjj bezorgt; tot lieden is bet echter niet mogen gelukken bet verlorene terug te bekomen. Uit Leeuwarden wordt dd. 20 dezer gemeld: Een der |meest opmerkenswaardige feiten van den tegenwoordigen tijd is, dat de prijzen van het vee bijna dagelijks aan zienlijk rijzen. Voor het jonge vee (kalveren) worden nu zelfs de enorme sommen betaald van 80 a 125. De prijsverhooging is voornamelijk toe te schrijven aan de vele vraag voor het buitenland, vooral Duitschland. Ook de boter wordt goed betaald; de prijs van dat artikel was heden aan de waag alhier: 1ste soort J 56.20, 2de soort/50. Door een der vele Nimrods, die thans de Drentsche jagtvelden doorkruisen, is dezer dagen een zuiver witte haas geschoten. De hazen gelden aldaar thans niet minder dan f 1,75; patrijzen f 1,10 per stuk. Op zekeren morgen is te Surliui ster veen bij iemand 108 bos riet vermist en een huis in aanbouw in de buurt plotseling met riet gedekt gevonden. Tc Maastricht werd dezer dagen door een jager een ree geschoten, die daarop in het kanaal vlugtte en door eenige schippers werd gevangen. De schippers weigeren nu liet dier af te geven, terwijl de jager beweert dat het zijn eigendom is. Naar men verneemt, zal de regter hierover moeten beslissen. Op Java gaan dagelijks zeven spoortreinen van het Koningsplein naar de Kleine Boom in 26 minuten, 1ste klasse 40, 2de 20, 3de 10 cents vracht. Een jong mensch heeft zich bij Carlisle in de rivier Eden verdronken; in zijn zakboekje had hij opgeteekend dat hij niet meer in het leven wilde blijven, sedert de theorie van Darwin hem geleerd had dat de menschen afstammen van de apen. Aan den heer C. J. M. Nagtglas is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking als gouverneur der Nederl. bezittingen ter Kuste van Guinea, door hem tot den S Junij 1871 bekleed, met dankbetuiging voor de door licrn als zoodanig bewezen diensten en met herstel in het genot van het hem vroeger toegekende pensioen. De kapt.—luit. ter zee J. A. II. Hugenholtz, eerstens kommandant van het schroefstoomschip Citadel van Antwerpen, gestationeerd ter Kust van Guinea, laatstelijk belast geweest met de betrekking van gouverneur der Nederl. bezittingen aldaar, en den 15 dezer in Nederland teruggekeerd, wordt met dat tijdstip op non-activit. gesteld. Tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw is benoemd de heer A. van Driel, burgemeester der gemeente Puttershoek. liet eereteeken, ingesteld tot belooning van eervolle langdurige dienst bij de dd. schutterij is o. a. toegekend aanK. Slinger en A. Koos, beiden muzikanten bij de dd. schutterij te Alkmaar; J. Vonk, sergeant en D. Spel, tamboer, beiden bij dd. schutterij te Hoorn; G. Ossen, sergeant-majoor bij de dd. schutterij te Enkhuizen. Oost-Indië. Belast: Met de waarneming der betrekking van vice-comm. voor liet. vak van schcepsb. te Soerabaija, J. Ketemeijer. OntslagenEervol, van de waarneming der betrekking van vice- comm. bij bet vak van scheepsbouw te Soerabuije, H. M. Maas. Verleend: Een tweejarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den assistent bij de geograpbiscbe dienst F. H. A. Florij. Tweede Manier. Aan de voorloopige verslagen omtrent het onderzoek, dat in de afdeelingen der Kamer heeft plaats geluid nopens de staatsbegrooting voor 1872, ontleenen wij de navolgende hoofdaanmerkingen. Vooreerst is daar geklaagd over de weinige voortvarendheid der regering op wetgevend gebied; ten opzigte der weerbaarheid was niet alleen niets geschied, maar zelfs een stap achterwaarts gedaan. Men wees ook op de regeling van het liooger onderwijs. I)e in en zijn gezin moeten nlzoo met 400 francs een vol jaar huishouden, maar vraag niet hoe? 't Hart krimpt iemand ineen bij zulke troos- telooze, ten hemel schreiende ellende. Een franc tien centimes, nog geen 54 cent daags in een stad als Parijs! Een der kinderen stierf dan ook reeds in den herfst; aan koorts meende de moeder, aan verzwakking door gebrek, dat was de ware oorzaak. Meesterlijk wist madame Edouard den hongerdood der baren te verschuiven Tweemaal in de weck vulde z'j de hongerige magen, maar waarlijk 't zijn vreemde diners geweest die zij opdischtc. Soms kookte zij twee pond meel, met zout en water lot een taaije brij een delicatesse die haar driekwart van liet dagelijks inkomen kostte. Dat werd dan 's avonds als hoofd- maal verteerd nadat een goed deel ten ontbijt, voor den volgenden morgen, ter zij was gezet, daarbij reikte zij zeer kleine porties brood uil, maar geen dropje wijn of melk, boe onmisbaar die in Frankrijk zoo goedkoopc drank als wijn ook bij de geringste cischen schijnen moge. Soms ook kocht zij op de markt niet zeer frissclie viscb en zocht dan door sterke uijensaus de nare kost wat minder ongenietbaar te maken, dan weer deed zij wat kool in een grootcn ketel cn maakte een soepje en vérzadigde haar gezin met water waar eenige blaadjes indreven, 't Is mij ren raadsel hoe zij zoo langen tijd de verwoestingen van 't gebrek weórstnml bieden kon. Waarschijnlijk zijn twee der kleinere kinderen soms ivcl eens buiten weten der ouders gaan bedelen. Parijs is zoo groot en de honger doet pijn!... In Duitschland en hij ons zou madame Edouard een kostelijk hulpmiddel gehad hebben, dat haar zeker verlichting had gebragt in den nood: de aardappel; maar in Parijs is dat voedingsmiddel veel te duur en ook het brood is niet zoo voedzaam als liet onzekortom, de Parijzer armen zijn de nllercllendigsten die ik ken. De woning van 't gezin bestond uit ééne kamer met een keukentje, dat veel had van eene kast. In de kamer was liet pover, drie bedden, cene tafel, zes stoelen en eene eikenhouten kast, dat was alles. Hier huilde de vrouw vroeg en laat, naaide, breide, verstelde, streek en borstelde zij zich bijna liet vel van de vingers, de klec- renseliat moest toch in order gehouden worden, en dat zij er onder zulke omstandigheden wat bij verdienen kon, wie durft liet beweren? Maar luid monsieur Edouard misschien wel niet in zijn vrijen tijd?... Hij was van ochtends zes tot, den middag en van een uur to't zes uur namiddags in het toiuv, om dadelijk na den eten wcêr aan 't werk te gaan vaak kwam hij niet voor elf uur 's avonds van zijn bureau. Alleen Zondags bad bij och vrijen namiddag, maar dan had hij waarlijk wel' rfist noodig, zou hij niet ziek worden. Eens kwam hij mij bevend iets ter leen vragen de vrouw was drie dagen bedlegerig, zij had oppassing, medicijnen, een doctor noodig.... eiï er was geen rijksdaalder in kas... toen heb ik gcwenscht een Rolhscliild te zijnik wist wel dat er van geen teruggeven sprake kon zijn, maar al was ik Harpagon zelf geweest, ik zou dit slagtoffer der ongelukkige verhoudingen onzer heden- diening van het wetsontwerp betreffende de inkomsten-belasting, noemde men geen hervorming van ons belastingstelsel. Vooral gold die grief de militaire plannen. Een tweede aanmerking goldt de twijfel, dien men koestert, of bet ministerie wel homogeen is. Men leidde dit af uit hetgeen door verschillende ministers over liet defensiewezen was gezégd. Ten aanzien van het finantiewezen leest inen in liet verslag in hoofdzaak „Bij de finantieële beschouwingen over de voorgestelde staats begrooting was liet eene eerste algemeene bedenking, dat die be grooting niet een tekort op de gewone middelen sluit van f 1,233,809 29, en dat dit strijdig is met de bepaling van art. 119 der grondwet, volgens welke bij de vaststelling der rijksuitgaven de middelen tot dekking worden aangewezen. Het is waar, de minister van Finantiën rekent, blijkens het gezegde op bladz. 6 zijner rede, bij eventuele invoering der voorgedragen inkomsten belasting, op eene verhooging der middelen met f 1,752,800, waar door het bedoelde tekort meer dan aangevuld zou z jumaar liet ging dan toch niet aan om, zoolang liet lot van het bedoelde wetsontwerp niet is beslist, de opbrengst, die uit de inkomsten belasting zou leunnen worden verkregen, onder de middelen te rangschikken. In de schatting van sommigen was dit bezwaar onoverkomelijk. Anderen hechtten daaraan minder, omdat het liicr dan toch slechts gold een tekort op liet papier; hetwelk bij eene andere groepering van cijfers, maar vooral door beperking van geraamde uitgaven, gemakkelijk te voorkomen zou zijn geweest. Dat toch op eene begrooting van uitgaven van bijna 100 millioen liet vinden eener besparing of inkrimping van 12 ton aan uitgaven of eene vermeerdering der berekende middelen althans tot een deel van dat bedrag niet tot de onmogelijkheden behoort, behoeft naauwelijks betoog. De raming der middelen in Nederland is, vergeleken met die der vorige jaren, althans in sommige opzigten, lager dan noodig scheen. Het totaal cijfer daarvan is eenige tonnen gouds lager dan de opbrengst der middelen voor het loopende jaar. Zooals thans de begrooting is ingerigt, had liet wel eenigzins den schijn, alsof de minister daarop een vermoedelijk tekort van ruim 12 ton heeft doen ontstaan, om de invoering der inkomsten belasting te wettigen." Eindelijk beeft men aangedrongen op de verbetering der bezol diging van de ambtenaren. België, De politieagent G., te Gent, klauterde 's naclits met een lantaarntje over een muur, waarover hij een dief had zien klimmen; hij kwam in den tuin van den heer V. d. B., toen deze op het gerucht buitenkwam, en den man met het lan taarntje, die Item voor een dief aanzag en op hom toekwam, voor een boosdoener houdende, hem gelukkig een niet doodelijk schot hagel in liet ligchaam zond. Gedurende dit pijnlijk misverstand tusschen don burger en den politieagent ontkwamen de dieven. F r a n k r ij k. Paul de Cassagnac treedt in de Pays weder even onverdroten tooi- het keizerrijk op, als hij er vroeger 'met warmte voor streedhij betoogt in zijn eerste artikel, dat de republiek nog grooter nederlagen heeft geleden dan het keizerrijkdat de republikeinen zelfs onder het slaggewoel nog onderling kamptendat het keizerrijk wel veel fouten had, maar dat de republiek nog jammerlijker fouten maakte, zoodat hij, die eerst zich aan haar had willen aansluiten, er van moest terugkomen. Zijn zelfvertrouwen keerde dan ook terug, en, als een Lelijk man bij het zien van een afzigtelijke tronie, begint de Bonapartistische partij weder behagen in zich zelve te scheppen hij de aanschouwing van 't werk der republiek. Dezer dagen zijn te Parijs weer twee oproerlingen van de Commune in handen der Parijsche politie gevallen. daagsche maatschappij niet hebben geweigerd. Zelfs de dichter van „het lied van het Hemd" heeft zich niet iets zoo aandoenlijks kunnen droomen, als de blik waarmee bij zijn verzoek begeleidde. Dit gebeurde in Junij 1870. Een paar dagen daarna reisde ik in Zwitserland, waar mij de geweldige polilicke gebeurtenissen van Julij verrasten. Ik beb Edouard nooit weer gezien. Toen ik naar Parijs terugkwam, was zijne weduwe er nog erger aan toe. In de eerste oorlogsweken ging bet leven der ongelukkige familie zijn ouden gang, zelfs de belcgeringstijd verergerde bunnen toestand weinig. Integendeel, zij kregen toen nog al een en ander voor niet, maar teen in Maart de Versailler regering radeloos terug week, voor een in den aanvang gemakkelijk te bedwingen oproer, verloor Edouard zijne betrekking en werd werkelijk letterlijk broodeloos. De goedhartigheid der buisgenooten ondersteunde hem, hoezeer do gedachte dat hij van de genade van anderen leefde hem als lood 'drukte Daar organiseerde zieli de Commune, zij bad beambten noodig, men drong Edouard zich aan te melden, bij weifelde, maar de honger drong; met eene bezoldiging van honderd francs in de maand kwam bij aan een stadsbureauer kwam verademing, zoo goed bad de familie bet nooit gehad! maar de droom duurde kort. Na maanden trenzeling werd het eindelijk den regeringstroepen ernst. de Commune viel. Beestachtig woedden brand en moord door de Seinc-stadMac Mahon's troepen, verbitterd door den tegenstand van bet gepeupel, begingen ongehoorde wreedheden, weerlooze mannen en vrouwen werden onverhoond en onregtvaardig bij boopen doodgeschoten, ook Edouard moest zijn „hoogverraad" met zijn leven boeten. Een schurk verried hem als helper van Pvat, Assy en consorten. Eenige dronken musketiers drongen zijne woning binnen, rukten hem mcê cn wierpen hem tegen den naasten muur, waar hij door vijf kogels getroffen den adem uitblies! Zijn grootste misdaad was, dat bij niet bad geleerd tot grooter eere van meneer Thiers van honger te sterven! Hoeveel dergelijke slagtoffcrs zijn er niet door de barbaarschheid van Mae Mahon's soldaten gevallen? En hoe ontelbare onge- lukkigeu van 't geslacht der Edouards komen ook zonder liet doodend lood in vertwijfeling te gronde! De arbeiders in een kwikzilver-mijn zijn niet zwaarder aan de knagende wormen van ligchamelijke en geestelijke vernietiging blootgesteld als de Parijzer mindere beambten en Edouard behoorde nog tot die, welke zich meer van de eischen van 't uiterlijk ver toon ontslaan als hunne superieuren eigenlijk wel verlangen. Menigeen van zijn collega's kan het niet buiten een receptie kamer doen en moet daarvoor de begrooting voor zijne voeding nog met een zestig ii zeventig francs beknibbelen Kunt gij gelooveu dat er onder deze omstandigheden, bij eene 1 vacature aan een der stedelijke bureaux drie honderd negen-en- 1 zeventig sollicitanten waren en daaronder negen-en-taehtig gehuwden Het tractement dier vacante betrekking was 950 francs 's jaars!..;. De schets van 't lijden eener „petite ouvrière," zooals de werk meisjes genoemd worden, volgt misschien later. Ernst Eckstein. Een hunner is Lucas, aan wien Ferré het beruchte bevel gaf: Faites flamber Finances; de andere een zekere Cérisier, een der moedigste officieren der Commune. Dezen achtte men dood. Hij bevond zich namelijk, tijdens het binnen, rukken der regeringstroepen te Parijs, onder een groep nationale gardes, die doodgeschoten werden. Op 't oogenblii dat de officier „vuur!" kommandeerde, wierp Cérisier ziel op do grond, en zoo wist hij in de verwarring te ontkomen Do najaars—wedrennen, waarvan het tooneel thani van liet Boscli van Boulogne naar Chantilly is verplaatst, hebben jl. Zondag vele Parijzenaars tot zich gelokt. De toevloed van nieuwsgierigen was nog vergroot door het gerucht, dat er eene demonstratie ten gunste van de Prinsen vai Orleans zou voorvallen, liet volksfeest is door de hertogen van Nemours en van Aumale en door hunne zonen, hertogen van Alen^on en van Guise, bijgewoond. Ver scheidene personen hebben hen in hunne tribune gecompli- menteerd en toen, op zeker oogenblik, de hertog vat Aumale en zijn zoon zich van de tribune naar de stallen begaven, zijn zij zelfs met levendige sympathie door dl omstanders begroet. Daartoe heeft zich echter alles bepaal en, volgens een der te Parijs gevestigde berigtgevers vai 1'Iiidépendance Beige, heeft deze loort van manifestatii onmiddellijk eene contra-manifestatie uitgelokt. Door ver scheidene personen is namelijk luid en herhaaldelijk <1 kreet„Leve de republiekaangeheven, 'tgeen de Prinsei heeft doen besluiten om de stallen door eene zijdeur t verlaten, ten einde ongemerkt de tribune weder te bereiken Do Orleansche Vorsten vertoonen zich meermalen in ht openhaar. In de vorige week hebben sommigen hunne eene feestrepresentatie in de Opéra Comiquo bijgewoond waar voor de duizendste maal het zangspel le Pré au Clercs werd opgevoerd. - De Communeman Blanqui, die gelogeerd is op hi fort bij Morlaix, heeft aan een correspondent van de Figaro die hem kwam bezoeken, verklaard, dat lxij zich veel bezi hield met astronomie, om zich zooveel mogelijk van de aard en do staatkunde te verwijderen. Rocliefort zit thans te Tours gevangen, in hetzelfd vertrek, waarin Pierre Bonaparte, de moordenaar va Victor Noir, gedurende zijn proces was opgesloten. Prins Napoleon is jl. Zaturdag avond te Ajacci aangekomen. 150 a 200 personen waren hem te gemot gegaangeenerlei manifestatie heeft er plaats gehad. De Liberté verhaalt het volgendeOp een zolder i de rue de Meudon vond men drie personen naast elkandt opgehangen aan stevige spijkers, een man, eene oude c eene jonge vrouw. De man, een leidekkersgezel, heett Jean Payen, de oude vrouw was zijne moeder, de jong zijne vrouw. Reeds acht dagen hadden de buren hen mist, toen men den zolder openbrak ên de drie lijken een schrikbarenden staat van ontbinding ontdekte. Men vei diept zich in gissingen over dit geval. Is hier aan I wanhopig besluit te denken? Payen verdiende geregel van 5 a 6 fr. per dag. Zijne vrouw, die hij eerst sim 3 maanden huwde, was niet geheel onbemiddeld, Engeland. Te Londen stond dezer dagen een vrouw teregt wegel bedelarij, die reeds 67 maal om dezelfde reden verooi deeld was. Omtrent het streven der arbeidende volksklasse Engeland, zooals dit uit werkstakingen en meetings blijk zegt de Times, dat het eene tweeledige strekking heef die welligt door de meeste handwerkslieden zelve niet won begrepen, namelijk 1. Om allengs het werken bij het stn te stellen, in plaats van het werken bij den dag of bij hf I uur; 2. Om de werklieden tot vennooten van den werl gever te maken. Wat het eerste punt betreft, gaat van lii beginsel uit, dat een gewillige hand in negen uren evenvei werk kan leveren als eene onwillige in tien; deze stellini konsekwent volgehouden, moet leiden tot het werken 1 - het stuk. Het tweede beginsel, dat eener naar den mark prijs der producten vlottende schaal van het loon, zooals de vsrgadering te Middlesbourough is aangenomen, moi liet gevolg hebben, dat de werklieden niet meer alleen de winsten, maar ook in de verliezen der werkgevers deelci Of dit op den duur zal gaan, is de vraag, l Omtrent den verschrikkelijke moordaanslag, die that in Engeland zoo groote opspraak verwekt, worden nog d navolgende bijzonderheden vermeld: Eergisteren bragt de jury, die bij de lijkschouwing g< roepen was, natuurlijk eene beschuldiging van moedwillige moord in tegen dr. Watson, die nu voor het crimineel geregtshof zijn verhoor ondergaan zal. De advocaat, (li de hopelooze taak zijner verdediging op zich genome heeft, is een zijner academievrienden. Mevrouw Watso was vóór haar huwelijk mejufvrouw Anne Armstrong Dublin en verkeerde elf jaren met den man, die later hal echtgenoot werd en toen in genoemde stad collegiën bi woonde. Er leeft nog eene zuster van haar te Dublii die 70 jaren oud is. Gedurende het verhoor door de polit van den geneesheer en de dienstboden kwamen eenig bijzonderheden over de wijze waarop de moord gepleeg was en andere, die daarmede vergezeld gingen, aan de dag, welke intusschen niets opleverden dat eenigen ii vloed op de uitspraak van den jury hebben kon. Het bleel dat de misdadiger de handboorden van zijn overhemd, he welk de sporen van bloed droeg, afgesneden had, zoodat h toen het denkbeeld koesterde zijn misdrijf te verbergei De getuigenis der dienstbode, een meisje van omstreek 20 jaren en die in diepen rouw verscheen, is echter he voornaamste met betrekking tot het raadselachtige van mans toestand. Zij zeideZondag vóór acht dagen, ginge mijnheer en mevrouw omstreeks half elf ure wandelen e zij keerden tusschen 1 en 2 ure terug (dit zou juist d kerktijd zijn.) Mevrouw scheen mij toe als in haren gewone wels tand te verkeeren. Beiden zette zich aan tafel, ik bediend hen en bemerkte niets anders dan dat zij genoegelijk zamen waren. Nadat ik de tafel afgenomen had zag mijnheer en mevrouw naar de boekerij gaan, gelijk meesti het geval was. Mijnheer droeg, zoo als altijd, een zwart jas. gai wai zoc teri me thu ma dit sch iets To mé is Ik me: had wa: ged ten deli Wj Vai 4 u woi och te tijd- ech blei geli zijn den De I bezi volj maa sclii hee geg hen wai" zij P°g Dei een elf haa I adr i moi ove klei Ik vro Ier lop 1 sta: eer daa teg gel »ch hei vei vai hel bre Ou bej Wj vei kr: ha< de zoi tot scl be va di< nu ge «j St( he ve he afi in ee m de di le aa °I ot ac b<

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 2